• No results found

Conclusies dekenaten in het bisdom Rotterdam

5. ONDERSTEUNING DOOR BISDOMMEN EN DEKENATEN

5.3 Het dekenale niveau

5.3.2 Dekenaten in het bisdom Rotterdam

5.3.2.7 Conclusies dekenaten in het bisdom Rotterdam

Structuur en inhoud

Door de dekenaten is de laatste jaren veel aandacht besteed aan structuurverandering. Voor zover de diocesane nota ‘Samenwerking geboden’ al tot doel heeft om de vernieu- wing te faciliteren, krijgt dat in de praktijk van de ondersteuning door dekenaten wisse- lende aandacht. In enkele dekenaten lijkt die aandacht minimaal. Oorzaak daarvan kan zijn dat het dekenale niveau niet overtuigd is van de wenselijkheid om deze thematiek tij- dens de gesprekken over samenwerking aan de orde te stellen. Ook de overtuiging dat men als dekenaat verder niets te bieden heeft, kan meespelen. Er zijn echter ook dekena- ten die de oproep tot vernieuwing die uitgaat van genoemde nota niet alleen verstaan maar ook verwelkomen en naar parochies uitdragen. Dat laatste gebeurt op allerlei ma- nieren en leidt bijvoorbeeld tot op innovatie betrekking hebbende formuleringen in paro- chiële beleidsplannen. Ook dan ervaren dekenaten echter dat het uitdragen van deze boodschap naar parochies een wisselend succes kent. Parochies weten wat ze hebben en staan daardoor niet erg open voor vernieuwing. Van het vrijmaken van missionaire of innovatie power lijkt in de praktijk niet of nauwelijks sprake.

Dekenale visie op innovatie

In minstens de helft van de dekenaten lijkt geen sprake van een duidelijke visie of beleid op het gebied van innovatie. Soms kiest men bewust voor een passieve benadering: paro- chies moeten zelf het initiatief nemen en vragen om ondersteuning. In enkele gevallen

sluiten dekenaten in hun beleid direct aan bij het streven naar innovatie dat aan de nota ‘samenwerking geboden’ ten grondslag ligt. Een van de dekenaten gaat zo ver dat men zich de komende jaren volledig op innovatie gaat concentreren. Als dekenaten geen be- leid hebben geformuleerd op het gebied van innovatie wil dat niet zeggen dat binnen hun werkgebied niets nieuws gebeurt op initiatief van parochies zelf. Die initiatieven vinden hun oorsprong vaak in de persoonlijke belangstelling van mensen en worden niet primair gestimuleerd door een dekenaal beleid of persoonlijk besef dat innovatie een must is. Mening over marketing

De overgrote meerderheid van de dekenaten is van mening dat marketing, in de zin van het luisteren waaraan behoefte is, voor de kerk een belangrijke weg is om te bewandelen. Dit ondanks de weerstand die het gebruik van het woord marketing in een kerkelijke om- geving vaak oproept. Dekenaten geven echter ook aan dat ze zelf niet actief zijn op dit gebied, bijvoorbeeld door capaciteitsgebrek of omdat ze het moeilijk vinden. Ook deke- naten die minder actief zijn op het gebied van innovatie vinden het nadenken over het ontwikkelen van nieuwe diensten en het bereiken van nieuwe doelgroepen belangrijk. Ze zijn van mening dat ze er meer aandacht aan moeten besteden. Dekenaten passen het idee achter marketing niet toe op hun eigen klanten.

