• No results found

Voorstel voor een verordening van de Raad over enkele bepalingen betreffende de invoering van de euro (COM(96)0499 - C4-0578/96 - 96/0249(CNS))

VERVOER WAARVOOR GEEN VERGUNNING WORDT GEËIST

I. Voorstel voor een verordening van de Raad over enkele bepalingen betreffende de invoering van de euro (COM(96)0499 - C4-0578/96 - 96/0249(CNS))

Dit voorstel wordt goedgekeurd met de volgende wijzigingen:

Door de Commissie voorgestelde Door het Parlement aangebrachte tekst wijzigingen

___________________________________ _______________________________

(Amendement 1) Overweging 4

4. overwegende dat het ter wille van het 4. overwegende dat het ter wille van het

s o e p e l functioneren van de so epel functioneren van de

gemeenschappelijke markt en de overgang op gemeenschappelijke markt en de overgang op één munteenheid noodzakelijk is één munteenheid noodzakelijk is marktdeelnemers in alle lid-staten marktdeelnemers in alle lid-staten ruimschoots vóór het ingaan van de derde fase ruimschoots vóór het ingaan van de derde fase rechtszekerheid te verschaffen over een aantal rechtszekerheid te verschaffen over een aantal bepalingen betreffende de invoering van de bepalingen betreffende de invoering van de

euro; euro; maar ook om de gebruikers in de

lid-staten van de Europese Unie hiervan zo goed mogelijk bewust te maken;

(Amendement 2) Overweging 7

7. overwegende dat er een algemeen 7. overwegende dat de bepalingen van deze rechtsbeginsel bestaat, op grond waarvan de verordening fundamentele bepalingen van het invoering van een nieuwe munteenheid de monetaire recht van de Gemeenschap en van continuïteit van rechtsinstrumenten niet haar lid-staten vormen; dat ingevolge het aantast; dat het beginsel van de erkende rechtsgevolg van het monetaire recht contractvrijheid in acht moet worden deze bepalingen, die er met name op gericht genomen; dat het om de rechtszekerheid en zijn om een nieuwe monetaire eenheid te duidelijkheid te vergroten het dienstig is creëren, van kracht zijn voor zowel de expliciet te bevestigen dat het beginsel van de rechtscolleges in de lid-staten als voor die in continuïteit van rechtsinstrumenten, met name derde landen; dat uit deze beginselen van contracten, van toepassing is in het geval voortvloeit dat de invoering van een nieuwe van de voormalige nationale munteenheden en munteenheid de continuïteit van de euro en in het geval van de ecu als bedoeld rechtsinstrumenten niet aantast; dat het in artikel 109 G van het Verdrag en beginsel van de contractvrijheid in acht moet gedefinieerd in verordening (EG) nr. 3320/94 worden genomen; dat het om de

van de Raad en de euro; dat dit in het rechtszekerheid en duidelijkheid te vergroten bijzonder betekent dat in het geval van het dienstig is expliciet te bevestigen dat het vastrentende instrumenten de invoering van de beginsel van de continuïteit van euro geen wijziging brengt in de nominale rechtsinstrumenten, met name van contracten, rente die de debiteur moet betalen; van toepassing is in het geval van de voormalige nationale munteenheden en de euro en in het geval van de ecu als bedoeld in artikel 109 G van het Verdrag en gedefinieerd in verordening (EG) nr. 3320/94 van de Raad en de euro; dat dit in het bijzonder betekent dat in het geval van vastrentende instrumenten de invoering van de euro geen wijziging brengt in de nominale rente die de debiteur moet betalen;

(Amendement 28) Overweging 8 bis (nieuw)

8 bis. overwegende dat gezorgd moet worden voor rechtsbescherming van de consumenten tegen misbruiken en fraudes die bij de invoering van de euro vastgesteld zouden kunnen worden; dat de richtlijn van de Raad nr. 93/13 van 5 april 1993 betreffende o n e e r l i j k e b e d i n g e n i n consumentenovereenkomsten tijdig gewijzigd en versterkt moet worden en dat gezorgd moet worden voor de harmonisatie van de nationale strafrechtelijke bepalingen ter bestrijding van dergelijke misbruiken en fraudes;

