• No results found

Bas van Leeuwen, Esther van der Linden, Sander Muns Marlon Pijpelink, Liesbeth de Theije, Jolanda in ’t Veld

4. Representatie en beleving van het landelijke gebied

‘Clear your mind and think of the word ‘rural.’ What image do you see?’ zo begint Micheal Woods met zijn

artikel ‘Defining the rural’. Met dit begin van zijn ar- tikel probeert Woods een eye opener the maken naar de definitie van het begrip ‘rural’ dat zich nog niet gemakkelijk laat vangen in een bepalende definitie. Dit geldt eveneens voor de definitie van het begrip platteland. Het blijkt dat het beeld van het platteland bij mensen nogal verschillend is. Bij mensen in het westen van het land leeft al gauw het beeld van bloembollen, glastuinbouw, polders en droogmake- rijen. Terwijl mensen uit het noorden van Nederland meer in de richting denken van grootschalige land- bouwproductie en ruimte, het beeld van droogmake- rijen en bedijking leeft in de noordelijke provincies veel minder. Het beeld dat het landelijke gebied bij mensen oproept is niet alleen op grote afstand ver- schillend maar kan ook al grote verschillen op lokaal niveau met zich meebrengen. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de beleving van het platteland en het beeld wat het landelijke gebied bij mensen (uit de Stedendriehoek) oproept.

De betekenis van het landelijke gebied

Steden zijn fantastische uitvindingen. Nergens is zo veel te beleven, is er zo veel vernieuwing en intens openbaar leven. Veel mensen genieten van de magie van de grote stad. Maar mensen hebben contrasten nodig. Een stad is pas compleet als hij naast alle hek- tiek ook rust en ruimte kan bieden. Deze rust en ruimte kunnen geboden worden in de vorm van een toegankelijke landelijke gebied.

ke gebied in relatie met de stad. Een relatie die ge- bouwd is op contrasten. Echter is de functie van het landelijke gebied in de loop der jaren veranderd. In de afgelopen decennia heeft het landelijke gebied een transformatie ondergaan van agrarische productie ruimte naar een multifunctionele consumptie ruimte. Naast de bestaande agrarische en natuurfunctie van het landelijke gebied heeft de groene ruimte zich voornamelijk ontwikkeld tot recreatiegebied. Jaarlijks trekken vele mensen, voornamelijk stedelingen, het landelijke gebied in om zich te ontspannen, te genie- ten van natuur en cultuur, op zoek te gaan naar fysie- ke uitdaging of om educatieve redenen. Deze recrea- tieve activiteiten verschillen van een korte wandeling, fietstocht of bezoek aan een manege tot langdurige (kampeer)vakanties. Met name de minder verstede- lijkte provincies als Drente, Groningen, Friesland en Zeeland zijn zeer in trek als vakantiebestemming, terwijl het landelijke gebied rondom de steden zich meer heeft ontwikkeld tot de achtertuin van de stede- ling, waar de stedeling even kan ontsnappen aan de dagelijkse hektiek. Dat het landelijke gebied als recre- atiegebied wordt gebruikt blijkt wel uit de volgende reactie op de vraag ‘gaat u zelf wel eens recreëren in de omgeving?’ ‘Ja, ik ga wel eens fietsen of toeren met de motor of auto, maar in de zomer is het wel file rij- den, belachelijk toch?’ Uit deze reactie blijkt wel dat het landelijke gebied tijdens mooie zomerdagen erg in trek is als recreatie gebied. Ook de anderen res- pondenten geven aan wel eens te recreëren. Het al oude fiets- en wandeltochtje is hierbij het meest po- pulair, daarnaast worden ook het zwemmen en

schaatsen genoemd. Tevens blijkt uit de interviews dat ook nieuwe vormen van recreatie populair zijn zoals mountainbiken en skeeleren. Opmerkelijk is wel dat een aantal respondenten aangeeft liever nog verder het landelijke gebied in te trekken; ‘Ik fiets er heel veel in de zomer, doe ook mee aan de Fietsvier- daagse en ik schaats veel in de winter. Al vind ik het gebied de Achterhoek in mooier’.

