• No results found

VERWANTE ARCHIEVEN

Gemeentarchief Roermond:

– Brieven van Victor de Stuers aan P.J.H. Cuypers, in Archief Kunstwerkplaats Cuypers (en co.), 1867-1916.

Nationaal Archief:

– Brieven van Victor de Stuers aan B.W.F. van Riemsdijk in Familiearchief Van Riemsdijk, 16 -20e eeuw (nummer toegang 2.21.307).

– Archief van het College van Rijksadviseurs voor de Monumenten van Geschiedenis en Kunst, 1874-1879 (nummer toegang 2.04.40.06).

– Archief van het ministerie van Binnenlandse Zaken, afdeling Kunsten en Wetenschappen.

1875-1918 (nummer toegang 2.04.13).

– Archief van de Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond, 1898-1970 (nummer toegang 2.19.010).

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen:

– Archief van de Rijkscommissie voor de Monumentenbeschrijving. 1903-1952.

Publicaties

PUBLICATIES

De opsomming is niet volledig. In de aangehaalde boeken bevinden zich veel nadere literatuurverwijzingen.

P. Albers, ‘Victor de Stuers’, in: Studiën, tijdschrift voor godsdienst, wetenschap en letteren 89 (1918), p. 20-32. 125-152, 533-563; 90 (1919), p 1-28; 91 (1919), p. 228-260; 92 (1920), p. 330-360.

J.A.A. Bervoets, Inventaris van het archief van het ministerie van Binnenlandse Zaken, afdeling Kunsten en Wetenschappen. 1875-1918, ’s-Gravenhage 1985.

J.A.A. Bervoets en M. Wishaupt, Victor de Stuers, referendaris zonder vrees of blaam. Catalogus bij de tentoonstelling in de Koninklijke Bibliotheek en het Algemeen Rijksarchief, ’s-Gravenhage 1985.

C. Bloemen, De Roermondse archiefkwestie 1889-1901, Maastricht 1966.

Joseph Cuypers, H.E. van Gelder, Jan Kalf, F.J. van Lanschot en W. Sprenger, Oudheidkundig Jaarboek 12, 1943, p. 1-27.

F.J. Duparc, Een eeuw strijd om Nederlands cultureel erfgoed, ’s-Gravenhage 1975.

C. Harms Tiepen, Holland, april-mei 1913.

L.J.M. van der Maarel, Inventaris van het archief van de Rijkscommissie voor de Monumentenbeschrijving 1903-1952, ‘s-Gravenhage 1975.

Frank Netscher, ‘Karakterschets van Jhr. Mr. Victor de Stuers’, De Hollandsche Revue, mei 1896.

Fr. S. Muller, ‘Victor de Stuers’, Eigen Haard, 26 (1900), p. 408-411.

F.J.M. Otten, Gids voor de archieven van de ministeries en de Hoge Colleges van Staat 1813-1940, Den Haag 2004.

 G.W.A. Panhuyzen en W. van der Pluym, ‘Victor de Stuers. Herdenking congres Maastricht’, De Maasgouw, 69 (1950), p. 112-117.

Jos Perry, Victor de Stuers, “Ons fatsoen als natie”, Amsterdam/Nijmegen 2004.

Victor de Stuers, Holland op zijn smalst (herziene uitgave), ingel. en toegelicht door een werkgroep van het Kunsthistorisch Instituut der Universiteit van Amsterdam, Bussum 1975.

J.A.C. Tillema, Schetsen uit de geschiedenis van de Monumentenzorg in Nederland, ’s-Gravenhage 1975.

J.A.C. Tillema, Victor de Stuers, ideeën van een individualist, Assen 1982.

R.P.J. Tutein Nolthenius e.a., Het levenswerk van Jhr. Mr. Victor de Stuers. Herdacht door zijn vrienden, Utrecht 1913.

J. Vriesendorp, Eigen Haard, 18 Oct. 1913.

Beschrijving van de series en archiefbestanddelen

DE BRIEFWISSELING IN DIT HOOFDSTUK BEVAT NIET ALLE IN HET ARCHIEF AANGETROFFEN BRIEVEN.

