• No results found

Verslagen interviews

In document Midden en Klein bedrijf Risicomanagement (pagina 95-118)

A. Leering bestaat uit Apparatenbouw BV, Plasmasnijden BV en Brandwerende Deuren BV. Bij De brandwerende deuren BV werken 8 personen, bij Plasmasnijden BV 20 en bij de Apparatenbouw BV zo’n 40.

Als alles goed gaat haalt het bedrijf een omzet van 18 tot 20 miljoen euro, maar mede door de crisis hebben ze vorig jaar een omzet van 12 miljoen gehaald.

Binnen de onderneming wordt vrij veel op gevoel gedaan. Uiteraard wordt er eerst overlegd en worden verschillende opties overwogen, maar als het gevoel uiteindelijk goed is, dan wordt iets doorgevoerd.

Risicomanagement

Meneer heeft wel eerder van risicomanagement gehoord, maar dan voornamelijk in de informele zin. Er zijn hem geen risicomodellen bekend.

Het bedrijf heeft te maken met financiële en operationele risico’s. Vooral met betrekking tot verzekeringen. De arbeidsinspectie heeft uiteraard betrekking op het bedrijf en er is sprake van een bedrijfsrisico in verband met gevaren in de werkplaats en aansprakelijkheidsstelling.

Er is geen bedrijfsplan, hooguit een visie voor één jaar.

De directie is uiteindelijk verantwoordelijk voor de omgang met risico’s. Hier zijn geen regels of procedures voor.

Meneer kent meer de details van de risico’s die verzekerd worden. Deze worden met de directie doorgenomen, of alles verzekerd is en wat ze verzekerd willen hebben. Soms wordt er nog een risicoscan door een andere verzekeringsmaatschappij gedaan qua aansprakelijkheid.

Met betrekking tot de arbeidsinspectie is er een risico-inventarisatie en evaluatie uit laten voeren door de Arbo-dienst. Die vervolgens aangeven waar het bedrijf nog wat aan moet doen. Hier komt dan weer een plan van aanpak met de uitvoerige details uit naar voren. Dit alles wordt wel vastgelegd.

Zo’n risicoscan wordt ongeveer één keer in de drie jaar uitgevoerd, want vaak liggen zaken als verzekeringen voor drie jaar vast. En dit moet dan niet gezien worden als een groot plan, maar vaak worden onderdelen afzonderlijk aangepakt. Het personeel wordt niet actief betrokken bij risicomanagement in de formele zin van het woord. Uiteraard met betrekking tot bijvoorbeeld de arbeidsinspectie worden ze wel betrokken en overige zaken die voor hun van belang zijn, maar niet op het gebied van financiën. Eén maal per kwartaal is er een (formele) kwartaalvergadering voor het voltallige personeel, waarbij de directeur-eigenaar toelichting geeft op de kwartaalcijfers, de lopende orders, hoe de marktsituatie is en eventueel arbo-zaken en personeelszaken die besproken moeten worden. Het personeel kan altijd vragen stellen aan de directeur en/of andere personen van die afdeling waar ze dan antwoord op krijgen.

Meneer is wel meer over risico’s na gaan denken in de loop van de jaren en dan met name met betrekking tot de risico’s op het gebied van verzekeren.

Het bedrijf heeft veel last gehad van de crisis, maar heeft geen speciale maatregelen getroffen door de gevolgen ervan.

Kenmerken van de onderneming

Het bedrijf bestaat 160 tot 170 jaar.

Op het moment is het bedrijf heel succesvol. De apparatenbouw BV heeft in geen tien jaar verlies gedraaid. Plasmasnijden BV is voor 2 of 3 jaar geleden nog genomineerd tot de beste bedrijven van Nederland, omdat deze hard groeit. Brandwerende deuren BV is eigenlijk de bekendste van de drie, maar qua budget en omzet staat dit bedrijf niet in verhouding tot de overige.

Verder wordt het succes afgemeten aan de vaste relaties. “Hoe denken de klanten over je”. De klanten die bij hen zijn geweest, blijven bijna altijd weer komen. Uiteraard zit er na 5 jaar wel verloop in, maar daarentegen zijn er ook klanten die er tien jaar geleden ook al waren. Men weet zeker dat zij niet de goedkoopste zijn, ze staan voor het leveren van een bepaalde kwaliteit. Het aantal jarig bestaan van het bedrijf speelt ook een rol. Ze zijn gegroeid de afgelopen jaren, maar dat kan uiteraard ook aan de vraag van de markt liggen. Dat wil niet altijd zeggen dat jou bedrijf zo goed is.

