Grafiek 23
De verhouding van de subgroepen van de UVW-WZ in de voorbije jaren
In 2020 is het aandeel werkzoekenden die toegela-ten zijn tot de werkloosheid o.b.v. studies verder ge-daald met bijna 1 procentpunt t.o.v. 2019, en dat na-dat er in 2016, 2017 en 2018 al een daling met 1 procentpunt, en tussen 2014 en 2015 een daling met 6 procentpunten werd genoteerd. Die dalingen worden sterk beïnvloed door de beperking van het recht op inschakelingsuitkeringen (cf. deel 9.2), maar volgen deels ook de tendens die voordien reeds kon waargenomen worden. Hun aandeel bin-nen de UVW-WZ bedraagt nu nog 8,8%. Het meren-deel van de UVW-WZ (81,9%) is nog steeds toegela-ten op basis van voltijdse arbeidsprestaties. De aandelen van de UVW-WZ op basis van vrijwillig deeltijdse arbeidsprestaties en de werkzoekende SWT’ers bedragen ten slotte respectievelijk 6,0% en 3,1%.
Ten slotte werd vanaf 1 oktober 2020 een nieuw statuut gecreëerd. Het gaat om de niet-toeleidbare werkzoe-kende: de werkzoekende die de bevoegde dienst voor arbeidsbemiddeling identificeert aan de hand van de in-ternationaal erkende screeningstool ICF - International Classification of Functioning, Disability and Health - en erkent als iemand die te maken krijgt met een combina-tie van psychologische, medische en sociale factoren die zijn gezondheid en/of zijn sociale of professionele inte-gratie ernstig aantasten, waardoor hij niet in het nor-male economische circuit of in het kader van al dan niet bezoldigd aangepast of omkaderd werk kan werken.
Het statuut van niet-toeleidbare werkzoekende wordt toegekend voor een periode van twee jaar en is hernieuwbaar met een nieuwe evalu-atie door de screeningstool ICF. In 2020 verte-genwoordigen deze niet-toeleidbare uitkerings-gerechtigde werkzoekenden die een beschermingsuitkering genieten 0,2% van de UVW-WZ.
66,9%
28,7%
4,4%
2 000
Na voltijdse arbeidsprestaties Na studies Na een vrijwillig deeltijdse betrekking SWT zonder vrijstelling van IWZ Beschermingsuitkering 69,6%
Uitkeringsgerechtigde volledig werklozen
3
Tabel 25
Evolutie van de UVW-WZ volgens subgroep
Grafiek 24
Variatie op jaarbasis van de UVW-WZ volgens subgroep
In het algemeen kunnen we stellen dat de ten-densen van vorig jaar aan het omkeren zijn, be-halve voor UVW-WZ na studies en werkzoekende SWT, waar ze tot 2020 aanhouden, maar in veel mindere mate.
Voor het 10de jaar op rij, van 2010 tot 2020, was er een daling van het aantal UVW WZ na studies.
Er is een gemiddelde daling van 14,0% tussen 2016 en 2019 (respectievelijk op jaarba-sis: 13,9% in 2016, 15,0% in 2017, 13,9% in 2018 en 13,0% in 2019) en een kleinere daling van 6,4% in 2020. Deze dalingen laten zich zoals eerder gemeld verklaren door:
•de beperkingen op het recht op inschakelings-uitkeringen, m.n. het einde van het recht op in-schakelingsuitkeringen voor sommige uitke-ringsgerechtigden sinds 1 januari 2015;
•het verlagen van de maximale leeftijd voor een eerste aanvraag tot een inschakelingsuitkering van 30 naar 25 jaar (ook sinds 1 januari 2015);
•de invoering van de diplomavereiste voor jon-geren onder de 21 jaar die een inschakelings-uitkering aanvragen (sinds 1 september 2015).
Na v o lt ij d se
2007 312.635 116.452 19.856 39 0 448.982 100 100 100 100 100
2008 295.443 108.403 18.316 1.196 0 423.358 95 93 92 3.055 94
2009 324.178 109.943 18.867 1.976 0 454.964 104 94 95 5.046 101
2010 328.458 109.967 19.471 2.812 0 460.709 105 94 98 7.180 103
2011 316.160 105.663 19.566 4.023 0 445.412 101 91 99 10.270 99
2012 316.336 100.914 19.923 4.233 0 441.406 101 87 100 10.807 98
2013 332.176 100.308 20.862 4.439 0 457.785 106 86 105 11.332 102
2014 340.870 90.896 22.049 4.827 0 458.642 109 78 111 12.324 102
2015 331.177 58.488 22.080 5.687 0 417.432 106 50 111 14.518 93
2016 316.764 50.344 21.727 6.378 0 395.213 101 43 109 16.285 88
2017 302.569 42.803 21.181 7.147 0 373.701 97 37 107 18.248 83
2018 282.380 36.856 20.192 8.794 0 348.221 90 32 102 22.451 78
2019 268.206 32.063 19.146 9.945 0 329.360 86 28 96 25.392 73
2020 277.744 30.024 20.359 10.603 537 339.266 89 26 103 27.070 76
Evol. 2007-2020 -11,2% -74,2% +2,5% +26.970,5% - -24,4%
-4,4% -4,5%
-6,7% -5,0%
+3,6%
-13,9% -15,0% -13,9%-13,0%
-6,4%
2016 2017 2018 2019 2020 2016 2017 2018 2019 2020 2016 2017 2018 2019 2020 2016 2017 2018 2019 2020 2016 2017 2018 2019 2020
Na voltijdse arbeidsprestaties Na studies Na een vrijwillig deeltijdse betrekking SWT zonder vrijstelling van IWZ Totaal
Het aantal UVW-WZ na voltijdse arbeidsprestaties stijgt in 2020 met 3,6% op jaarbasis. Hun aantal blijft onder het niveau van het crisisjaar 2010 (-15,4%), ondanks het feit dat tijdens die periode de toelatingsvoorwaarden voor de vrijstelling o.b.v.