Deze briefwisseling bevat in de eerste plaats de correspondentie gerelateeerd aan het werkarchief van Victor de Stuers. Familie en persoonlijke correspondentie blijven grotendeels in bewaring van de

"Stichting Familiearchief Victor de Stuers". Hiernaast bevat het ook meerdere familie- en persoonlijke stukken, tegelijekrtijd gefilmd in het Metamorfozeproject, die eigenlijk eerder bij de famileistukken in bewaring bij de "Stichting Famileiarcheif Victor de Stuers" horen. Verder is in deze inventaris ook een uit series missiven bestaande zakelijke briefwisseling van De Stuers als

referendaris opgenomen. Een deel daarvan heeft zelfs een ambtelijk registratiekenmerk, waarvan de kopie in de serie minuten van de uitgaande stukken zal zijn geborgen. Die stukken zijn soms door De Stuers beantwoord maar niet in de correspondentie van het ministerie van Binnenlandse Zaken geagendeerd. Deze semi-ambtelijke stukken zijn geborgen in het archiefgedeelte dat betrekking heeft op zijn ambt als referendaris. De daarmee corresponderende brieven van De Stuers zijn in dat geval vermoedelijk geagendeerd in het ambtelijk archief van de afzender. 18

OORSPRONKELIJKE ORDENINGSKENMERKEN.

De oudste brieven zijn door De Stuers van een letter en een kenmerk voorzien, mogelijk bedoeld voor alfabetische ordening. Later vindt men aantekeningen met blauw potlood op de brieven, met soms een verwijzing naar maand en jaar om brievenseries op naam en daarna op jaar te bergen. Een enkele keer heet hij er ook een plaatsnaam opgezet. Zodoende kan de brief in een dossier op onderwerp worden geborgen (geldt vooral voor monumenten). Dat is niet gebeurd wanneer de desbetreffende brief in werkelijkheid verschillende onderwerpen behandelt. Een enkele keer is aangegeven dat brieven bij elkaar horen. In dat geval is de persoonsnaam niet de naam van de afzender, maar vormt de desbetreffende persoon onderwerp van de brief.

Namen op de brieven zijn aangebracht door Victor de Stuers met blauw potlood of met pen en inkt in sommige gevallen door anderen. Een enkele maal dateerde De Stuers ongedateerde brieven op de datum van ontvangst of van het poststempel. Daarnaast voorzag hij soms vervolgbladen van brieven van de op de aanhef aantroffen datum.

TOEGEVOEGDE GEGEVENS

In de beschrijving wordt bij een belangrijke correspondent zijn functie genoemd. Indien het gaat om de leiding van een culturele of historische instelling, moet er rekening mee worden gehouden dat deze functionaris ook deel uit maakt van plaatselijke particuliere genootschappen of verenigingen.

Hij kan streven naar instandhouding van deze instelling, maar ook anderszins bij het culturele leven van stad en streek betrokken zijn. Meestal staat het behoud van roerende of onroerende

monumenten daarbij ter discussie. Soms is De Stuers ook zelf lid van deze genootschappen en oefent hij invloed uit op het bestuur. Bij - Rooms-katholieke - kerkelijke functionarissen kunnen zowel zaken van verbreiding van het geloof als beheer van kerkelijk of ander plaatselijk cultuurgoed ter sprake komen. In dit verband kan worden opgemerkt dat de rol van protestantse predikanten zich vaak beperkt tot het monument dat onder hun zorg valt, en dat men hun naam vaker tegenkomt onder briefwisseling inzake monumentenzorg.

Niet overal staat de betrekking of het beroep van de correspondent aangegeven. In dat geval voegt dit gegeven niets toe aan de inhoud van de brief of de aard van de relatie. In een enkel geval is sprake van uiteenlopende kwesties waarbij "diverse betrekkingen" zijn betrokken.

TOEGEPASTE ALFABETISERINGSREGELS.

De Nederlandse persoonsnamen zijn gealfabetiseerd op achternaam zonder voorzetsel of lidwoord, voor zover de woorden niet aaneen zijn geschreven (Voor De Stuers zie: S.).

Namen van echtgenoten zijn in de regel gealfabetiseerd op geboortenaam (meisjesnaam). Wanneer er met beide chtgenoten is gecorrespondeerd of waar de echtgenoot heeft ondertekend, is

verwezen naar de naam waarop de brief is opgeborgen . RAADPLEGING VAN DE BRIEVEN

18 Zie inv.nr. 2665.

De hier beschreven brieven zijn voor het overgrote deel in het kader van het zogenaamde Metamorfozeproject gefotografeerd. De originelen zijn daarom in principe niet meer beschikbaar voor het publiek. De gereproduceerde duplicaten zijn als microfiches beschikbaar (Zie Bijlage F).

Enkele toegevoegde nummers die aan het eind van de inventarisatie van dit archief na de voltooiing van de verfilming werden aangetroffen vormen hierop een uitzondering, te weten de

inventarisnummers 352-354, die gewoon op aanvraag in origineel beschikbaar worden gesteld.

A

A

1 Th.H.A.J. Abeleven, bestuurslid van de Oudheidkundige Commissie te Nijmegen, inzake Nijmeegse oudheden en monumenten, correspondent van het College van Rijksadviseurs, 1874-1904; E.M. Brondgeest-Achternbusch, om introductie bij Nederlandse kennissen, 21, 23 april 1885.