Meneer is 20 jaar bij het bedrijf werkzaam. Waarschijnlijk was er voor hem ook al wel sprake van het managen van risico’s, met name op het gebied van zaken verzekeren, maar toen was het allemaal niet zo uitgebreid. Tegenwoordig kun je overal aansprakelijk voor gesteld worden. Verder was het bedrijf bij zijn komst nog veel kleiner en dus was ook ‘risicomanagement’ minder nodig. Tegenwoordig staan er veel duurdere/grotere machines.

De diversiteit van het bedrijf (3 BV’s) is een stukje veiligheid naar de klant toe. Als één onderdeel van het bedrijf niet meer goed loopt, zullen ze niet direct failliet gaan.

Er wordt veel gecommuniceerd tussen de directeur en meneer, eigenlijk dagelijks over van alles en nog wat, alledaagse gebeurtenissen, maar ook belangrijkere zaken. Er vindt geen formele vergadering plaats. Alleen de kwartaalvergadering is dus wel formeel. Daarnaast heeft de directie wel een aantal formele vergaderingen, deze kan dan bijvoorbeeld gaan over een werkvoorbereiding. Op financieel gebied is het informeel, men gaat gewoon af en toe bij elkaar zitten en nemen dan de zaken door die doorgenomen moeten worden. Er worden dan niet expliciet zaken met betrekking tot de risico’s besproken.

Afstudeerscriptie

Sanne Lentelink 95 Augustus 2010

Het komt wel eens terloops ter sprake, zoals wanneer een risicoscan wordt gedaan, wordt dit wel eerst besproken. Maar dat is allemaal informeel.

De strategie of het doel van de organisatie is niet vastgelegd. Uiteraard is bij de kamer van koophandel bekend wat het doel van het bedrijf is, maar intern is dit niet vastgelegd. Het bedrijf heeft als doel de continuïteit te waarborgen en mensen aan het werk te houden, maar uiteindelijk draait het erom om een positief resultaat te behalen. En als deze er niet is, houdt de rest van de doelstellingen uiteraard ook op.

Het bedrijf kijkt wel een jaar vooruit en probeert wel een investering- en omzetbudget te maken. Zoals wat moeten de verkopers verkopen om aan die omzet te komen? Op deze manier is er wel een plan financieel gezien, maar daar houdt het dan ook mee op. Hier wordt uiteraard aan het einde van het jaar naar gekeken, zoals ook bij een plan van aanpak. Wel heeft zoals de afdeling verkopen wekelijks een overzicht van het aantal verkopen, wat is er gebudgetteerd en wat is er gehaald? Deze komt ook wekelijks bij de beleidsbepalers terecht. Verder worden er één maal per kwartaal kwartaalcijfers gemaakt, welke bij de directie terechtkomen. Wanneer blijkt dat de werkelijkheid niet in lijn loopt met het budget, wordt dit niet meteen aangepast, maar dit wordt ook veroorzaakt doordat het budget vrij goed in te schatten is. De enige echte onzekere factoren zijn de omzet (je weet niet precies wat je gaat verkopen) en de materiaalprijs (hier hebben ze geen invloed op), maar zaken als lonen, afschrijvingen etc. zijn aan het begin van het jaar wel ongeveer vast te stellen, mede op basis van voorgaande jaren.

Er zijn geen plannen of investeringen voor de toekomst. Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden worden niet vastgelegd. Over het algemeen is het wel duidelijk wie wat doet, maar het kan voorkomen dat hier af en toe wat verschuiving in zit.

Fase van de onderneming

Meneer denkt nu in de Survival fase te zitten, mede door de crisis. Maar als de markt weer iets aantrekt en de zwakkere concurrenten wegvallen, zal men al snel weer in de success-growth fase zitten.

