• No results found

5 DE VERGOEDING VAN SCHADE IN NATURA

5.4 Excuses?

Excuses vormen een goed voorbeeld van een schadevergoedingsvordering die in theorie geschikt is voor toepassing bij alle soorten schade. 224 Met name bij misdrijven begaan door bekenden en bij belediging (art. 261-268 Sr) of discriminatie (art. 137c-137g Sr), maakt de verstoorde relatie tussen dader en benadeelde deel uit van de schade. Excuses kunnen dergelijke schade, anders dan geld, (deels) herstellen. Daar komt bij dat uit onderzoek blijkt dat excuses een grote rol kunnen spelen bij de verwerking van misdrijven.225 Ook is denkbaar

dat benadeelden excuses verlangen als voorwaarde bij een gevorderde prestatie waarvoor interactie met de veroordeelde noodzakelijk is.

In de literatuur is veel aandacht voor (opgelegde) excuses. 226 Ze vormen echter geen wettelijke aansprakelijkheidsremedie en uit de onderzochte rechtspraak blijkt dat ze zelden worden gevorderd en nog minder vaak toegewezen. Afwijzing wordt met name gemotiveerd met het

221 Rb. Amsterdam 11 juli 2018, ECLI:NL:RBAMS:2018:526; Rb. Noord-Holland 24 februari 2015, ECLI:NL:RBNHO:2015:1605.

222 Die bestond uit een verplichting voor de Friezen tot het volgen van een workshop en lessen bij een van de leden van KOZP, ter vergoeding van immateriële schade die bestond uit het niet naar buiten hebben kunnen brengen van hun mening bij de geplande demonstratie als gevolg van de schending van hun rechten op betoging en vrijheid.

223 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 31 oktober 2019, ECLI:NL:GHARL:2019:9290, NJFS 2020/1165. 224 Rey, de, TPR 2017/4, p. 1157-1158; Rey, de, NTBR 2019/31, p. 206, Boom, ten & Kuijpers, JV 2007/3, p. 4. 225 Pemberton, geciteerd in Huisman, DD 2019/48, p. 618.

226 Zie bijvoorbeeld, Akkermans e.a. 2008, Hulst e.a., WPNR 2008/6772, Brenninkmeijer ea 2012, Akkermans & Hulst, TVP 2014/4, Dijck, van, NJB 2015/36, Dijck, van, NTBR 2017/42, Rey, de, TPR 2017/4, en natuurlijk de omvangrijke hoeveelheid literatuur over herstelrecht, waarin het aanbieden van excuses een grote rol speelt.

ontbreken van een rechtsgrond.227 In de doctrine wordt wel aangenomen dat het Nederlands

recht daarvoor aanknopingspunten biedt,228 althans geen belemmeringen opwerpt. 229 Ook

worden excuses sporadisch toegekend als onderdeel van een rectificatie230 op grond van de

‘species-bepaling’ art. 6:167 BW.231 Overigens zijn auteurs er minder van overtuigd dat

nakoming van opgelegde excuses bij de rechter kan worden afgedwongen.232

Daarnaast geldt als motivering voor afwijzing dat excuses naar hun aard niet kunnen worden afgedwongen, omdat deze uiting geven aan de persoonlijke overtuiging iets verkeerd gedaan te hebben, kun kracht ontlenen aan spontaneïteit en oprechtheid en het aanbieden ervan een persoonlijke keuze is.233 Wat daarvan ook zij, in hoofdstuk 2 kwam naar voren dat uit onderzoek blijkt dat opgelegde excuses wel degelijk kunnen bijdragen aan herstel. Oprechtheid is beter, maar niet noodzakelijk.234

Een derde motivering voor afwijzing is strijd met de grondrechten van een aansprakelijke, in het bijzonder met het recht op de vrijheid van gedachte (art. 9 EVRM) en het recht op de vrijheid van meningsuiting (art. 10 EVRM). 235Als excuses moeten worden gekenschetst als

inbreuk op (een van) die grondrechten moet worden beoordeeld of de inbreuk bij wet is voorzien (hetgeen het geval is indien de excuses op grond van art. 6:103 BW worden opgelegd) en of deze noodzakelijk is in een democratische samenleving.236 Deze belangenafweging blijkt

niet uit de aangehaalde vonnissen. Wel volgt uit rechtspraak van het EHRM dat excuses niet per definitie worden beschouwd als een ongeoorloofde inbreuk.237 Daarnaast volgt uit HR Gedwongen Aidstest dat schadevergoeding in natura grondrechten wel degelijk op legitieme wijze kan inperken. Na een belangenafweging is mijns inziens niet uitgesloten dat opgelegde

