• No results found

4.4. Sociale netwerken 1 Informele netwerken

4.4.3. Formalisatie van burgerparticipatie

Uit de interviews blijkt dat de bewoners ook veel contact hebben met de ondernemers op de kop van de Dijksgracht. Zoals eerder uitgelegd, is duidelijk geworden dat vooral Mediamatic gewaardeerd wordt door de bewoners, omdat het bedrijf goed bij het creatieve en groen karakter van de Dijksgracht past. Ondanks dat ook de andere ondernemers contact hebben met de bewoners, is in het verleden gebleken dat het lastig is om met alle betrokken partijen duidelijke afspraken te maken. Zo is er een lange discussie geweest over de invulling van de kop van de Dijksgracht. De bewoners wilden dat alle ondernemingen plantenbakken zouden plaatsen, zodat de hele kop van de Dijksgracht goed aansluit bij de rest van de straat. Ook wilden de bewoners dat er een buurttuin op de kop van de Dijksgracht zou komen, waar inmiddels Shaffy’s Tuin is gerealiseerd. Daarnaast was er onenigheid over de vermeende overlast die Hannekes Boom zou veroorzaken.

Omdat de betrokken partijen het niet op een informele manier eens konden worden, heeft de gemeente in 2014 een convenant laten opstellen, waarin duidelijke afspraken gemaakt moesten worden, “…wat heel wat voeten in de aarde heeft gehad.”

(Sophie). Volgens Koen van Hannekes Boom was het erg lastig om het eens te worden met

bewoners, “…omdat ze zich onredelijk opstelde. En dat terwijl ze al zo lang illegaal een

straat hebben geclaimd.” Toch is het uiteindelijk gelukt om een convenant op te stellen,

waarin formele afspraken zijn gemaakt over de grootte van de terrassen, de openingstijden van de ondernemingen en de invulling van de openbare ruimte op de kop van de Dijksgracht. Alhoewel de gemeente het heeft gepresenteerd alsof ze niet betrokken waren bij het opstellen van dit convenant stelt Martin dat ze wel degelijk invloed hadden op de uitkomsten:

44

Nou de gemeente heeft niet meegetekend in het convenant, maar de gemeente heeft wel aan tafel gezeten bij het samenstellen van het convenant, en is daar voor een deel ook wel dwingend in geweest. En dat kunnen zij doen vanuit een positie als eigenaar van de grond, en het uitgeven van vergunningen.

Deze formele manier van afspraken maken, is eigenlijk tegenstrijdig met de informele sociale netwerken op de Dijksgracht. Volgens Martin was het dan ook niet per se noodzakelijk om het op deze manier af te handelen, omdat de bewoners en ondernemers er volgens hem prima uit kunnen komen.

De manier waarop de lokale overheid probeert om burgerparticipatie te formaliseren, lijkt de spontaniteit van burgerinitiatieven dus juist te onderdrukken. Het is volgens Sophie dan ook uniek dat de bewoners van de Dijksgracht zich vooralsnog wel weten te verzetten tegen bepaalde visies en plannen van de gemeente. Zelfs met de proactieve, kritische houding van de bewoners van de Dijksgracht, probeert de lokale overheid de bewoners steeds een stap voor te zijn. Zo vertelt Sophie dat de gemeente in eerste instantie slechts een informatieavond over de herontwikkeling had georganiseerd, zonder dat de bewoners konden inspreken:

Wij gaan dan lijntjes leggen naar de ambtenaren en de politiek, van hoe kan dat nou en dat moet toch anders kunnen. En ja, de politiek kan niet zeggen van we doen dit zonder inspraak, en zeker met de geschiedenis die wij hier hebben. Dus dan gaan we uiteindelijk wel overleggen, maar ja dan hink je er dus wel al een beetje achteraan. Dus dan hebben ze al een plan en dan moet er opeens overlegd worden. (Sophie)

