• No results found

Over de verkram ptheid van het im m igratiebeleid

In document De gezondheidszorg, wat te doen? (pagina 40-43)

AYAAN H I R S I A L l / P A U L KALMA

Nederland voert al jarenlang, net als andere lan­ den in Europa, een restrictief immigratie- of ‘vreemdelingen’-beleid. De tij d dat gastarbeiders hartelijk werden verwelkomd dan wel in het be­ lang van 'de economie’ werden getolereerd, ligt al weer ver achter ons. Vanaf het begin van de j aren negentig begon, met de groei van het aantal asielzoekers, niet alleen de aard, maar ook de om­ vang van de immigratie te veranderen en werd ‘beperking’ (‘afremming’, ‘indamm ing’) het pa­ rool. Althans: als het om migranten van buiten de Europese Unie ging.

Het duidelijkst manifesteerde deze beleids­ wijziging zich op het terrein van het asielrecht. Op Europees niveau werden regels ingevoerd die het aanvragen van asiel in de lidstaten moesten bemoeilijken (zoals het ‘veilige derde landen’-be- ginsel). In Nederland zelf werden de asielproce­ dures, zoals recentelijk nog bij de herziening van 40 de Vreemdelingenwet, vereenvoudigd en ver­

scherpt. Daarnaast werd het recht op gezinsher­ eniging en ‘externe’ gezinsvorming aan econo­ mische voorwaarden gebonden en bleef het be­ leid met betrekking tot de arbeidsimmigratie (in het laagste segment van de arbeidsmarkt) uiterst

Over de auteurs Ayaan Hirsi Ali en Paul Kalma zijn

respectievelijk medewerker en directeur uan de Wiardi Beekman Stichting

Noten zie pagina 54

terughoudend. En tenslotte werd de bestrijding van het illegaal verblijf in ons land krachtig ter hand genomen — bijvoorbeeld door een sofi- nummer voor het verrichten van betaalde arbeid verplicht te stellen; illegalen de toegang tot pu­ blieke voorzieningen te ontzeggen; en een toe­ nemend aantal illegalen aan te houden en uit te zetten.

Voor menigeen is ditbeleid, dat met de leuze ‘streng, maar rechtvaardig’ pleegt te worden ver­ dedigd, nog lang niet streng genoeg. Het verst daarin gaat Pim Fortuyn, die het beleid als slap en inconsequent afdoet, en voor een veel hardere aanpak pleit (‘We moeten het land op slot doen en de hier aanwezigen in een recordtempo ge­ dwongen laten integreren. Niet integreren bete­ kent vertrekken’.1 w d, cda enü6G gaan veel minder ver, maar willen het beleid op onderde­ len (d 6 6) of over de hele linie wel verder aan­ scherpen. De PvdA verdedigt in grote lijnen het gevoerde beleid, maar wijst eveneens op be­ paalde inconsequenties — zoals het voornemen van een aantal gemeenten om uitgeprocedeerde asielzoekers huisvesting te blijven aanbieden. ‘Hartverwarmend maar onverstandig’, zo noemde PvdA-Kamerlid Bert Middel deze opstel­ ling. Een afscheid van het gedogen wordt overi­ gens door vrijwel elke grote partij bepleit.

Een verdere verharding van het immigratie­ beleid ligt, met dat alles — zeker nu ‘asielzoe-S&D 3 | 2002

Immigratiebeleid Hirsi Ali & Kalma ‘Aanzuigende werking’ Over de uerkramptheid uan het im m igratiebeleid

kers’ en ‘buitenlanders’ een belangrijk thema in de landelijke verkiezingscampagne lijken te gaan worden — voor de hand. Dat zou echter een grote vergissing zijn. Aan het huidige restric­ tieve beleid, en al helemaal aan het streven om het beleid nog (veel) restrictiever te maken, zijn, zo zullen we in onderstaande betogen, grote na­ delen verbonden. De negatieve, soms zelfs tegen­ draadse effecten van dat beleid (bijvoorbeeld: de toename van het aantal illegalen als gevolg van een strenger asielbeleid; een groeiende verstren­ geling van illegaliteit en criminaliteit als gevolg van de uitsluiting van illegalen van arbeid en pu­ blieke voorzieningen) zijn nu al zichtbaar. De na­ delen lijken de voordelen zelfs te gaan overtref­ fen. Bovendien blijkt angst voor de ‘aanzuigende werking’ van een minder restrictief beleid tal van creatieve oplossingen op dit beleidsterrein te blokkeren.

