• No results found

Verhaal FBI erg algemeen ; Getuigenis over profiel seriemoordenaars pakt voor verdachte Lucy de B. niettemin slecht uit

In document De Volkskrant 18 september 2001 (pagina 85-88)

BYLINE: DOOR EILDERT MULDER SECTION: Wereld; Pg. 7

LENGTH: 534 words

DEN HAAG - De Haagse rechtbank, die de van dertien moorden verdachte verpleegkundige Lucy de B. moet vonnissen, leek gisteren teleurgesteld over de getuigenis van FBI-deskundige Brantley. Hij had alle dagboeken van Lucy in vertaling maar hield een algemeen verhaal.

Specifiek over Lucy had hij weinig te zeggen. Toch bracht ook hij haar schade toe, al was die minder dan een dag tevoren, toen een statisticus de kans dat Lucy bij toeval bij al die sterfgevallen betrokken was geweest, becijferde op een op 6 miljard.

Brantley's verhaal bevatte elementen, die de afgelopen dagen veel aan de orde zijn gekomen. Zoals het creëren van een opgeklopte noodtoestand rondom een patiënt. Lucy deed dat vaak. Via paniekzaaierij willen seriemoordenaars een groepsproces op gang brengen, waarin zijzelf een hoofdrol vervullen. Kenmerkend zijn hun te nauwe relaties met patiënten. Ook Lucy had die. Allemaal camouflage, zei Brantley. Ze moorden vaak met medicijnen, die hartritmestoornissen veroorzaken. Ook in Lucy's zaak spelen die een prominente rol.

De ellende begint meestal in de vroege jeugd. Kinderen voelen zich verlaten, bijvoorbeeld doordat ouders aan de drank zijn. Velen komen goed terecht. De overigen zijn onder te verdelen in twee types. Bij de ene keert de woede zich naar binnen, met als gevolg zelfbeschadiging en zelfs zelfmoord. Bij de andere richt de agressie zich naar buiten.

De ontwikkeling tot seriemoordenaar begint met fantasieën, daarna kan de razernij zich richten op foto's. Ze kunnen fantasieën opschrijven in een dagboek, of ze uiten op een video-opname. De interesse voor gruwelen neemt toe, ze lezen boeken en bekijken films niet ter ontspanning maar om zich te vereenzelvigen met de moordenaar. Gruwelijke scenes beschouwen ze als vakkennis, die ze in praktijk kunnen brengen. Ze gaan dieren folteren en dan een partner, eerst met en daarna zonder toestemming. Wanneer het moorden begint is er geen houden meer aan. Seriemoordenaars in ziekenhuizen gaan berekenend te werk. De moorddrang kunnen ze niet bedwingen maar wel sturen, want ze willen macht; bepalen wie ze wanneer, waar en hoe vermoorden. Ze gaan soms onder hun afwijking gebukt. Lucy schreef in haar dagboek: 'Gadverdarrie, wat zit ik toch raar in elkaar.'

Seriemoordenaars willen hun wandaden verbergen maar er ook mee pronken want ze hunkeren naar erkenning. Soms lossen ze dat op met een dagboek. Een machtskick geeft de wetenschap dat ze

86 een geheim bewaren dat niemand anders kent. Lucy heeft het in haar dagboek, dat volstaat met gruwelscenes, over een vreselijk geheim. Eerder vertelde ze dat het leggen van tarotkaarten voor patiënten dat geheim was. Het OM gaat uitzoeken of ze op 27 november 1997, toen een patiënt van haar overleed, in het Rode Kruisziekenhuis inderdaad de kaart heeft gelegd. Als dat zo is, dan komt een dagboekopmerking van die datum in een gunstiger daglicht te staan. Ze schreef: 'Weer toegegeven aan mijn compulsie (drang).' Om het OM voldoende tijd te geven voor het onderzoek naar de kaartleggerij is het requisitoir van vandaag naar maandag verschoven.