(Amendement 3) Artikel 1, eerste streepje

Dit amendement betreft slechts de lid-staten die onderscheid maken tussen "wettelijke" en "bestuursrechtelijke" bepalingen

- "rechtsinstrumenten": wettelijke bepalingen, - "rechtsinstrumenten": wettelijke en bestuursdaden, rechterlijke uitspraken, bestuursrechtelijke bepalingen, bestuursdaden, contracten, eenzijdige rechtshandelingen, rechterlijke uitspraken, contracten, eenzijdige betaalmiddelen anders dan bankbiljetten en rechtshandelingen, betaalmiddelen anders dan muntstukken, alsmede andere instrumenten bankbiljetten en muntstukken, alsmede andere die rechtsgevolgen hebben; instrumenten die rechtsgevolgen hebben;

(Amendement 4) Artikel 3

De invoering van de euro heeft niet ten Behoudens anders luidende bepalingen als gevolge dat wijziging wordt gebracht in enige geregeld door de partijen heeft de invoering voorwaarde in een rechtsinstrument of dat een van de euro niet ten gevolge dat wijziging partij wordt ontslagen of ontheven van de wordt gebracht in enige voorwaarde in een uitvoering van enig rechtsinstrument, en geeft rechtsinstrument of dat een partij wordt een partij niet het recht een rechtsinstrument ontslagen of ontheven van de uitvoering van eenzijdig te wijzigen of te beëindigen. Partijen enig rechtsinstrument, en geeft een partij niet mogen bij overeenkomst afwijken van deze het recht een rechtsinstrument eenzijdig te

bepaling. wijzigen of te beëindigen. Met name voor

vastrentende instrumenten kan de invoering van de euro op zich het nominale, door de debiteur te betalen rentepercentage niet wijzigen.

(Amendement 5) Artikel 3 bis (nieuw)

Artikel 3 bis

Iedere clausule die het mogelijk maakt dat een der partijen zich aan haar verplichtingen onttrekt in geval van vervanging van een der nationale munten van de deelnemende lid-staten door de euro, wordt nietig geacht, indien deze voorkomt in een tussen consumenten en ondernemers gesloten standaardcontract. Deze bepaling is tevens van toepassing op standaardcontracten en op voorgedrukte contracten waarover geen afzonderlijke onderhandelingen tussen partijen gevoerd zijn.

(Amendement 6)

Artikel 6, eerste alinea bis (nieuw)

De lid-staten nemen in overleg met de relevante handels-, beroeps- en

co nsument eno rganisat ies passende maatregelen om te informeren en te adviseren over en voorbereidingen te treffen voor de invoering van de euro.

(Raadplegingsprocedure)

Het Europees Parlement,

- gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad COM(96)0499 - 96/0249(CNS),

- geraadpleegd door de Raad overeenkomstig artikel 235 van het EG-Verdrag (C4-0578/96), - gelet op artikel 58 van zijn Reglement,

- gezien het verslag van de Commissie economische en monetaire zaken en industriebeleid en het advies van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbescherming (A4-0375/96),

1. hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel zoals gewijzigd door het Parlement;

2. verzoekt de Commissie haar voorstel overeenkomstig artikel 189 A, lid 2 van het EG-Verdrag dienovereenkomstig te wijzigen;

3. verzoekt de Raad het Parlement op de hoogte te stellen ingeval hij voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst;

4. wenst dat de overlegprocedure wordt ingeleid ingeval de Raad voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst;

5. wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;

6. verzoekt zijn Voorzitter dit advies te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

