• No results found

8.2.3 ‘Nieuwe markten op het Brabants platteland’

10 Conclusies & Aanbevelingen

10.2 Aanbevelingen voor beleid

Beter een goede buur dan een verre vriend

Als er iets duidelijk wordt uit de cijfers voor het inkomend toerisme is het dat onze naaste buren van groot belang zijn voor de toeristische sector. Het lijkt niet meer dan logisch om deze relatie te koesteren en waar mogelijk verder te versterken. Beleidsinstanties, niet in de laatste plaats ook op regionaal niveau, kunnen hier actief op inzetten. Een voorbeeld hiervan is de Provincie Drenthe die in het kader van de campagne ‘Da’s nou Drenthe’ zich recentelijk ook meer actief is gaan inzetten op de Vlaamse markt.

Een verhoudingsgewijs kleine trendbreuk in de bezoekersaantallen uit bijvoorbeeld Duitsland en België heeft een veel grotere impact op het toerisme in Nederland dan met een grootschalige campagne in China bereikt kan worden. Dat dergelijke verschuivingen in bezoekersaantallen niet onrealistisch is blijkt wel uit de grote groeicijfers van toeristen uit België in de laatste jaren en het feit dat het aandeel Duitse toeristen ooit 37% was (tegen 26%).

Een bijkomend voordeel van een toeristisch beleid wat primair gericht is op doelgroepen uit de ons omringende landen is dat deze doelgroepen over het algemeen langer blijven en vaker terugkomen waardoor ze extra waardevol zijn voor de toeristische sector. Gezien de reisafstanden is toerisme uit de buurlanden bovendien een stuk duurzamer dan toerisme uit verre landen met een opkomende rijke klasse.

Koester het landschap en maak het beleefbaar

Een tweede aanbeveling, in het bijzonder ook richting het ruimtelijk beleid, is om zuinig te zijn op het Nederlandse landschap. Consumenten- en motievenonderzoeken onder buitenlandse toeristen laten steevast zien dat het aspect landschap van groot belang is voor de keuze en de waardering van de toeristische bestemming in Nederland. Natuur- en landschap staan in de top van motieven om naar Nederland te komen. Daarmee waarderen buitenlandse bezoekers het landschap vaak nog meer dan Nederlandse bezoekers.

Het landschap is een troefkaart voor de toeristische promotie. Dat geldt niet alleen voor het unieke Hollandse landschap maar bijvoorbeeld ook voor bos- en heidegebieden en het rivierenlandschap.

Meer nog dan het unieke karakter van het landschap waarderen (buitenlandse) bezoekers de beleefbaarheid van het landschap. Dit hangt samen met de ontsluiting van het landschap en de mogelijkheid voor activiteiten. Het feit dat het Nederlandse landschap over het algemeen goed ontsloten is via bijvoorbeeld fiets-, wandel- en vaarroutes, is een basiswaarde. Voor het inkomend toerisme zou hier op een aantal punten ook relatief snel ‘gescoord’ kunnen worden door bijvoorbeeld de (fiets)knooppuntsystemen verder te versterken en ook de internationale gebruiksvriendelijkheid en vermarkting te verbeteren.

Vooral op regionaal niveau kunnen provincies en gemeenten er voor waken dat de landschappelijke kwaliteit behouden blijft en waar mogelijk ook versterkt wordt. Het lijkt geen toeval dat het aantal buitenlandse bezoeken aan het Gelderse Rivierengebied de laatste jaren zo sterk gegroeid is sinds er is ingezet op grootschalige natuurontwikkeling, versterking van de landschappelijke kwaliteit en de beleving daarvan in de Gelderse Poort.

Uiteraard is het bij het ontsluiten van het landschap en het vergroten van de toeristische aantrekkingskracht van regio’s van belang om het evenwicht te bewaren met de ‘landschappelijke draagkracht’ van de regio. Teveel toeristen en activiteiten kunnen ook afbreuk doen aan de aantrekkingskracht van het landschap. Dit risico is echter minder groot wanneer wordt ingezet op een verbreding van het toeristische aanbod en een meer evenwichtige spreiding over verschillende regio’s.

Vernieuw en verbreed het aanbod

Een derde aanbeveling voor een nieuwe strategie in de toeristische promotie van Nederland is dan om het imago van het toeristisch-recreatief product Nederland te diversifiëren. Hier ligt onder andere ook een taak voor het Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen en voor de Ministeries van EZ, VROM en LNV.

De voorkeur van buitenlandse toeristen blijkt lang niet alleen uit te gaan naar onze unieke en/of stereotype landschappen. Sterker nog, juist ook andere landschapstypen, vooral die met water, lijken een grote aantrekkingskracht te hebben. In die zin zijn de voorkeuren van buitenlandse toeristen helemaal niet zo afwijkend van die van de binnenlandse toerist.

Gezien de geschiedenis van het toeristische aanbod, en gezien de huidige spreiding van buitenlandse toeristen over Nederland is het waarschijnlijk dat een groot deel van de regionale en landschappelijke kwaliteiten die Nederland te bieden heeft nog onbekend zijn in het buitenland. Een (geleidelijke) verschuiving in het aanbod met meer aandacht voor regionale kwaliteiten zou heel goed kunnen leiden tot een verschuiving in de vraag. Temeer omdat de factor ‘Nieuwe ervaringen’ een van de belangrijkste aspecten binnen de toeristenmotieven blijkt te zijn.

Benut het landschap als bindende factor

Het landschap is een geschikte onderlegger om het toeristisch aanbod op regionaal niveau te verbinden en voor meer eenheid en synergie in het aanbod te zorgen. De regionale beeldverhalen uit de koker van de VROM-raad zijn hiervoor een geschikt hulpmiddel. Zowel op landelijk als regionaal niveau kan de ontwikkeling van dergelijke beeldverhalen gestimuleerd worden. Een voorwaarde voor succes is wel dat deze beeldverhalen zich ook echt vertalen naar eenheid in het aanbod in de praktijk. Het is dan ook van belang dat vanaf het begin ook de toeristische ondernemers bij dit proces betrokken worden en zich ook (mede)- verantwoordelijk voelen.

WOt-rapport 95 110

Het versterken van het toeristische aanbod dat meer gericht is op natuur en landschap hoeft overigens niet ten koste te gaan van het steden- of cultuurtoerisme. Consumentenonderzoek in Noord-Holland laat zien dat deze typen toerisme goed samen kunnen gaan.

Toeristen die de regio als basis zien combineren hun verblijf vaak met een bezoek aan de stad. Door een goed uitgekiend en samenhangend aanbod van stadstoerisme & plattelandstoerisme (of cultuur en landschap) is het goed denkbaar dat toeristen hun verblijf uiteindelijk juist verlengen.

Zorg voor synergie tussen binnenlands- en inkomend toerisme

Tot slot, het aantrekkelijke van investeren in landschapsgerelateerd toerisme is er sprake kan zijn van een synergie in beleid. Het versterken en ontsluiten van de regionale landschappelijke kwaliteiten ten behoeve van de buitenlandse toerist zal ongetwijfeld ook de binnenlandse toerist aanspreken. En vice versa.

Door een betere afstemming van het beleid voor het binnenlands toerisme en het buitenlands toerisme wordt niet alleen de buitenlandse toerist verleid tot een verblijf in Nederland maar kan ook de Nederlander verleid worden tot een vakantie in eigen land.