Ondanks dat er in de gemeentelijke visie op burgerparticipatie wordt gesteld dat er steeds meer ruimte ontstaat voor inspraak en burgerinitiatieven, ervaren de bewoners van de Dijksgracht juist dat hun ruimte voor actief burgerschap wordt ingeperkt door de overheid. Hierbij is de gemeente voortdurend bezig met het formaliseren van burgerparticipatie om het proces te kunnen beïnvloeden. Zo wordt in een gemeentelijk verslag van de inspraakavond gesteld dat: “Voor een beter verloop van de communicatie

tussen bewoners en stadsdeel/projectleiding is een omgevingsmanager aangesteld. Zij is de schakel tussen bewoners en projectteam.” (Gemeente Amsterdam, 2015). Met betrekking tot

de besproken kritiek op de beleidsmatige vorm van burgerparticipatie, lijkt de gemeente dus inderdaad steeds meer “professionals in staat [te stellen] om te regisseren, controleren

en conditioneren.” (Uitermark & Van Beek, 2010: 2).

Zo illustreert de moeizame samenwerking tussen de bewoners van de Dijksgracht en de gemeente het besproken debat tussen het pluralistische en het elitaire perspectief

45

op burgerparticipatie en de complexe verhouding tussen democratie en bureaucratie. Aan de ene kant is er bij de herontwikkeling van de Dijksgracht behoefte aan de input van bewoners en ondernemers, voor de stabiliteit en legitimiteit van de gemeentelijke bureaucratie. Aan de andere kant zijn dezelfde bewoners en ondernemers afhankelijk van het complexe bureaucratische systeem van regelgeving in de mogelijkheden van burgerparticipatie. Vanuit het elitaire perspectief zou bovendien gesteld kunnen worden dat de bewoners en ondernemers niet over de nodige bureaucratische expertise beschikken om zich te mengen in de politieke besluitvorming over de herontwikkeling van de Dijksgracht.

46

5. Conclusie

In bestuurskundige literatuur wordt gesteld dat de verhoudingen tussen de overheid, de markt en de burger aan het verschuiven is, waardoor burgerparticipatie een steeds belangrijkere rol speelt in (lokale) beleidsvoering. Dit heeft enerzijds met economische bezuinigingen te maken, waardoor met name de lokale overheid steeds afhankelijker is geworden van burgerinitiatieven. Anderzijds zouden burgers steeds meer inspraak en medezeggenschap in het publieke domein eisen, naarmate de bevolking hoger opgeleid en mondiger wordt. Met betrekking tot stedelijke herontwikkeling wordt daarom gesteld dat de overheid steeds meer een faciliterende rol moet innemen ten opzichte van burgerinitiatieven.

Hoewel er in de beleidsvisie van de gemeente Amsterdam steeds meer nadruk wordt gelegd op de zelfredzaamheid van burgers, ervaren de bewoners van de Dijksgracht dat juist als een belemmering van hun zelforganiserende vermogen. Dit sluit aan bij de kritiek op de manier waarop het concept zelforganisatie wordt toegepast in stedelijk beleid. In deze kritiek wordt namelijk gesteld dat de kenmerken van zelforganisatie per definitie tenietgaan als zelforganisatie door de overheid gestructureerd wordt. Naarmate burgers zich steeds meer voegen naar het perspectief van de (lokale) overheid, verliezen burgerinitiatieven die buiten het zicht van de overheid ontstaan zijn vaak hun waarde.

In het geval van de Dijksgracht lukt het de bewoners echter wel om zich sterk te blijven organiseren, wat onder andere te danken is aan het collectieve historische bewustzijn van de bewoners. De huidige vorm van zelforganisatie is namelijk historisch gefundeerd door de spontaniteit waarmee de Dijksgracht is ontstaan, in combinatie met het feit dat de overheid zich tot ongeveer tien jaar geleden nauwelijks met de Dijksgracht bezighield. Zoals de bewoners zich in het verleden noodgedwongen moesten organiseren om hun straat veiliger te maken, wordt hun zelforganiserende vermogen nu gebruikt om verzet te bieden tegen de herprofilering van de Dijksgracht.

