• No results found

Achtergrondkenmerken

1. Naam 2. Leeftijd

(In Formdesk: getal) 3. Sekse:

 Man  Vrouw

4. Wat is je hoogst voltooide opleiding?  Basisonderwijs

 mavo, vbo, vmbo  havo, vwo, mbo  HBO

 WO

5. Werkzaam bij….

6. Aantal jaren werkzaam bij huidige organisatie (Formdesk getal)

7. Aantal jaren werkzaam in jeugdzorg en/of jeugdbescherming (Formdesk getal)

8. Hoe vaak komt het voor dat je een beslissing neemt (of een advies geeft) over het al dan niet uithuisplaatsen van een jeugdige?

 Gemiddeld 1 keer of meer per week  Gemiddeld 1 tot 3 keer per maand  Gemiddeld 2 tot 5 keer per half jaar  Gemiddeld 1 tot 2 keer per jaar  Minder dan 1 keer per jaar

161

Vragenlijst bij casus

Deze vragenlijst gebruik je als expertpanel in het Onderzoek Beslissen over uithuisplaatsing om de casus uit het dossier te beoordelen.

Hieronder in het kort de werkwijze van het beoordelen van een casus:

1. Je vult eerst voor jezelf de vragenlijst over de casus in en neemt een besluit (In de vragenlijst is dat het gedeelte 'Individuele beslissing').

2. Dan vergelijk je je besluit met het twee panellid.

3. Als jullie het niet met elkaar eens zijn, leggen jullie je overwegingen naast elkaar (wat zijn jullie voor- en tegenargumenten) en proberen jullie alsnog tot overeenstemming te komen. Als jullie dan tot overeenstemming komen, vult één van jullie dit gezamenlijke besluit in in deze vragenlijst (In deze vragenlijst is dat het gedeelte 'Gezamenlijk beslissing').

4. Als jullie na overleg ook niet tot overeenstemming kunnen komen, dan schakelen jullie een derde panellid in. Dit derde panellid vormt een eigen oordeel over de casus en neemt een besluit. Het besluit van het derde panellid geeft de doorslag

(meerderheidsbesluit).

Je kunt de vragenlijst ook tussentijds opslaan, mocht dat nodig zijn. Zijn alle vragen ingevuld? Dan kun je de vragenlijst verzenden.

Heb je vragen over het onderzoek of de vragenlijst? Mail dan naar Cora Bartelink C.Bartelink@nji.nl of Anne Addink A.Addink@nji.nl van het Nederlands Jeugdinstituut.

Dossiernummer: Naam expertpanellid: Individueel besluit

1. Zijn de opvoedingscapaciteiten van de ouder(s) en de ontwikkelingsbehoeften van de jeugdige op dit moment in balans?

 Nee  Ja

2. Is de balans tussen opvoedingscapaciteiten en ontwikkelingsbehoeften afhankelijk van belangrijke gezins- en omgevingsfactoren?

 Nee  Ja

3. Zijn de opvoedingscapaciteiten en ontwikkelingsbehoeften met steun van het sociaal netwerk voldoende in balans te brengen?

162  Nee

 Ja

4. Zijn de opvoedingscapaciteiten en ontwikkelingsbehoeften met hulp binnen een half jaar of een jaar voldoende in balans te brengen?

 Nee  Ja

5. Is uithuisplaatsing nog te voorkomen met een gerichte interventie?  Nee

 Ja, namelijk….

6. Welk beslissing neem je (of welk advies geef je) over deze casus?  Geen verdere bemoeienis

 Indirecte aanpak via andere professionals die al contact met het kind of gezin hebben (bijvoorbeeld via een leerkracht of de jeugdgezondheidszorg)

 Gerichte hulpverlening aan het gezin met bijkomende voorzieningen (bijvoorbeeld maatschappelijk werk, gespecialiseerde jeugdhulp)

Het kind op vrijwillige basis uithuisplaatsen (d.w.z. met toestemming van de ouders)  Het kind uithuisplaatsen nadat de kinderrechter daartoe heeft opgedragen (met een

ondertoezichtstelling en machtiging uithuisplaatsing)

7. Beschrijf hier argumenten om te kiezen voor 1) 'geen verdere bemoeienis', 2) 'indirecte aanpak' of 3) 'gerichte hulpverling (ambulante hulp)'. Dit zijn jouw voor argumenten.

Ook wanneer je niet kiest voor 1) 'geen verdere bemoeienis', 2) 'indirecte aanpak' of 3) 'gerichte hulpverling (ambulante hulp)', vul je hier argumenten in voor die beslissing.

