• No results found

Waar moet de organisatievorm aan voldoen vanuit ontwikkelingen die invloed hebben op verpleegkundigenopleidingen?

Om de voorkeuren in de toekomst te kunnen inschatten (Relevance Cycle) wordt er gekeken naar de relevante en lopende ontwikkelingen in Nederland die van invloed zijn op de keuze voor een

organisatiestructuur. Het gaat daarbij om

het veranderende zorglandschap (www.nfu.nl/umc/veranderend-zorglandschap)

• de bekostiging van zorg en onderwijs zoals beschreven in het rapport Interdepartementaal

beleidsonderzoek (IBO) Universitair Medische Centra van het Ministerie van Financiën (2012)

• de innovatie van zorgberoepen en opleidingen zoals door TNO beschreven in het rapport

Naar nieuwe zorg en zorgberoepen 2015

• het in opdracht van VWS in het in 2015 verschenen rapport Toekomstbestendige beroepen in

de verpleging en verzorging. Het veranderende zorglandschap

De Nederlandse gezondheidszorg staat onder grote druk (www.nfu.nl/umc/veranderend-

zorglandschap). De vergrijzing, de toename van het aantal chronische zieken en van de comorbiditeit leiden tot een veranderende zorgvraag. De mondige en kritische zorgconsument stelt hogere eisen aan het aanbod.

De toenemende kwaliteitseisen, de verwachte gevolgen van selectieve inkoop en de

voortschrijdende medische technologie vragen aandacht. De dreigende tekorten op de arbeidsmarkt en de worsteling met enerzijds de bezuinigingen en anderzijds de stijgende kosten hebben eveneens een grote invloed.

37

vroeger dodelijk waren, maar blijven wel langer chronisch ziek. Een van de uitdagingen voor de komende jaren is daarom deze patiënten een goede kwaliteit van leven te bieden, zodat zij zo goed mogelijk kunnen participeren in de maatschappij. Ook zal de patiënt zelf een actievere rol gaan spelen in de zorg.

De UMC’s zijn ervan overtuigd dat innovatie en wetenschappelijk onderzoek kunnen helpen de kostentoename te beperken en de opbrengsten te verhogen. Er moet dan wel een omslag komen in het denken over wat er met innovatie bereikt moet en kan worden.

Bekostiging van de zorg

Nederland is wat de gezondheidszorg betreft volop in beweging. Het kabinet wil de kosten in de gezondheidszorg beheersbaar maken, omdat die jaarlijks zo snel stegen dat de zorg onbetaalbaar dreigde te worden. Ziektekostenverzekeraars hebben de taak om daar aan bij te dragen door goede prijsafspraken met ziekenhuizen te maken.

Ziekenhuizen doen hun best om steeds duidelijker te maken waar hun expertise ligt. Vanuit historisch perspectief, vanuit opgebouwde expertise en vanuit ervaring claimen de UMC’s natuurlijk de hoogcomplexe zorg. Een van de complicaties daarbij is dat niet goed is afgebakend wat

hoogcomplex nu precies is. Bovendien verlenen sommige perifere ziekenhuizen ook complexe zorg. Daarbij komt dat de UMC’s ook opleidingsziekenhuizen zijn. Om geneeskunde- en verpleegkunde- studenten goed op te leiden zullen de ziekenhuizen hun studenten de gelegenheid moeten bieden om te starten met het behandelen en verzorgen van laagcomplexe patiënten. In de toekomst zal de vorm van opleiden dus anders moeten worden. Ook voor veel onderzoek wordt gebruik gemaakt van laagcomplexe patiënten (IBO, 2012).

Innovatie Zorgberoepen & Opleidingen

De zorgvraag in 2030, door TNO in 2015 beschreven in het rapport Naar nieuwe zorg en

zorgberoepen, leidt tot de inrichting van vier zorggebieden:

• gemeenschappelijke zorg • laagcomplexe zorg • complexe zorg • hoogcomplexe zorg.

Patiënten bewegen zich door meerdere zorggebieden en komen dus in wisselende settings terecht. In 2030 komen er bijna geen enkelvoudige gezondheidsproblemen meer voor. Het merendeel van de mensen heeft dan meerdere problemen tegelijk. Context-complexiteit en patiënt-complexiteit

38

bepalen in de verschillende zorggebieden wat er nodig is om het functioneren te herstellen of te bevorderen.