2 Aeneae, arts, 27 oktober 1895 (afschrift VdS; het origineel is aan de afzender teruggezonden); W.F.E. van Aerssen Beijeren van Voshol, president van de

rechtbank en oudheidkundige te Zwolle, 1880-1913; A.M. Aerts, bouwkundige, 13, 18 augustus 1915; E. de Meer d' Osen-Affaytadi de Ghistelles, 15 augustus 1881.

3 E.V.F. Ahn, 1885-1889 en z.j.; Dora Ahrens, 12 mei 1910; J.W. Alberda van Ekenstein, voorzitter van de Academie Minerva te Groningen, 1882-1889.

4 Antoinette C.Th. Cuypers-Alberdingk Thijm, 1874-1897 en z.j.; C. L.M. Alberdingk Thijm, auteur, 1889-1907; E.M. Alberdingk Thijm, 13 juni 1898.

5 J.A. Alberdingk Thijm, auteur, hoogleraar esthetica aan de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten, 1874-1879.

6 J.A. Alberdingk Thijm, 1880-1889 en z.j.

7 K.J.L. Alberdingk Thijm, auteur (onder de naam Lodewijk van Deyssel) 1910-1913; P.

Alberdingk Thijm (fragment), 28 augustus 1893; R. Alberdingk Thijm zie: Cuypers;

P.H. Albers s.j., kerkhistoricus, 1905-1909; Albrecht, prins van Pruisen, regent van het hertogdom Brunswijk, gedeeltelijk via zijn adjudant, 1887-1906; G.J.G.Ch. van Aldenburg Bentinck, 1881-1886.

8 Alexander, prins der Nederlanden, via zijn adjudanten, 1880-1884 en z.j.

9 A. Allebé, directeur van de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten, met krantenknipsels, 1880-1911 en z.j.

10 Van Alphen, 3 mei 1889; D.L. (?) van Alphen, 25 december 1914; Louise van Alphen, 11 december 1899; H.D. Alten, hotelhouder in Bad Kreuznach, 10 februari 1909; C.F.

de Amicis, 22 augustus 1899; Gebr. Andreoli, schoorsteenvegers, 28 september 1910; D. Andriessen Bz., oud-ambtenaar, ondersteund door De Stuers, 1873-1881.

11 D.W. van Andringa de Kempenaer, kantonrechter te Zutphen, 1888-1895, 1900-1913 en z.j.; E.M. van Andringa de Kempenaer-de Bruyn, zie: De Bruyn; J. d'Anethan, Belgisch gezant, 1889-1894; J. Ankersmit, voorzitter van de Vereeniging

"Rembrandt", 1889-1899.

12 J.J. Antonietti, kunsthandelaar, 6 augustus 1870; A. den Arend, 28 mei 1903; P.J.

Arendzen, 1898, 1902; A.L. van der Ark, 1909-1915; Ch. Arnould, hoogleraar in de Volkenkunde in Parijs, 6, 19 juli 1877.

13 A.R. Artnzenius, griffier van de Tweede Kamer, tevens rechtshistoricus, 1893-1916 en z.j.; Dora Arntzenius, 5, 6 mei 1908; Péronne Arntzenius, z.j.; H. Artz-Schemel, zie:

Schemel; Van Asbeck, 5 mei 1901; C. de Geer van Jutphaas-van Asch van Wijck, z.j.; J.

d'Aulnis de Bourouill, rapporteur over Leiden, 28 december 1873.

B

B

14 H.A.J. Baanders, architect, 4 april 1909; J.H. Baars, medailleur en penningontwerper, 1897-1899 en z.j.; S. Baart de la Faille, z.j.; freule J.W.G. Badon Ghijben, om huis Boetselaersburg te 's Heerenberg te mogen huren, december 1912, januari 1913; K.

Baedeker, samensteller van reisgidsen, 1877-1903; J. Baer, antiquaar in Frankfurt, 1902-1904.

15 J.F.B. Baert, agent van de Nederlandsche Bank, curator en archivaris van de universiteit van Utrecht, economisch historicus, 1876-1903.

16 A.H. Bakker Korff, kunstschilder, 1873-1878; Fr. M. Balduinus, directeur van de bijzondere tekenschool te Tilburg, 1903-1904 en z.j.; Van Balen, hoofdredacteur van Het Vaderland, 5 oktober 1914 en z.j.; C. M. (?) van Balen, directeur van de

Oudheidkamer te Zutphen, 1899-1903; J.H. Balfoort, veilinghouder in Utrecht en Amsterdam 1875-1893 en z.j.; Balfour van Burleigh, zie: Cantzlaar.

