• No results found

Vragenlijst schilders

6.2 Model voor het bewaken van klanttevredenheid

6.3.1 Vragenlijst schilders

Informatie over het bedrijf

Wanneer het gaat om informatie over schildersbedrijven zijn een aantal zaken van belang om te weten. Als eerste het gemiddeld aantal personen in dienst, maar vooral het aantal schilders die gemiddeld in dienst zijn. Tijdens de analyse van de ingevulde enquêtes kan zo op bedrijfsgrootte worden gekeken naar de resultaten om te zien of er verschil is in wensen en behoeftes en in de waardering van XXXXX tussen bijvoorbeeld een relatief klein schildersbedrijf met vijf schilders in dienst en een relatief groot bedrijf met 30 schilders in dienst.

Daarnaast is het belangrijk om te weten wie de enquête heeft ingevuld. Het is de doelstelling deze in te laten vullen door het hoofd inkoop, omdat deze vaak de hoofdbeslisser/beïnvloeder is als het gaat om de keuze van het verfmerk. Wanneer iemand anders de vragenlijst invult is dit belangrijk om te weten, omdat deze misschien weer andere eisen aan de producten stelt dan een hoofd inkoop.

De omzetverdeling van de schilder wordt meegenomen, omdat zo te zien is hoe de markt is verdeeld qua schilderwerk. Wanneer er meerdere metingen zijn geweest kunnen zo trends worden

onderscheiden. Als het percentage voorschrijfwerk daalt betekent dit meer invloed voor de schilder als het gaat om de keuze van het verfmerk, wat kan betekenen dat XXXXX haar inspanningen meer zou moeten verleggen van woningbouwcorporaties naar schilders. Daarnaast zijn schildersbedrijven vaak nieuwbouwschilders of onderhoudsschilders. Wensen en behoeften tussen deze twee groepen kunnen verschillend zijn en daarop kan door deze vraag te stellen gefilterd worden.

Tot slot is de vraag opgenomen op welke vakbladen de schilder is geabonneerd. Dit om te kunnen zien welke vakbladen in aanmerking kunnen komen voor bijvoorbeeld het plaatsen van een advertentie.

Welke verfmerken kent / gebruikt men?

Als eerste is gekozen voor een open vraag over de verfmerken die de respondent kent. Dit is gedaan om te zien welke merken top of mind zijn. Daarnaast is het van belang om te weten welke merken de schilder gebruikt in de voorschriften en bij het vrije werk. In de voorschriften, omdat men zo kan zien of en in hoeveel procent van de gevallen XXXXX hierin wordt opgenomen en het vrije werk, omdat zo duidelijk wordt welke verfmerken en in welk percentage de schilder deze kiest als hij zelf het merk mag bepalen. Zo worden zijn merkvoorkeuren zichtbaar.

Verder wordt gevraagd of men XXXXX kent en waarvan. Wanneer men XXXXX niet kent is het vragen naar de klanttevredenheid en het imago eigenlijk overbodig.

Vervolgens wordt gevraagd of men XXXXX gebruikt voor het vrije werk (dus uit vrije wil kiest) en in welk percentage. Het antwoord op deze vraag kan worden gebruikt als filter voor de

klanttevredenheids- en imagoresultaten (onderscheid naar light- en heavy users). Wanneer men niet of voor minder dan 5% gebruik maakt van XXXXX in het vrije werk wordt gevraagd waarom dit zo is. Zo ontstaat een beeld van de zwakke punten in de ogen van de schilders. Er is voor gekozen om maximaal drie redenen aan te laten geven. Dit, omdat er meer dan één reden kan zijn en maximaal drie, omdat zo de belangrijksten worden gekozen. Wanneer men tussen de 5 en 25% of meer dan 25% van het vrije werk gebruik maakt van XXXXX producten, wordt ook naar de reden hiervan gevraagd. Zo komen de sterke punten van XXXXX naar voren. Ook hier mogen weer maximaal drie antwoorden worden gegeven.

