• No results found

3. NAAR EEN PAROCHIËLE MARKETINGMETHODE

3.5 Voorwaarden voor succesvol innoveren

Uit onderzoek van Barna (1993) blijkt dat het verval van een kerk een zeer groot aantal oorzaken kan hebben en nooit slechts aan één factor kan worden toegeschreven. Diverse problemen bleken zich vrij algemeen voor te doen bij de onderzochte kerken, alhoewel hun intensiteit kon verschillen. Ook concludeerde Barna dat de meeste problemen door de juiste aandacht en reactie waarschijnlijk voorkomen hadden kunnen worden. De vol- gende symptomen verdienen in dat verband naar zijn mening voortdurend aandacht:

- Demografische veranderingen; de samenstelling van de lokale gemeenschap ver- andert.

- Ongeschikt leiderschap; sterk en visionair leiderschap zijn cruciaal en ineffectief leiderschap door de pastor blijkt vaak de oorzaak te zijn van het verval van de parochie. Veel mensen zijn volgers en willen geleid worden. Tussen alle factoren beschouwt Barna deze als een van de belangrijkste.

- Slecht management; verschil met leiderschap is, dat het bij management gaat om organisatie en het leiding geven aan de uitvoering. Leiderschap zorgt voor visie en zet lijnen uit en management zorgt voor de uitvoering ervan.

- Oud bloed; de afwezigheid in de kerk van jonge mensen.

- Bouwcampagnes; ze leiden gedurende diverse jaren de aandacht van de pastor af van spiritualiteit naar meer zakelijke beslommeringen.

- Intern gericht zijn; alleen gericht op de vaste kern zonder blik naar buiten. Paro- chies kunnen teveel in zichzelf gekeerd zijn en genieten soms weinig bekendheid in hun omgeving.

- Verzet tegen verandering; vaak ontbreekt het aan visie, leiderschap en bereidheid in te blijven spelen op de behoefte van de omgeving. Als het aan die drie dingen ontbreekt, is verandering uit den boze.

- Spirituele gezondheid; in een tijd van neergang is het vieren, leren en dienen een routinematig iets geworden. Het ontbreekt aan hartstocht.

Deze factoren vertonen een zekere mate van samenhang. Naast deze generieke problemen leverde het onderzoek van Barna ook diverse specifieke problemen op die slechts in inci- dentele situaties een rol speelden:

- Interne politieke kwesties die verdeeldheid zaaien. - Onvoldoende christelijke vorming en opleiding. - Verwaarloosde voorzieningen.

- Frequente wijzigingen in leidinggevende posities. - Pastor-gecentreerde bediening.

- Emotionele ontmoediging in de gemeenschap. - Onopgeloste theologische meningsverschillen.

- Ontbreken van mogelijkheden voor mensen om van diensten gebruik te maken. - Financiële neergang.

- Vertrek van belangrijke leken of van belangrijke stafmedewerkers. - Verlaging van de standaards wat betreft de bediening.

- Vermenging van denominaties.

- Verwijderd raken van onderwijs waarin de Bijbel centraal staat. - Ontbreken van een verwelkomingsprogramma.

Kerken die het gered hebben om de vrije val te keren, waren kerken die diepte van leider- schap lieten zien, spirituele toewijding en volwassenheid en de wil om betekenisvol dienstwerk te verrichten.

Het onderzoek van Barna levert een overzicht op van de factoren die bewerkstelligen dat een succesvolle omslag van afkalving naar groei mogelijk is. De aanwezigheid van de H. Geest is er één. De andere factoren die daarnaast cruciaal zijn voor het mogelijk maken van een omslag brengt hij onder in 5 categorieën.

- Relationele integriteit.

o Er moet sprake zijn van een vertrouwensband tussen pastor en gemeenschap. De pastor moet geen vreemde zijn voor de gemiddelde kerkganger. Veel wis- selingen zijn funest. De pastor moet relatiegericht zijn, naar buiten treden en beschikbaar zijn. De kerkleden moeten erop kunnen vertrouwen dat hij zijn leiderschapskwaliteiten in zal zetten voor hun bestwil.

o Een pastor moet niet alleen betrouwbaar zijn maar ook op radicale wijze van zijn parochianen houden. Aldus is hij een ware vertegenwoordiger van God. Naast alle professionaliteit die de pastor tentoonspreidt, is het voor zijn effec- tiviteit essentieel dat hij zijn liefde toont. Daardoor krijgen de mensen het ge- voel dat ze in Gods ogen ertoe doen en er om hen gegeven wordt.

- Strategische initiatieven.

o Benoem een nieuwe pastor die voorop gaat in de strijd. Dat is nodig voor het ontstaan van het juiste klimaat en het maken van plannen. Neem niet iemand die net nieuw is in het vak.

o Het verleden los kunnen laten. De verander-pastor moet toekomstgericht zijn en zich niet te druk maken om het verleden en gevoelens van mensen daar- omtrent. Dat betekent ook dat maatstaven voor succes onafhankelijk zijn van prestaties in het verleden.

o Bepaal het type resultaat waarnaar de kerk met voorrang gaat streven. Wat wil je bereiken? Selecteer bepaalde gebieden en richt je daar samen op. Zo wordt richting gegeven aan de inspanning van mensen en aan het budget. o Zorg voor een goede toerusting van alle betrokkenen. Niet alleen de profes-

sionals moeten de verandering dragen. Leid vrijwilligers op voor het verrich- ten van dienstwerken.