Zonder de noodzaak van een restrictief beleid als zodanig aan te vechten, zullen we aangeven hoe een meer ontspannen en minder provinci­ aalse visie op (im)migratie er uit zou kunnen zien — en hoe daarbij zowel de effectiviteit als de humaniteit van het beleid wel zouden varen. Een dergelijke visie vormt o.i. ook het beste ant­ woord op het rechtse populisme van Fortuyn en anderen, die een karikatuur van het huidige be­ leid maken — maar intussen wel de richting en toon van het immigratiedebat bepalen (en de af­ gelopen jaren al veel meer hebben bereikt dan ze zelf suggereren).

In dit artikel ligt sterk de nadruk op het immigra­

tiebeleid; dat wil zeggen: op het beleid met be­

trekking tot de in- en uitstroom van asielzoekers en andere migranten (van buiten de Europese Unie). Het integratiebeleid, bedoeld om de eman­ cipatie en participatie van hier gevestigde mi­ granten te bevorderen, blijft grotendeels buiten beschouwing. Dat is een nadeel, zo beseffen we, dat we in andere publicaties in w b s-verband hopen weg te werken. Maar voor de nadruk op het immigratiebeleid hebben we wel bewust ge­ kozen. In het huidige debat over migratie en ‘buitenlanders’ krijgen de specifieke ‘in’s’ en

‘out’s’ van het immigratiebeleid vaak te weinig aandacht. Ze worden aan het oog onttrokken — enerzijds door degenen, ter rechterzijde, die de huidige integratieproblemen uitvergroten (en daar vervolgens een aanleiding in zien om de im­ migratie verregaand terug te dringen); en ander­ zijds door degenen, ter linkerzij de, die zich het liefst op één aspect van het immigratiebeleid, na­ melijk de arbeidsimmigratie, lijken te willen concentreren.

(Verruiming van de) arbeidsmigratie is, zoals verderop nog zal blijken, een serieus te nemen onderwerp. Maar wanneer men haar als een soort ‘deus ex machina’ presenteert2, blijven de lastige, pijnlijk-ingewikkelde vraagstukken van asiel, illegaliteit en uitzetting onbesproken — en komt het politiek initiatief op dit terrein te lig­ gen bij personen en partijen aan wie we dat, zacht gezegd, niet graag zouden toevertrouwen.

e u r o p ash a n d i g s t e a d r e s j e

Alvorens we het huidige immigratiebeleid met z’n plussen en z’n minnen, z’n tekortkomingen en z’n tegenspraken, onder de loep te nemen, moet eerst de karikatuur worden besproken die politici als Pim Fortuyn en een weekblad als

Elsevier van dat beleid plegen te maken — net als

van de problematiek waarop dat beleid betrek­ king heeft.3

Van Fortuyn wordt gezegd dat hij het immi- gratievraagstuk 'toch maar’ op de politieke agenda heeft weten te krijgen. Maar dan vergeet men dat het al lang op de agenda stond en dat agenderen wel een erg mooi woord is voor de

verkettering van immigranten die hij in zijn pu- 41 blikaties bedrijft. Fortuyn stelt geen maatschap­ pelijk probleem aan de orde, hij ziet het einde der tijden naderen. 'We steven af op een ca­ tastrofe’, zo heeft hij de lezers van Elsevier jaren­ lang voorgehouden. Oost-Europa en Afrika ‘stro­ men leeg.’ En: ‘Wellicht dat de Balkan slechts een prelude vormt op wat ons soort samenleving te wachten staat.’4 Dat de Westerse landen slechts een klein percentage van de migratiestromen in de wereld te verwerken krijgen, en dat Oost-S & D 3 I 2 0 0 2

Immigratiebeleid Hirsi Ali & K alm a ‘Aanzuigende werking’ Ouerde uerkramptheid van het immigratiebeleid

Europa en Afrika, volgens de schattingen van vrijwel alle deskundigen op dit terrein, niet leeg zullen stromen, blijft geheel onvermeld.

