• No results found

63 253. Wat is het regt van beraad?

BURGERLIJK WETBOEK

63 253. Wat is het regt van beraad?

Dît regt kent de wet toe aan alle erfgenamen; aan hen, die van hetzelve gebruik maken, wordt een tijdvak van vier maanden vergund, behoudens verlenging door den Eaad van Justitie, uithoofde van dringende redenen,

in-dien de erfgenamen in regten worden vervolgd, te reke-nen van den dag der afgelegde verklaring, ten einde den boedel te doen beschrijven en zich te beraden, of zij de aan hen opgekomene erfenis aanvaarden zullen, hetzij zuiver, hetzij onder het voorregt van boedelbeschrijving, of wel, of zij dezelve zullen verwerpen [Art. 1023 en 1024.]

254. Wat vordert de wet, indien men gebruik wil maken van het voorregt van boedelbeschrijving?

Zij, die eene nalatenschap aanvaarden onder het voor-regt van boedelbeschrijving, moeten daarvan almede eene verklaring afleggen ter griffie van den Eaad van Justitie binnen hetwelk de erfenis opengevallen is (Art. 1029.) 255. Wat heeft het voorregt van boedelbeschrijving ten gevolge?

Dat voorregt heeft ten gevolge :

a. Dat de erfgenaam niet verder tot de betaling der schul-den en lasten der nalatenschap gehouschul-den is, dan ten beloope der waarde van de goederen, welke dezelve bevat;

h. Dat hij zich van die betaling zeifs kan ontslaan, door alle de goederen, tot de nalatenschap behoorende, aan de beschikking der sclmldeischers en legatarissen over te laten;

c. Dat de eigene goederen van den erfgenaam niet met die nalatenschap worden vermengd;

d. Dat hij het regt behoudt, om zijne eigene inschul-den tegen de nalatenschap te doen gelinschul-den [Art. 1032.]

VAN HET AANVAARDEN EN VERWERPEN VAN ERFENISSEN.

256. Is men gehouden eene erfenis te aanvaarden?

Neen, men kan dezelve verwerpen; of wel, aanvaarden onder het voorregt van boedelbeschrijving (Art. 1044.)

Door middel eener verklaring, af te leggen ter griffie -van den Eaad -van Justitie, oma;.!' welks, regisgebied de erfenis is opengevallen (Art. 1057.)

VAN BOEDELSCHEIDING.

258. Is men verpligt in eenen onverdeelden boedel te blijven?

Neen, daartoe is niemand genoodzaakt; boedelscheiding kan ten allen tijde worden gevorderd, niettegenstaande eenig daarmede strijdig verbod [Art. 1066.]

259. Hoe moet eene boedelscheiding plaats hebben, wanneer een of meer der belanghebbenden weigere;; of nalatig blijven tot dezelve mede te werken?

Dan moet daartoe tegen de weigerende of nalatig blij-vende belanghebbenden eene regtsvordering ingesteld en de boedelscheiding bij vonnis bevolen worden [Art. 1071.]

S60. Hoc moeten de weigerende of nalatige belanghebbenden bij die scheiding vertegenwoordigd worden?

Door de Weeskamer, daartoe door den Eaad van Jus-titie opgedragen, hetzij bij het vonnis tot scheiding, het zij op verzoekschrift der meest gereede belanghebbenden (Art. 1071.)

VAN INBRENG.

261. Welke verpligting legt de wet op aan erfgenamen in de nedérdalende linie, met betrekking tot door hen genotene schenkingen onder de levenden?

Erfgenamen in de nedérdalende linie, wettige of na-tuurlijke, zijn, hetzij dezelve slechts tot het wettelijk erf-deel, hetzij tot meerder, geroepen worden, verpligt alio schenkingen onder de levenden, welke zij van den erfla-ter genoten hebben, in deszelfs nalatenschap in te bren-gen, ten ware de giften gedaan zijn mot uitdrukkelijke vrijstelling van inbreng, of de begiftigden b;j eene authen-tieke acte, of bij uitersten wil, van de verpligting tot inbreng zijn ontheven, onverminderd do verpligting tot

voldoening aan of verrekening met hunne rnede-erfgena-men van alles, wat zij aan de nalatenschap verschuldigd zijn (Art. i086.)

VAN DE BETALING BEU SCHULDEN.

