• No results found

Reacties van over professionals toepassing instrument

Uit de focusgroep komen aanwijzingen naar voren dat professionals uit de experimentele groep de Richtlijn Uithuisplaatsing en het bijbehorende instrument niet systematisch hebben ingezet tijdens deelname van deze studie. Professionals kennen de richtlijn op hoofdlijnen maar het instrument wordt er vaak niet bij gepakt wanneer er een afweging wordt gemaakt over uithuisplaatsing. In meerdere focusgroepen bestond onduidelijkheid over wie de training had gevolgd; dit konden sommige professionals zich niet meer herinneren.

7.5 Conclusie

Door middel van zelfrapportage is onderzocht in hoeverre respondenten uit de experimentele en controlegroep handelingen rapporteren conform het instrument 'Beslissen over Uithuisplaatsing' en de kernelementen uit de Richtlijnen Uithuisplaatsing. Respondenten in beide groepen

rapporteren in hoge mate dat zij overwegingen maken die overeenkomen met de

kernoverwegingen zoals vastgelegd in het Instrument 'Beslissen over uithuisplaatsing'. Ook rapporteren respondenten uit beide groepen in hoge mate dat zij samen met ouders beslissen (gedeelde besluitvorming). De controle- en experimentele groep verschilden hierin nauwelijks van elkaar. Alleen de mate van gedeelde besluitvorming met de jeugdige werd in de

experimentele groep vaker gerapporteerd dan de controlegroep. Deze resultaten zijn niet in lijn met de hypothese dat de experimentele groep, getraind in het gebruik van het 'Instrument Uithuisplaatsing' en kernoverwegingen uit de Richtlijn Uithuisplaatsing, meer handelingen

79 zouden rapporteren conform de kernelementen uit de richtlijn dan de controlegroep. Daarnaast valt op dat maar een klein deel van de experimentele groep de Richtlijn Uithuisplaatsing zelf noemt als hulmiddel bij de besluitvorming.

Verder blijkt dat de controle- en experimentele groep even vaak rapporteren dat zij een gedragswetenschapper betrekken bij de beslissing. Ook zijn beide groepen van mening dat ze in grote mate de voor hen gebruikelijke werkwijze hierbij hebben gevolgd.

De door respondenten zelf gerapporteerde toepassing van kernelementen van de Richtlijn Uithuisplaatsing komt niet overeen met de analyse van de geschreven onderbouwing van besluiten (Deelstudie 1b). Ook de verkenning van de teambesluitvorming laat een ander beeld zien (Deelstudie 3) In die laatste twee deelstudies vonden we dat er weinig expliciet werd beschreven of gesproken over de veiligheid, opvoeding en ontwikkeling van kinderen.

Kernoverwegingen uit het instrument 'Beslissen over uithuisplaatsing' kwamen niet of maar zeer beperkt naar voren.

80

8 Conclusie en discussie

8.1 Doel- en vraagstelling

Beslissingen over uithuisplaatsing zijn ingrijpend en complex. Gezien het ingrijpende karakter van deze besluiten hebben gezinnen recht op zorgvuldigheid (zie Actieplan Verbetering Feitenonderzoek in de Jeugdbeschermingsketen). Dit vraagt om goede inhoudelijke en procesmatige ondersteuning voor professionals.

Deels is deze ondersteuning voor professionals al georganiseerd. Professionals maken deel uit van een team waarin zij zaken kunnen voorleggen en gezamenlijk besluiten nemen. Ook maakt meestal een gedragswetenschapper deel uit van deze teams, die de verantwoordelijkheid heeft om psychologische en orthopedagogische expertise in de besluitvorming in te brengen.

Voor inhoudelijke ondersteuning is in 2015 de Richtlijn Uithuisplaatsing ontwikkeld om professionals in deze besluitvorming te ondersteunen. Tot 2015 waren er nauwelijks

hulpmiddelen die professionals konden gebruiken om de lastige overwegingen over

uithuisplaatsing te maken. Door het ontbreken van gedegen wetenschappelijk onderzoek is de richtlijn gebaseerd op praktijkkennis en cliëntervaring. Om het gebruik van de richtlijn te vergemakkelijken zijn eenvoudig toepasbare hulpmiddelen ontwikkeld, waaronder het instrument 'Beslissen over uithuisplaatsing'. Verder onderzoek naar de betrouwbaarheid en validiteit was nodig. Daarom is onderhavig onderzoek opgezet. Doel van dit onderzoek is na te gaan of professionals met het instrument 'Beslissen over uithuisplaatsing', dat onderdeel is van de Richtlijn Uithuisplaatsing, tot meer betrouwbare en valide beslissingen komen dan

professionals die op de reguliere wijze hierover beslissen.

Dit onderzoek geeft antwoord op de volgende onderzoeksvragen:

1. Is de betrouwbaarheid (dat wil zeggen interbeoordelaarsovereenstemming en test- hertestbetrouwbaarheid) van beslissingen over uithuisplaatsing hoger bij professionals die het instrument 'Beslissen over uithuisplaatsing' uit de Richtlijn Uithuisplaatsing gebruiken dan bij professionals die op reguliere wijze beslissen? (hoofdstuk 3)

2. Hoe ziet de onderbouwing van besluiten eruit van professionals die met en die zonder het beslisinstrument uit de Richtlijn Uithuisplaatsing werken? (hoofdstuk 4)

3. Verschillen de beslissingen over uithuisplaatsing van professionals (regulier en met instrument plus ondersteuning) van de beslissingen van een onafhankelijk panel? (hoofdstuk 5)

4. Beslissen professionals die op reguliere wijze beslissen even vaak tot uithuisplaatsing als professionals die het instrument gebruiken en extra ondersteuning krijgen?’ (hoofdstuk 5) 5. Hoe ziet de teambesluitvorming eruit qua inhoud en proces in teams die met en die

zonder het instrument uit de Richtlijn Uithuisplaatsing werken? (hoofdstuk 6) 6. In welke mate werken professionals met en zonder training in de Richtlijn

Uithuisplaatsing conform de aanbevelingen uit de richtlijn? (hoofdstuk 7) Het onderzoek bestond uit drie deelstudies:

1. Een vignetonderzoek. Deze deelstudie geeft antwoord op onderzoeksvraag 1 naar de betrouwbaarheid (dat wil zeggen interbeoordelaarsovereenstemming en test-

81 hertestbetrouwbaarheid, deelstudie 1a) en onderzoeksvraag 2 naar de onderbouwing van besluiten (deelstudie 1b).

2. Een praktijkonderzoek naar de besluitvorming in de dagelijkse casuïstiek. In deze studie zijn vraag 3 naar de validiteit, vraag 4 en vraag 6 onderzocht.

3. Een exploratieve studie naar teambesluitvorming waarin onderzoekvraag 5 is verkend. Tot slot hebben focusgroepen met uitvoerend professionals plaatsgevonden waarin de

opbrengsten van het onderzoek zijn teruggekoppeld en gezamenlijk is nagedacht over aanbevelingen voor verdere ontwikkeling van de praktijk. In een bijeenkomst met cliënten is besproken welke aanbevelingen voor het vervolg zij hebben op basis van de uitkomsten van het onderzoek.