24 september 2002

Eis: levenslang voor Lucy de B. ; Requisitoir laat niets heel van Haagse

verpleegkundige; Rechtszaak

BYLINE: EILDERT MULDER SECTION: Nederland; Pg. 3 LENGTH: 655 words

Levenslang zal de Haagse verpleegkundige Lucy de B., verdacht van dertien moorden, in de gevangenis moeten, volgens het openbaar ministerie. Ze kan aan die eis ontkomen als ze zich alsnog laat onderzoeken in het Pieter Baan Centrum.

DEN HAAG - De ontknoping baarde opzien, maar was logisch. Aan het einde van een requisitoir van 120 pagina's, dat negen uur had geduurd, somde de officier in staccato voorbeelden op van waanzinnig gedrag van Lucy de B.

Zoals haar eigen overlijdensadvertentie, die ze had laten plaatsen na een ruzie met de familie op een kerstavond. Of het poppetje dat haar tante moest voorstellen en dat ze met spelden bewerkte, of de hond die ze had afgemaakt. En nog veel meer dingen, die maar een conclusie toelaten, door de officier keurig verwoord: 'Er is iets met deze verdachte aan de hand.'

Tweemaal probeerde het openbaar ministerie Lucy in het Pieter Baan Centrum opgenomen te krijgen, beide keren weigerde ze en wilde de rechtbank haar niet dwingen. De laatste vergeefse poging deed het OM afgelopen donderdag, maar ook toen wilde de rechtbank er nog niet aan. 'We willen eerst de visie van het OM en de verdediging horen', zei de president toen.

De visie van het OM kreeg gisteren haar grimmige vorm in een requisitoir, dat niets heel liet van de zwijgend luisterende Lucy, die soms haar hoofd schudde en zich omdraaide voor een fluisterende opmerking naar de advocaat. Aan het slot schilderde de officier het dilemma: alles wijst erop dat Lucy niet volledig toerekeningsvatbaar is, maar om vast te stellen in welke mate ze gestoord is, is onderzoek nodig.

Zelf weigert ze dat, dus moet de rechtbank haar dwingen. Als de rechtbank dat niet doet gaat automatisch de eis levenslang in werking. Want van een ding is het OM overtuigd: deze vrouw zal opnieuw gaan moorden als ze de kans krijgt. En daar moet de samenleving tegen worden beschermd. In de opsomming valt de verbetenheid van Lucy de B. op. In het Juliana Kinderziekenhuis (JKZ) neemt ze er geen genoegen mee dat haar slachtoffertje een moordpoging overleeft door vaardig ingrijpen van collega's en doktoren. En dus doet ze een tijdje later gewoon een nieuwe poging. Op drie kinderen pleegde ze volgens het OM twee aanslagen, een kind overleefde beide moordpogingen en is nog in leven.

87 Het OM rekende af met een fabeltje van Lucy, als zou de 'compulsie' (drang) waarover zij in haar dagboeken schrijft, slaan op het leggen van de tarotkaart voor patiënten. In haar dagboek staat een belastende uitspraak op 27 november 1997, als een van haar bejaarde patiënten in het Rode Kruis Ziekenhuis overlijdt: 'Ik heb weer toegegeven aan mijn compulsie.'

Het afgelopen weekeinde heeft het OM zes oud-patiënten van Lucy opgespoord, die op 27 november 1997 op haar afdeling lagen. Niemand wist iets van tarotkaarten, ook een vrouw niet met wie Lucy een innige band had opgebouwd.

Uit en te na beschrijft het requisitoir de terugkerende patronen bij de verdachte overlijdensgevallen: de patiënten hebben op lange termijn een slechte prognose, maar op korte termijn dreigt er geen gevaar. Lucy slaat alarm, terwijl anderen niets constateren. Een paar uur later schopt ze paniek, de patiënten zijn dan inderdaad in nood, maar Lucy doet zelf niets.

Als het requisitoir gelijk heeft, blijft het een raadsel hoe Lucy B. ooit in ziekenhuis Leyenburg een diploma heeft kunnen halen en vervolgens nog twee moorden heeft kunnen plegen. Terwijl ze toen al betrapt was op het stelen van opiaten, ze een dreigbrief naar iemand had gestuurd die haar slecht had beoordeeld, en aan een andere superieur een tas met bloed had gestuurd. Toen ze even een gelukkige relatie had hielden de moorden op, maar Lucy B. vatte 'de draad' weer op toen het met die relatie minder ging.