262. Voor welke aandeelen zijn de erfgenamen, die eene erfe-nis hebben aanvaard, aansprakelijk voor de schulden, le-gaten en andere lasten der nalatenschap?

De erfgenamen moeten in de betaling derzelve zooveel dragen, als in evenredigheid staat met hetgeen ieder uit de nalatenschap ontvangt [Art. 1100.]

VAN DE VERNIETIGING VAN AANGEGANE BOEDELSCHEIDING. •

263. In welke gevallen kunnen boedelscheidingen worden te niet gedaan?

Boedelscheidingen kunnen te niet gedaan worden:

a. Ter zake van dwang;

b. Ter zake van bedrog, door een of meer deeigeuoo-ten gepleegd;

e. Ter zake van benadeeling, meer dan een vierde ge-deelte bedragende;

Mits de regtsvordering daartoe ingesteld worde binnen drie jaren na den dag der boedelscheiding [Art. 1112 1116 en 1117.]

BOEDELVERDEJELING DOOK DEN VADER, DE MOEDER, OF ANDEJÎE BLOEDVERWANTEN IN DE OPGAANDE LINIE,

TUSSCHEN HUNNE AEKOMEEINOEN GEMAAKT.

26-1.. Welk regt hebben de vaeer, de moeder en andere bloed-verwanten in de opgaande linie, opzigtelijk de verdeeling en scheiding hunner goederen ?

Zij zijn bevoegd om, gedurende nun leven, bij uiterste wilsbeschikking, of bij notarielle acte, die verdeeling eu scheiding te maken, mits tasschen al de kinderen en af-komelingen der vooroverledenen, die ton tijde van hun overlijden in leven zijn. op straffe van nietigheid (Art 1121 en 1123.)

265. Wanneer kan die verdeeling betwist worden?

Die verdeeling kan worden betwist :

a. Uit hoofde van benadeeling, meer dan een vierde bedragende;

b. Indien de verdeeling, en lietgeen met vrijstelling van inbreng is vooruitgemaakt, het wettelijk erfdeel van den een of ander der afkomelingen heeft verkort;

Mits zulks geschiede binnen drie jaren, na den dag van het overlijden des erflaters [Art. 1124.]

VAN ONBEHEERDE NALATENSCHAPPEN.

266. Wanneer wordt eene nalatenschap als onbeheerd beschouwd ? Eene nalatenschap wordt als onbeheerd beschouwd, wanneer bij het openvallen derzelvc zich niemand opdoet, die daarop aanspraak maakt, of wanneer de bekende erf-genamen dezelve verwerpen (Art. 1126.)

267. Op welke wijze wordt in het beheer van zoodanige nala-tenschap voorzien?

De Weeskamer is van regtswege belast met liet beheer daarvan. Zij is echter verpligt om bij de aanvaarding van zoodanig beheer, daarvan schriftelijk kennis te geven aan het openbaar ministerie bij den Kaad van Justitie (Art.

1127.)

VAN BEVOOEEEGTE SCHULDEN.

268. Welke is de gemeenschappelijke waarborg voor schuld-eischers ?

Al de roerende en onroerende goederen van den schul-denaar, zoowel tegenwoordige als toekomende, zijn voor deszelfs persoonlijke verbindtenissen aansprakelijk, en strek-ken tot gemeenschappelijstrek-ken waarborg voor zijne scliuld-eischers, derzelver opbrengst wordt onder hen, ponds-ponds-gelijk, naar evenredigheid van eens ieders inschuld verdeeld, ten ware er tusschen de schukleischers wettige redenen van voorrang mogten bestaan [Art. 1131 en 1132.]

67

360. Waaruit spruit die voorrang voort?

De voorrang tusschen schuldeischers spruit voort : a. Uit privilegie;

h. Uit pand;

c. Uit onderzetting of hypotheek [Art. 1133.]

VAN PRIVILEGIE.

270. Wat is privilegie?

Privilegie is een regt door de wet toegekend aan den eenen schul deischer boven den anderen, alleen uithoofde van den aard der schuld.

Hetzelve gaat echter niet boven pand of hypotheek, be-halve in de gevallen, waarin de wet uitdrukkelijk het tegendeel bepaalt [Art. 1134.]

VAN PAND.

•271. Wat is pand?

