• No results found

volstrekt in haar tegendeel, namelijk

In document De gezondheidszorg, wat te doen? (pagina 43-46)

immigrantenvijandige

borrelpraat, omgeslagen

Immigratiebeleid H irsi Ali & K alm a ‘Aanzuigende werking’ Over de uerkramptheid van het immigratiebeleid

ropese Unie — met als gevolg dat buitenlanders met een EU-paspoort zich gemakkelijker met een niet-westerse partner in Nederland kunnen vestigen dan (autochtone en allochtone) Neder­ landers zelf. Pogingen van de Europese Unie om Nederland tot een soepeler houding in deze te bewegen, worden van regeringswege fel bestre­ den. Hoezo, ‘open voordeur’? Fortuyn zou het niet hebben kunnen verbeteren.

Ook in andere opzichten is het beleid van de Nederlandse overheid veel restrictiever gewor­ den. Aan het recht op gezinsvorming en gezins­ hereniging — ook op andere onderdelen dan het hier genoemde — worden tegenwoordig tal van aanvullende voorwaarden gesteld; nieuwe eisen liggen in het verschiet. De strijd tegen illegale ar­ beid en illegaal verblijf in ons land is, met behulp van een reeks van wetten (waaronder recentelijk de Koppelingswet) fors opgevoerd. Verder loopt Nederland, met Engeland en België, in de Euro­ pese Unie voorop met voorstellen om asielzoe­ kers zonder geldige identiteitspapieren voortaan geheel van asielprocedures in de lidstaten uit te sluiten.12 En dat het Nederlandse staatsburger­ schap, ‘al dan niet met behoud van het oude’, snel, gemakkelijk en goedkoop te verkrijgen zou zijn, is, zeker sinds de betreffende wetgeving en­ kele jaren geleden werd gewijzigd, ook al in strijd met de feiten.

Wel is het zo dat Nederland nog altijd relatief behoorlijke asielprocedures kent en dat het zich bijvoorbeeld — andere dan veel andere landen — iets aantrekt van de schrijnende, zeer moeilijk oplosbare problematiek van de minderjarige asielzoekers (de zg. ama’s). Maar daarmee is ons 44 land nog geen soft immigratieland — laat staan ‘Europa’s handigste adresje’. Aan genoemde cri­ tici gaan dergelijke nuances echter voorbij. Voor Elsevier (verreweg het grootste en het snelst groeiende weekblad van Nederland) blijft Neder­ land het land waar buitenlanders van de sociale zekerheid komen 'profiteren’; waar 'vrouwenbe- snij denis in het ziekenfonds’ moet (!); en waar de ‘assertiviteit, zo niet de agressiviteit’jegens autochtonen zo ver is voortgeschreden dat ‘blanke vrouwen en meisjes in wijken als Am­

sterdam-Zuidoost () weinig keus rest dan de ogen neer te slaan in aanwezigheid van Suri­ naamse creolen’ (Gert Jan Pos en Syp Wynia, Elsevier, 15 december 2001).

En Pim Fortuyn? Voor hem is het allemaal (de uitdrukking heeft inmiddels ingang gevonden) 'dweilen met de kraan open’. 'Het cb s meldde on­ langs dat in 2015 er 2 miljoen Nederlanders van vreemde herkomst zullen zijn, op een bevolking van krap 17 miljoen. Belangrijke groepen daarin zijn: Marokkanen, Turken, Irakezen en Afgha- nen. Je hoeft er de kranten maar op na te lezen om te beseffen hoe herbergzaam die samenle­ ving zal worden.’ (Droomkabinet, p.120)

EEN RESTRICTIEF BELEID EN ZIJN EFFECTEN Soft en slap is het immigratiebeleid van ons land dus allerminst. Maar is het een goed beleid? Hoe effectief is de restrictieve benadering, gemeten aan haar eigen doelstellingen? En is de regel waarin steeds meer politici in Nederland lijken te geloven, namelijk: ‘hoe restrictiever het beleid, hoe beter’, inderdaad van toepassing?