17 R. Bangel, maart-april 1914; H. Banser, 1891-1895 en z.j.; J. Barneveld, 3 januari 1903;

Mgr. Baroncini, 16 maart 1894 en z.j.; Gravin van Barral, 27 december 1877;

Henriëtte Barre, 12 mei 1906; Amerikaanse bezoeker. z.j.; Ch. Barry, 16, 20 november 1880; A.H. Sankay Barwell, Amerikaanse bezoeker. z.j.; A.F. de Bas, procureur te Den Haag, februari - mei 1871; F. de Bas, oprichter van het Krijgsgeschiedkundig Archief bij de generale staf, archivaris bij het Koninklijk Huisarchief, 1888-1911.

18 Basire. z.j.; H.A.C. de la Bassecour Caan, 19 februari 1892; G. Bastard, redacteur van de Monde Illustré, 18 februari 1891; R. van Bastelaer, december 1915-januari 1916; E.

Batta, advocaat in Maastricht, 22, 26 april 1913; Bauduin (?), 1897-1898; P.C.H.

Bauduin, advocaat, wethouder en burgemeester te Maastricht, 1899-1906; Baud, beheerder van de oudheidkamer te Aalten, september oktober 1895; F. Baugas, Angers, 21 november 1895; A.A. Baune, antiquair in Middelburg, 1870; K.P.C. de Bazel, architect, 1911, 1913.

19 E. Röell-de Beaufort, 14 december 1897; M.H. de Beaufort, 12 juli 1914; Pauline de Beaufort, 24 april 1911; V. de Beaufort, zie: van Dedem; W.H. de Beaufort, politicus, redacteur van De Gids, 1884-1914; A. van Beek, opzichter van Gemeentewerken te Dordrecht, 1897-1915.

20 C.H. Beelaerts van Blokland, z.j.; G.J.J. Beelaerts van Blokland, studievriend, 1866-1894 en z.j.; Ida Beermann, Duitsland, 31 december 1890.

21 A. Begeer, medailleur en penningontwerper, 1900, 1908; C.J. Begeer, fabrikant in zilveren werken, 1885-1911 en z.j.; C.J.A. Begeer, fabrikant in zilveren werken, 1908, 1910; C.L.J. Begeer, medailleur en penningontwerper, 19 juli 1903.

22 A.J.B. Behr, zoon van C.J. Behr, 1891-1897; Ch.J.A. Behr, kleinzoon van C.J. Behr, 30, 31 december 1909 en z.j.; C.J. Behr, kunstschilder, 1888-1895; Mej. L. Behr, 1899; L.

Beizer, architect, 1896, 1900; A. Belinfante jr., 11 februari 1910; G. Belinfante, 17 mei 1887.

23 L. Bemelmans, pastoor-deken te Meerssen, 1888-1896; J.M. van Bemmelen, hoogleraar anorganische chemie te Leiden, in het bijzonder in verband met papiertechniek, 1886, 1890; J. Benard, 9 augustus 1875; M. Beneden, 24 oktober 1913; H. Bennema Jzn., 23 september 1883; J. van der Bent, notaris in

Brouwershaven, 1876-1887; T.J. van der Bent, architect, 10 augustus 1888.

24 H.L. van Benthem, portretschilder (?), november-december 1896 (3); Bentinck, 1888, 1894; A. Bentinck, zie: Van Limburg Stirum, A.C. Bentinck, 1881 en z.j.; C.A.

Bentinck, 1881; W.C.Ph.O. Bentinck, 1881; G. Berardi, medewerker van

L'Indépendance Belge, z.j.; Van den Berch van Heemstede, z.j.; I.B.D. van den Berch van Heemstede, 1895, 1902; Germaine Berchtold d' Erp, zie: Erp.

25 J.W.H. Berden, architect, beeldend kunstenaar, directeur van de Rijksschool voor Kunstnijverheid, 1890-1915; J.P.H. Berends, bestuurslid van de R.K. Kieskring te Nijmegen, 1900-1911; J. Berens, directeur van de tekenschool te Brussel, 1882-1909 en z.j.; Van den Berg, 1881-1883, 1888; Pauline Bergansius, zelatrice van de Kerk van het H. Hart in Den Haag, 1904-1914.

26 A.A. van Bergen IJzendoorn, burgemeester van Gouda, 1883-1894; A.J.W. van den Bergh, oudheidkundige in Maastricht, 11 maart 1874; A.S. van den Bergh, 18, 21 december 1914; P.A. van den Bergh, ambtenaar van de Algemene Rekenkamer, 1872-1888; G.J. Berghuis, tekenleraar in Arnhem, 1884-1895; G. Bergsma, opzichter van monumenten in Winterswijk en omgeving, september 1895; J.J. Bergsma, advocaat met problemen in Parijs, 5 maart 1894; L. Bernardin, Frans krijgshistoricus, 1910.