Meneer ervaart dat op het gebied van interne zaken alles nu veel gemakkelijker gaat. Zaken worden wel overlegt, maar als je er de noodzaak van laat zien is er bijna altijd wel wat mogelijk. Er is ook wel wat veranderd sinds er een eigenaar-directeur op het bedrijf zit. Toen meneer bij het bedrijf kwam was er een gesalarieerde eigenaar-directeur. Hier tussen zit natuurlijk vaak een verschil. Een gesalarieerde directeur moet verantwoording afleggen over iets wat hij doet. Als een directeur-eigenaar beslist, hoeft hij ook aan niemand meer verantwoording af te leggen. Er zijn geen commissarissen. Daardoor zijn de lijnen weer wat korter geworden. De deur van de directeur staat altijd open. Alles is toch wel gemakkelijker geworden en gemakkelijker betekent in veel situaties toch wel een verbetering.

Kenmerken MKB Ondernemer

De directeur wil een goede werkgever zijn en hij streeft naar continuïteit. Verder is de directeur lid van een vakorganisatie en de golfclub. De directeur zit in het bestuur van de SMEOT, een opleiding met betrekking tot metaal. Hij probeert ook op de markt in te springen, maar het is niet zozeer dat hij erin voorop loopt. De directeur is ook behoudend. Hij wil niet helemaal vooraan lopen. Ze willen bijvoorbeeld wel groeien, maar gestaag. Af en toe een beetje de kat uit de boom kijken. De directeur handelt veel zaken zelf af. Hij neemt niet vaak risico’s, zo wel, dan is er altijd overleg. Hij werkt zelf actief mee en neemt de verantwoordelijkheid voor het hele bedrijf, zo werkt hij op afdelingen mee waar dat op dat moment bijvoorbeeld hard nodig is.

Eerst de klant, dan formele zaken, vooral in deze tijd, maar het is niet ‘de klant is koning’.

De directeur is nauw betrokken bij het personeel en voert eerst overleg, maar kan vervolgens snel beslissingen nemen. Hij kiest voor gestage groei.

Type Branche

Het is een vrij risicovolle branche. De productiemedewerkers kunnen lichamelijke klachten krijgen, maar aan de andere kant spelen ook de metaalprijzen een rol, welke variabel en niet te beïnvloeden zijn.

De concurrentie is op het ogenblik haast moordend vanwege de scherpte. Normaal gesproken is er wel grote concurrentie, maar A. Leerling levert een goede kwaliteit en hoge leverbetrouwbaarheid, wat sommige klanten hoger waarderen dan een lage prijs. In de buurt zijn een aantal bedrijven die ook alleen RVS producten leveren, maar meneer ervaart de concurrentie als positief.

De branche en de ontwikkelingen daarin worden wel enigszins bijgehouden door de directeur, ook in verband met zijn functie bij de SMEOT.

Er is geen sprake van samenwerking met andere bedrijven.

Transactionele omgeving

De leveranciers worden periodiek bijgehouden. Volgens de LIoyd’s Register Quality Assurance moet je de leveranciersbeoordeling bijhouden, hoe is de leverbetrouwbaarheid? Is het een goede leverancier? Van een aantal bestaande leveranciers, waar al jaren zaken mee gedaan wordt, wordt dit niet meer bijgehouden, omdat je weet dat ze op tijd leveren.

Afstudeerscriptie

Sanne Lentelink 96 Augustus 2010

Aangezien ze vrij veel vaste bestaande relaties hebben, wordt er vanuit gegaan dat het afnemersbestand tevreden is. De wet- en regelgeving wordt wel bijgehouden, met name op het gebied van milieu, verontreiniging en geluidshinder.

Geen één van deze partijen vertoont een grote risicofactor voor het bedrijf, want als er klanten weg gaan, zijn er wel nieuwe weer te vinden. Vroeger was er wel eens een afnemer die voor 80% van de omzet stond, maar als deze weg ging kwamen er wel weer 4 of 5 anderen. Tegenwoordig staat de grootste afnemer nog voor 20 tot 40% van de omzet, maar dat kan ook weer per jaar wisselen.

Meneer is niet op de hoogte van wettelijke verplichtingen met betrekking tot het vermelden van risico’s.

Risico-denken is geen onderwerp van gesprek bij de bank en de accountant. Dat zegt misschien wel iets over A. Leering, de betrouwbaarheid en het lange bestaan.