Even ophitsend is Fortuyris oordeel over de­ genen die hier naar toe komen. Over het onmis­ kenbare verband mssen de herkomst van asiel­ zoekers en de grote brandhaarden in de wereld (oorlog, dictatuur, hongersnood) zwijgt hij. Het ingewikkelde onderscheid tussen politieke vluchtelingen, ‘ontheemden’ in allerlei soorten en gradaties en arbeidsmigranten verdwijnt bij hem achter tirades tegen ‘calculerende burgers die hun eigen land laten barsten’. In de redactio­ nele kolommen van Elsevier wordt hem dat al ja ­ renlang nagezegd. Het weekblad spreekt steevast van ‘de calculerende wereldburger en zijn reis- agent/smokkelaar’, over ‘aidstoeristeri resp. over ‘een elite van redelijk koopkrachtige would be landverhuizers (die) zich onder geleide van goedbetaalde mensensmokkelaars naar Neder­ land hebben weten te bewegen’.5 Ter relative­ ring: degenen die in 2000 in Nederland asiel vroegen waren voor het grootste deel afkomstig uitlanden als Irak, Somalië, Siërra Leone, Angola en Afghanistan.

Eenmaal in Nederland gevestigd blijken deze ‘zogenaamde vluchtelingen’, net als uitheemse huwelijkspartners en legale en illegale arbeids­ migranten, bovendien een blok aan het been van de autochtone samenleving te vormen, aldus Fortuyn. De genuanceerde onderzoeksrapporta­ ges van, bijvoorbeeld, het Sociaal en Cultureel Planbureau over het broze, maar daarom niet minder reële succes van de arbeidsparticipatie van allochtonen, over de gemengde resultaten op 42 het gebied van scholing en mobiliteit, en derge­

lijke6, zijn aan de critici niet besteed. De huidige hoofdredacteur van Elsevier, Arendo Joustra, spreekt van een ‘enorme onderklasse die de samenleving splijt’. Fortuyn neemt ook al een onderklasse waar en specificeert: ‘op z’n best een dood gewicht in de samenleving en op z’n slechts een stelletje uitvreters — waaronder een fiks aantal criminelen’. De Nederlandse verzorgings­ staat dreigt met dat alles 'de achterbuurt van Eu­ ropa’ te worden.7

De nieuwe Nederlanders, zo filosofeert For­ tuyn verder, dragen een 'achterlijke woestijncul- tuur’ ons land binnen. Ze zijn bovendien niet te vertrouwen. M eer allochtonen bij de politie? Liever niet, want ‘ze vinden het maar moeilijk (op te treden) tegen het eigen volk, verstrikt als ze zijn in dezelfde cultuur van eer, buren- en familiehulp en voor wat hoort wat’. En twee Else- vier-redacteuren wijzen, in een recent omslag­ verhaal, op de ‘dubbele loyaliteit’ van allochto­ nen. 'Deze calculerende wereldburgers eisen nu een prominente plek in de politiek om de eigen dan te dienen. Niet loyaal aan Nederland, ver­ wachten ze wel een uitkering en respect.’ Dank-je-wel zeggen voor wat allochtonen hier al­ lemaal krijgen, is er bovendien niet bij. 'De meer dan royale houding van de Nederlandse samen­ leving () leidt nog niet tot collectieve dankbaar­ heid. Het schoolverzuim en de schooluitval on­ der niet-westerse allochtonen zijn gigantisch, en meer dan de helft van de Nederlandse gedeti­ neerden is van buitenlandse origine.’

Bij zulke grote problemen, zo’n gebrek aan medewerking en bovendien zulke hoge kosten (‘De werkenden en andere belastingbetalers moeten al dat moois betalen’) kunnen de gevol­ gen niet uitblijven. ‘Als de rechtsstaat’, schrijft Elsevier, ‘niet bestand is tegen z’n eigen zachtaardigheid, valt de ruggengraat van die staat weg.’ Optreden is dus geboden. Wat het weekblad zelf meestal in bijzinnen wegstopt (pleiten voor een immigratiestop ‘is een goed democratisch recht’), knalt Fortuyn er onbe­ schroomd uit. ‘Stop die migratie’, zo heeft hij herhaaldelijk geschreven.‘We moeten het land op slot doen en de hier aanwezigen in een re- cordtempo gedwongen laten integreren. Niet in­ tegreren betekent vertrekken. U-bocht construc­ ties om illegalen te huisvesten en allerhande voorzieningen te geven, inclusief inkomen, wor­ den strafbaar gesteld.’8

Hier is de politieke correctheid, die Nederland volgens Fortuyn nog altijd in haar greep heeft, volstrekt in haar tegendeel, namelijk immigran- tenvijandige borrelpraat, omgeslagen. Een over­ spannen, bij vlagen hysterische