De geschiedenis van zelforganisatie en zelfbeheer speelt dus een belangrijke rol in de manier waarop de huidige bewoners zich verzetten tegen de plannen van de gemeente. Doordat de Dijksgracht vanuit een spontaan burgerinitiatief is ontstaan, en sindsdien grotendeels door bewoners is beheerd, voelen de bewoners zich namelijk sterk verbonden met het huidige karakter van de straat en elkaar. Naarmate de gemeente de omgeving is gaan ontwikkelen, en het contrast tussen de Dijksgracht en haar omgeving is

47

gegroeid, zijn de bewoners sceptischer geworden ten opzichte van de gemeente. Sinds de eerste concrete plannen voor de herprofilering van de straat gepresenteerd werden door de gemeente, zijn de bewoners zich daarom steeds feller gaan verzetten.

Omdat de bewoners geen aansluiting konden vinden bij de beleidsvisie op stedelijk herontwikkeling, is er een collectieve verzetsidentiteit onder de bewoners ontstaan. Deze collectieve verzetsidentiteit speelt een belangrijke rol in de kritische houding van de bewoners ten opzichte van de beleidsvisie op burgerparticipatie, waarin volgens critici geen ruimte is voor kritiek en weerstand van burgers. Door de geschiedenis van de zelforganisatie en de collectieve verzetsidentiteit van de bewoners, vormt de Dijksgracht een uitzonderlijke casus van burgerparticipatie, waarbij wél weerstand wordt geboden tegen het dominante beleidsperspectief op burgerparticipatie.

Door de maatschappelijke ontwikkeling van de netwerksamenleving is de rol van sociale netwerken steeds belangrijker geworden in het debat over burgerparticipatie en zelforganisatie. Om te begrijpen hoe collectief burgerverzet ontstaat en vorm krijgt, is het bovendien essentieel om naar de achterliggende sociale netwerken te kijken. Zo is er bij de organisatie van het verzet tegen de gemeentelijke plannen voor de Dijksgracht sprake van een sterk, informeel sociaal netwerk onder bewoners. Daarnaast maken de bewoners gebruik van sociale en reguliere media om andere burgers te betrekken bij hun verzet. Critici stellen dat de fusie tussen fysieke en virtuele ruimte funest kan zijn voor de integriteit en doelmatigheid van collectief burgerverzet. In het geval van de Dijksgracht blijkt het fysieke sociale netwerk echter dusdanig stabiel, dat het verzet van de bewoners juist versterkt wordt door gebruik te maken van sociale media.

Vanuit de gemeente wordt voortdurend geprobeerd om burgerparticipatie op de Dijksgracht te formaliseren. Zo werd in 2014 gesteld dat de ondernemers en bewoners hun onderlinge afspraken formeel moesten opnemen in een convenant. Bovendien zijn er verschillende professionals en experts ingezet om de samenwerking tussen de gemeente en de bewoners te bevorderen. Volgens critici zou deze formalisatie van burgerparticipatie er voor zorgen dat “…inspraak en medezeggenschap steeds meer een

verlengstuk worden van beleid.” (Uitermark & Van Beek, 2010: 2). In het geval van de

Dijksgracht slagen de bewoners er echter in om weerstand te bieden tegen de beleidsmatige visie op burgerparticipatie, waardoor het informele karakter van hun straat vooralsnog behouden blijft. Dit is te danken aan de uitzonderlijke combinatie van

48

de geschiedenis van zelforganisatie, de totstandkoming van een collectieve verzetsidentiteit en het sterke informele netwerk van de bewoners van de Dijksgracht.

Tot slot toont dit onderzoek aan dat er een verschil is tussen het beleidsperspectief en het burgerperspectief op burgerparticipatie. Vanuit de lokale overheid wordt gesteld dat er steeds meer ruimte is voor burgerinitiatieven en zelforganisatie van burgers. Zodra actief burgerschap tot uiting komt in de vorm van kritiek en verzet tegen beleidsplannen, wordt de rol van burgerparticipatie echter ingeperkt vanuit de lokale overheid. Ook al lijkt de burger een steeds grotere rol te hebben in het proces van besluitvorming in stedelijke (her)ontwikkeling, de rol van burgerparticipatie blijkt in de praktijk een stuk beperkter te zijn.

49

6. Referenties

- Arnstein, S. R. (1969) A Ladder of Citizen Participation. Journal of the American

Institute of Planners, 3 (4), 216-224.