Er lopen een aantal contracten met afnemers. Hierbij willen ze het risico van niet betalen ingedekt hebben. Hiervoor zijn ze kredietverzekerd bij Atradius.

De onderneming is niet afhankelijk van een bepaalde partij.

In verhouding met het totaal aantal ordernummers, zijn het aantal contracten verwaarloosbaar. Contracten worden per B.V. gefactureerd. De centrale afdeling administratie boekt de delen van uitlevering van contracten op de grootboekrekening termijnen. Pas als het gehele contract uitgeleverd is worden alle facturen van dit contract op termijnen gecrediteerd en op de rekening omzet geboekt. Op deze manier houden ze zelf zicht op de contracten.

Een nieuwe partij wordt gecontroleerd op kredietwaardigheid via de kredietverzekeraar Atradius. Als blijkt dat deze niet helemaal betrouwbaar is, omdat bijvoorbeeld de jaarcijfers van 2008 nog niet bekend zijn, worden er betalingsvoorwaarden gesteld.

Meneer geeft de onderneming een cijfer tussen de 8 en de 9 waarop er met risico’s omgegaan wordt, ondanks dat er weinig op papier staat. Het is natuurlijk ook geen hele grote organisatie en in veel gevallen ligt het risico bij de verzekeraar. Het enige risico dat men loopt is dat ze iets over het hoofd zien. Verder zijn ze bijvoorbeeld niet verzekerd voor machinebreuk, dus als deze stop staat is het risico voor de onderneming, maar dit is een bewuste keuze en dan is het ook geen probleem meer.

Afstudeerscriptie

Sanne Lentelink 97 Augustus 2010

Verslag Interview Deurwaarders- en Incassobureau Enschede Risicomanagement

Meneer Dobber heeft wel eerder van risicomanagement gehoord, maar weet niet specifiek wat het inhoudt. Misschien doen ze er wel aan, maar dan onbewust.

Hij verstaat niet echt iets specifieks onder de term risicomanagement, maar nadat ik er een definitie van heb gegeven en duidelijk heb gemaakt wat de 4 acties zijn waarop een risico aangepakt kan worden, ziet hij toch wel een aantal herkenningspunten. Ze zijn bijvoorbeeld voor een groot aantal zaken verzekerd. In hun beroepsgroep moet je al voor een groot aantal zaken verzekerd zijn en daarnaast hebben zij zelf ook nog heel veel dingen afgeschermd via verzekeringen. Als er toch dingen fout gaan, gaat het om kleine bedragen en nemen ze het risico op de koop toe en dragen zij het verlies daarin. Er zijn hem geen risicomodellen bekend.

Het bedrijf heeft voornamelijk met financiële risico’s te maken. Ze hebben een beroepsaansprakelijkheidsverzekering, aangezien ze veel met opdrachten werken die via tussenpersonen binnen komen. Stel als ze daar een fout in maken, bijvoorbeeld termijnen niet in acht nemen, of toch verkeerde dingen doen, dan kan dat een groot financieel risico voor de opdrachtgever met zich mee brengen, welke D-I E vervolgens aansprakelijk zal stellen. Door middel van de verzekering vervalt het risico. Ook de normale verzekeringen die elk bedrijf waarschijnlijk heeft, hebben zij ook, zoals de inboedelverzekering en computerverzekeringen.

Maar met name in de beroepsgroep zijn er dus voornamelijk de financiële gevolgen van verkeerde ambtshandelingen, zaken die niet goed behandeld zijn. Deze risico’s hebben geen invloed op het bedrijfsplan.

Verder is het niet zo dat zij specifiek beleid toepassen om bepaalde risico’s uit te sluiten. Ze hebben wel werkprocedures op papier staan, maar dat is niet zozeer gericht om die risico’s tegen te gaan. Deze houden in het algemene beleid die het kantoor heeft en hoe zij werken. Deze stel je wel zodanig op om risico’s en/of fouten te vermijden, maar ze gaan niet zozeer gericht te werk, van dat risico moeten we vermijden, dus dan passen we het beleid daar op aan.