Immigratiebeleid Hirsi Ali & Kalma ‘Aanzuigende werking' Ouer de uerkram ptheid uan het im m igratiebeleid

ling blijkt vanzelf overspannen oplossingen op te roepen. Het zegt veel over Fortuyn zelf. Maar het zegt ook het nodige over de politici en de journalisten die de afgelopen maanden zo’n

scherp onderscheid wisten te maken tussen zijn probleemstelling, die min of meer onderschre­ ven kon worden, en zijn oplossingen, die goed­ koop en onuitvoerbaar waren. Tussen (we cite­ ren Frits Bollcestein) 'Pim (die) ten dele gelijk (heeft)’ en ‘de heer Fortuyn (die) verkeerde oplos­ singen biedt’.9 Maar waarom dan niet ook, los van hun oplossingen natuurlijk, Flip (De W in­ ter), Jorg (Haider) en Umberto (Bossi) ten dele gelijk gegeven?

Even ongenuanceerd en vooringenomen als over de migratieproblematiek schrijven Fortuyn en Elsevier over het overheidsbeleid dat de afge­ lopen jaren op dit terrein gevoerd is. Dat beleid wordt bij herhaling slap en inconsequent ge­ noemd. Nederland laat zijn ‘voordeur open’ staan. Het is 'Europa’s handigste adresj e’, waar asiel- en andere gelukzoekers van de ‘aandoen­ lijke goedigheid’ van ons land misbruik komen maken.

Nederland, schreven twee Elsevier-redacteu- ren enkele maanden geleden, is zo ongeveer het zachtaardigste land in de wijde omtrek. 'Feit is bijvoorbeeld dat de Nederlandse grenzen tot de meest poreuze ter wereld behoren. Wie asiel wil, een huwelijk, een schijn-huwelijk of zelfs een schijn-homo-huwelijk, zijn kinderen zijn oma of zijn buurjongen uit een derdewereldland wil ha­ len of onder valse voorwendsels een visum wil krijgen, kan beter in Nederland terecht dan waar dan ook. Maar ook in het toedelen van uitkerin­ gen, woningen, gezondheidszorg en in het aan­ pakken van wie zich misdraagt (pakkans, straf­ maat, comfortabele gevangenissen) is Nederland één van de aardigste landen ter wereld. Een staatsburgerschap, al dan niet met behoud van het oude, is nergens zo snel, zo goedkoop en zo gemakkelijk verkregen.’10

Wat Formyn c.s. kennelijk gemist hebben, is dat het vreemdelingenbeleid, zeker vanaf het be­ gin van de jaren negentig, aanzienlijk strenger is

geworden — in een aantal opzichten zelfs stren­ ger dan het beleid in de ons omringende landen (waar men de eigen wetgeving ook al aan­ scherpte) . Een voorbeeld daarvan vormen de ei­ sen die tegenwoordig aan niet-westerse huwe­ lijkspartners van — autochtone en allochtone — Nederlanders worden gesteld. Sinds in 1998 een initiatief-wet van het cda in werking trad, die­ nen zij (ook al is het huwelijk al jaren eerder ge­ sloten) in hun land van herkomst een zg.

‘machtiging tot voorlopig verblijf’ aan te vragen en de afloop van de procedure ook ter plaatse af te wachten. Toekenning van een verblijfsvergun­ ning is in ons land (als enige land binnen de Eu­ ropese Unie) bovendien afhankelijk van een be­ hoorlijk gezinsinkomen en, indien het dienst­ verband tijdelijk is, van een arbeidsverleden van tenminste driejaar.

De betreffende regels hebben, in combinatie met de lange wachttijden bij de Immigratie- en 43 Naturalisatiedienst (i n d), voor de betrokkenen vaakbizarre consequenties, zo heeft n r c Han­ delsblad onlangs in een uitgebreide rapportage laten zien.11 Huwelijkspartners moeten naar hun geboorteland terugkeren — zonder de zekerheid dat zij ooit nog naar hun gezin terug kunnen ke­ ren. Aanvragers worden met wantrouwen beje­ gend, inclusief twijfel aan de ‘echtheid’ van de overgelegde documenten. Met de nieuwe rege­ ling gaat Nederland bovendien verder dan de

In document De gezondheidszorg, wat te doen? (pagina 40-43)