• No results found

Vrouwen in de Nederlandse genrekunst

In document HET IS NIET WAT HET LIJKT (pagina 36-42)

Zoals gezegd wordt eerst de positie van de vrouw in de Republiek besproken. Hoe leefde de gemiddelde vrouw? En hoe past de jonge vrouw van De Luitspeelster in dit plaatje? Een belangrijk boek is “Paragons of Virtue; Women and Domesticity in Seventeenth-Century Dutch Art”, geschreven door Wayne Franits. Deze kunsthistoricus heeft onderzocht hoe vrouwen in de zeventiende eeuw afgebeeld worden op schilderijen. Genrestukken die vrouwen in een huiselijke omgeving afbeelden, waren een zeer populair thema bij de schilders uit de zeventiende eeuw.65 Toch blijken niet alle huishoudelijke interieurs op het eerste gezicht te zijn wat het lijkt, zoals vaker het geval is in de genrekunst van de Republiek. De genrestukken met vrouwen in de hoofdrol zijn in twee categorieën op te delen: vrouwen die huishoudelijke taken

64 De Jongh, 1967, p.8.

37

uitvoeren en de erotische variant. Met huishoudelijke taken wordt bijvoorbeeld naaien, spinnen of de kinderen opvoeden bedoeld. Voorbeelden van dergelijke huishoudelijke taken waaraan geen erotische kenmerken toegevoegd zijn, zijn bijvoorbeeld de werken van Caspar Netscher, Kantklossende vrouw in een interieur (afb.22), Gerard Duo’s Jonge Moeder (afb.23) of Gerard ter Borch zijn Luizende Moeder (afb.24). Eddy de Jongh noemt dergelijke schilderijen als vermaak voor de toeschouwer van de zeventiende eeuw, maar dat zij er ook wat van konden leren.66 De tweede categorie is het soort scene waar De Luitspeelster onder lijkt te vallen, namelijk de scene met een dubbele moraal.

Afbeelding 22: Caspar Netscher, Kantklossende vrouw in een

interieur 1662, o/d. 34 x 28 cm. Wallace Collection, Londen.

Afbeelding 23: Gerard Dou, De Jonge Moeder, 1658, olie op paneel. 73.5 x 55.5 cm. Het Mauritshuis, Den Haag.

66 Idem, p.10.

38

Afbeelding 24: Gerard ter Borch, Luizende

Moeder, circa 1650, olie op paneel. 33.5 x 29 cm. Mauritshuis, Den Haag.

De vrouw in een huiselijke situatie was een populair thema voor schilderijen uit de zeventiende eeuw.67 Het boek van Franits vertelt de rol van de vrouw in de zeventiende eeuw. Hij begint bij de jonge vrouw voor het huwelijk en hoe zij werd afgebeeld in de kunst. Deze vrouw werkt vaak aan haar kanten stukjes of wordt het hof gemaakt door een jonge man, onder toezicht van een derde figuur. Daarna komt hij bij werken waarin een vrouw getrouwd is, denk hierbij aan huwelijksportretten zoals het Huwelijksportret van Isaac Massa en Beatrix van der Laen geschilderd door Frans Hals (afb.25). Het hoofdstuk daarna bespreek de moeder, hier vind je bijvoorbeeld schilderijen van vrouwen en hoe zij met kinderen omgaan. Franits sluit zijn boek af met de weduwe en hoe zij in schilderijen werd geportretteerd. Dit zijn vaak wat eenzame portretten, zoals het schilderij December van Joachim von Sandrart (afb. 26).

67 Idem, p.1.

39

Afbeelding 25: Frans Hals, Huwelijksportret

van Isaac Massa en Beatrix van der Laen, 1622, o/d. 140 x 166.5 cm. Rijksmuseum, Amsterdam.

Afbeelding 26: Joachim von Sandrart, December, 1643, o/d. 146 x 122 cm. Schloss Schleissheim, Schleissheim.