8. Beschrijf hier argumenten om niet de beslissing 1)'geen verdere bemoeienis', 2)'indirecte hulpverlening' of 3)'ambulante hulpverlening' te nemen. Dit zijn jouw tegenargumenten.

Ook wanneer je wel de beslissing neemt 1) 'geen verdere bemoeienis', 2 )'indirecte hulpverlening' of 3)'ambulante hulpverlening' vul je hier tegen argumenten in.

9. Beschrijf hier argumenten om te kiezen voor 4) 'vrijwillige uithuisplaatsing' of 5) 'gedwongen uithuisplaatsing'. Dit zijn jouw voor argumenten.

Ook wanneer je niet de beslissing neemt om het kind uit huis te plaatsen, vul je hier argumenten in.

10. Beschrijf hier argumenten om niet de beslissing 4)'vrijwillige uithuisplaatsing' of 5)'gedwongen uithuisplaatsing' te nemen. Dit zijn jouw tegenargumenten.

Ook wanneer je de beslissing neemt om het kind wel uit huis te plaatsen, vul je hier argumenten in.

163 11. Welke argumenten geven voor jou de doorslag voor het besluit dat je hebt genomen?

12. Hoe zeker ben je dat je de juiste beslissing genomen hebt? (helemaal niet zeker) 1 – 2 – 3 –4 – 5 - 6 - 7 (heel zeker)

13. Hoe moeilijk vind je het om een beslissing over deze casus te nemen in vergelijking met andere zaken waar je mee te maken hebt (gehad)?

(heel makkelijk) 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7 (heel moeilijk)

14. Hebben in je besluit overwegingen meegespeeld die niet in de Richtlijn Uithuisplaatsing naar voren komen?

 Nee  Ja

Zo ja, welke?

……… 15. Mis je in deze casus informatie die noodzakelijk is om een besluit te kunnen nemen?

 Nee

 Ja, namelijk

16. Zijn jij en het andere panellid het eens over het besluit?  Nee

 Ja

Indien ja, jullie zijn klaar met deze casus.

Indien nee, ga met elkaar in gesprek over wederzijdse argumenten voor en tegen uithuisplaatsing en/of andere hulp en vul de vragen 17 tot en met 23 in.

Gezamenlijk besluit

17. Zijn jullie het na discussie eens geworden over het besluit of de jeugdige wel of niet uithuisgeplaatst moet worden?

 Nee  Ja

18. (deze vraag invullen bij antwoord ‘nee’ bij vraag 17) Om welke reden(en) kunnen jullie het niet eens worden over deze casus?

164 19. Welk beslissing nemen jullie over deze casus?

Geen verdere bemoeienis

 Indirecte aanpak via andere professionals die al contact met het kind of gezin hebben (bijvoorbeeld via een leerkracht of de jeugdgezondheidszorg)

 Gerichte hulpverlening aan het gezin met bijkomende voorzieningen (bijvoorbeeld maatschappelijk werk, gespecialiseerde jeugdhulp)

Het kind op vrijwillige basis uithuisplaatsen (d.w.z. met toestemming van de ouders)  Het kind uithuisplaatsen nadat de kinderrechter daartoe heeft opgedragen (met een

ondertoezichtstelling en machtiging uithuisplaatsing)

20. Beschrijf hier argumenten om te kiezen voor 1) 'geen verdere bemoeienis', 2) 'indirecte aanpak' of 3) 'gerichte hulpverlening (ambulante hulp)'. Dit zijn jouw voor argumenten.

Ook wanneer je niet kiest voor 1) 'geen verdere bemoeienis', 2) 'indirecte aanpak' of 3) 'gerichte hulpverlening (ambulante hulp)', vul je hier argumenten in voor die beslissing.

21. Beschrijf hier argumenten om niet de beslissing 1)'geen verdere bemoeienis', 2)'indirecte hulpverlening' of 3)'ambulante hulpverlening' te nemen. Dit zijn jouw tegenargumenten.

Ook wanneer je wel de beslissing neemt 1) 'geen verdere bemoeienis', 2 )'indirecte hulpverlening' of 3)'ambulante hulpverlening' vul je hier tegen argumenten in.

22. Beschrijf hier argumenten om te kiezen voor 4) 'vrijwillige uithuisplaatsing' of 5) 'gedwongen uithuisplaatsing'. Dit zijn jouw voor argumenten.

Ook wanneer je niet de beslissing neemt om het kind uit huis te plaatsen, vul je hier argumenten in.

23. Beschrijf hier argumenten om niet de beslissing 4)'vrijwillige uithuisplaatsing' of 5)'gedwongen uithuisplaatsing' te nemen. Dit zijn jouw tegenargumenten.

Ook wanneer je de beslissing neemt om het kind wel uit huis te plaatsen, vul je hier argumenten in.

165