27 C.Th. Berlinatti, bezoeker, 5 juli 1875; J.L. Berns, rijksarchivaris in Friesland, 1885-1908; Thérèse von Haymerle-von Bernus, echtgenote van de

Oostenrijks-Hongaarse gezant, z.j. (ca, 1875); L.W.A. Besier, waardijn van het muntcollege van de Rijksmunt te Utrecht, oktober-november 1886 en z.j.; J.C. Beth, rechtshistoricus en archivaris, 1901-1912; J. Béthune, oudheidkundige in Kortrijk, 1893-1902 en z.j.

28 W.K.M. Beugel, 26 februari 1896; H.A. van Beuningen, voorzitter van de Kamer van Koophandel te Utrecht, voorzitter van het bestuur van een Utrechts museum, 1884-1885, 1903; P. van Beurden, pastoor te Losser, 7 april 1913; J.G.S. Bevers, minister van Waterstaat, 1908-1909; Bevers-Zahn, zie: Zahn; van Bevervoorde, zie: Engelbert van Bevervoorde; J. van Beyma, 20 maart 1885; Beijnen, 1886-1887; G. Beijnen, z.j.; J.Th.

Beyssens, 1910; G. von Bezold, 10 mei 1897; C.J.A. Bichon van IJsselmonde, z.j.; J.

Bienbar, kunsthandelaar in Brussel, 1877-1878; J.J.W. van den Biesen, advocaat te Amsterdam, lid van de Tweede Kamer, 22 juni 1896; J.W. van den Biesen, advocaat te Breda, lid van de Eerste Kamer, 1901, 1907; P.J.J. van den Biesen, advocaat te Amsterdam, 8 januari 1908.

29 W.L. van den Biesheuvel Schiffer, procureur-generaal van het gerechtshof van Drenthe, bestuurslid van het provinciaal museum voor Oudheden in Drenthe, adviseur inzake Drentse gemeentewapens, 1880-1901 en z.j.

30 A. Billekens, pastoor in Broekhuizen, september 1909; A. van Binckhorst, broer van E. van Binckhorst, 1900-1904; E. van Binckhorst, studievriend, later wonend in Alexandrië, 1860-1899; H. van Binckhorst-van der Maesen de Sombreff: zie:

Maesen; M. Bintelen, 28 juni 1911; W.F. Bischoffsheim, bankier, 6 juni 1870; Daisy Bissinger, 25 augustus 1914; G. Blanken, dank voor condoleance, mei 1913; W.

Smissaert-Blanken, 1872-1911 en z.j.; Blechmann, 26 augustus 1880; J. Bleekrode,

opticus, 19 juni 1894; D. Bles, kunstschilder, 1870-1889, 1899; Wed. J.A. Bles, 27 december 1893; A.C. Bleijs, bouwkundige, inzake monumenten, 1877-1899.

31 P.J. Blok, hoogleraar geschiedenis te Leiden, 1879-1912 en z.j.

32 Blooker, 1899; J.J. Boas Berg, antiquair en veilinghouder, 1876-1905; Th. E.A. de Bock, kunstschilder en auteur, 1895; Kanunnik Bodau, 13 maart 1904; W. Bouvin-Boddaert, 1 maart 1908; W. Bode, museumdirecteur, 1874-1884; Van Boecop, 19 november 1884; J. van Boecop, 1881-1882; P. van Boecop, 1884; Prof. Böhl, afzegging visite in Oostenrijk, z.j; J. Boehl, zie: Verschuer; J. Böhtlingk, Arnhem 15 december 1878.

33 A. Boelens, "paradijsdichter," werkzaam in Den Haag, 1895-1915; A.E. van Boelens van Eysinga, 25 februari 1903; J.H. van Boelens van der Haer, 21 april 1892; B.H.S.M.

von Bõnninghausen, pastoor in Rotterdam, 1903-1904; De Boer en Zn, kunsthandelaar, 1885-1887 en z.j.; K. de Boer Hzn, hoofdopzichter van de universiteitsgebouwen te Leiden, 1876-1902 en z.j.; M.G. de Boer, historicus, 16 novem-ber 1900; T.J. de Boer, 9, 14 oktober 1895.

34 J.W. Boerbooms, architect te Arnhem, en zijn weduwe, 1884-1900 en z.j.; L. Boeren, 12 oktober 1914; F.H. Boersma, kunsthistoricus, 1894-1898; H.L. Boersma, directeur van de katholieke ambachtsschool te Den Haag, 1875-1902 en z.j.; weduwe H.L.

