• No results found

Thijs Bergsma, Gerrit Kersten, Artemis Lianouridis Debbie Nuijten, Mark Ravesloot, Meike Sauter

2. De verstedelijking van het rurale gebied

Het landelijke gebied in Nederland heeft na de Twee- de Wereldoorlog grote veranderingen ondergaan. Om in de voedselproductie van Nederland te kunnen voorzien werd vrijwel het gehele landelijke gebied van Nederland geoptimaliseerd en geïntensiveerd voor de landbouw door middel van ruilverkavelingen, kunst- mest en bio-industrie. Vanaf de jaren tachtig lijkt de- ze betekenis van het landelijke gebied steeds kleiner te worden, omdat door de groeiende globalisatie voedsel voor veel minder geld uit andere delen van de wereld gehaald kan worden. Momenteel krijgt het landelijke gebied op een andere manier opnieuw veel aandacht. Door de groeiende welvaart, mobiliteit en vrije tijd heeft het landelijke gebied zich geopend voor de stedeling. Daar waar er in de jaren tachtig een steeds negatiever beeld ontstond van het landelijke gebied, lijkt dit beeld nu weer de positieve kant op te draaien. ‘Een meerderheid van de Nederlandse bevol- king heeft weer een positief beeld van het platteland.’ (Van Dam et al., 2002, p. 465)

Landelijk gebied in onderzoeksvormen

Landelijk gebied en platteland zijn woorden die in het alledaagse taalgebruik voorkomen. Het landelijke gebied is al lange tijd onderwerp van verschillende geografische en sociologische studies. Een belangrijke vraag waar veel van deze studies zich mee bezighou- den is wat dat landelijke gebied nu eigenlijk precies is. In vrijwel alle studies concludeert men dat het lande-

lijke gebied onlosmakelijk verbonden is met het ste- delijke gebied. Maar een precieze definitie van het landelijke dan wel stedelijke gebied is moeilijk te ge- ven. Waar begint bijvoorbeeld de één en waar eindigt de ander en gebruikt men daar de bevolkingsdicht- heid, de hoeveelheid agrarische bedrijven of het aan- tal voorzieningen als criterium voor?

Ook op sociaal vlak is het onderscheid vaak moeilijk aan te geven, aangezien er veel overlap bestaat tussen

landelijke en stedelijke gemeenschappen. Aanvanke- lijk is geprobeerd om door objectieve criteria het on- derscheid tussen landelijke en stedelijke gebieden te definiëren, maar keer op keer liep men tegen pro- blemen aan.

De laatste jaren is er een nieuwe vorm van onderzoek in opkomst. Onderzoekers proberen tegenwoordig niet langer een grens te trekken tussen landelijk en stedelijk gebied en sociologen proberen niet langer de essentiële karakteristieken van een ‘rurale’ maat- schappij te achterhalen die het stedelijke gebied niet zou hebben en omgekeerd. In plaats daarvan probeert men nu te achterhalen hoe bepaalde plaatsen en ob- jecten als zijnde landelijk worden geïnterpreteerd en wat voor een effect dit heeft op het alledaagse leven van mensen. De ervaringen, percepties en opinies van mensen met betrekking tot het landelijke gebied spe- len hierbij een essentiële rol. Door middel van dit sociaal onderzoek probeert men te onderzoeken waar mensen aan denken bij het concept ‘landelijk gebied’ en welke beelden daarbij opgeroepen worden. De beelden die opgeroepen worden beschouwt men daarbij als zijnde ‘landelijk’ of ‘stedelijk’. Deze beel- den worden als uitgangspunt voor verder onderzoek genomen.

Constructvorming

Het landelijke gebied bestaat niet zonder er een bete- kenis aan toe te kennen. Het landelijke gebied is een mentaal construct. De vraag die hierbij gesteld kan worden is van welke groepen mensen de betekenissen

worden toegekend bij het maken van beleid en het doen van onderzoek. Lange tijd waren het de deskun- digen en wetenschappers die in het beleid bepaalden welke betekenis en waarden er aan ruimtes gegeven werden. Vaak was het echter moeilijk om op deze manier het landelijke gebied te definiëren. Het lande- lijke gebied is namelijk ruimtelijk en sociaal zo divers, dat een universele objectieve beschrijving moeilijk te geven is.

