• No results found

49Waarom is dit belangrijk?

In document Twente index 2013 (pagina 47-49)

De regio Twente heeft als ambitie bij de Top 5 van Europese kennisregio’s te horen op het gebied van innovatie en technologie. Met het oog op dit langetermijnperspectief is het belangrijk te weten of Twente het op dit moment qua innovatie goed doet, vergeleken met enkele andere Europese regio’s. Uit de 270 regio’s in EU hebben we er vijf gekozen die qua bevolking en economische structuur het meest op Twente lijken. We hebben daarbij de volgende kenmerken in beschouwing genomen:

- bevolkingsdichtheid en -samenstelling (vooral de mate van vergrijzing); - verdeling van werkgelegenheid over sectoren.

De vijf referentieregio’s zijn: Basse-Normandie (Frankrijk), Niederösterreich (Oostenrijk), Aragón (Spanje), Norte (Portugal) en Cataluña (Spanje). Twente is met deze vijf regio’s vergeleken op alle indicatoren uit de RIS waarvoor voldoende en redelijk recente data voor- handen waren. De bovenstaande gegevens zijn voor een groot deel gebaseerd op de databank van Eurostat (2013), het CBS, de CIS-enquête en regionale gegevens vanuit de provinciale databank Overijssel/BIRO/LISA.

Hoe staat Twente ervoor?

Vergeleken met referentieregio’s liggen de R&D-uitgaven in Twente met 1,7% in 2010 ruim boven het gemiddelde (maar tegelijkertijd ook duidelijk onder de EU-ambities van 3% van het BNP). Wat het aandeel hogeropgeleiden in de beroepsbevolking betreft scoort Twente beter dan drie van de vijf andere regio’s, maar halen de twee Spaanse regio’s in 2010 een beter resultaat.

De innovatie-inspanningen van bedrijven in de regio’s worden afgelezen aan het percentage R&D-uitgaven (gerelateerd aan het BRP) dat afkomstig is van bedrijven. Voor Twente was dit in 2010 1%, hetgeen een gedeelde tweede plaats oplevert. Ook is gekeken naar het aantal (hightech-) patenten, ingediend bij het de Europese Patent Organisatie (EPO), per miljoen inwoners. Patenten worden immers gezien als een belangrijke factor in de R&D-activiteiten in een regio; een hoog aantal patentaanvragen getuigt van een kennisintensieve economie en de daarbij behorende competenties. Vergeleken met de referentieregio’s doet Twente het buitengewoon goed op dat vlak, met 147 patentaanvragen en dertien zogenoemde hightech- patentaanvragen in 2009. Aan de outputkant vertoont Twente een opmerkelijk resultaat bij het aandeel van R&D-personeel in het totale personeelsbestand, met bijna 3% R&D-werk- nemers in 2009.

In de laatste figuur wordt de innovatieprestatie van de verschillende regio’s op de vijf dimen- sies onderling vergeleken (de gegevens zijn daarvoor gestandaardiseerd). Over het algemeen doet Twente zeker niet onder voor de referentieregio’s. Op sommige terreinen is het zelfs een voorloper in innovatie.

50

Ill

Talent in Twente

Waarom is dit belangrijk?

Regio’s zijn gebaat bij het aantrekken en behouden van talent. De demografische verande- ring in veel Nederlandse regio´s leidt tot een daling van het aandeel jonge mensen in de bevolkingsopbouw; het wegtrekken van jonge hogeropgeleiden kan dit proces versterken. Het risico bestaat dat vooral de meest getalenteerde mensen de regio verlaten. Afhankelijk van de conjunctuur is de verwachting dat vroeg of laat de vraag naar arbeid het aanbod zal overtref- fen. Maar al ruim vóór die tijd zal de spanning op de arbeidsmarkt flink toenemen, met name voor hogeropgeleiden. Daarnaast zijn regio´s, door de mondialisering en nieuwe opkomende wereldmarkten, gedwongen zich te ontwikkelen tot innovatieve kennisregio´s teneinde te kun- nen blijven concurreren. Daarvoor is onder meer een relatieve toename nodig van het aantal mensen dat goed kan functioneren in een dynamische, kennisintensieve omgeving. De ontwik- keling van de innovatieve maakindustrie, met name op het vlak van High Tech Systemen en Materialen, maakt deze uitdaging voor de regio Twente extra groot.

Er bestaan drie manieren om ervoor te zorgen dat Twente de komende jaren voldoende mensen heeft om de ambities op het vlak van innovatie waar te kunnen maken: opleiden, werven en vasthouden. Het sleutelwoord bij alle drie is: samenwerken. Samenwerken tussen de zogenoemde drie O’s: ondernemingen, onderwijs-/onderzoeksinstellingen en overheden. Maar ook samenwerking tussen de Twentse bedrijven onderling, tussen onderwijsinstellingen onderling, tussen overheden onderling, tussen Twente en andere regio’s. Technisch talent verbinden met Twente, is de opgave die centraal staat in de Human Capital Agenda Twente. Hoe monitoren we talent?

De economische ontwikkeling van een regio is gebaat bij de aanwezigheid van voldoende productiefactoren van goede kwaliteit. Traditioneel werd daarbij vooral gekeken naar de pro- ductiefactoren kapitaal en arbeid. De groei van de fysieke voorraad kapitaalgoederen (machi- nes) en de hoeveelheid gekwalificeerde arbeid werden bepalend geacht voor de economische ontwikkelingsmogelijkheden van een regio. De ontwikkeling van deze productiefactoren werd mede bepaald door de technologische ontwikkeling, maar de stand van de technologie werd daarbij veelal opgevat als een externe factor.

Met de introductie van de zogenoemde endogene of nieuwe groeitheorie is hierin veran- dering gekomen. Deze theorie legt de nadruk op de totstandkoming van technologische ontwikkelingen vanuit het systeem zelf. Bedrijven die winst willen maken, hebben een prikkel om te innoveren. Product- of procesinnovatie is vaak het resultaat van R&D, waarin bedrijven moeten investeren. Behalve voor meer winst kan R&D ook zorgen voor een stijging van het algemene kennisniveau en het kennisniveau van de productiefactor arbeid. Niet alleen de hoeveelheden arbeid en kapitaal doen er dus toe, maar ook het kennisniveau van de factor

arbeid. Hiermee komen we al dicht bij de term human capital (menselijk kapitaal). Volgens de OESO (de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) staat human capital voor: het productieve vermogen vastgelegd in arbeid, vaardigheden en kennis. In navolging van de denktank Lisbon Council kunnen we de volgende typen menselijk kapitaal onderscheiden:

• Human Capital Endowment: de beschikbare hoeveelheid menselijk kapitaal in een regio; • Human Capital Utilisation: de hoeveelheid menselijk kapitaal die wordt ingezet in een

regio;

• Human Capital Productivity: de effectiviteit waarmee menselijk kapitaal wordt ingezet. Deze drie typen vormen samen de menselijk kapitaalmatrix. In combinatie met financial capital leidt human capital tot een bepaalde output:

human capital endowment x human capital utilization x human capital productivity + financial capital = gross domestic product.

Dit kan grafisch als volgt worden weergegeven:

Bron: Peer Ederer, Philipp Schuller and Stephan Willms, Human Capital Leading Indicators: How Europe’s Regions and Cities Can Drive Growth and Foster Social Inclusion, The Lisbon Council, 2012.

Human Capital Utilisation

Human Capital Productivity

+ Financial Capital = Gross Domestic Product

2

3

Human Capital Endowment

51

In document Twente index 2013 (pagina 47-49)