Boersma, 14 november 1904; W.H. Bogaardt, katholiek politicus in Breda, 1913-1915;

A.M. Bogaerts, 17 maart 1893; Alwina Brantsen-Bohlen, z.j.; De Boissy, 16 oktober 1863; R.C. van Bokhoven, directeur van het Pensionaat St. Nicolaas te Oss, 1 juni 1909; J.A. Boland, medewerker aan het Rijksprentenkabinet, 1890-1911.

35 A.C. Bondam, rijksarchivaris in Noord-Brabant, 1885-1896.

36 A.C. Bondam, 1897-1908 en z.j.

37 A. Bonhomme, medewerker aan het rijksarchief in Limburg, 9 maart 1897; W.

Bonnat, Franse kunstkenner, 1872, 1890; H. van den Boogaard, rector van een religieus instituut in Groningen, 25 januari 1885; C. Viruly-Boogaert, dankbetuiging voor deelneming met het overlijden van haar echtgenoot M. Viruly, 5 februari 1895;

C.H.B. Boot, kunstschilder en docent aan een tekenschool, 1875-1895; A.P.R.C. van der Borch van Verwolde, lid van de Tweede Kamer, 1892-1894; A. Boreel, met plattegrond van zijn hotel in Madrid, 23 augustus 1882; A. Snouck Hurgronje-Boreel, uitnodigingen voor diners, 1888, 1889; A.C.H. van Goltstein-Hurgronje-Boreel, 1886-1909 en z.j.; J.W.G. Boreel van Hogelanden, burgemeester van Haarlem, lid van de Tweede Kamer, 1879-1897 en z.j.; S. Boreel-Langdon: zie: Langdon; Borghese Monbel, 5 augustus 1905.

38 Mevr. Bos, 28 augustus 1891; D. Bos, Vrijzinnig-democratisch lid van de Tweede Kamer, 14 februari 1908; J. Bos Wzn, kunsthandelaar in Utrecht, 1886-1896; J.

Bosboom, kunstschilder, 1875-1892 en z.j.; E. van den Bosch-van Hardenbroek, zie:

Hardenbroek; J.L.P. Bosch van Drakestein, 1904-1907; L. Bosch van Drakestein, 20 juni 1893; W.F.H.J. Bosch van Drakestein, 1908-1909; H. Bossaert, advocaat, 24 juli 1898; M. Bosse, fotograaf, 1875-1886; J.P. van Bosse, studievriend,

beleidsmedewerker bij het ministerie van Financiën, ontwerper van muntbiljetten e.d., 1862-1891 en z.j.; J. Bosscha (?), uitnodiging voor een diner met astronomen, 14 augustus 1875.

39 J.F.H. Bouchette, fabrikant van penningen en medailles, 1898-1905 en z.j.;

L.B.Ph.M.Th. van Voorst tot Voorst-de Bounam de Ryckholt, 1903-1913; J.J.L.

Bourdrez, architect voor de monumentenzorg in Zeeland, 1893-1897; L.G.N.

Bouricius, gemeentearchivaris in Delft, 1910-1914; L.J. Bouricius, januari 1875; Ada Bouvin, 1903-1911; Heimeld (?) Bouvin, 7 mei 1914; Henriëtte Bouvin, 1906 en z.j.;

M.J. Bouvin, arts, 1903, 1906; B.J. Bouwmeester jr., tekenonderwijzer, 1881-1883; M.

Bovieri, auditeur van de apostolische internunciatuur, 1894 en z.j; L. Boyaval, 1877-1897 en z.j.; H. Boyens, 7 januari 1906; Bozon, schoolvriend, 14 juni 1854.

40 C.H. Braams, eigenaar van kunstwerken, 1888, 1893; Clotilde Brade, april, december 1883; E. Brans, 19 december 1880, A. Brants, griffier van Provinciale Staten in Gelderland, redacteur van Sepp's Beschrijvingen en afbeeldingen van

Nederlandsche Vlinders, 1888-1915 en z.j.; M. Brants, 28 mei 1914; M.A. Brants, 26 oktober 1904; B. Brasser, 20 november 1908; W.M. de Brauw, 1880, 1882-1896 en z.j.

41 A. Bredius, 1880-1882.

42 A. Bredius, 1883-1884.

43 A. Bredius, 1885-1886.

44 A. Bredius, 1887-1889, 1897, 1899 en z.j.

45 J.J. Bredius, 1880-1882; Brender à Brandis, ambtenaar bij openbare werken te Maastricht, inzake diverse monumenten, 1880, 1888; C. van Breugel Douglas, 1881-1892; J.C. von Briel Sasse, kantonrechter te Woerden, vanaf 1902 in Schiedam, 1897-1911; I.C.M.A. Michiels van Verduynen-van Brienen, 1885-1889; Baronesse van Brienen-van Tuyll van Serooskerken: zie: van Tuyll van Serooskerken; E.J. Brill, boekhandelaar en uitgever te Leiden, 1880, 1894; J. ten Brink, auteur en letterkundige, 1873-1901 en z.j.; J. ten Brink, 23 augustus 1905; P. en E. van den Broek d'Obrenan, op visite vanuit Parijs, 6, 20 juni 1879; Gerard. Brom, 1910; Gisbert Brom, redacteur van het dagblad Het Centrum te Utrecht 1899-1911 en z.j.; fa. G.B.

