• No results found

4.2. Historie van zelforganisatie

4.3.1. Verzet tegen uniformiteit

In de vorige paragraaf is besproken hoe er een verzetsidentiteit is ontstaan onder de bewoners van de Dijksgracht en op welke manieren deze verzetsidentiteit tot uiting komt. Met uitzondering van de eerdergenoemde Joris, lijkt het verzet voornamelijk gericht te zijn tegen de bemoeienis van de lokale overheid en is het beperkte conflict tussen de ondernemers en de bewoners hier slechts onderdeel van. Het is daarom belangrijk om te begrijpen waar de bewoners zich dan wel precies tegen verzetten. Het blijkt namelijk niet alleen te gaan om het bieden van verzet tegen de herprofilering van de Dijksgracht door

37

de gemeente, maar om het verzet tegen de algemene ontwikkelingsprocessen in de stad. Zo stelt Sophie dat de plannen voor de Dijksgracht symptomatisch zijn voor de huidige ambtelijke visie van goede stadsontwikkeling: “Dat zijn ambtelijke opvattingen, die ze

hebben, wat mooi is en wat netjes is, en dat is gewoon een soort doorgaande stroom.” Ze

voegt er aan toe dat de herontwikkeling van de Dijksgracht al lang volgens deze visie gerealiseerd zou zijn, als de bewoners zich niet dusdanig actief hadden verzet.

Ook Lianne, die pas een paar maanden op de Dijksgracht woont, stelt dat de oorspronkelijke plannen van de gemeente voor de herprofilering van de straat het unieke karakter van de Dijksgracht zouden wegnemen. Als vriendin van Guus, die sinds vijf jaar op de Dijksgracht woont, is zij mee geweest naar de inspraakavond in 2014 en heeft zij de oorspronkelijke tekeningen voor de verbouwing gezien. Als relatief buitenstaander toont ze begrip voor het verzet van de bewoners:

Die tekeningen ook, het zag er gewoon uit als een soort Vinex wijk, zo strak, met afgetekende stukken, hier een struikje en daar een tafel, maar helemaal niet meer zo vrij en ongerept als het nu is. En denk dat Guus en ik juist een goede kijk erop hebben omdat we er beide niet zo diep in zitten en dus misschien objectiever kunnen zijn. Kan me voorstellen dat als je eenmaal de strijd aan bent gegaan, dat je dan ook alles wat de gemeente wil gaat dwarsbomen. Maar goed, misschien dat dat ook wel samenhangt met de hippiecultuur hier, beetje fuck-de-overheid-houding, wat denk ik wel heel sterk is hier. Maar ja, zo is het natuurlijk ook ontstaan.

Met deze uitspraak legt Lianne uit op welke manier het historische aspect van zelforganisatie ertoe heeft bijgedragen aan de sterke verzetsidentiteit van de bewoners, waardoor de samenwerking tussen de gemeente en de bewoners zo moeizaam verloopt. Zowel Lianne als Guus merken dan ook dat ze steeds meer begrip krijgen voor het verzet van de bewoners. Guus voelde zich op een gegeven moment zelfs schuldig dat hij zelf niet betrokken is bij het verzet. Dit laat zien dat de nieuwe bewoners zich niet bewust zijn van de sociale geschiedenis van de Dijksgracht en de daaruit volgende verzetsidentiteit, maar dat ze zich zelf ook steeds meer verbonden voelen bij het burgerverzet. Toch vindt Guus dat de bewoners zich niet altijd constructief opstellen ten opzichte van de gemeente. Hij begrijpt hoe deze houding is ontstaan, maar stelt dat de bewoners ook moeten accepteren dat de stad als geheel verandert, en dat ook de Dijksgracht daarom zal veranderen. Hierbij is er volgens hem nog van alles mogelijk wat betreft inspraak en participatie van de bewoners, maar alleen als ze zich constructiever opstellen.

38

Cees, die in tegenstelling tot Guus en Lianne al bijna zijn hele leven op de Dijksgracht woont, is het deels met de nieuwkomers eens: “Het is gewoon ook een hele

uitbreiding van de stad, dat hou je niet tegen.” Hij begrijpt dus dat de plannen voor de

Dijksgracht onderdeel zijn van grotere stedelijke processen, net als Sophie eerder aangaf, maar is er een stuk minder positief over dan Guus. Hij stelt namelijk dat het verzet van de bewoners steeds feller wordt, naarmate het contrast tussen de Dijksgracht en de rest van de stad steeds groter wordt. De bewoners verzetten zich dus niet alleen tegen de herprofilering van de Dijksgracht, maar ook tegen een algemene trend naar uniformiteit in het beleid omtrent de gebiedsontwikkeling van Amsterdam. De manier waarop de bewoners de mogelijkheden tot burgerparticipatie in de ontwikkeling van de Dijksgracht ervaren, is bovendien tegenstrijdig met de eerder besproken visie op burgerparticipatie. Ook Sophie plaatst het verzet van de bewoners van de Dijksgracht in de context van de beleidsmatige visie op stedelijke ontwikkeling in Amsterdam. Zo stelt ze dat de plannen van de gemeente ertoe leiden dat “één van de laatste rafelranden van de stad

dreigt te verdwijnen.” Volgens haar is het belangrijk voor heel Amsterdam om juist ruimte

te bieden aan plekken die niet precies binnen de ambtelijke visie van een ruimtelijke ordening passen. Dit is namelijk een belangrijk aspect van de aantrekkingskracht van de stad. Juist omdat de bewoners het op hun manier hebben gedaan en actief verzet hebben geboden tegen eerdere plannen van de gemeente, is de Dijksgracht steeds populairder geworden. Daarom zullen de bewoners er alles aan doen om het onafhankelijke karakter van hun straat te behouden. Tot nu toe is het de bewoners gelukt om de politieke kant van de gemeente ervan te overtuigen dat het karakter zo veel mogelijk behouden moet worden, maar dezelfde drastische plannen kunnen een paar jaar later weer opnieuw op tafel liggen:

Nou politiek gesproken merk ik wel dat ze dat in zien, maar ambtelijk dus niet, dat is het verschil. En politiek is vluchtig en ambtelijk is langdurig. Dus je maakt mee dat plannen die afgeschoten zijn dan rustig 7 jaar later weer op tafel liggen. En normaal in een straat weet niemand dat meer, het geheugen van politiek en geheugen van een straat is normaal niet zo groot, maar toevallig hier dus wel, dus wij herkennen het meteen, en zeggen van ja die hadden we al gehad hoor.

Hiermee illustreert Sophie het belang van de langdurige betrokkenheid en zelfredzaamheid van de burgers voor de manier waarop de bewoners zich verzetten tegen de plannen van de gemeente. Op andere plekken in Amsterdam waren dergelijke plannen volgens haar al lang uitgevoerd. Dit laat bovendien zien op welke manier de

39

gedeelde historie een rol speelt in de totstandkoming van een collectieve verzetsidentiteit onder de bewoners.

4.4. Sociale netwerken