Pand is een ondeelbaar regt, hetwelk de scluüdeischer verkrijgt op eene roerende zaak, die hem door den schul-denaar, of door een ander in deszelfs naam, tot zeker-heid der schuld is ter hand gesteld, en aan den schuld-eischer de bevoegdheid geeft, om zich, bij voorkeur bo-ven de andere schuldeischers, uit die zaak te doen be-talen ; met uitzondering van de kosten van uitwiuning en van do onkosten, die, na de inpandgeving, tot behoud van de zaak zijn gemaakt, welke den voorrang hebben [Art. 1150.]

372. In hoe verre kan pandregt slechts plaats hebben, en in welke gevallen verklaart de wet hetzelve nietig?

Pandregt kan slechts stand grijpen, voor zoo verre het verpande goed gestold en gebleven is in het bezit van den schuldeischer, of van eenen derde, omtrent wieu par-tijen zijn overeengekomen [Art. 1153.1

VAX ONDERZETTING OF HYPOTHEEK.

373. Wat is onderzetting of hypotheek ?

Onderzetting of hypotheek is een ondeelbaar zakelijk rogt op onroerende goe twelk kan worden uitge-oefend op al de verbondene goederen in hun geheel, op elk van die goederen, en op ieder gedeelte van dezelve, in welke handen zij ook overgaan, strekkende om daar-aan de voldoening eener verbindtenis te verhalen [Art.

1162 en 1108.]

VAN VERBINDTENISSEN IN HET ALGEMEEN.

274. Wat is eene verbindtenis?

Eene verbindtenis bestaat inde verpligting, om iets te geven, te doen of niet te doen. [Art. 1234.]

275. Waaruithebben verbindtenissen harer oorsprong?

Alle verbindtenissen ontstaan : a. Uit overeenkomst;

b. Uit de wet. [Art. 1233.]

276. Hoeveel soorten van verbindtenissen onderscheidt de wet?

De Wet spreekt van :

a. Voorwaardelijke verbindtenissen;

b. Verbindtenissen met tijdsbepaling;

c. Alternatieve;

d. Solidaire of hoofdelijke;

e. Deelbare en ondeelbare;

ƒ. Verbindtenissen onder beding van straf of poenaliteit.

277. Wat is eene voorwaardelijke verbindtenis?

Eene verbindtenis is voorwaardelijk, wanneer n'en de-zelve doet afhangen van eene toekomstige en onzekere gebeurtenis, hetzij door de verbindtenis op te schorten totdat zoodanige gebeurtenis plaats liebbe, hetzij door de verbindtenis te doen vervallen, naar mate de gebeurtenis al of niet voorvalt [Art. 1253.J

278. Wat is eeue verbindtenis «'»dur cone opschortende voor-waarde ?

Die, welke afhangt óf van eene toekomstige en onze-kere gebeurtenis, óf van eene reeds gebeurde, doeli aan partijen nog onbekende zaak [Art. 1.363.]

279. Wat is eene ontbindende voorwaarde? .

De zoodanige, welke, na hare vervulling, de verbind-tenis doet ophouden en de zaken weder tot den vorigen stand doet terugkeeren, even alsof er geene verbindtenia bestaan had.

Eene ontbindende voorwaarde wordt in wederkeenge overeenkomsten altijd voorondersteld, ingeval eene der partijen aan hare verpligting niet voldoet (Art. 12GB en

1266.)

280. Wat is eene verbindtenia met tijdsbepaling?

Eene verbindtenis met tijdsbepaling is die, waarvan de tijd van hare uitvoering bij de overeenkomst wordt

vast-gesteld. , Tijdsbepaling schort niet de verbindtenis op, maar sieents

hare uitvoering (Art. 1268.)

281. Wat is eene alternatieve verbindtenis?

Eene alternatieve verbindtenis is de zoodanige, die ter keuze van ééne der partijen staat, en waarin de schulde-naar zich bevrijdt door de levering, het doen of nalaten van eene der ter keuze gestelde zaken of daden (Art.

1272 en 1277.)

28 2. Hoe worden solidaire of hoofdelijke verbindtenissen on-derscheiden ?

Verbindtenissen kunnen solidaire of hoofdelijk zijn ; n. Tusschen verscheidene

schuldeischers-b. Tussehen verscheidene schuldenaren.

283. Wanneer is eene verbindtenis hoofdelijk tussehen schuld-eischers?

Wanneer de titel uitdrukkelijk aan ieder der schuldei-schers het regt geeft, om de voldoening der geheele schuld te eisenen [Art. 1278.]