Door de Commissie voorgestelde Door het Parlement aangebrachte tekst wijzigingen

___________________________________ _______________________________

(Amendement 7) Overweging 2

2. overwegende dat de Europese Raad tijdens 2. overwegende dat de Europese Raad tijdens zijn bijeenkomst van 15 en 16 december 1995 zijn bijeenkomst van 15 en 16 december 1995 te Madrid besloten heeft de Europese te Madrid besloten heeft de Europese munteenheid de naam "euro" te geven; dat de munteenheid de naam "euro" te geven; dat de specifieke naam "euro" wordt gebruikt in specifieke naam "euro" wordt gebruikt in plaats van de generieke term "ecu", die in het plaats van de generieke term "ecu", die in het Verdrag gebruikt wordt om te verwijzen naar Verdrag gebruikt wordt om te verwijzen naar de Europese munteenheid; dat de euro als de Europese munteenheid; dat de euro als munteenheid van de lid-staten zonder munteenheid van de lid-staten zonder derogatie is verdeeld in honderd onder- derogatie is verdeeld in honderd onder-eenheden, die de naam "cent" hebben; dat de eenheden, die de naam "cent" hebben;

definitie van de naam "cent" niet betekent dat in de lid-staten algemeen gangbare varianten van deze naam niet mogen worden gebruikt;

(Amendement 8) Overweging 8 bis (nieuw)

8 bis. overwegende dat het absoluut noodzakelijk dat voor en tijdens deze overgangsperiode alle deelnemers aan het economisch verkeer in de Europese Unie en de gebruikers in de lid-staten van de Europese Unie hierover zo goed mogelijk worden voorgelicht,

(Amendement 29) Overweging 9

9. overwegende dat de euro de rekeneenheid 9. overwegende dat de euro de rekeneenheid van de Europese Centrale Bank (ECB) en van van de organen en instellingen van de de centrale banken van de deelnemende lid- Europese Gemeenschap en van de centrale staten wordt; dat dit er niet aan in de weg staat banken van de deelnemende lid-staten wordt;

dat de nationale centrale banken tijdens de dat dit er niet aan in de weg staat dat de overgangsperiode hun boekhouding in de nationale centrale banken tijdens de

nationale munteenheid voeren, met name voor overgangsperiode hun boekhouding in de hun personeel en voor de overheid; nationale munteenheid voeren, met name voor

hun personeel en voor de overheid;

(Amendement 9) Overweging 9 bis (nieuw)

9 bis. overwegende dat, om van meet af aan het gebruik van de euro te stimuleren converteringsprogramma's door de centrale banken ter beschikking gesteld zullen worden van de financiële instellingen ten einde iedere debiteur in staat te stellen om zijn schuld te voldoen door een girale betaling in de munt van zijn keuze, welk bedrag, indien dit verschilt, automatisch wordt omgezet in de munt van de schuldeiser,

(Amendement 10) Artikel 1, tweede streepje

Dit amendement betreft slechts de lid-staten die onderscheid maken tussen "wettelijke" en "bestuursrechtelijke" bepalingen

- "rechtsinstrumenten": wettelijke bepalingen, - "rechtsinstrumenten": wettelijke en bestuursdaden, rechterlijke uitspraken, bestuursrechtelijke bepalingen, bestuursdaden, contracten, eenzijdige rechtshandelingen, rechterlijke uitspraken, contracten, eenzijdige betaalmiddelen anders dan bankbiljetten en rechtshandelingen, betaalmiddelen anders dan muntstukken, alsmede andere instrumenten bankbiljetten en muntstukken, alsmede andere die rechtsgevolgen hebben; instrumenten die rechtsgevolgen hebben;

(Amendement 30) Artikel 2

De munteenheid van de deelnemende lid- De munteenheid van de Europese staten is de euro. De rekeneenheid is één euro. Gemeenschap en van de deelnemende lid-Eén euro is verdeeld in honderd centen. staten is de euro. De rekeneenheid is één euro.

Eén euro is verdeeld in honderd cent.