De tweede categorie van vrouwen in een huishoudelijke setting kan bestaan uit overduidelijke bordeelscenes, maar ook scenes waarin vrouwen het hof gemaakt worden of waarin geflirt wordt op een manier die goedgekeurd werd door de samenleving. Voorbeelden van (onschuldig) flirten zijn bijvoorbeeld de buitenpartijen die eerder in dit hoofdstuk aan bod zijn gekomen. De buitenpartijen worden ook in het boek van Franits besproken, daarna gaat hij nog een stap verder en komt hij in de buurt van het thema dat in De Luitspeelster te zien is. Dit is namelijk de meer overduidelijk bordeel scene die niet door de samenleving goedgekeurd werd. Dit betekent niet dat de schilderijen zelf niet goedgekeurd werden, maar dat bordelen en prostitutie in de Republiek niet toegestaan waren. In het boek “Het Amsterdams Hoerdom: Prostitutie in De Zeventiende En Achttiende Eeuw”, geschreven door Lotte van de Poel, komt naar voren dat hoewel prostitutie in Amsterdam en de andere steden van de Republiek

40

verboden was, het wel heel vaak voorkwam. Zowel de mannen die naar de prostitués gingen, als de prostitué zelf, waren strafbaar voor de wet.68 Toch waren boeken en toneelstukken over het hoerdom erg populair in de zeventiende eeuw. Hierdoor werden er ook veel bordeelscenes geschilderd. Er zijn al vele voorbeelden van bordeelscenes genoemd in het eerste hoofdstuk, maar Jan Steen heeft zelf ook een aantal schilderijen gemaakt waarvan nu duidelijk is dat het om een bordeelscenes gaat. Voorbeelden hiervan zijn te zien op de afbeeldingen 27 en 28. Volgens Van de Pol is ‘seks het strijdtoneel tussen de seksen’ in de bordelen.69 Op het schilderij van De Luitspeelster zien we de man echter haast verliefd naar de vrouw kijken, de man heeft verloren van de charmes van de vrouw.

Afbeelding 27: Jan Steen, Trictrac spelers in het

bordeel, 1667, olieverf op paneel, 45.5 x 39 cm. Hermitage, Sint-Petersburg.

68 Van de Pol, 1996, p.128.

41

Afbeelding 28: Jan Steen, Gezelschap met luitspelende

jonge vrouw in een interieur, 1667, o/d. 63 x 53 cm. The Corcoran Gallery of Art, Washington.

Het laatste aspect dat van belang is voor de vrouw in de genrekunst is de combinatie van vrouw en natuur. Achter de man in De Luitspeelster is een opening naar buiten, een doorkijkje naar de natuur. Het vrouwelijk schoon werd vaak vergeleken met de schoonheid van de natuur.70

Dit is bijvoorbeeld ook te zien in schilderijen waarin vrouwen letterlijk in de natuur zitten, zoals op het schilderij van Anthony van Dijk, Portret van Marchesa Elena Grimaldi (afb.29). De verwijzing naar de schoonheid van vrouwen en de natuur kan echter ook subtieler geschilderd worden, zoals Johannes Vermeer deed in De Gitaarspeelster (afb.30). Vermeer liet de natuur op een schilderij op de muur achter de vrouw zien. Op deze manier liet Vermeer vaker de connectie tussen de schoonheid van de natuur en de vrouw zien. Jan Steen laat op een andere, maar ook subtiele, manier deze connectie zien in De Luitspeelster, namelijk via het doorkijkje naar de echte natuur. Het lijkt erop dat Steen de man opzettelijk voor het doorkijkje geplaatst om duidelijk te maken dat de man onder de indruk is van de schoonheid van de vrouw. Dat hij onder de indruk is van haar wordt nog eens extra benadrukt door de houding van de man.

70 Goodman, 1992, pp.57-63.

42

Afbeelding 29: Anthony van Dyck, Portret van Afbeelding 30: Johannes Vermeer,

Marchesa Elena Grimaldi, ca.1623, o/d. De Gitaarspeelster, 1669-72, o/d.

242.9 x 138.5 cm. National Gallery of Art, 53 x 46.3 cm. Kenwood House, Londen. Washington D.C.

In document HET IS NIET WAT HET LIJKT (pagina 36-42)