Vooropgesteld zij dat het beleid weliswaar een grote aantal gebreken kent (waarover in de loop van dit verhaal meer), maar dat van een ‘bureau­ cratische puinhoop’, zoals sommige critici het immigratie- en integratiebeleid haast verlekkerd betitelen, niet gesproken kan worden. Wie zich bijvoorbeeld druk maakt over de lange, soms zelfs zeer lange tijd die de afhandeling van asiel­ aanvragen neemt, heeft wel gelijk, maar moet zich realiseren dat het, gegeven de zorgvuldig­ heid die asielprocedures vergen, om een buiten­ gewoon lastig probleem gaat — dat zich op vergelijkbare schaal in andere buurlanden voor­ doet.13 Ook wordt op bepaalde onderdelen van het beleid weldegelijk vooruitgang geboekt. De ‘inburgering’ van degenen die een verblijfsver­ gunning hebben gekregen, komt langzaam maar zeker van de grond. En met behulp van de nieuwe Vreemdelingenwet wordt een serieuze poging ondernomen om de asielprocedures te vereenvoudigen en te versnellen — onder an­ dere door een beperking van de mogelijkheden S & D 3 | 2 0 0 2

Immigratiebeleid Hirsi Ali & Kalm a ‘Aanzuigende werking’ Over de uerkramptheid van het immigratiebeleid

om tegen genomen beslissingen in beroep te gaan.

Maar juist een genuanceerde beoordeling van de praktische, alledaagse vormgeving van het immigratiebeleid, maakt het mogelijk om de grenzen op het spoor te komen waarop dat be­ leid, op wat langere termijn bezien, blijkt te stui­ ten. De stelling die we hier willen verdedigen, luidt dat de restrictieve benadering van het im- migratievraagstuk, zoals die in heel Europa gangbaar is geworden, te ver is doorgeschoten. In termen van humanitaire waarden (waarover straks), maar ook van besmurlijke effectiviteit. Het restrictieve beleid sorteert bij lange na niet het beoogde effect; leidt eerder tot een verschui­ ving dan tot een vermindering van de proble­ men; en heeft bovendien gevolgen die niet voor­ zien waren — en die soms haaks staan op wat met het beleid werd beoogd. De al genoemde, vo­ rig j aar van kracht geworden wijziging van de Vreemdelingenwet dient daarbij als een eerste voorbeeld.

Een groot succes, zo noemt het kabinet deze wijziging. Het w ijst daarbij op de daling van het aantal asielaanvragen in ons land met 25 pro­ cent, sinds de nieuwe wet van kracht wet. Met andere woorden: het strenge maar rechtvaardige asielbeleid van ‘paars’ blijkt te werken! Op deze redenering valt echter veel af te dingen. In de eerste plaats is het genoemde succes zeer betrek­ kelijk, als men bedenkt dat in dezelfde periode landen als Engeland en Duitsland juist met een stijging van het aantal asielaanvragen werden geconfronteerd. Wat de cijfers vooral illustreren is de beleidsconcurrentie waarin de lidstaten van de e u, in hun streven om het aantal ‘eigen’ asiel­ zoekers zo beperkt mogelijk te houden, verwik­ keld zijn geraakt. Nederland trekt daarbij mis­ schien even aan het langste eind, maar dat kan, als andere landen hun wetgeving op hun beurt aanscherpen, weer snel veranderen. Het claimen van nationale beleidssuccessen is daarom niet al­ leen riskant, maar getuigt ook van een provinci­ aalse kijk op een vraagstuk dat, zowel inhoude­ lijk als procedureel, vooral internationaal van ka­ rakter is.

In de tweede plaats kan men zich afvragen of de daling van het aantal asielzoekers recht­ streeks op de nieuwe Vreemdelingenwet valt terug te voeren. Het is niet meer dan gissen, zo zou op z’n minst moeten worden erkend. En als we daar zelf een poging toe mogen doen: was 2001 niet ook het j aar van de verscherpte grens­ controles als gevolg van de MKZ-epidemie? Zou­ den dergelijke controles het aantal asielzoekers niet ook beïnvloed hebben — net zoals het aantal asielzoekers in ons land in 2000, ten tijde van de Europese kampioenschappen voetbal, tijdelijk omlaag ging? En welke rol speelde (in heel Eu­ ropa) de verscherpte grensbewaking na de ter­ reuraanslagen in de vs ? De landen, zo moet daar­ bij bedacht worden, waaruit tegenwoordig de meeste asielzoekers komen, hebben geheel of ge­ deeltelijk een islamitische cultuur; de betrokken bevolkingsgroepen kunnen sinds 11 september op bijzondere aandacht bij de Europese grenzen rekenen.