Aanbod gericht op de binnenkring

De diensten die dekenaten aanbieden zijn meestal gericht op de huidige diensten die pa- rochies aanbieden aan de zogenaamde binnenkring en dan vaak op werkgroepen die bij het aanbieden van die diensten in voorbereidende of uitvoerende zin betrokken zijn. Dat wil niet zeggen dat deze activiteiten niet belangrijk zijn. Ze dragen bij aan de kwaliteit van hetgeen nu wordt geboden. Dit vormt een belangrijke basis voor de toekomst: tevre- den mensen zijn immers een goede reclame. Dit wil niet zeggen dat de dekenaten van mening zijn dat het pastoraat zich tot die binnenkring moet beperken. Van activiteiten of cursussen die direct of indirect zijn gericht op het ontdekken van de vraag naar spirituali- teit of de behoefte aan zingeving van mensen binnen of buiten die kring is slechts in in- cidentele gevallen sprake. Wel hebben veel dekenaten directe bemoeienis met projecten die met diaconie, stadspastoraat of meer in het algemeen met de kerk in de samenleving te maken hebben. Zeker wanneer grote steden tot het dekenaat behoren, leidt dat tot een actieve rol van die dekenaten bij projecten op die terreinen. Daarbij is de aandacht na- drukkelijk ook op de buitenkring gericht.

Triggers voor vernieuwing

Met uitzondering van het stadspastoraat lijken dekenaten door parochies niet of nauwe- lijks te worden uitgedaagd om te komen tot een visie ten aanzien van innovatie of om hen op dat terrein te ondersteunen. Van diocesane beleidsnota’s gaan volgens sommige deke- naten wel impulsen uit, maar het is de vraag of de nota’s ook aanzetten tot innovatief pas- toraat in termen van nieuwe diensten of nieuwe producten. Dekenaten ervaren dat niet al- lemaal op gelijke wijze. Naarmate men zelf actiever is op het gebied van innovatie lijkt er ook meer waardering te zijn voor de initiatieven van het bisdom op dit terrein. Wat oor- zaak is en wat gevolg, is niet vast te stellen. De houding van het bisdom beoordeelt men als voorzichtig. Dat het bisdom experimenten een kans geeft, bijvoorbeeld door ze te fi- nancieren, wordt gewaardeerd.

Aandacht voor vrijwilligers

Alle dekenaten geven aan dat het werven en behouden van vrijwilligers belangrijk is. Over dit onderwerp heeft men regelmatig contact met parochies. Een van de aandachts- punten daarbij is de zorg voor de behoefte van vrijwilligers. Geloofsverdieping van de vrijwilliger is daarbij een van de onderwerpen. Een en ander staat echter wel ten dienste van het bijdragen aan de voorbereiding en uitvoering van de huidige diensten maar wordt niet in verband gebracht met vernieuwing. Interessante, nog te beantwoorden vragen zijn of vrijwilligers behoefte hebben aan innoverend vrijwilligerswerk en welke ondersteu- ning, vorming en toerusting daarbij nodig zou zijn.

Kritische succesfactoren

Door de dekenaten worden de volgende factoren genoemd:

De houding van de pastorale beroepskrachten. Pastorale professionals moeten zelf in innovatie geloven en het belang ervan uitstralen. Die centrale rol van de pasto- res vraagt zowel om ontwikkeling (en begeleiding) qua professionaliteit als om aandacht voor hun geloofsontwikkeling en spiritualiteit.

De prioriteit die pastorale professionals toekennen aan innovatie. Het is niet moei- lijk volledig op te gaan in vieringen.

Homogeniteit van het pastorale team.

De houding van parochiebesturen: ervaart men een probleem c.q. erkent men de uitdaging? Pastorale professionals hebben hier een belangrijke taak. Kortom: in- novatie moet door de parochie zelf worden gedragen om succesvol te zijn. Fusiesituaties lenen zich er niet voor om te innoveren. Wel om het onderwerp in

de week te leggen.

Personele en financiële problemen bij een parochie bieden een kans om (denken over) innovatie af te dwingen.

Het dekenaat moet het belang van innovatie inzien en daar gevolgen aan verbin- den.

Voldoende kader bij de parochies.

Het bisdom moet de dekenaten (en dus de parochies) zo mogelijk uitdagen maar toch minstens niet afwijzend staan tegenover initiatieven.