Tot slot van dit onderdeel wordt gevraagd welke XXXXX verven vooral worden gebruikt. Slechts één antwoordmogelijkheid, omdat er maar één type verf als meeste kan worden gebruikt.

Service & ondersteuning

Als eerste wordt de vraag gesteld welke services de respondent belangrijk vindt en waarom. Dit zijn open vragen, omdat zo de top of mind services worden genoemd. Daarna wordt gevraagd om de top drie aan te geven van fabrikanten met de beste service en wat van deze fabrikanten het sterkste punt is op dit gebied. Dit wordt gedaan vanuit de grossier en vanuit de fabrikant zelf. De grossier wordt hier meegenomen, omdat deze het verlengstuk is van de fabrikant als het gaat om service naar de schilder toe.

Vervolgens wordt een lijst met mogelijke services gepresenteerd en de respondent gevraagd om aan te geven welke services voor zijn/haar schildersbedrijf gewenst zijn en welke niet gewenst. Ook wordt gevraagd aan te geven welke drie services het belangrijkst zijn en waarom. Met deze informatie kan XXXXX keuzes maken met betrekking tot het aanbieden van bepaalde services en het stellen van prioriteiten hierin.

91 Wanneer één of meerdere punten slecht beoordeeld worden kan XXXXX de desbetreffende grossier hierop aanspreken. Vervolgens komt de wijze waarop de respondent doorgaans contact heeft met XXXXX aan bod, dit kan via de grossier zijn en/of via XXXXX zelf. Er worden vragen gesteld over de bezoekfrequentie van de buitendienst van de grossier en van XXXXX zelf en of deze moet veranderen en waarom. Ook wordt er gevraagd naar de onderwerpen die men (meer) aan bod zou willen zien komen tijdens deze bezoeken. De antwoorden op deze vragen kunnen gebruikt worden om de contactmomenten en onderwerpen beter af te stemmen op de wensen van de schilder.

Tot slot van dit onderdeel wordt de vraag gesteld welke services wel belangrijk zijn, maar op dit moment nog niet goed worden aangeboden door de verfindustrie. Zo wordt duidelijk met welke services XXXXX zich kan onderscheiden van de concurrentie.

Hoe tevreden is men over haar verffabrikanten?

De respondent wordt gevraagd om op 23 aspecten de tevredenheid aan te geven over XXXXX en het meest gebruikte merk naast XXXXX aan de hand van een cijfer tussen de 1 en 10. Uit het kwalitatieve onderzoek zijn deze aspecten, die worden besproken in paragrafen 4.1 en 4.3.3, naar voren gekomen als zijnde van belang voor de schilder. Om de scores te kunnen vergelijken met de concurrentie is ervoor gekozen om de respondent naast XXXXX ook het merk te laten beoordelen die, afgezien van XXXXX, het meest wordt gebruikt door het desbetreffende schildersbedrijf. Ook hier wordt gevraagd de drie belangrijkste aspecten aan te geven en waarom deze het belangrijkst zijn. Met deze informatie kan besloten worden op welke aspecten de nadruk gelegd zou moeten worden en kan men zien welke aspecten (relatief) sterke dan wel zwakke punten zijn.

Stellingen met betrekking tot XXXXX / XXXXX

Aan de hand van een twaalftal stellingen wordt de respondent gevraagd aan te geven in welke mate hij/zij het met de stelling eens is. Dit is vooral belangrijk om te weten van schildersbedrijven die niet of nauwelijks werken met XXXXX producten. Een negatief imago kan hier de oorzaak van zijn. Tot slot wordt de respondent gevraagd XXXXX / XXXXX in één zin te omschrijven, dit om een weergave te krijgen van het beeld dat XXXXX oproept bij de respondent.

Extra op- en/of aanmerkingen ten aanzien van XXXXX / XXXXX.

Tot slot van de enquête wordt de mogelijkheid geboden aan de respondent om extra opmerkingen te plaatsen om zo zaken te kunnen uitdrukken die, in zijn ogen, niet of onvoldoende in de enquête aan bod zijn gekomen.