• No results found

5.2 ‘Verkenning naar waardering Nederlands Landschap door buitenlandse toeristen’ –

In deze verkenning (Goossen et al. 2005, Interne notitie, Alterra) zijn een aantal informatie- bronnen voor buitenlandse toeristen geselecteerd en vervolgens geanalyseerd op de presentatie van het Nederlandse landschap. Het aanbod (vooral websites en enkele reisgidsen) voor drie grote toeristenmarkten van Duitsland, België en Groot Brittannië is bestudeerd. Hierbij is onder andere gekeken naar foto’s en teksten die naar het landschap verwijzen. In deze pargaraaf volgen de belangrijkste conclusies uit deze verkenning.

5.2.1 Duitsland

Wat opvalt in deze verkenning aan het aanbod voor de Duitse toeristenmarkt op de pagina van het NBTC is de nadruk die wordt gelegd op strand en water, zowel in foto’s als in tekst. Zo staan er op de site veel verwijzingen naar rondvaarten en waterrecreatie. De nadruk op water hangt ook mede samen met het feit dat 2005 een themajaar was voor Water en naast veel foto’s van waterlandschappen zijn er ook verwijzingen naar activiteiten (zeilen, vissen, surfen etc.) en bijvoorbeeld naar de Deltawerken en de Waddenzee.

De Duitstalige website geeft niet veel expliciete verwijzingen naar de verschillende landschappen. De ingang is meer de activiteit waarop gezocht kan worden. Wel is er een kopje met landelijk gebied maar ook hieronder komt het stereotype van “Frau Antje” met de Nederlandse kaas terug.

Onder de kop “Abenteuer in Grunen” zijn vooral verwijzingen naar dierentuinen en pretparken te vinden. De Veluwe wordt met tekst en foto’s wel aangeprezen als “Nationalpark und Heidelandschaft”. De meeste beschrijvingen verwijzen naar de gebruikswaarde (fietsen, zwemmen) en minder naar de belevingswaarde.

Ook Limburg wordt gepresenteerd door middel van een foto van het karakteristieke heuvellandschap. Hier wel een (oppervlakkige) verwijzing naar de belevingswaarde:

“Der Landsitz „De Gun“ liegt in der waldreichen und ländlichen Umgebung Limburgs”. Zuid-Limburg wordt wel via de belevingswaarde en attractiewaarde aangeboden:

“Zum höchsten Berg der Niederlande, zu einer grüner Hügellandschaft für tolle Familientouren und in die burgundische Stadt Maastricht”.

De foto’s bij Gelderland en Overijssel zouden overal genomen kunnen zijn (fietsers, wandelaars in bos). Zo wordt er onder andere een fietsarrangement aangeboden in de Achterhoek dat als volgt wordt beschreven:

“Radeln Sie 5 Tage lang durch die idyllische Landschaft der Region Achterhoek in der niederländischen Grenzregion. Die Route beginnt und endet in Lochem und führt an prächtigen Schlössern entlang, durch historische Städte und einzigartige Naturgebiete”.

Ook het plattelandstoerisme wordt op de NBTC site voor de Duitse markt expliciet onder de aandacht gebracht, vooral door in te zoomen op de verschillende vormen van accommodatie zoals Boerenkamer en Logeren in de Herberg.

WOt-rapport 95 38

Naast de website van het NBTC is in deze verkenning ook gekeken naar het toeristisch- recreatief product in de ADAC Reisefuhrer (2004). Wat opvalt aan de vele foto’s in de reisgids is dat vooral steden, kastelen, kerken en andere gebouwen worden gepresenteerd en dat daarnaast op erg veel foto’s ruimte is voor water. (gracht, zee / rivieraanzicht). Er staan slechts acht foto’s in met een ‘landelijk’ karakter (bloembollenveld, motorboot in een vlak land, Schokland, dijk met schapen, molens op de Kinderdijk). In het register is het woord “Landschaft” niet opgenomen. Wel komen de begrippen terpen en polder terug en worden er 4 van de 20 nationale parken genoemd (De Biesbosch, Kennemerduinen, Hoge Veluwe en Oostvaardersplassen).

5.2.2 België

Op de Belgische startpagina van het NBTC wordt Nederland neergezet als een klein, maar veelzijdig land. Wat direct opvalt, is het verschil tussen het Vlaamse en het Waalse deel van de site.