Brom, Atelier voor Kerkelijke Kunst te Utrecht, 1890-1902; J.Eloy Brom, zoon van Jan Brom, 1914-1915.

46 Jan H. Brom, edelsmid in het Atelier voor Kerkelijke Goudsmeedkunst te Utrecht en correspondent op het gebied van monumentenzorg, 1893-1904.

47 J.H. Brom, 1905-1913 en z.j.

48 J. Bron, 23 juni 1885; Brondgeest-Achternbusch: zie: Achternbusch; Mevr. Meiners-Brondgeest, vraagt aquarellen terug uit de aan het Rijk nagelaten verzameling van jhr.mr. P.A. van der Velden, 15 februari 1892; S.K. de Bronovo, inzake bedrog, 10 september 1885; W.P. Brons, opzichter bij de bouw van het Rijksmuseum, 1887-1893; H. Brooke Low, 1880; P. Brooshooft, (student-)auteur, 1869, 1874; A.J.

Brouwer, pastoor, inzake de student Kersbergen, 23 september 1887; J. Brouwers, emeritus-pastoor te Well, 1879-1885; J.W. Brouwers, pastoor te Amsterdam, 1882-1891 en z.j.; R. Brücher, vicaris te Hildesheim, 30 oktober 1906; G.A. van der

Brugghen, kunsthandelaar, 1882-1888; H. Brugmans, historicus, onderdirecteur van de Koninklijke Bibliotheek, 1892-1914; Th. Bruining, 23 december 1875; J.A. Bruins, studievriend, 5 april 1869.

49 C.W. Bruinvis, stadsarchivaris en historicus van Alkmaar, 1875-1915 en z.j.

50 M.J. Brusse, journalist en auteur, januari-februari 1908; E.M. van Andringa de Kempenaer-de Bruyn, echtgenote van D.W. van Andringa de Kempenaer jr, 1913-1915 en z.j.; Gebroeders De Bruijn, 27 mei 1903; T.L. de Bruyn-Segers, antiquair, 1886-1903; J.N.A. Bucaille, burgemeester van Groningen, 1884-1889 en z.j.;

Buckhorst (?), 1 juni 1859; F. Buffa en zonen, handelaars in prenten, 1886, 1899.

51 Charlotte Storck-Bujatti, echtgenote en weduwe van J.C. (von) Storck, 1886-1916.

52 F. Bulens, toezending van een miniatuurportret uit Brussel, mei, juni 1901; J.

Bultman, kunstschilder, 1913, 1915; A. Bundam (?), 8 november 1879; E. de Burbure de Wesembeek, juni 1900; M.M.S.G. (Rita) de Burbure de Wesembeek, 1898;

O.E.F.M. de Burbure de Wesembeek, eigenaar van het kasteel Wezembeek bezuiden Brussel, 1903-1910 en z.j.; Th. Bureau, directeur de l'Ecole industrielle te Gent, 1883-1884; G. Burman Becker, ambtenaar op het Deense ministerie van Cultuur, 1889-1890; A. van Burmania Rengers, zie: Rengers; J.A. Burnier, toonkunstenaar, 23 december 1904; F.W. Burton, over schilderijenrestauratie volgens de methode-Pettenkofer, 9 augustus 1876; H.Ph. Buschhammer, kunsthandelaar, 1891-1915; R.M.

Buschhammer, 3 juni 1899; C. von dem Bussche Streithorst-van Hardenbroek, zie:

Hardenbroek; A. Buys, letterkundige, 1884, 1886; A.G.A Buijs, juni, september 1893 J.Th. Buys, hoogleraar te Leiden en redacteur van De Gids, 1865-1873, 1891 en z.j.

53 L. Muller Massis-de Bye, biedt een groepsportret met Cornelis de Witt te koop aan, 1873-1874; C.H. van Bylandt, secretaris van Prins Frederik, hofmaarschalk van de Vorst van Wied, 1877, 1897; C.J.E. van Bijlandt, gedeputeerde van Zuid-Holland, lid van de Tweede Kamer, 1876-1899; C.M.E.G. van Bylandt, Nederlands gezant in Londen 1879-1881; D.L. van Bylandt, 1877-1902; Elisabeth van Bylandt-van Rechteren Limpurg, zie: Rechteren; F.W.C.P. van Bylandt, 1874-1906 en z.j.; O. van Bylandt, 1888-1914 en z.j.; W.P. van Bylandt, 1898, 1913.