De commissie Innovatie Zorgberoepen & Opleidingen introduceert zorgarrangementen die worden uitgevoerd door multidisciplinair samengestelde en samenwerkende teams. Aan de

zorgprofessional worden dan andere eisen gesteld. De zorgvraag moet vastgesteld worden vanuit het perspectief van het functioneren van de patiënt. De nieuwe zorgprofessional functioneert in

verschillende zorggebieden en in wisselende settings en werkt voor een groot deel generalistisch. Zorgprofessionals richten zich, in dialoog met de patiënt, op de zorgvraag (Commissie Innovatie Zorgberoepen & Opleidingen).

In bovenstaande afbeelding, afkomstig uit het rapport Naar nieuwe zorg en zorgberoepen, zijn mensen die geen probleem of aandoening hebben buiten beschouwing gelaten (7 miljoen). We zien de verdeling van de burgerprofielen (10 miljoen mensen) met problemen en/of aandoeningen over de zorggebieden. De inschatting van 7 miljoen burgers zonder en 10 miljoen met problemen en/of aandoeningen is gebaseerd op prognoses van TNO.

Toekomst bestendige beroepen in de verpleging en verzorging

Sinds het ontstaan van MBO- en HBO-opleidingen Verpleegkunde aan het begin van de jaren 80 leiden beide opleidingen op voor hetzelfde beroep van verpleegkundige en verdienen MBO- en HBO- verpleegkundigen hetzelfde salaris. De stuurgroep ‘Verpleging & Verzorging 2020’ heeft in 2012 een advies ‘Beroepsprofiel verpleegkundige’ uitgebracht aan de minister van VWS. Geadviseerd wordt om de MBO- en HBO-functies van elkaar te laten verschillen.

Vervolgens heeft de beroepsgroep zelf de toekomstige ontwikkelingen in de zorg in kaart gebracht en is nagegaan hoe de beroepenstructuur daarop aangepast kan worden: in 2015 is het rapport ‘Toekomstbestendige beroepen in de verpleging en verzorging’ verschenen, in opdracht van VWS: het is de bedoeling dat vanaf 2020 verschillend gekwalificeerde verpleegkundigen instromen op de arbeidsmarkt; het rapport beschrijft de verschillen in de toekomstige beroepsuitoefening van de HBO- en MBO-verpleegkundige.

39

De HBO-verpleegkundige wordt geacht als autonome professional verantwoord te handelen. De focus/nadruk ligt op:

• Het ondersteunen van het zelfmanagement van zorgvragers.

• Het stellen van een verpleegkundige diagnose en het indiceren, organiseren en verlenen van verpleegkundige zorg en psychosociale begeleiding vooral in complexe zorgsituaties.

• Het regisseren van het overstijgende zorgproces.

• Het indiceren, ontwikkelen, organiseren en uitvoeren van preventie.

• Het initiëren en ontwikkelen van kwaliteitszorg, innovatie, analyse, praktijkonderzoek en professionalisering.

• Het verrichten van voorbehouden handelingen. Bij de MBO-verpleegkundige ligt de nadruk op:

• Ondersteunen van het zelfmanagement.

• Stellen van een verpleegkundige diagnose in zorgsituaties met beperkte complexiteit. • Het opstellen, uitvoeren en evalueren van een zorg(leef)plan.

• Observeren van de zorgvrager, gericht op het tijdig signaleren van veranderingen in diens gezondheidstoestand en daar actie op ondernemen.

• Uitvoeren van zorg-gerelateerde preventie.

• Uitvoeren van taken gericht op kwaliteitszorg en innovatie. • Verrichten van voorbehouden handelingen.