- Pastoraal karakter.

o Kies een pastor die een sterke leider is. Hij moet er niet voor terugschrikken zo nu en dan op gevoelige tenen te gaan staan.

o De pastor moet hard kunnen werken. - Spirituele praktijk.

o Gebedsleven moet op niveau zijn: er moet in brede kring en met hartstocht gebeden worden voor de toekomst van de kerk.

o De kwaliteit van de preek moet beter zijn dan in het verleden. - Beschikbare middelen.

o Zorg ervoor te beschikken over een objectieve blik van een buitenstaander op de kerk en haar dynamiek. Cursussen volgen en inwinnen van extern advies draagt daaraan bij.

o Er moet een toegewijde kerngroep zijn die de nieuwe pastor steunt.

Om succesvol te zijn moet een kerk op ieder van deze gebieden initiatieven ontplooien. Enkele onderwerpen vinden we ook terug onder hetgeen eerder over marketing is gezegd. Andere factoren zijn echter nieuw en relevant omdat ze kunnen worden gezien als voor- waarden waaraan voldaan moet worden om succesvol te kunnen innoveren. Voor bepaal- de factoren geldt wellicht dat die specifiek zijn voor de situatie in de Verenigde Staten. Zo valt er in Nederland niet veel te kiezen als het gaat om pastorale professionals en geldt voor de neergang van een parochie wellicht nadrukkelijker dat die primair het gevolg is van een structurele ontwikkeling en dat die pas in tweede instantie wordt beïnvloed door de betreffende pastor.

Barna geeft ook een overzicht van de eigenschappen die een innovatie-pastor moet heb- ben. Deels komen die overeen met competenties die effectieve pastores onder alle om- standigheden nodig hebben: leiderschap, een ‘teambuilder’ zijn, visie hebben, spirituele groei vertonen, stimulerend zijn, een strategische denker zijn, risico’s durven nemen. Voor het succesvol innoveren zijn daarnaast de volgende competenties essentieel: jonger zijn dan 45 (want de omslag stelt zware eisen op allerlei gebied), een workaholic zijn, op toegewijde manier op zoek zijn naar een intieme relatie met God, een sterke persoonlijk- heid hebben (zelfverzekerd, zelfvertrouwen) en visionaire potentie hebben (een pastor die visionair is komt niet op de uitdaging af). De allerbelangrijkste factor is echter dat het een sterke leider moet zijn die van buiten komt.

Ook de strategische kant van het veranderingsproces wordt onder de loep genomen. Het gaat erom een brug te bouwen tussen het verleden en toekomstige mogelijkheden. Dat is de strategie en daaraan worden alle te ondernemen initiatieven getoetst. De volgende perspectieven bleken in de praktijk van belang voor de vormgeving van vooruitgang en vernieuwing.

- Wel gevoel hebben voor het verleden maar gericht zijn op de toekomst. Het verle- den ontkennen heeft geen zin. Probeer wel ervan te leren.

- Aan mensen moet worden duidelijk gemaakt wat spirituele diepgang betekent. De pastor heeft daarbij een voorbeeldfunctie.

- Doe slechts enkele dingen, maar doe die goed. Probeer niet teveel tegelijk te doen. Het antwoord op neergang is niet: alles bieden aan iedereen.

- Keer eerst terug naar de basale dingen: waarin geloven we en waarom? - Laat mensen genieten van enig resultaat.

- Zorg voor een vliegende start door meteen enkele veranderingen door te voeren, waardoor draagvlak ontstaat voor en vertrouwen in toekomstige veranderingen. - De nadruk moet liggen op (de gevoelens, verwachtingen, wensen, spiritualiteit

van) mensen en niet op programma’s.

- Ondersteun de mensen bij het aanknopen van persoonlijke contacten met elkaar. - Geef nooit op. Het is een proces voor de lange termijn.

Wat de kerk doet in het kader van de vernieuwing is veel minder belangrijk dan waarom ze het doet. Wanneer ze het doet is onbelangrijker dan hoe. De pastores waren minder geïnteresseerd in het feit of de kerk haar dienstwerk verricht dan in de mensen, die dienst- werk verrichten door middel van hun levenswijze en waarden en normen.

Barna onderscheidt een groot aantal (soms als succesfactor geformuleerde) valkuilen op de weg naar herstel, onderverdeeld in drie categorieën:

- Attitude gerelateerde hindernissen. o Weerstand tegen verandering.

o Kleine kerk mentaliteit: groei wordt niet nodig geacht. o Groeiverlamming: bang zijn voor verandering.

o Ontbrekend gevoel voor identiteit. o Gebrek aan bereidheid te leren.

o Niet bereid zijn zich te onderwerpen aan leiderschap. - Middelen gerelateerde hindernissen.

o Een adequaat budget is onmisbaar.

o Minimaliseer de aandacht voor faciliteiten.

o Een strategisch plan is een must. Het moet niet te vaag zijn maar ook niet een te snel en automatisch succes in het vooruitzicht stellen.

- Relatie gerelateerde hindernissen.

o Externe relaties dienen te worden opgebouwd zodat het imago van de kerk hersteld kan worden.

o Zorg voor een betrokken kerngroep. o Denk aan de kracht van het gebed.

o Functioneer met de Schrift als centraal punt. o Kies voor een naar buiten gerichte oriëntatie.