(Amendement 11)

Artikel 3, alinea bis en ter (nieuw)

Conversie tussen een munt in een deelnemende lid-staat en de euro vindt kosteloos plaats.

Conversie tussen munten van deelnemende lid-staten vindt slechts plaats op basis van de officiële conversiekoersen en alle transactiekosten moeten afzonderlijk worden aangegeven.

(Amendement 31) Artikel 4

De euro is de rekeneenheid van de Europese De euro is de rekeneenheid van de organen en Centrale Bank (ECB) en van de centrale instellingen van de Europese Gemeenschap en banken van de deelnemende lid-staten. van de centrale banken van de deelnemende

lid-staten.

(Amendement 12) Artikel 5

De artikelen 6 tot en met 9 zijn tijdens de De artikelen 6 tot en met 9 bis zijn tijdens de overgangsperiode van toepassing. overgangsperiode van toepassing.

(Amendement 13) Artikel 7

De vervanging van de munteenheden van de De vervanging van de munteenheden van de deelnemende lid-staten door de euro heeft als deelnemende lid-staten door de euro kan als zodanig niet tot gevolg dat de muntaanduiding zodanig niet tot gevolg hebben dat de termen in rechtsinstrumenten die op de dag van de van de rechtsinstrumenten die op de dag van vervanging bestaan, wordt gewijzigd. de vervanging bestaan, worden gewijzigd.

(Amendement 14) Artikel 8, lid 1

1. Handelingen die moeten worden verricht op 1. Voor het einde van de overgangsperiode grond van rechtsinstrumenten waarin het kan een particuliere deelnemer aan het gebruik van een nationale munteenheid economisch verkeer op basis van deze bepaald is, moeten in deze nationale verordening niet gedwongen worden om de munteenheid verricht worden. Handelingen euro, hetzij als rekeneenheid, hetzij als middel

die worden verricht op grond van om betalingen te verrichten of te ontvangen, te rechtsinstrumenten waarin het gebruik van de gebruiken. Vanaf 1 januari 1999 vervallen alle euro-eenheid bepaald is, moeten in deze wettelijke of bestuursrechtelijke beperkingen munteenheid verricht worden. op het gebruik van de euro.

(Amendement 15) Artikel 8, lid 2

2. Partijen mogen bij overeenkomst afwijken Schrappen.

van het bepaalde in lid 1.

(Amendement 16) Artikel 8, lid 3

3. Niettegenstaande de bepalingen van lid 1 3. Elk bedrag dat in de euro-eenheid of in de mag elk bedrag dat in de euro-eenheid of in de nationale munteenheid van een deelnemende nationale munteenheid van een deelnemende lid-staat luidt en dat betaald kan worden door lid-staat luidt en dat in deze lid-staat betaald overschrijving op de rekening van de kan worden door overschrijving op de crediteur, mag door de debiteur in de euro-rekening van de crediteur, door de debiteur in eenheid of in de betrokken nationale de euro-eenheid of in de betrokken nationale munteenheid betaald worden. Het bedrag mag munteenheid betaald worden. Het bedrag mag op de rekening van de crediteur worden op de rekening van de crediteur worden bijgeschreven in de munteenheid waarin de bijgeschreven in de munteenheid waarin de rekening luidt, waarbij de eventuele rekening luidt, waarbij de eventuele omrekening wordt uitgevoerd volgens de omrekening wordt uitgevoerd volgens de omrekeningskoersen. Elke schuldeiser die een omrekeningskoersen. rekening in euro's bezit wordt geacht te accepteren dat zijn schuldenaar zijn schulden voldoet in euro's door creditering van deze rekening, tenzij hij dit uitdrukkelijk heeft uitgesloten.

(Amendement 17) Artikel 8, lid 6 bis (nieuw)

6 bis. Geregelde controles van de prijzen, met inbegrip van de controles op de bankkosten vinden plaats en worden gepubliceerd vóór, tijdens en na de overgang naar de gemeenschappelijke munt.