Ondanks dat de functieverandering van het landelijke gebied zichtbaar is, geeft slechts een van de respon- denten ontspanning aan als functie van het landelijke gebied. De overige respondenten antwoorden dat het landelijke gebied toch voornamelijk een agrarische functie heeft in combinatie met natuur. Op de vraag ‘wat vindt u de belangrijkste kenmerken van het lan- delijke gebied?’ worden de volgende begrippen ge- noemd: vee, boerderijen, weilanden, akkers en natuur. Daarnaast wordt ook kleinschaligheid en ruimte als belangrijk kenmerk benoemd.

Definitie van het landelijke gebied

De transformatie van het landelijke gebied van agrari- sche productieruimte naar een multifunctionele con- sumptieruimte heeft niet alleen de scheidingslijn tus- sen stad en land doen vervagen maar ook de definitie van het landelijke gebied, want behoort het Groene Hart nog wel tot het landelijke gebied of heeft het zich inmiddels ontwikkeld tot een ruim opgezette stad? De vraag is dan ook wanneer spreken we van een landelijk gebied of van het platteland en wanneer spreken we van een stedelijk gebied. Het landelijke

gebied laat zich op grove wijze door drie factoren de- finiëren:

Populatie dichtheid

De populatiedichtheid wordt vaak gebruikt om het landelijke gebied te definiëren. Een lage concentratie van de bevolking typeert het landelijke gebied. Ook de respondenten typeren het landelijke gebied door een lage bevolkingsconcentratie. Echter lijkt de be- volkingspopulatie niet een sluitende definitie te ge- ven. Klarenbeek heeft immers heeft een hogere be- volkingsconcentratie dan sommige steden in Fries- land of Groningen.

Sociale en culturele structuren van leefgemeenschappen

Het landelijke gebied wordt getypeerd door zijn kleinschaligheid met sterke sociale structuren waarin de cultuur door een brede historie verankerd is. Deze sterke sociale structuur wordt ook gewaardeerd door de respondenten uit ons projectgebied. Zij geven de sociale structuur aan als een van de pluspunten van het landelijke gebied. Het massale van de stedelijke structuur zien zij dan ook als bedreiging. Het is dan ook de schuld van de stedelingen dat de deur op slot moet terwijl deze vroeger altijd open stond voor ie- dereen.

Functie

Als laatste kunnen we het landelijke gebied vooral definiëren door de karakteristieke functies als agrari- sche productie en natuur. Maar door een sterke ont- wikkeling is de ruimtelijke functie van het landelijke

gebied veranderd naar een multifunctioneel landge- bruik waarbij agrarische productie, wonen, recreatie, waterbeheer en natuur onder andere deel uitmaken van de ruimtelijke invulling.

De betekenis van het landelijke gebied blijkt vooral te worden gevormd door onze perceptie of waarneming, welke vorm krijgt door invloeden als waar we wonen, werken, op vakantie gaan, ons sociale netwerk en wat we zien en lezen in de media. In de perceptie van de geïnterviewde ouderen zien wij dat zij de stad als een bedreiging zien. Deze mensen zijn veelal geboren en getogen in het landelijke gebied. Door hun ervarin- gen en referentiekader interpreteren zij de toene- mende verstedelijking als een bedreiging voor hun leefomgeving. De geïnterviewde jongeren zien de ontwikkeling van de steden niet als een bedreiging. Dit heeft deels te maken met hun beperkte referentie op de schaal van de tijd en deels met hun interactie met het stedelijke gebied. Jongeren komen over het algemeen meer in contact met de stad dan de oudere bewoners van het landelijke gebied. De jongeren be- zoeken de stad om te studeren, sociale contacten op te doen, uit te gaan en om te winkelen, terwijl ouderen vaak meer binnen de dorpsgemeenschap blijven en slechts in uitzonderlijke gevallen de stad opzoeken. De ouderen hebben de bebouwing gedurende de loop der jaren zien toenemen. Zo haalt een van de respon- denten het voorbeeld van zijn eigen leefomgeving aan: ‘vroeger stonden hier maar vier huizen op deze weg, vandaag zijn dat er zeker vijftig’. Daarnaast zijn de oude landbouwgronden van deze zelfde oud agra-

rische ondernemer al in het bezit van de gemeente, ze zijn aan de gemeente verkocht ten behoeve van de nieuw te bouwen nieuwbouwwijk. ‘Als het zo doorgaat wordt Klarenbeek een buitenwijk van Apeldoorn, maar dat zullen wij niet meer meemaken’.