284. Wat is liet gevolg daarvan ten aanzien van den schulde-naar ?

Dat deze van zijne verbindtenis wordt bevrijd door de betaling aan één' der hoofdelijke schüldeischers, ofschoon de verbindtenis uit haren aard splitsbaar of deelbaar mo°-t zijn [Art. 1378.]

286. Wanneer is eene verbindtenis solidaire tussehen schulde-naren ?

Er heeft hoofdelijke verbindtenis van de zijde der schul-denaren plaats, wanneer zij allen verpligt zijn tot ééne en dezelfde zaak, zoodat elk hunner voor het geheel kan worden aangesproken (Art. 1280.)

286. Wordt de hoofdelijkheid eeneï verbindtenis vooroni steld ?

Neen, geene verbindtenis is hoofdelijk, tenzij zulks uit-drukkelijk bepaald zij, of door de wet daarvoor gehenden worde [Art. 1282.]

287. Wanneer is eene verbindtenis deelbaar of ondeelbaar?

Eene verbindtenis is deelbaar of ondeelbaar, naar ma)e zij tot onderwerp heeft, óf' eene zaak, die in de levering, óf eene daad, die i n d e uitvoering, al of niet vatbaar is, hetzij voor ligchamel|ke, hetzij voor onligchamelijke ver-deeling (Art. 1286.)

28 8. Wat is het gevolg eener deelbare verbindtenis?

De deelbaarheid eener verbindtenis kan slechts worden toegepast ten opzigte van de erfgenamen van partijen, ten opzigte van den schuldenaar en den schuldeischer zelvcn moet de verbindtenis worden ten uitvoer gebragt, even alsof zij ondeelbaar ware [Art. 1299.]

289. Wat is het gevolg, wanneer eene verbindtenis ondeelbaar is?

Een iegelijk dergeifen, die gezamenlijk tot eene ondeol-bare schuld verpligt zijn, is voor liet geheel derzelve aan-sprakelijk, al ware het ook, dat de verbindtenis niet hoof-delijk mögt zijn aangegaan [Art. 1301.]

290. Wat is een beding van straf of poenaliteit?

Het beding van straf is zoodanige bepaling, waa

=

71

iemaad, tot zekerheid van de uitvoering eener verbind-tenis, tot iets bepaalds verpligt is, ingeval dezelve niet nagekomen wordt (Art. 1304.)

VAN VERBINDTENISSEN, DIE UIT CONTRACT OF OVEREENKOMST GEBOREN WORDEN.

291. Wat is eene overeenkomst?

Eene overeenkomst is eene handeling, waarbij een of' meer personen zich jegens een' of meer anderen verbin den [Art. 1313.]

292. Hoe worden overeenkomsten verdeeld?

Zij worden verdeeld in:

a. Overeenkomsten om niet;

è. Overeenkomsten onder eenen bezwarenden titel [Art.

1314.]

293. Wat is eene overeenkomst om niet?

De zoodanige, waarbij de eene partij aan de andere*

zonder eenige baat, een voordeel toekent [ Ibid. ]

294. Wat is eene overeenkomst ondereenen bezwarenden titel?

De zoodanige, welke ieder der partijen in de verplig-ting brengt om iets te geven, te doen of niet te doen [Ibid.]

295. Welke zijn de voorwaarden tot bestaanbaarheid der over-eenkomsten ?

Tot de bestaanbaarheid der overeenkomsten worden vier voorwaarden vereiseht, als:

a. De toestemming van degenen, die zich verbinden;

b. De bekwaamheid om eene verbindtenis aan te gaan;

c. Een bepaald, onderwerp;

d. Eene geoorloofde oorzaak [Art. 1320.]

296. Wat is het gevolg, wanneer overeenkomsten zijn aange-gaan met personen, die daartoe onbekwaam zijn?

Het gevolg hiervan is, dat zij, die onbekwaam zijn tot het treffen der overeenkomsten, tegen hunne verbind te-uissen binnen opkomen, in al de gevallen, waarin dat

vermogen niet bij de wet is uitgesloten, terwijl degenen, die bekwaam zijn om zich te verbinden, zich nooit op de onbekwaamheid van personen, met welke zij gehandeld hebben, kunnen beroepen [Art. .1331.]

29 7. Welke zaken kunnen het onderwerp eener overeenkomst uitmaken ?