(Amendement 32) Artikel 8, lid 6 ter (nieuw)

6 ter. De lid-staten nemen de maatregelen die zij het meest geschikt achten om ervoor te zorgen dat, tijdens de kritieke periode van de invoering van de euro als wettig betaalmiddel, de prijsaanduiding in euro geen misverstand bij de consumenten kan doen ontstaan over de reële waarde van de goederen of diensten die zij kopen.

(Amendement 20) Artikel 8 bis (nieuw)

Artikel 8 bis.

Teneinde te beantwoorden aan de wettelijke bepalingen inzake de risicoberekening zal er geen enkel wisselkoersrisico geacht worden te bestaan tussen de euro en de nationale munten van de deelnemende lid-staten, noch tussen deze nationale munten onderling.

(Amendement 21) Artikel 8 ter (nieuw)

Artikel 8 ter.

De normale conversie van de nationale munten van de deelnemende landen in de euro en omgekeerd vindt plaats zonder kosten of lasten.

(Amendement 22) Artikel 9

Bankbiljetten en muntstukken die in een Bankbiljetten en muntstukken die in de nationale munteenheid luiden, behouden vanaf nationale munteenheid luiden, behouden hun de laatste dag vóór de derde fase binnen de hoedanigheid van wettig betaalmiddel binnen betrokken territoriale grenzen hun dezelfde territoriale grenzen als gelden op de hoedanigheid van wettig betaalmiddel. laatste dag vóór de derde fase.

(Amendement 23) Artikel 9 bis (nieuw)

Artikel 9 bis.

Obligaties, staatsfondsen en spaarbewijzen met een looptijd van meer dan drie jaar die zijn uitgegeven door de overheid na 1 januari 1999 zullen in euro luiden.

(Amendement 24) Artikel 10

Met ingang van uiterlijk 1 januari 2002 Met ingang van uiterlijk 1 januari 2002 brengt brengen de ECB en de centrale banken van de de ECB in euro luidende biljetten uit die in deelnemende lid-staten in euro luidende circulatie gebracht worden door haar en de bankbiljetten in omloop. Onverminderd het centrale banken van de deelnemende lid-bepaalde in artikel 15 zijn deze bankbiljetten staten. Onverminderd het bepaalde in artikel de enige bankbiljetten die in alle betrokken 15 zijn deze biljetten in euro de enige lid-staten de hoedanigheid van wettig bankbiljetten die in alle betrokken lid-staten betaalmiddel hebben. de hoedanigheid van wettig betaalmiddel

hebben.

(Amendement 25) Artikel 11

Met ingang van uiterlijk 1 januari 2002 geven Met ingang van uiterlijk 1 januari 2002 geven de deelnemende lid-staten in euro of in cent de deelnemende lid-staten in euro of in cent luidende muntstukken uit, waarvan de luidende muntstukken uit, waarvan de nominale waarden en technische specificaties nominale waarden en technische specificaties voldoen aan hetgeen de Raad overeenkomstig voldoen aan hetgeen de Raad overeenkomstig artikel 105 A, lid 2, tweede zin, van het artikel 105 A, lid 2, tweede zin, van het Verdrag kan bepalen. Onverminderd artikel 15 Verdrag zal bepalen. Onverminderd artikel 15 zijn deze muntstukken de enige muntstukken zijn deze muntstukken de enige muntstukken die in alle betrokken lid-staten de die in alle betrokken lid-staten de hoedanigheid van wettig betaalmiddel hebben. hoedanigheid van wettig betaalmiddel hebben.

Behalve in het geval van de uitgevende Behalve in het geval van de uitgevende autoriteit en van personen die specifiek in de autoriteit en van personen die specifiek in de nationale wetgeving van de uitgevende lid- nationale wetgeving van de uitgevende lid-staat zijn aangewezen, is geen enkele partij staat zijn aangewezen, is geen enkele partij

verplicht voor één betaling meer dan vijftig verplicht voor één betaling meer dan vijftig muntstukken te aanvaarden. muntstukken te aanvaarden.

