• No results found

5 DE VERGOEDING VAN SCHADE IN NATURA

5.2 Vermogensschade

Vermogensschade als gevolg van een misdrijf doet zich voor als zaakschade, als gevolg van bijvoorbeeld diefstal (art. 310 Sr), heling (art. 416/ 417bis), verduistering (321 Sr) en oplichting

186 De Rey onderzoekt de mogelijkheden van schadevergoeding in natura voor toepassing in het Belgische aansprakelijkheidsrecht op grond van rechtsvergelijkend onderzoek, onder meer naar Nederlands recht. Voor mij scriptie heb ik geput uit zijn theoretisch kader alsmede uit de delen over Nederlands recht.

187 Rey, de, 2019, p. 22, p. 59-61.

188 Alle feitenrechtspraak, de HR heeft over het onderwerp nog geen uitspraak gedaan. Zaken waarvan uitspraken in meerdere instanties zijn gepubliceerd zijn enkel geteld.

189 Rey, de, 2019, p. 154.

190 HR 13 maart 1903, W. 1903, afl. 7899, 1-2, aangehaald in Rey, de, 2019, p. 84.

5 7

(art. 326 Sr) en vernieling (350 Sr), als letselschade, als gevolg van mishandeling (art. 300 Sr) of anderszins door schuld (art. 308 Sr), en meer in algemene zin als het missen van ervaringen als gevolg van een misdrijf.

In beginsel wordt zaakschade begroot en vergoed naar de concrete waardevermindering ervan en bij letsel komen de kosten van verzorging en verlies aan verdienvermogen als vermogensschade voor vergoeding in aanmerking.

Door het uitsluitend op geld waarderen van deze schadeposten wordt voorbijgegaan aan de zijnscomponent van vermogensschade. Die bestaat in de eerste plaats uit de feitelijke verdwijning of beschadiging van een zaak. Vergoeding in geld kan met name wringen als een unieke of emotioneel waardevolle zaak is verdwenen, teniet is gegaan of verdwenen.191 Ook inherent aan vermogensschade is het financiële risico dat samenhangt met vergoeding daarvan. Een goed of dienst kan in waarde stijgen als gevolg van bijvoorbeeld schaarste of een overspannen markt en geld kan in waarde dalen als gevolg van economische crisis. 192 Ook bestaat bij schade die zich nog niet volledig verwezenlijkt heeft het risico dat de begrote vergoeding ontoereikend budget biedt. Dat kan het geval zijn als nog niet duidelijk is of reparatie succesvol zal zijn of als nog zal moeten blijken of een investering definitief vergeefs is gedaan. Daarnaast wordt het risico van insolvabiliteit van de veroordeelde maar deels ondervangen door de schadevergoedingsmaatregel en bijbehorende voorschotregeling. Ten slotte bestaat de zijnscomponent van vermogensschade uit de beslommeringen die komen kijken, anders gezegd: de moeite die men moet betrachten om een het object van de schade te (laten) repareren of vervangen, of om benodigde (hulp-)diensten of goederen in te kopen. Een veroordeling tot een prestatie (natura) in plaats van tot vergoeding van het daarvoor benodigde budget (geld) kan wel aan deze vormen van zijnsschade tegemoetkomen.

191 Onder bijzondere omstandigheden wordt daaraan tegemoetgekomen door een abstracte schadebegroting: HR 10 feb 2017, ECLI:NL:HR:2017:208, NJ 2017/134, m. nt. Lindenbergh, r.o.3.3.4.

Daarvoor kan in de eerste plaats gedacht worden aan rechtshandelingen, zoals de overdracht193

of levering194 van een specifieke zaak of bijvoorbeeld de vestiging van een recht195 op een

onroerende zaak. De rechter acht daartoe strekkende vorderingen in de praktijk passend, als deze de ongedaanmaking van de onrechtmatige toestand kunnen bewerkstelligen. Schadevergoeding in natura dient dan als middel tot feitelijk herstel in de oude toestand. In een zaak waarin een notaris een schilderij uit een erfenis aan de verkeerde persoon had afgegeven

196 onderkende de rechter daarbij expliciet dat het financiële risico, dat zich verwezenlijkt had

omdat een galerie het schilderij voor een hogere prijs aanbood, als gevolg van zijn fout als onderdeel van de schade diende te worden vergoed.