Het landelijke gebied is daarom het best te beschrij- ven als een sociaal construct. Daarmee wordt een ge- bied ‘landelijk’ op het moment dat mensen die ermee te maken hebben het als landelijk beschouwen. ‘Lan- delijk’ is dus een construct dat mensen in hun hoofd hebben. De ideeën die mensen over het landelijke gebied hebben, zullen per individu verschillen. Een belangrijk kenmerk van het concept ‘landelijk gebied’ is dat het de laatste jaren in Nederland bij de meeste mensen een positieve lading heeft. Diverse onderzoekers beweren zelfs dat er tegenwoordig ge- sproken kan worden van een landelijke idylle in Ne- derland. Mentale constructen zijn echter niet statisch, maar veranderen in tijd en plaats. Ook het landelijke gebied is geen statisch gegeven. Juist in deze tijd zijn er tal van ontwikkelingen die op het landelijke gebied afkomen. Veel van deze ontwikkelingen zijn het ge- volg van de idylle die er momenteel lijkt te bestaan. Daarom is het nuttig om te onderzoeken in welke mate het construct dat mensen hebben van het lande- lijke gebied open staat voor ontwikkelingen.

Effect van de urbanisatie

Het landelijke gebied verliest steeds meer de agrari- sche functie die het oorspronkelijk heeft gehad. Veel boerenbedrijven zijn al gestopt of stoppen er de ko- mende jaren mee. Toch bestaat er momenteel een zeer positief beeld van het landelijke gebied. De effec- ten van dit positieve beeld uiten zich vooral in een toenemende urbanisatie. ‘Urbanisatie is een complexe interactie van verschillende processen die het land- schap, dat gevormd is door rurale activiteiten, om- vormen tot een stedelijk landschap.’ (Antrop, M., 2000, p. 257)

Het landelijke gebied ligt door de toegenomen wel- vaart, vrije tijd en mobiliteit binnen handbereik van de stedeling. Deze urbanisatie uit zich op meerdere manieren. Voor dit onderzoek is een driedeling ge- maakt tussen landschappelijke, functionele en soci- aal-culturele veranderingen van het landelijke gebied die het gevolg zijn van een toenemende urbanisatie. Door de positieve associatie die veel mensen hebben met het landelijke gebied, voelen velen zich tot dit gebied aangetrokken. Dit leidt op zijn beurt weer tot een migratie van stedelijke gebieden naar meer lan- delijke gebieden. Meestal is dit voor een tijdelijk ver- blijf, bijvoorbeeld voor een fietstocht of een overnach- ting op een camping, maar de vraag naar woningen in het landelijke gebied voor een permanent verblijf neemt ook sterk toe.

Het landelijke gebied verliest steeds meer zijn mono- functionele, agrarische karakter. Hiervoor in de plaats krijgen onder andere functies als natuur, water en

cultuurhistorie een steeds belangrijkere plek in het landschap. Het landschap wordt op deze manier meer divers, bijvoorbeeld door de aanleg en reconstructie van bosjes, knotwilgen, boomgaarden en beekdalen. Dit werkt een toenemende recreatie in de hand. Dit toenemende recreatieve gebruik heeft ook zijn weer- slag op het landschap in de vorm van fietspaden, picknickbanken, minicampings en ruiterpaden. Door deze functionele diversiteit krijgt het landschap een afwisselende aanblik.

De urbanisatie heeft ook zijn weerslag in de sociaal- culturele eigenschappen van het landelijke gebied en de landelijke gemeenschappen. Vooral mensen uit de stad die zich permanent in het landelijke gebied ves- tigen zorgen voor een verandering van de sociale structuur in de omgeving. Het landelijke gebied in Nederland krijgt hiermee in toenemende mate de functie van een stedelijk uitloopgebied.