• No results found

5.7.1 Waterbeheer en watertoets

Het is sinds 2003 verplicht om bij ruimtelijke plannen en besluiten een beschrijving op te nemen van de wijze waarop rekening is gehouden met de gevolgen van het plan voor de waterhuishouding. De watertoets is een proces waarbij de initiatiefnemer van een ruimtelijk plan en de waterbeheerder in een zo vroeg mogelijk stadium afspraken maken over de toepassing en uitvoering van het waterhuishoudkundige en ruimtelijke beleid. Het

waterschap is het eerste aanspreekpunt in het watertoets proces, waarbij het waterschap rekening houdt met het provinciale grondwaterbeleid.

In het Besluit ruimtelijke ordening is de 'watertoets' wettelijk verankerd. Deze heeft tot doel om ruimtelijke ontwikkelingen te toetsen aan het vigerende waterbeleid en de wateraspecten volwaardig mee te laten wegen bij de besluitvorming omtrent een goede ruimtelijke ordening. Dit proces komt in samenwerking tussen de gemeente en waterbeheerder tot stand.

In de gemeente Nieuwkoop zijn het Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden, Hoogheemraadschap van Rijnland en het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht verantwoordelijk voor het waterbeheer.

Zoals reeds in paragraaf 3.4.3 van deze plantoelichting is aangegeven wordt binnen het plangebied het waterbeheer gevoerd door het

Hoogheemraadschap van Rijnland.

5.7.2 Beleidskader

Op verschillende bestuursniveaus zijn de afgelopen jaren beleidsnota's

verschenen aangaande de waterhuishouding, allen met als doel een duurzaam waterbeheer (kwalitatief en kwantitatief). Deze paragraaf geeft een overzicht van de relevante nota's.

Europa:

• Kaderrichtlijn Water (KRW).

Nationaal:

• Nationaal Waterplan (NW);

• Waterbeleid voor de 21ste eeuw (WB21);

• Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW);

• Deltaprogramma;

• Waterwet.

Provinciaal

• Ruimtelijke Verordening.

Regionaal / lokaal

• Waterbeheersplan 5: waardevol water (Hoogheemraadschap Rijnland) De ingrepen vanuit de waterbeheerplannen zijn doorgaans kleinschalig van aard. Het gaat onder meer om de vervanging van bestaande duikers, het instellen van een flexibel peil met een beperkte fluctuatie (enkele

centimeters), het vervangen van stuwen en het verbeteren van de

waterkwaliteit door bijvoorbeeld het verbeteren van de doorstroming of het realiseren van natuurvriendelijke oevers. De waterschappen werken bij het uitvoeren van de maatregelen in de watergebiedsplannen nauw samen met de gemeente Nieuwkoop en de grondeigenaren.

Naast de watergebiedsplannen hebben de waterbeheerders elk ook een waterbeheerplan opgesteld. Deze loopt van 2010 tot 2015. Alle

waterschappen zijn inmiddels gestart met het opstellen van het Waterbeheerplan 5, voor de periode na 2015.

De waterbeheerplannen gaan over het waterbeheer in het hele beheersgebied van de waterschappen en omvatten alle watertaken van het waterschap:

waterkwantiteit, waterkwaliteit, waterkering en waterketen.

Om deze watertaken in de praktijk ook goed ten uitvoer te (laten) brengen, hebben de waterschappen een eigen verordening, de Keur, opgesteld waarin regels zijn gesteld aan werken die het watersysteem (kunnen) beïnvloeden.

Voor het uitvoeren van bepaalde werkzaamheden is dan eerst toestemming van de verantwoordelijke waterbeheerder nodig.

5.7.3 Relatie met het plangebied Oppervlaktewater en waterkeringen

In het plangebied bevindt zich geen oppervlaktewater. Wel is de bestemming

‘Waterstaat-Waterkering’ toegekend aan de waterkerende dijk in het

plangebied, namelijk de regionale waterkerende dijk langs het Aardkanaal. In de zogenaamde ‘Legger’ van het Hoogheemraadschap Rijnland wordt voor de waterkerende dijk de volgende zonering aangehouden:

• De kernzone;

• De (binnen)beschermingszones: zones aan weerzijden grenzend aan de kernzone;

• Buitenbeschermingszone: zones grenzend aan de (binnen)beschermingzone.