In de context van het strafproces worden in beslag genomen zaken vaak door de OvJ aan de benadeelde geretourneerd. Als dat niet het geval is kan een vordering tot afgifte197 behulpzaam zijn, zoals in een (civiele) zaak die diende bij het Hof na een eerdere strafrechtelijke veroordeling voor diefstal van een zweefmolen, die nog in bezit was van de veroordeelde. 198

Daarnaast kan gedacht worden aan een veroordeling tot reparatie of herplaatsing. Van toekenning van schadevergoeding in die vorm zijn in de rechtspraak geen voorbeelden te vinden. Een vordering tot herplaatsing van een zonder overleg verwijderde heg, die al vijftig jaar de erfafscheiding met een perceel vormde, werd afgewezen omdat de oorspronkelijke ligusterstruik was vernietigd en schade daarmee dus niet daadwerkelijk hersteld zou worden.199

Hier stond de opvatting van herstel ‘in de oude toestand’ in de weg aan toewijzing. Ook de vrees dat overleg over de feitelijke uitvoering van de werkzaamheden zou leiden tot executiegeschillen leidde tot afwijzing. 200 Die vrees is, zeker als schade is veroorzaakt door

193 HR 24 februari 2017, ECLI:NL:HR:2017:309, NJ 2018/141; Rb. Breda 25 oktober 2011, ECLI:NL:RBBRE:2011:BU2042, 4.8. r.o. 3.7.3; Rb. Noord-Holland, 13 november 2019, ECLI:NL:RBNHO:2019:8857, 4.16, 4.17; Rb. Limburg 14 november 2018, ECLI:NL:RBLIM:2018:10698, 4.10- 4.16.

194 In die zin: Gerechtshof ’s Hertogenbosch 21 maart 2017, ECLI:NL:GHSHE:2017:1086, sub 9.7.3; Rb. Limburg, 14 november 2018, ECLI:NL:RBLIM:2018:10698, BR 2019/11, 4.17; Rb. Rotterdam 1 juni 2015, ECLI:NL:RBROT:2015:5028, sub 4.12.

195 HR 24 februari 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV0472, NJ 2012/143 (Reconstructiecommissie Rb. Den Haag 31 december 2019, ECLI:NL:RBDHA:2019:14244, 2.10.

196 Rb Amsterdam 6 augustus 2010, ECLI:NL:RBAMS:2010:BN3398, sub 4.5.

197 HR 14 januari 2011, ECLI:NL:HR:2011:BO3521, NJ 2012/88, m. nt. Verstijlen r.o. 3.9, waarin de HR oordeelde dat de vordering in beginsel toewijsbaar is en terugverwees naar het hof. Die uitspraak kan ik niet vinden, dus ik weet niet of in dat geval is toegewezen. Wel toewijzing: Rb. Rotterdam 7 december 2011, ECLI:NL:RBROT:2011:BU7338;

198 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 30 oktober 2018, ECLI:NL:GHARL:2018:9497, sub. 5.8. 199 Hof Amsterdam 20 oktober 2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:4461, NJF 2015/518, 3.6.2.

200 Zie Hof ‘s Hertogenbosch 25 oktober 2016, ECLI:NL:GHSHE:2016:4747, NJF 2016/499, sub 6.18.; Rb Gelderland 3 juni 2015, ECLI:NL:RBGEL:2015:5234, sub 2.28.

een strafbaar feit, gegrond. Het opstellen van heldere voorwaarden en voorzien in begeleiding bij de interactie die voor de uitvoering van de prestatie tussen veroordeelde en benadeelde nodig zal zijn, zouden ervoor kunnen zorgen dat een in beginsel passende en door een benadeelde gevorderde schadevergoeding niet hoeft te worden afgewezen. Daarnaast kan als vangnet subsidiair worden gevorderd dat bij niet nakomen alsnog de schade door betaling van een geldsom dient te worden vergoed.201