Alle tegenwoordige en toekomstige zaken, die in den handel zijn, uitgezonderd erfenissen, die nog niet zijn open-gevallen [Art. 1333 en 1334.]

298. Wanneer is eene oorzaak ongeoorloofd?

Eene oorzaak is ongeoorloofd, wanneer zij:

a. Bij de wet is verboden;

b. Strijdt met de goede zeden, of met de openbare or-de '[Art. 1337.]

299. Wat is het gevolg eener overeenkomst?

Alle wettiglijk gemaakte overeenkomsten strekken den-genen, die dezelve hebben aangegaan, tot wet [Art. 1338.]

300. Kunnen overeenkomsten ook worden herroepen?

Ja, doch alleen met wederzijdsche toestemming, of uil hoofde der redenen, welke de wet daartoe voldoende ver-klaart (Ibid.)

VAN HET TE NIET GAAN DEK VERBINDTENISSΫ.

301. Hoe gaan verbindtenissen te niet?

a. Door betaling;

b. Door aanbod van gereede betaling, gevolgd van con-signatie of bewaargeving;

c. Door schuldvernieuwing;

(/. Door vergelijking of compensatie;

e. Door schuldvermenging;

ƒ. Door kwijtschelding der schuld;

IJ. Door het vergaan der verschuldigde zaak;

h. Door de nietigheid of de tenietdoening;

i. Door de werking eener ontbindende voorwaarde;

j . Door verjaring (Art. 1381.)

73

VAN BETALING.

302. Door wien kan eene verbindtenis worden gekweten'?

Eene verbindtenis kan worden gekweten, behalve door den schuldenaar, door een' ieder, die daarbij belang beeft, gelijk een medeschuldenaar of borg; zelfs door een' der-de, die daarbij geen belang heeft, mits die derde hande-le in naam en tot kwijting van den schuldenaar, of, in-dien hij in zijn' eigen naam handelt, hij niet in de reg-ten van den schuldeischer gesteld worde [Art. 1382.]

303. Aan wien moet do betaling geschieden?

De betaling moet worden gedaan:

a. Aan den schuldeischer;

b. Aan iemand, die volmagt heeft van den schuldeischer;

c. Aan iemand, die door den Kegter of door de wet ge-magtigd is om voor den schuldeischer te ontvangen (Art. 1385.)

304. Waar moet de betaling worden gedaan?

De betaling moet geschieden:

a. Ter plaatse, bij de overeenkomst bepaald;

ö. Bij gebreke hiervan, ter plaatse alwaar, ton tijde van het aangaan der verbindtenis, de verschuldigde zaak zich bevond;

c. Buiten deze twee gevallen, tor woonplaats van den schuldeischer, zoo lang deze blijft wonen in de resi-dentie, alwaar hij, ten tijde van het aangaan der ver-bindtenis, woonachtig was; .

tl. En anderzins ter woonplaatse van den schuldenaar (Art. 1393.)

VAN SCHULDVERNIEUWING.

30 5. Wat is schuldvernieuwing?

Schuldvernieuwing wordt op drieërlei wijze te weeg ge-bragt:

a. Wanneer een schuldenaar, ten behoeve van zijnen schuldeischer. eeue nieuwe schuld verbindtenis aan.

gaat, welke in de plaats gesteld wordt van de oude, die daardoor wordt vernietigd;

6. Wanneer een nieuwe schuldenaar wordt gesteld in de plaats vanden vorigen, die door den schuldeischer van zijne verbindtenis ontslagen wordt;

e. Wanneer ten gevolge eener nieuwe overeenkomst, een nieuwe schuldeischer gesteld wordt in de plaats van den vorigen, te wiens opzigte de schuldenaar van zij-ne verbindtenis wordt ontslagen (Art. 1413.)

VAN COMPENSATIE OF VERGELIJKING.

306. Wat ia compensatie of vergelijking?

Compensatie of vergelijking van schuld heeft plaats, wanneer twee personen wederkeerig elkanders schuldena-ren zijn; zij heeft van regtswege plaats, zelfs buiten we-ten der schuldenaren, en vernietigt de beide schulden over en weder, op het oogenblik, dat zij te gelijk bestaan, ten beloope van haar wederkeerig bedrag (Art. 1435 en 1426.)

VAN SCHULDVERMENGING EN DE OVERIGE WIJZE VAN TE NIET GAAN.