Op de Waalse site is veel ruimte voor stereotype beelden van Nederland. Op deze site veel plaatjes van molens, klompen, vuurtorens, stranden en parken. Wanneer er specifiek op het landschap wordt gelet, valt op dat deze site erg uitgebreid is. Per provincie staan er vele mogelijkheden op het gebied van tuin, parken en natuurgebieden die bezocht kunnen worden. Hier wordt geen onderscheid gemaakt in verschillende landschapstypen of gebieden. Op deze website staat onder het kopje 'insolite' (wat ongebruikelijk betekent) ook een link naar aparte verblijfsmogelijkheden. Op deze pagina staan plaatjes van verschillende boerderijen en weilanden: hier wordt je doorverwezen naar de site www.neerlandsgoed.nl.

De Vlaamse website schetst een ander beeld. Het begint met “Ontdek het Oranje-gevoel” en “Genieten met de grote G”. Hier staan verschillende plaatsen aangegeven die de moeite waard zijn te bezoeken. Hier staan bijvoorbeeld foto’s van een rivierlandschap en een paar fietsers in een bos met op de achtergrond een beek. Wanneer men doorklikt worden er verschillende bestemmingen uitgebreider gepresenteerd waaronder:

Zuid-Holland - Met vooral aandacht voor de kustlijn, de culturele oude steden zoals Delft en

Gouda en de Bollenstreek.

Noord Holland – Met ook hier veel aandacht voor de kust en de verschillende badplaatsen

maar ook voor de achterliggende steden met kleine straten en mooie gevels.

Waddeneilanden- Op de Waddeneilanden is veel aandacht voor natuur. Van het breedste

strand van Europa tot de Texelse schapen, de vele vogels en vooral de rust en de ruimte. Zoals er op de website staat: Alles staat in het teken van het buitenleven. Ook het wad en het wadlopen wordt beschreven.

De ANWB biedt op de Belgische site van het NBTC verschillende vakanties aan: • De kust (Wadden, Zeeland, Texel, Kust, Strand en Scheveningen);

• De stad (Amsterdam, Breda, Haarlem, Maastricht, Den Haag, Bergen op Zoom, Rotterdam & Haven);

• De bossen (Het Loo, Veluwe, Noord-Brabant, Dwingelerveld & Natuur, en Weerribben); • Rivier en meer (Het Vechtdal, Stad & Lek, stad en IJssel, IJsselmeer);

• De streek (Drenthe, Limburgse Heuvelland, de Achterhoek, de smaak van Twente, De Groningse tuinen, Friesland, De Loosdrechtse plassen);

Op dezelfde site ook een kopje natuurspecials, waar de nationale parken van Nederland zijn weergegeven. Hier worden ook alle landschapstypen benoemd.

Andere Belgische sites die zijn geanalyseerd zijn www.thebestplacetobe.be en www.checkin.hln.be

Op die eerste is onder andere expliciete aandacht voor de Achterhoek als zijnde ‘een van de mooiste gebieden van Nederland’. Hierbij veel aandacht voor de actievere toerist met mogelijkheden voor wandelen, fietsen, skeeleren, varen en kamperen.

Ook de kop van Drenthe wordt omschreven als ‘een veelzijdig, kleinschalig gebied en dit alles doorkruist door prachtige wandel-, fiets en vaarroutes. Specifieke aandacht is er voor het Nationaal park het Dwingelerveld als ‘het grootste ‘ natte’ heidegebied in Europa. Hierbij onder andere ook foto’s van (bloeiende) heide, schapen, vlinders en een Drentse boerderij.

De Waddeneilanden worden apart onder de aandacht gebracht met de kwaliteiten van rust, ruimte en natuur. Ook is er op de site aandacht voor het plattelandstoerisme en wordt er verwezen naar www.boerenbuiten.nl

Op de tweede Belgische site is er meer aandacht voor grote steden als Amsterdam, Maastricht en Rotterdam voor cultuur en feesten. Daarnaast worden vooral de stereotypen neergezet in de omschrijving van Nederland als; “ De Tulpenmonarchie aan de Noordzee met aandacht voor de kust, het vlakke land en de kleine dorpjes en de centrale rol van het water.

5.2.3 Groot Brittannië

Het aanbod voor de toeristenmarkt van Groot Brittannië is weer van een andere orde. Hier ligt meer de nadruk op stedentrips en de regio Noord Holland.

Binnen Noord Holland is wel enige aandacht voor verschillende landschaptypen en bijvoorbeeld het Groene Hart. Opvallend is ook dat de aandacht voor activiteiten vooral gericht is op het verkennen van Nederland met de auto. Andere regio’s die gepromoot worden zijn onder andere Rijnland, Nationaal Park de Hoge Veluwe en de stranden. Daarnaast is er aandacht voor Nijmegen en de Gelderse poort en Arnhem met Nationaal park de Veluwezoom. Opnieuw lijken de steden het vertrekpunt met daarbij de mogelijkheid om het een en ander van het achterland te ontdekken.

5.3 ‘Holland as other place and other time: alterity in