Per zone wordt aangegeven aan welke minimumeisen de waterkering moet voldoen. Binnen de kernzone geldt daarbij het strengste beschermingsniveau.

De kernzone en de binnenbeschermingszone zijn opgenomen in en de dubbelbestemming ‘Water-Waterkering’. In de Keur van beide

Hoogheemraadschappen zijn daarbij nog aanvullende regels opgenomen met betrekking tot de buitenbeschermingszone.

Figuur 37: Ligging secundaire waterkering ter hoogte van het IKC-terrein in de kern Ter Aar, met de bijbehorende zones van het

Hoogheemraadschap Rijnland (bron: Legger Regionale Kering en legger AGV)

In figuur 37 is ter hoogte van het terrein met het IKC en de sporthal, alsook voor het kruispunt Aardamseweg / Westkanaalweg (kern Ter Aar), een uitsnede van de Legger opgenomen, waarbij de verschillende zones zijn weergegeven.

Overigens zal voor het bouwen op waterkeringen en het uitvoeren van werken of werkzaamheden op waterkeringen ook vaak een watervergunning op grond van de Keur van de waterbeheerder (Hoogheemraadschap van Rijnland) nodig zijn. De initiatiefnemer van de activiteiten zal dit zelf moeten nagaan bij de betreffende waterbeheerder en indien nodig zelf een watervergunning moeten aanvragen.

Grondwaterbescherming

Het plangebied maakt geen deel uit van een waterwingebied en / of grondwaterbeschermingsgebied.

Riolering en afkoppelen

Overeenkomstig het rijksbeleid geeft het Hoogheemraadschappen van Rijnland de voorkeur aan het scheiden van hemelwater en afvalwater, mits het doelmatig is. De uiteindelijke afweging zal lokaal moeten worden gemaakt, waarbij doelmatigheid van de oplossing centraal moet staan.

Voor de verwerking van hemelwater geldt de zorgplicht en het nemen van preventieve maatregelen. Het verdient aanbeveling daar waar mogelijk aandacht te besteden aan maatregelen bij de bron. Preventie heeft de voorkeur boven 'end-of-pipe' maatregelen. Uitgangspunt is dat het te lozen hemelwater geen significante verslechtering van de kwaliteit van het

ontvangende oppervlaktewater mag veroorzaken en emissie van vervuilende stoffen op het oppervlaktewater waar mogelijk wordt voorkomen.

Daar waar ondanks de zorgplicht en de preventieve maatregelen het te lozen hemelwater naar verwachting een aanmerkelijk negatief effect heeft op de oppervlaktewaterkwaliteit, kan in overleg tussen gemeente en waterschap gekozen worden voor aanvullende voorzieningen, een verbeterd gescheiden stelsel of - als laatste keus - aansluiten op het gemengde stelsel.

Ook kan de gemeente in overleg met het waterschap kiezen voor een generieke 'end-of-pipe' aanpak.

Watercompensatie

Hoewel de plannen binnen de verschillende deelgebieden en ontwikkellocaties nog niet volledig zijn uitgewerkt is wel duidelijk dat het aantal vierkante meter aan verharding binnen het plangebied ten opzichte van de huidige situatie afneemt. Dit betekent dat er conform het beleid van het

Hoogheemraadschap Rijnland geen watercompensatie hoeft plaats te vinden.

Overig

Er zijn, voor zover bekend, geen knelpunten in het watersysteem aanwezig die in het kader van het voorliggende bestemmingsplan nadere afweging behoeven.

Watertoets

Het concept-bestemmingsplan is in het kader van het vooroverleg ex artikel 3.1.1 van het Bro ter beoordeling voorgelegd worden aan

Hoogheemraadschap Rijnland. Naar aanleiding van hun reactie is de deze

‘waterparagraaf’ op een enkel onderdeel aangepast. In dit kader wordt ook verwezen naar paragaaf 8.3 van deze plantoelichting.