Er is niet iemand specifiek verantwoordelijk voor het managen van risico’s, maar aangezien meneer Dobber de algemeen directeur is en de zaken bekijkt die fout gaan, of mensen die niet tevreden zijn, komt allemaal bij hem terecht, dus in die zin is hij er wel verantwoordelijk voor en constateert wat er anders moet gebeuren en past daar vervolgens de werkprocedures op aan. Hier zijn regels en procedures voor en deze zijn ook vastgelegd. Het meeste staat vermeld in het handboek, hoe er gewerkt moet worden en er wordt geprobeerd deze up-to-date te maken. Ook de collega-deurwaarders, overige directeuren, kijken hierna. Het is wel zo dat meneer Dobber het voortouw neemt en zaken komen als eerste bij hem. Als hij zaken tegenkomt waarvan hij denkt dat dat anders moet of ze lopen op een bepaald gebied te veel risico, dat mensen hun toch aansprakelijk gaan stellen, dan wordt dat in de directievergadering besproken. Ze hebben natuurlijk te maken met bepaalde regels die vanuit de beroepsgroep al gelden, je hebt wel een bepaald vrijheid daarin en het is altijd maar de vraag als je een opdracht krijgt, doe je bepaalde dingen wel op die manier of niet? En als je het dan niet doet, kan het zijn dat dit financiële gevolgen heeft voor de opdrachtgever, die je dan daar later toch aansprakelijk voor gaat stellen, maar dan heb je daar wel over nagedacht en is er beleid in om welke reden ze het niet doen en dit wordt ook teruggekoppeld aan de opdrachtgever.

Het personeel wordt niet actief betrokken bij risicomanagement, maar meestal als er al iets fout gaat dan zijn zij er meestal wel bij betrokken en het wordt ook met hun besproken, ook aangaande ‘stel dat er iets mis gaat’ waarom kon het mis gaan? Wat moeten ze anders doen? Zijn het echt fouten die ze gemaakt hebben of misschien is het een verkeerde werkprocedure die aangepast moet worden.

Meneer Dobber is niet meer aan risicomanagement gaan denken in de loop van de jaren. Ze gaan niet echt anders te werk dan een aantal jaren geleden. Uiteraard veranderd het werk wel, maar niet zozeer dat ze meer naar de risico’s moeten kijken of dat de risico’s groter worden.

Kenmerken van de onderneming

Het eerste deurwaarderskantoor was er in 1932.

Het bedrijf is op het moment succesvol. Dat wordt aan verschillende dingen afgemeten. Je kijkt natuurlijk naar het resultaat dat je elk jaar maakt, maar ook kijken ze naar de naamsbekendheid, hoeveel zaken ze elk jaar hebben.

Meneer dobber is zelf 14 jaar werkzaam bij DI-E, waarvan hij nu 5 jaar directeur is. Meneer is begonnen als jurist, toen langzaam opgeklommen. En pas de laatste 3 jaar is meneer verantwoordelijk voor de algemene gang van zaken. Hij wordt hierin niet gestuurd door de overige directeuren. Ze zijn alle drie gelijk en hebben allemaal hun eigen inbreng. Op gelijke voet kijken ze ernaar. Meneer is alleen het meeste op kantoor (5 dagen), dus komt ook het meeste tegen en is vaak het eerste aanspreekpunt.

De directie houdt elke week een directievergadering. Ook is het binnen het bedrijf gebruikelijk dat zaken terloops behandeld worden. Er wordt bij elkaar binnen gelopen als er even wat dingen besproken moeten worden. Het is niet formeel 1x in de week, het is maar net wat je tegenkomt.

Afstudeerscriptie

Sanne Lentelink 98 Augustus 2010

Verder is er één keer per maand een gezamenlijk werkoverleg met alle medewerkers.

Het overleg tussen de directeur en de voor hem verantwoordelijke afdelingshoofden, is afhankelijk van het feit of het noodzakelijk is. Maar dat zal wel ongeveer 1x in de maand zijn, meer informeel.

Er worden misschien indirect wel zaken met betrekking tot risico’s besproken, maar direct in ieder geval niet. Als er al sprake is van een risico, dan wordt dat altijd met de persoon zelf besproken en niet met de afdeling. Wanneer de fout wordt veroorzaakt door een werkprocedure, dan wordt het wel weer met de afdeling besproken.

In document Midden en Klein bedrijf Risicomanagement (pagina 95-118)