Er zijn zaken die zowel de HBO- als de MBO-verpleegkundige doen – bijvoorbeeld het ondersteunen van zelfmanagement en het verrichten van voorbehouden handelingen – maar er zijn ook verschillen. Kenmerken van de HBO-functie zijn:

• hoogcomplex • regie

• het initiëren en ontwikkelen van kwaliteitszorg. Bij de MBO-functie vooral:

• beperkte complexiteit • uitvoering van taken en zorg

40

De zeventien bacheloropleidingen Verpleegkunde in Nederland bereiden zich gezamenlijk voor op de toekomst. Het doel daarvan is één gemeenschappelijk opleidingsprofiel, dat garandeert dat alle verpleegkundigen met een bachelor Nursing breed opgeleid en breed inzetbaar zijn voor de transities in de zorg en voor nieuwe taken die het gevolg zijn van

• e-health • vergrijzing

• een veranderende visie op het begrip gezondheid • de nieuwe relatie en communicatie met patiënt of cliënt • decentralisatie van de zorg.

www.loov2020.nl.

Tot nu toe kunnen zowel MBO- als HBO-verpleegkundigen instromen in de door het College Zorg Opleidingen (CZO) erkende verpleegkundige vervolgopleidingen. Verschillende verpleegkundige vervolgopleidingen zijn bezig om aansluiting te zoeken bij de HBOV’s waar studenten dan na hun HBO-bacheloropleiding een HBO-masteropleiding kunnen volgen voor bijvoorbeeld acuut intensieve zorg (voorheen de IC-opleiding). Of dit in gaat houden dat alleen HBO-verpleegkundigen zich in de toekomst kunnen specialiseren is nog niet duidelijk.

Interprofessioneel leren

In de gezondheidszorg is samenwerken essentieel en er wordt gewerkt in multidisciplinaire teams. De verschillende disciplines weten vaak onvoldoende van elkaars professionele drijfveren en zijn soms eerder competitief dan complementair. Dit is de reden dat het begrip interprofessioneel samenwerken steeds meer wordt gebruikt. Het gaat om wederzijdse professionele relaties en gemeenschappelijke zorgactiviteiten van professies waarbij de patiënt centraal staat (Wijnen en Moser, 2014).

Zowel geneeskunde opleidingen als verpleegkunde opleidingen werken met CanMEDS-rollen (zie afbeelding hieronder). CanMEDS wordt gebruikt om de verschillende rollen van zorgprofessionals te beschrijven. Het CanMEDS Model is afkomstig van de Canadese methodiek om opleiding en bij- en nascholing voor zorgverleners te kwalificeren in termen van competenties. CanMEDS is een

samentrekking van de woorden Canadian Medical Education Directives for Specialists. Met

competentie wordt gedoeld op een gedragsrepertoire waaruit blijkt dat een zorgverlener is toegerust met voldoende kennis en vaardigheden op dat gebied om goed te functioneren in de praktijk. Er komen veel thema’s en competenties in CanMEDS voor waar gezamenlijk door studenten uit verschillende disciplines aan gewerkt kan worden tijdens de opleiding, bijvoorbeeld communiceren en samenwerken (CanMEDS, 1996).

41

Dit sluit aan bij de veranderingen in de zorg, zoals gepresenteerd in het advies ‘Naar nieuwe zorg en zorgberoepen: de contouren’ (Kaljouw en van Vliet, 2015). De voorgestelde veranderingen hebben niet alleen betrekking op de zorgpraktijk maar ook op het zorgonderwijs. Een van die veranderingen richt zich op het leren samenwerken tussen studenten van diverse (zorg)opleidingen. Het systematisch integreren van dit onderwerp in de curricula is nog niet gewoon.

CanMEDS rollen

Voila

Voila (Verpleegkundige Onderzoeks Infrastructuur Impuls Amsterdam) is een samenwerkingsverband tussen AMC, VUmc, Hogeschool van Amsterdam en Hogeschool Inholland met als doel de

professionele groei en carrièrekansen binnen de academische kerntaken voor de verpleegkundige beroepsgroep te vergroten. Infrastructuur, capaciteit en capabiliteit zijn daarbij belangrijke factoren. Onderstaand model uit het Voila-rapport laat zien welke functies er verdeeld over de drie kerntaken zijn. Voor een aantal van deze functies/taken zijn al opleidingen maar voor een aantal ook nog niet. (Rapport Verpleegkundige Onderzoeks Infrastructuur Impuls Amsterdam, 2015)

42