- Basten, F. (2012) Overheid en burgerij: tot elkaar veroordeeld? Naar een civiele bestuurskunde voorbij de verzorgingsstaat. In Gowricharn, Postma & Trienekens (eds.) Geleefd Burgerschap: Van eenheidsdwang naar ruimte voor verschil en

vitaliteit (p. 110-129).

- Borren, B. (8 december 2015) Onenigheid over herinrichting Dijksgracht. Het

Parool.

- Borren, B. (15 januari 2016) ProRail: Versmalling Dijksgracht grote gevolgen voor spoor. Het Parool.

- Boutellier, H. (2014) Nieuwe tijden, nieuw bestuur: De Wmo in de

improvisatiemaatschappij. Verwey Jonker Instituut.

- Bryman, A. (2008) Social Research Methods (3e ed.) New York: Oxford University

Press.

- Buurtorganisatie 1018 (2016) Compromis herinrichting Dijksgracht-West met

behoud groen karakter. http://www.buurtorganisatie1018.nl/nieuws-uit-

1018/2016/1/8/compromis-herinrichting-dijksgracht-west-met-behoud-groen- karakter

- Buurtorganisatie 1018 (2016) Belangenvereniging Dijksgracht.

http://www.buurtorganisatie1018.nl/belangenvereniging-dijksgracht-te-water/ - Buechler, S.M. (2000) The Cultural: Identity, Ideology, and organization. In: Social

Movements in Advanced Capitalism: The Political Economy and Cultural

Construction of Social Activism (pp. 185-209). New York: Oxford University Press.

- Castells, M. (1983) Cities and People in a Historical Perspective. In: The City and

the Grassroots: A cross-cultural theory of Urban Social Movements (pp. 1-72). The

University of California Press.

- Castells, M. (2010) The Power of Identity. Oxford, UK: Wiley-Blackwell. Oorspronkelijk gepubliceerd in 1997.

- Castells, M. (2012) Networks of Outrage and Hope: Social Movements in the

Internet Age (pp. 156-204). Cambridge, UK: Polity Press.

- Day, D. (1997) Citizen Participation in the Planning Process. Journal of Planning

50

- Diani, M. (1992) Analysing Social Movement Networks. In Diani, M. & Eyerman, R. (Eds.), Studying Collective Action (pp. 107-135). SAGE Publications.

- Fahmi, W. S. (2009) Bloggers’ street movement and the right to the city. (Re)claiming Cairo’s real and virtual “spaces of freedom”. Environment and

Urbanization. 21 (1), 89-107.

- Finlayson, J. G. (2005) Politics, Democracy, and Law. In: Habermas: A very short

introduction (pp. 106-137).

- Freriks, K. (2016) Daar gaat de tunnel van groen – en de Shaffyboom. NRC

Handelsblad.

- Gemeente Amsterdam & Projectbureau Zuidelijke IJoever (2010)

Selectieprocedure tijdelijke horecavoorziening Kop Dijksgracht.

- Gemeente Amsterdam (2015a) Uitnodiging informatieavond groot onderhoud en

vernieuwde inrichting openbare ruimte Dijksgracht.

- Gemeente Amsterdam (2015b) Alternatief ontwerp bewonersgroep Dijksgracht. https://www.amsterdam.nl/wonenleefomgeving/bouwprojecten/bouw/project enstadsdeel3/projectengebied/dijksgrachtgroot/downloads/alternatiefontwer/ - Gemeente Amsterdam (2015c) Verslagen informatie- en inspraakavond en

werksessies Dijksgracht West.

https://www.amsterdam.nl/publish/pages/749228/6_verslagen_inspraak_en_in

formatieavond_en_werksessies_dijksgracht_west.pdf.

- Gemeente Amsterdam (2016a) Vaststelling concept definitief ontwerp (DO) inzake

groot onderhoud met herinrichting Dijksgracht West tussen de Mariniersbrug en de Oosterdoksdoorgang.

https://www.amsterdam.nl/wonenleefomgeving/bouwprojecten/bouw/project enstadsdeel3/projectengebied/dijksgrachtgroot/downloads/definitiefontwerp/ - Gemeente Amsterdam (2016b) Brief ProRail: Herinrichting Dijksgracht en de

bereikbaarheid van het spoor.

https://www.amsterdam.nl/wonenleefomgeving/bouwprojecten/bouw/project en-stadsdeel-3/projecten-gebied/dijksgracht-groot/downloads/brief-prorail/ - Heijden, J. van der, L. van der Mark, A. Merresonne en J. van Zuylen (2007). Help!