307. Wat is schuld vermenging ?

Wanneer de hoedanigheden van schuldeischer en schul-denaar zich in denzelfden persoon vereenigen, heeft van regtswege eene schuldvi menging plaats, waardoor de schuldvordering wordt vernietigd (Art. 1436.)

308. Wat is kwijtschelding?

Kwijtschelding van schuld heeft plaats, wanneer de schuldeischer den schuldenaar vrijwillig van al zijne ver-pligtingen ontslaat, welke uit eene verbindtenis voortvloeijen;

zij wordt niet voorondersteld, maar moet bewezen wor-den (Art. 1438 en 1439.)

309. Wanneer gaat eene verbindtenis te niet door het vergaan der verschuldigde zaak '.'

Indien de zaak vergaan of verloren is, buiten de si

310

tig gebleven is; — i n alle gevallen, indien de zaak op ge-lijke wijze bij den sehuldeischer zoude zijn vergaan, inge-val zij aan hem geleverd ware (Art. 1444.)

Hoe gaat eene verbindtenis te niet door nietigheid of tenietdoening ?

Door nietigverklaring, welke altijd door den regter moet worden uitgesproken, en ten gevolge heeft:

a. Dat de zaak en de partijen worden hersteld in den staat, waarin zij zich voor het aangaan der verbind-tenis bevonden;

b. Toewijzing van vergoeding van kosten, schaden en interessen, indien daartoe gronden zijn (Art 145] tot 1458.)

VAN KOOP EN VERKOOP.

311. Wat is koop en verkoop?

Koop en verkoop is eene overeenkomst, waarbij de ééne zich verbindt om eene zaak te leveren, en de andere om daarvoor den bedongen prijs te betalen (Art. 145 7.) 3IS. Wanneer wordt zoodanige overeenkomst gehouden voor

voltrokken ?

Zij wordt gehouden tusschen de partijen voltrokken te zijn, zoodra deze het eens zijn geworden over de zaak en den prijs, hoewel ook de zaak nog niet mögt geleverd noch de prijs betaald, zijn (Art. 1458.)

Gaat de eigendom van het verkochte goed over, dadelijk bij de overeenkomst'?

Neen, de eigendom gaat niet eer tot den kooper over, dan nadat de levering daarvan is geschied (Art. 145lJ.) Welke zijn de hoofdverpligtingen van den verkooper?

Deze zijn tweederlei :

.-/. Om de verkochte zaak te leveren;

b. Om dezelve te vrijwaren [Art. 1474.1

313.

3 L5. Wat verstaat gij door levering?

De levering is cene overdragt van bet verkochte goed, met al wat daartoe behoort en tot deszelfs bestendig ge-bruik bestemd is, mitsgaders de bewijzen van eigendom, indien die aanwezig zijn, in de magt en het bezit van den kooper [Ait. 147 5 en 1483.]

316. Wanneer is de verkooper niet tot de levering gehouden?

De verkooper is niet verpligt het goed te leveren;

n Indien de verkooper den koopprijs met betaalt en de verkooper hem geen uitstel van betaling heeft toe-gestaan; . „ .,,.

h Indien de kooper, na den koop, m staat van iaillis-sement of van kennelijk onvermogen is geraakt, ten ware hij oenen borg stelle, om op den bepaalden tijd te betalen (Art. 1478 en 1479.)

317. Welke is de hoofdverpligting van den kooperV Deze bestaat: ' * . a In het betalen van den koopprijs, ten tijde en tel

plaatse bij de overeenkomst bepaald, of anderzins ter plaatse en op den tijd, waarop de levering geschie-den moet;

1> Zelfs zonder uitdrukkelijk beding, m het betalen van interessen van den koopprijs, indien de verkochte en geleverde zaak vruchten of andere inkomsten oplevert (Art. 1513—1515.)

318. Wolk regt heeft "de verkooper, indiende kooper den koop-prijs niet betaalt ?

De verkooper kan alsdan de vernietiging van den koop vorderen (Art. 1517.)

VAN HET REGT VAX WEDEKINKOOP.

319. Wat verstaat gij door het regt van wederinkoop?

Dit regt spruit voort uit een beding, waarbij de ver-kooper zich het regt voorbehoudt om het verkochte terug te nemen, tegen teruggave van den oorspronkelijken koop-prijs f art. 1519.)

320. Hoe lang duurt het regt van wederinkoop?

320. Hoe lang duurt het regt van wederinkoop?