227 Rb. Amsterdam 30 juni 2010, ECLI:NL:RBAMS:2010:BO1998, sub 4.20. 228 Rey, de, TPR 2017/4, p. 1194.

229 Hulst e.a., WPNR 2008/6772, p. 780.

230 De rectificatie kan overigens dienen ter vergoeding van schade als gevolg van smaad, laster en belediging (art. 261-266 Sr.)

231 Zie bijvoorbeeld Rb. ’s Gravenhage 22 augustus 2007, ECLI:NL:RBSGR:2007:BB2188; Rb. Midden- Nederland 18 juni 2014, ECLI:NL:RBMNE:2014:2472, sub 7.4.

232 Hulst e.a., WPNR 2008/6772, p. 784.

233 In die zin: Rb. Oost-Brabant 16 januari 2019, ECLI:NL:RBOBR:2019:49, sub 4.9; Rb. Oost-Brabant 11 juli 2013, ECLI:NL:RBOBR:2013:2856, GJ 2013/135, sub 4.22; Rb. Leeuwarden 14 september 2011, ECLI:NL:RBLEE:2011:BT2357, sub 7; Rb Zutphen 5 september 2007, ECLI:NL:RBZUT:2007:BB3200, sub 4.9; Rb. Amsterdam 7 augustus 2008, ECLI:NL:RBAMS:2008:BD9783, sub 4.3.

234 Dijck, van, NTBR 2017/42, p. 301-302.

235 Zie Hof Amsterdam, 19 juni 2008, ECLI:NL:GHAMS:2008:BE9682, JAR2008/38, sub 4.6; Rb. Midden- Nederland, 19 december 2018, ECLI:NL:RBMNE:2018:6549, NJF 2019/168, sub 4.15; Rb. Utrecht (pres.) 14 juni 1994, ECLI:NL:RBUTR:1994:AH4618, KG 1994/262, Sub 4.8.

236 Art. 9 lid 2 en art. 10 lid 2 EVRM.

excuses een legitieme inperking kunnen vormen. Een oordeel van de HR zal moeten uitmaken of de feitenrechtspraak terecht drempels opwerpt voor excuses als vorm van schadevergoeding.

5.5 Tussenconclusie

Schadevergoeding in natura vergoedt niet alleen de waarde van schade, maar ook de zijnscomponent van die schade: de werkelijke schade. Dat maakt dat schadevergoeding passend kan zijn bij alle soorten schade, als gevolg van vele misdrijven. Daarmee komt schadevergoeding in natura niet alleen beter tegemoet aan de behoeften (immateriële belangen) van slachtoffers (hoofdstuk 4), maar kan het onder omstandigheden de door hun geleden schade ook beter vergoeden.

Uit jurisprudentie-onderzoek blijkt echter dat rechters gevorderde vergoeding in natura vaak afwijzen als niet passend, soms op grond van een ‘enge’ opvatting van herstel. Soms motiveren ze afwijzing op grond van dit criterium als eigenlijk hun vrees voor uitvoerbaarheid daaraan ten grondslag ligt. Een positieve uitzondering vormt de vergoeding van (de waardecomponent van) zaakschade, waarbij de vergoeding in natura bestaat uit eenduidige (goederenrechtelijke) handelingen, waarvan de uitvoering geen overleg vergt.

Ook het ontbreken van een rechtsgrond voor de ingestelde vordering zorgt er in de praktijk voor dat vorderingen niet worden toegekend. Hoewel voor de beoordeling van de toelaatbaarheid van excuses rechtspraak van de HR moet worden afgewacht, lijkt afwijzing op die grond van contact- en gebiedsverboden door strafrechters niet terecht.