De nieuwe wet draagt bovendien, in de derde plaats, waarschijnlijk wel bij aan de oplossing van bestaande problemen (zoals ellenlange asiel­ procedures), maar roept ook nieuwe problemen op. Snellere en (nog) strengere procedures lei­ den, bij een gegeven aantal asielaanvragen, tot een groter aantal ‘uitgeprocedeerden’. Niet voor niets staat het zg. terugkeerbeleid voor uitgepro­ cedeerde asielzoekers en andere illegalen tegen­ woordig hoog op de politieke agenda. In de nieuwe Vreemdelingenwet is in dat verband ge­ kozen voor een benadering, waarbij de betrokke­ nen aangespoord worden om het land te verlaten — door hen de toegang tot publieke voorzienin­ gen te ontzeggen. Of zij ook daadwerkelijk ver­ trekken, is hun eigen verantwoordelijkheid. Ze zijn tenslotte, ze luidt de redenering, ook op ei­ gen gelegenheid hierheen gekomen.

Dit standpunt is enerzijds begrijpelijk (een hard en consequent uitzettingsbeleid, waarbij ex-asielzoekers fysiek van het grondgebied wor­ den verwijderd, is al gauw erg kostbaar, impopu­ lair en vaak juridisch niet eens mogelijk), maar is anderzijds zeer onbevredigend — omdat de con­ sequenties voor betrokkenen erg hard kunnen

Immigratiebeleid Hirsi Ali & Kal ma ‘Aanzuigende werking’ Over de verkramptheid van het immigratiebeleid zijn en de overheid haar verantwoordelijkheid

op de betrokkenen lijkt af te schuiven (zie de laatste paragraaf van dit artikel). Waar het ons hier om gaat is dat de kans dat uitgeprocedeer- den op eigen kracht zullen vertrekken, zoals de wet veronderstelt, niet erg groot is. Sommigen zullen gaan, anderen zullen (al dan niet voorlo­ pig) blijven. Het is, met andere woorden, niet ge­ waagd te veronderstellen dat met de nieuwe Vreemdelingenwet het aantal legale, tijdelijk in ons land verblijvende asielzoekers zal dalen, maar dat het aantal illegale (ex-)asielzoekers zal stijgen.

Maar, zo zullen de voorstanders van de Vreemdelingenwet tegenwerpen, aldus wordt vergeten dat er onder het nieuwe regiem (inclu­ sief de afschrikwekkende werking die ervan uit­ gaat) minder mensen het land binnen zullen ko­ men. Maar ook dat is zeer de vraag. Veel immi­ granten zullen, nu de kans op het verwerven van een vluchtelingenstatus nog geringer is gewor­ den, meteen al het illegale traject kiezen. Ook dat zal het totale aantal illegalen in ons land extra doen stijgen.14

Een restrictief immigratiebeleid, zo hebben we met dit voorbeeld willen illustreren, lost be­ paalde problemen in eigen land misschien op, maar laat ze elders en/of in andere vorm weer ontstaan. Dat is geen reden, zo willen we nog­ maals benadrukken, om dan maar elke restricti- viteit te laten varen. Bovendien: welk beleid kent eigenlijk geen tegenvallende resp. onbedoelde effecten? Maar die effecten moeten wel zichtbaar gemaakt en publiekelijk besproken worden — 46 anders dan op dit moment in Nederland gebeurt.

Dat geldt al helemaal voor andere onderdelen van het immigratiebeleid, zoals het illegalenbe- leid, dat in een aantal opzichten resultaten ople­ vert die contrair zijn aan wat werd beoogd; be­ staande misstanden versterkt in plaats van ver­ mindert. Dat kan verduidelijkt worden aan de hand van het verband tussen illegaliteit en crimi­ naliteit, dat in de volksmond, in de tabloid press (waaronder ook weekbladen!) en in menig rechtse politieke partij altijd zo sterk benadrukt

wordt. Wetenschappelijk onderzoek wij st uit dat de werkelijkheid aanzienlijk genuanceerder is. Illegalen komen (als men afziet van overtredin­ gen die direct met hun illegale status zelf te ma­ ken hebben) gemiddeld minder met politie en justitie in aanraking dan de gemiddelde Neder­

lander — met uitzondering van drugsdelicten.15 Welnu, als gevolg van het straffe illegalenbe- leid dat de Nederlandse overheid de afgelopen ja- ren is gaan voeren, lijkt het verband tussen

ille-Opvallend genoeg zijn

In document De gezondheidszorg, wat te doen? (pagina 43-46)