(en ci-devant belangrykste!) kolonien. De huizen aan Heeren- en Keizersgracht te
Amsterdam zyn van West-Indisch geld gebouwd. Er was 'n tyd dat de Westindische
Compagnie.... maar helaas, thans is Suriname een lastpost. Voor iemand die Oost
- Indie kent, is de armzaligheid van die kolonie kluchtig. Z. Exc. de Gouverneur van
West-Indie heeft minder belangryke zaken te besturen dan menig
controleur-civielgezaghebber in de Oost. Het Bestuur speelt daar dan ook 'n treurige
rol, armoedig! Maar er is misschien niets aan te doen, daar 't land gebrek heeft aan
de eerste voorwaarde van welvaart, aan handen. Ik stel me geen heil voor noch
van europesche kolonisatie, noch van chinezen-aanvoer, noch van Bengaalsche
koelies. Eigen bevolking heeft het land zoo goed als niet. Indianen en boschnegers
stryden in getal om den prys der onbeduidendheid, en, al ware dit anders, 't is
onbruikbaar volkje. Voor die 1½ man boschnegers is 't Gouvernement nog bang,
nota bene! Men houdt die canailles te vriend door geschenken of tribut in geld!
26 febr. '84.
Ik bedank u wel voor de drievoudige zending ‘Brazilie’ ‘Frau Jaïde’ en ‘Katharina’.
Het eerste is zeer interessant. Die Ryckevorsel is geestig, en toch (meen ik)
verstandig. Ik geloof dat z'n oordeel over die Z.A. toestanden juist is. Mutatis mutandis
kloppen zyn inzichten volkomen met wat ik uit Kappler's Guyana over die landen te
weten kwam. In Guyana is, om zoo te zeggen, geen bevolking, en wàt er is deugt
niet veel. Ook in 't reusachtig groote Brazilie is dit het geval. Rest: het land zelf.
Miasmen voor, miasmen na, overal ziekte, verslapping van energie, dood! Niet
gaarne zou ik geroepen zyn tot het geven van advies. ‘Immigratie’ zeggen de
meesten. Makkelyk gezegd. Wel zeker, waar geen handen zyn om te arbeiden,
moet men werkkracht aan- (in-) voeren. Simple comme bonjour! In Guyana heeft
men 't herhaalde keeren met Europeanen beproefd, en wel met Europeanen van
allerlei soort. Het lukte niet. Met Bengalezen. Met Chinezen. Alles te vergeefs! Die
laatste twee soorten van immigranten heeft men ook in Britsch Guyana. Overal is
de uitslag bedroevend. De oorzaken der mislukking zyn van velerlei aard, en m.i.
wordt by de opsomming daarvan meestal de voornaamste over 't hoofd gezien, d.i.
de onmogelykheid om
't onmisbaar gezag in handen te geven van exploiteurs. (De reden ook waarom ik
zoo'n tegenstander ben van zoogenaamd ‘vryen arbeid’ op Java.) En, zonder gezag
is er niets te bereiken. De wetten zyn - en behooren te zyn - humaan. Dit nu kan
niet bestaan zonder den ondergeschikte te beschermen door allerlei bepalingen die
hem de wapens leveren z'n heer en meester tot den speelbal zyner kuren te maken.
Wettelyk voorgeschreven deugd is de broeiery van chicane. Dooreen gerekend, is
er op elke tien ondergeschikten één (ongepromoveerde) advokaat die z'n kornuiten
onderwyst in de kunst z'n werkgever op de vingers te tikken. Om die hebbelykheid
den kop intedrukken, zou men dien werkgever iets als vaderlyke, d.i. discretionaire
macht moeten geven. Dit nu kan en mag niet. Want: discretie en fortuinzoekery zyn
twee! Er is niets aan te doen. Het verdrietig dilemma dat zich hier vertoont, draagt
overal z'n zure vruchten, ook op heel ander gebied dan kolonisatie, op algemeen
Regeeringsbeleid, byv. Het goede blyft ongedaan omdat men huivert iemand de
macht te geven die hem tot het kwade zou in staat stellen. De in onzen tyd misschien
noodzakelyke, verdeeling van gezag is de vrucht van (maar al te gegrond!)
wantrouwen.
Maar... ook dat wantrouwen gaat dikwyls den verkeerden weg op. Uit overmaat van
angst voor misbruik, ziet men vaak... 'n troepje bokken belasten met het opzicht
over de haverkist. Ja, liefst 'n troepje. Men meent dat die collectiviteit de
bokkennatuur verandert. Dit is verkeerd gedacht. Eén bok vreet 'n beetje haver.
Veel bokken vreten véél haver. Eén bok kàn worden weerhouden door de vrees dat
men hem betrapt en straft. Veel bokken steunen op ontlastende collectiviteit. Zy
vreten àlles op, behalve elkaar, natuurlyk! Sedert tientallen jaren was 't m'n illusie
de Haagsche stallen schoontevegen. Men roemt Herkules, maar men vergeet er
by, ook Augias 'n woordje van dank te wyden. Hy gaf den man 'n bezem.
6 Aug. 1886.
Al begryp ik dat de Wolven u terdeeg rapport hebben uitgebracht... alzoo: ‘men
brengt iemand iets uit.’ Wat 'n taal! Kyk, dat is een der redenen - al weer fout. ‘Een
der oorzaken’ bedoel ik - die my zoo'n tegenzin inboezemen om schriftelyk m'n
gedachten te uiten. Stipt gezegd moest men maar met de gebrekkigste uitdrukkingen
genoegen nemen, daar de taal, ook de z.g.n. zuivere, nog ellendiger in elkaar zit
dan
het oog volgens Helmholtz, en dus de moeite van 't purisme niet waard is. Lina
vroeg onlangs: Is in de schryvery van Netscher dat: wipbillend, heupwiegend,
vlyhalzend niet verkeerd.? Dezelfde aanmerking is door Hugenholtz gemaakt en
Netscher heeft 'n tal van woorden aangehaald die, schoon even onjuist, burgerrecht
verkregen, (reik = rek-halzend, halsstarrig, enz. wat dan ook halsrek (of rei)kend,
starhalzig enz. zou moeten zyn, als 't gezond verstand op taal van toepassing ware!
Maar dit is zoo niet. Alle talen zyn lappendekens van ongerymdheid. Wel is de studie
mooi als men ze gebruikt tot begrypen van de ontwikkelingsgeschiedenis der
intelligentie - of van wat daarvoor doorgaat! - maar op zichzelf is 't eigenlyk
vergeefsche moeite orde en regel te brengen in de klanken die we gebruiken om
zoowat uittedrukken wat we meenen of gevoelen. Dat er nog menschen zyn die
den kost verdienen met het beoefenen en doceeren der spelling - 'n geheel
conventioneele notatie van die klanken - is heel komiek. Nu, hun doceeren is er dan
ook na... of naar, zooals ge wilt. Een vonk fonkelt, een tondel tintelt zeggen de
geleerden.
Och, hoe kom ik daar zoo verzeild in taal. Ik zou u schryven hoe 't ons gaat, Mies
en Wou houden zich best, maar ik voel me sterk
afnemen, erger dan de Wolven kunnen bemerkt hebben. By aangename bezoeken
als 't hunne, vergeet ik m'n kwaal, maar zoodra er niet 't een of ander is dat me wat
opmontert voel ik heel goed dat ik lam en stakkerig ben. Ook hoest ik nu weer 's
nachts en dan is den volgenden morgen m'n asthma er niet beter op.
In document
Multatuli, Brieven. Deel 10. Laatste periode · dbnl
(pagina 165-170)