Een burgerinitiatief. Den Haag: Ministerie van Binnenlandse Zaken en

51

- Houwelingen, P. van, Boele, A. & Dekker, P. (2014) Burgermacht op eigen kracht:

Een brede verkenning van ontwikkelingen in burgerparticipatie. Sociaal en

Cultureel Planbureau.

- Kilic, M. (2008) Derde generatie burgerparticipatie, hoe doe je dat? Amersfoort: Twynstra Gudde.

- Mamadouh, V. (1992) De stad in eigen hand: Provo’s, kabouters en krakers als

stedelijke sociale beweging. Universiteit van Amsterdam.

- Mayer, M. (2006) Manuel Castells’ ‘The City and the Grassroots’. International

Journal of Urban and Regional Research, 30 (1), 202-206.

- Mayer, M. (2009) The ‘Right to the City’ in context of shifting mottos of urban social movements. City, 13 (2-3), 362-374.

- Ministerie van Binnenlandse Zaken (2013) De doe-democratie. Ministerie van Binnenlandse Zaken.

- Neshkova, M. & Guo, H. (2009) Public Involvement and Organizational Performance: Evidence from State Agencies. Public Management Resource

Association, 1-28.

- Oude Vrielink, M., Verhoeven, I. & Van Wijdeven, T. (2013) Meedoen met de overheid? Over de stille beleidspraktijken van de doe-democratie. Bestuurskunde,

22 (2), 13-22.

- Poell, T. & Van Dijck, J. (2015) Social Media and Activist Communication. In Atton, C. (Ed.) The Routledge Companion to Alternative and Community Media. (pp. 527- 537).

- Poletta, F. & James, J.M. (2001) Collective Identity and Social Movements. Annual

Review of Sociology, 27, 283-305.

- Roberts, N. (2004) Public deliberation in an age of direct citizen participation.

American Review of Public Administration, 34 (4), 315-353..

- Schinkel, W. (2012) Van bestuur naar zelfbestuur: overheid, burger en

zelforganisatie. In rapport Raad voor Leefomgeving en infrastructuur: Toekomst

van de Stad. (pp. 10-13).

- Schumpeter, J. A. (1943) Another theory of democracy. In: Capitalism, Socialism,

and Democracy (pp. 269-283). London: Allen & Unwin

- Specht, M. (2013) Zelforganisatie vanuit het perspectief van de burger.

52

- Steen, M. van der, Bruijn, H. de & Schillemans, T. (2013) De Grote Samenleving: Over vitaliteit en nieuwe verhoudingen tussen overheid en burger.

Bestuurskunde, 22, 5-12

- Uitermark, J. (2004) Framing Urban Injustices: The Case of the Amsterdam Squatter Movement. Space and Polity, 8 (2), 227-244.

- Uitermark, J. & Van Beek, K. (2010) Gesmoorde participatie: Over de

schaduwkanten van ‘meedoen’ als staatsproject. In Verhoeven, I. & Ham, M. (eds.)

Brave burgers gezocht: De grenzen van de activerende overheid (pp. 227-244).

- Uitermark, J. (2012) De zelforganiserende stad: De gevaren van een inspirerend ideaal. In rapport Raad voor Leefomgeving en infrastructuur: Toekomst van de

Stad (pp. 5-9).

- Uitermark, J., Nicholls, W., Loopmans, M. (2012) Cities and social movements: theorizing beyond the right to the city. Environment and Planning, 44, 2546-2556. - Uitermark, J. (2013) Spontane stedenbouw als politiek. Sociale Vraagstukken. - Uitermark, J. (2015) Longing for Wikitopia: The study and politics of self-

organization. Urban Studies, 52 (13), 2301-2312.

- Wilde, M. de (2015) Profound coziness. Affective citizenship and the failure to enact community in a Dutch urban neighborhood. In Kleres, J. and Y. Albrecht (Eds) Die Ambivalenz der Gefuhle: Uber die verbindende und wiederspruchliche