Als nog niet duidelijk is of schade zich daadwerkelijk zal verwezenlijken en een prestatie denkbaar is die de kans daarop verkleint, kan schadevergoeding in natura meer garantie bieden dat de benadeelde ontvangt wat hem toekomt dan schade in geld. In die gevallen kan schade niet als ‘gemist onstoffelijk voordeel’202 worden begroot, omdat nog niet duidelijk is of de

investering definitief vergeefs is gedaan.203 De veroordeling tot een prestatie, bijvoorbeeld in

de vorm van een veroordeling tot reparatie, vormt dan een prikkel voor de veroordeelde om zich in te spannen voor feitelijk herstel. Hij zal de kosten trachten te voorkomen die gemoeid zijn met zich verwezenlijkend gemist onstoffelijk voordeel.

De begroting van verlies aan arbeidsvermogen als gevolg van letsel is zo complex, dat ik deze buiten beschouwing laat. In het kader van benodigde zorg laat de waarde van schadevergoeding in natura zich eenvoudiger verduidelijken. Uit civiele rechtspraak volgt dat de aansprakelijke de benadeelde dient te faciliteren in de hulp die deze behoeft in plaats van het te laten aankomen op compensatie achteraf.204 Als intensieve en langdurige verpleging en verzorging thuis nodig is, is de aansprakelijke verplicht de gekwetste vanaf het begin in staat te stellen zich van die noodzakelijke verpleging en verzorging te voorzien.205 Dat geldt niet alleen bij ernstig letsel.206 Bij de begroting van de schade wordt geabstraheerd van de daadwerkelijk gemaakte kosten, door als redelijke kosten tot herstel (maximaal) het geschatte bedrag van de kosten van professionele hulp te vergoeden207 en het maakt niet uit of de kosten daadwerkelijk worden

201 Hulst e.a., WPNR 2008/6772, p. 784.

202 Het gaat dan om uitgaven waarvan als gevolg van een onrechtmatige daad niet is geprofiteerd. Het betreft dus

onstoffelijk voordeel, zoals het missen van de kick van deelname aan de Dakar-rally in het gelijknamige arrest,

als gevolg van een mankement aan de motor waarvoor de verhuurder aansprakelijk was: HR 28 januari 2005, NJ 2008, 55, ECLI:NL:HR:2005:AR6460, m. nt. Hijma.

203 HR 15 december 2017, ECLI:NL:HR:2017:3145, r.o. 3.4.2. 204 Lindenbergh 2014b, p. 10.

205 HR 28 mei 1999, ECLI:NL:HR:1999:ZC2912, NJ 1999/564 (Losser/De Vries). 206 HR 5 december 2008, NJ 2009/387 m.nt. J.B.M. Vranken (Rijnstate/Reuvers)

gemaakt.208 Zo wordt zorg steeds benaderd in de zin van ‘zorgkosten’, met ingewikkelde

begrotingskwesties als gevolg, terwijl de benadeelde een aanspraak heeft op de zorg zelf.

Een goed voorbeeld daarvan vormt de afwijzing van de rechter in een zaak waarin een slachtoffer van een ongeval na twee jaar in een zorghotel te hebben verbleven vervangende woonruimte vorderde als voorschot in natura op de uiteindelijke schadevergoeding, zodat zij weer bij haar gezin kon wonen.209 De rechtbank erkende dat Allianz de kosten voor vervangende woonruimte zou moeten dragen, maar wees de vordering af omdat onvoldoende duidelijk was hoe toekenning de resterende uitkeringen zou beïnvloeden. Mits voorzien van voorwaarden met betrekking tot de eisen waaraan de woning zou moeten voldoen, meen ik dat de vordering wel degelijk als passend voor toewijzing in aanmerking zou moeten kunnen komen. De schade van de vrouw kon immers door zorg, in de vorm van vervangende woonruimte, worden vergoed. Geld is slechts een middel tot inkoop van die zorg en komt derhalve niet tegemoet aan de zijnscomponent van de letselschade.