leeftijd of beroepsverleden strenger zijn geworden.
Daardoor blijven meer 50-plussers, voor het me-rendeel toegelaten op basis van voltijdse arbeids-prestaties, werkzoekend (cf. deel 3.3).
Hoewel het totale aantal UVW-WZ in 2020 toe-neemt (+3,0%), blijft het onder het niveau van 2010 en ligt zelfs 24,4% lager dan het precrisisniveau van 2007.
Voor de UVW-WZ na een vrijwillig deeltijdse betrek-king noteren we in 2020 ook een stijging op jaarba-sis, m.n. 6,3%.
Het aantal werkzoekende SWT’ers blijft toenemen:
+6,6% op jaarbasis in 2020, maar in mindere mate dan in voorgaande jaren. Die stijging is hoofdzakelijk te wijten aan het feit dat de vrijstellingsmogelijkhe-den in het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoe-slag de afgelopen jaren stelselmatig werden inge-perkt. Daardoor groeit het aantal werkzoekende intreders in het stelsel, ondanks het feit dat de totale instroom afneemt (cf. deel 9.4). De stijging kadert ook in de algemene tendens binnen de UVW, die in-houdt dat het aandeel niet-werkzoekenden afneemt ten voordele van het aandeel werkzoekenden (cf.
deel 3.1).
Uitkeringsgerechtigde
Evolutie van de UVW-WZ volgens gewest
Grafiek 25
Variatie op jaarbasis van de UVW-WZ volgens gewest
Het Vlaams Gewest is het meest conjunctuurgevoe-lig. De werkloosheid steeg er het sterkst gedurende de crisis (108 basispunten in 2010 met 2007 als in-dex 100), om daarna met twee jaar interval eerst weer bijna tot het niveau van precrisisjaar 2007 te zakken (101 basispunten in 2012) en vervolgens weer het niveau van crisisjaar 2010 te overtreffen (112 basispunten in 2014). In 2020, na 5 opeenvol-gende jaren van daling, neemt het aantal UVW-WZ in deze regio toe: 3,5% op jaarbasis. Toch blijft het aantal UVW-WZ in 2020 onder het precrisisniveau van 2007 (85 basispunten).
In het Waals en het Brussels Hoofdstedelijk Ge-west was de daling in 2015 aanzienlijk groter dan in het Vlaams Gewest. Het Waals en het Brus-selse Hoofdstedelijk Gewest tellen verhoudings-gewijs meer gerechtigden op inschakelingsuitke-ringen dan het Vlaams Gewest, in het bijzonder met een lange werkloosheidsduur, waardoor de impact van de beperking van het recht op inscha-kelingsuitkeringen er groter is. Door overgangs-maatregelen verloren in 2015 een groot aantal langdurig werklozen hun recht, terwijl dat aantal in 2018 en 2019 veel beperkter was (cf. deel 9.2).
Voor 2020 bedraagt de stijging op jaarbasis 2,2%
in het Waals Gewest en 3,7% op jaarbasis in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Vlaam s
2007 160.439 213.324 75.220 448.982 100 100 100 100
2008 147.512 202.918 72.928 423.358 92 95 97 94
2009 169.855 208.258 76.850 454.964 106 98 102 101
2010 173.042 206.917 80.751 460.709 108 97 107 103
2011 163.597 201.041 80.774 445.412 102 94 107 99
2012 162.495 197.989 80.922 441.406 101 93 108 98
2013 173.586 202.648 81.551 457.785 108 95 108 102
2014 179.491 198.874 80.277 458.642 112 93 107 102
2015 171.700 174.059 71.672 417.432 107 82 95 93
2016 162.808 165.648 66.757 395.213 101 78 89 88
2017 154.894 153.228 65.579 373.701 97 72 87 83
2018 141.946 141.911 64.364 348.221 88 67 86 78
2019 131.718 134.109 63.533 329.360 82 63 84 73
2020 136.292 137.086 65.888 339.266 85 64 88 76
Evol. 2007-2020 -15,1% -35,7% -12,4% -24,4%
-5,2% -4,9%
2016 2017 2018 2019 2020 2016 2017 2018 2019 2020 2016 2017 2018 2019 2020 2016 2017 2018 2019 2020
Vlaams Gewest Waals Gewest Brussels Hfdst. Gew. Land