(Amendement 26) Artikel 12

De deelnemende lid-staten zorgen voor De lid-staten zorgen, in onderlinge adequate bestraffing van vervalsing en samenwerking, voor adequate bestraffing van namaak van bankbiljetten en muntstukken. vervalsing en namaak van bankbiljetten en

muntstukken.

(Amendement 33) Artikel 12 bis (nieuw)

Artikel 12 bis

Onverminderd de bepalingen van artikel 105 A van het Verdrag mogen geldsoorten, andere dan bankbiljetten en muntstukken, bestemd voor gebruik als betaalmiddel door het publiek, slechts in omloop worden gebracht bij verordening van de Raad.

De lid-staten zorgen voor adequate bestraffing van elke niet toegestane uitgifte.

(Raadplegingsprocedure)

Het Europees Parlement,

- gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad COM(96)0499 - 96/0250(CNS), - geraadpleegd door de Raad (C4-0579/96),

- gelet op artikel 58 van zijn Reglement,

- gezien het verslag van de Commissie economische en monetaire zaken en industriebeleid en het advies van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbescherming (A4-0375/96),

1. hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel zoals gewijzigd door het Parlement;

2. verzoekt de Commissie haar voorstel overeenkomstig artikel 189 A, lid 2 van het EG-Verdrag dienovereenkomstig te wijzigen;

3. verzoekt de Raad het Parlement op de hoogte te stellen ingeval hij voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst;

4. wenst dat de overlegprocedure wordt ingeleid ingeval de Raad voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst;

5. wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;

6. verzoekt zijn Voorzitter dit advies te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

Resolutie houdende advies van het Europees Parlement inzake de herbenoeming van de president van het Europees Monetair Instituut van 1 januari 1997 tot 30 juni 1997

Het Europees Parlement,

- gezien het schrijven van de Raad van 8 november 1996 (C4-0603/96),

- gezien de aanbeveling van 13 mei 1996 van de Raad van het Europees Monetair Instituut, - gelet op het advies van de Raad van 3 juni 1996,

- gelet op artikel 109 F van het EG-Verdrag, - gelet op artikel 36 van zijn Reglement,

- gezien de aanbeveling van de Commissie economische en monetaire zaken en industriebeleid (A4-0373/96),

1. brengt een gunstig advies uit over de herbenoeming van de heer Alexandre Lamfalussy voor het ambt van president van het Europees Monetair Instituut van 1 januari 1997 tot 30 juni 1997;

2. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de regeringen van de lid-staten.

Het Europees Parlement,

- gelet op het schrijven van de Raad van 8 november 1996 (C4-0604/96),

- gelet op de aanbeveling van de Raad van het Europees Monetair Instituut van 13 mei 1996, - gelet op het advies van de Raad van 3 juni 1996,

- gelet op artikel 109 F van het EG-Verdrag, - gelet op artikel 36 van zijn Reglement,

- gezien de aanbeveling van de Commissie economische en monetaire zaken en industriebeleid (A4-0372/96),

A. overwegende dat de Commissie economische en monetaire zaken en industriebeleid op haar vergadering van 30 oktober 1996 de heer W.F. Duisenberg, de kandidaat van de Raad van het Europees Monetair Instituut voor de functie van president van het Europees Monetair Instituut, heeft gehoord en op dezelfde vergadering de kwalificaties van de kandidaat heeft behandeld in het licht van de criteria als vermeld in artikel 109 F van het EG-verdrag,

A. overwegende dat de Commissie economische en monetaire zaken en industriebeleid op haar vergadering van 30 oktober 1996 de heer W.F. Duisenberg, de kandidaat van de Raad van het Europees Monetair Instituut voor de functie van president van het Europees Monetair Instituut, heeft gehoord en op dezelfde vergadering de kwalificaties van de kandidaat heeft behandeld in het licht van de criteria als vermeld in artikel 109 F van het EG-verdrag,