54 J.F. Bijleveld, rijksarchivaris in Gelderland, 12 maart, 23 september 1900; J.H. van Bijleveld, 22 december 1914; J.L. Bijmolt, 24 oktober 1895; J. C. Bijsterbos, rapporteur inzake monumenten in Overijssel, 1870-1894; Bijvanck, 19 augustus 1876; W.G.C. Byvanck, bibliothecaris van de Koninklijke Bibliotheek, 1896-1913 en z.j.

C

C

54A E. Caffarelli, 6 november 1911,1912; H.C. Calkoen, 1894-1906; A.J. Callier, vicaris-generaal te Haarlem, z.j..

55 M.J.A.G. Campbell, bibliothecaris van de Koninklijke Bibliotheek, 26 april; 1874; J.S.

Canoy, pastoor in Thorn en deken in Schinnen en Baexem, 1894-1910 en z.j.; G.H.E.

Balfour van Burleigh-Cantzlaar, betreft de verkoop van portretten, februari-maart 1885; A.J. Capel, bouwkundig opzichter, 1902-1909; H.H. van de Capelle,

studievriend 1869, 1872; P.L. Carget, ancien député, z.j.; I.M.J.V. Carlus (Moeder Elisabeth), overste van een weeshuis in Maastricht, 1908 en z.j.; Carnot, Parijs 27 juni 1908; J.W. Carrière, biedt schilderijen te koop aan, 8 september 1875; A.

Carstanjen, gastheer in Bad Godesberg, 3 juli 1876; H.G. de Caster, 26 november 1907; G. Caullet, stadsbibliothecaris en uitgever in Kortrijk, 1907, 1913 en z.j.; E.W.

Harris-Chambers, echtgenote van de Britse ambassadeur, 2 maart 1874 en z.j.

56 P.D. Chantepie de la Saussaye, hoogleraar theologie in Leiden, redacteur van het tijdschrift Onze eeuw, 1901-1902; F.J. Chapar, schilderijenrestaurator, 11 januari 1889;

J.R.M.C. de Chestret de Haneffe, burgemeester van Donceel (België), 1881, 1901; T.

Cigliano, medicus in Napels, 22 januari 1904; Th. van Cina, kunstschilder en eigenaar van een 18e-eeuws huisorgel, 11 april 1905; W. van Citters, belangstellende in architectuur, Zuid-Afrika, september, november 1895; W. Claassen, voorzitter van verschillende verenigingen ter behartiging van betrekkingen met Nederland in België, 23, 27 juni 1910; S.A.B. Clarke, 4 augustus 1908; P. Clemen, Provinzial-Conservator der Rheinprovinz, later voorzitter der Monumentenraad aldaar, 1896-1912; A. Clifford, 9 november 1900; H.A. Clifford, aangetrouwde neef en

hofmaarschalk van koningin Wilhelmina, 1902, 1904; G.H. Clifford, vanuit Bergen op Zoom, 11 februari 1883; H. Clouzot, kunsthistoricus, 29 april 1907; Coenen,

gelukwens met zijn verkiezing tot lid van de Tweede Kamer, 14 juni 1901; J.M.

Coenen, 1894, 1901; J.R. Cohen van Assen, kunsthandelaar, 1910; H.T. Colenbrander, historicus en medewerker aan het Algemeen Rijksarchief, 1898-1911 en z.j.

57 E. Colinet, kunsthandelaar in Ixelles, en weduwe E. Colinet, 1877-1879, 1894; H.

Colijn, dank voor gelukwens, januari 1911; Compagnie des Bronzes, Brussel, Den Haag, 1882-1887; Compris, zie: Simson; V. de Constant Rebecque, over de eventuele aankoop van een beeld van Teixeira de Mattos voor het Rijksmuseum, z.j.; C. van Schijndel-Cools, 17 januari 1894; J Cools, kunsthandelaar, 1889, 1893; P.W.A.Cort van der Linden, minister-president, 19 januari 1914; R. Corten, directeur van het

Colijn, dank voor gelukwens, januari 1911; Compagnie des Bronzes, Brussel, Den Haag, 1882-1887; Compris, zie: Simson; V. de Constant Rebecque, over de eventuele aankoop van een beeld van Teixeira de Mattos voor het Rijksmuseum, z.j.; C. van Schijndel-Cools, 17 januari 1894; J Cools, kunsthandelaar, 1889, 1893; P.W.A.Cort van der Linden, minister-president, 19 januari 1914; R. Corten, directeur van het