En weer hield lange tijd niemand haar tegen.

25 september 2002

'Zo kan ik als raadsman niet werken' ; Rechtszaak Lucy de B.;

'Overlijdensgevallen ook door nieuwe, onervaren artsen'

BYLINE: EILDERT MULDER SECTION: Nederland; Pg. 4 LENGTH: 571 words

Gisteren betoogde de advocaat van de Haagse verpleegkundige Lucy de B. dat er sprake is geweest van tegenwerking door het OM. Tot een echte aanval op de statistische waarschijnlijkheid dat zijn cliënt niet bij de 13 moorden betrokken was (1:6.000.000.000), kwam het niet.

DEN HAAG - 'Het openbaar ministerie schudt de kaarten, houdt zelf de azen en geeft de verdediging de tweeën en drieën', zo uitte de advocaat van de Haagse verpleegkundige Lucy de B., Mr. A.P. Visser, zijn frustratie.

Hij vroeg de rechtbank het OM niet ontvankelijk te verklaren: 'Ik heb nog niet eerder meegemaakt dat een zo belangrijke zaak zo onzorgvuldig voorbereid werd aangeboden', klaagde hij. 'Misschien dat de rechtbank er genoegen mee neemt, maar ik als raadsman kan zo niet werken'.

In zijn slotpleidooi voor de van dertien moorden verdachte Lucy deed hij de gang van zaken rondom de medische dossiers uit de doeken. De rechtbank had bepaald dat de dossiers konden worden geraadpleegd vanaf twee dagen voor de 'incidenten' met patiënten (verdachte overlijdensgevallen en reanimaties). De raadsman was daarmee niet blij, omdat er vergiften en medicijnen zijn, die langzaam afbreken en dus eerder dan twee dagen voor het overlijden kunnen zijn toegediend. Van belang was dat gegeven in het geval van een meisje, bij wie sporen van het medicijn digoxine waren aangetroffen. Dat riep de vraag op of Lucy het, zonder toestemming, had toegediend. Door 'illegaal' te bladeren in het dossier bleek dat het medicijn eerder op doktersadvies was gegeven.

88 De raadsman probeerde alle feiten een voor een te weerleggen. Indirect wilde hij daarmee twijfel zaaien bij de statistische aanwijzingen tegen De B..

Via verklaringen van collega's en doktoren probeerde de advocaat de visie van het OM te ontkrachten, dat er voortdurend mensen overleden, die slechte vooruitzichten hadden, maar op korte termijn weinig te duchten hadden.

De advocaat vermoedt dat de vele reanimaties en overlijdensgevallen, waarbij Lucy de B. was betrokken in het Juliana Kinderziekenhuis ermee te maken hadden dat er nieuwe, onervaren artsen waren. Hij wees erop dat toen Lucy op de medium care werkte er ook op de intensive care kinderen stierven. Overigens zijn er sinds het vertrek van Lucy een jaar geleden geen overlijdensgevallen meer geweest op haar afdeling.

Tot een frontale aanval op de statistische bevindingen kwam de raadsman niet. Volgens statistici is er een kans van een op zes miljard dat een verpleegkundige in dezelfde omstandigheden als Lucy door toeval te maken krijgt met zoveel sterfgevallen.

In haar laatste woord ontkende Lucy alles. Ze deelde aan het OM een flinke oorvijg uit door een brief uit 1995 in zijn geheel voor te lezen, waaruit het OM een zin had gelicht. In die zin vraagt ze zich af waarom terminale patiënten zo voor hun leven blijven vechten; voor het OM een bewijs dat ze niet van het leven houdt en ook niet van terminale patiënten.

Dat paste in het beeld dat een FBI-deskundige had geschetst van de seriemoordenaar: iemand die niet van zichzelf houdt en voor wie daarom ook het leven van anderen niets waard is. Maar de rest van de brief bruist juist van herwonnen levenslust.

De uitspraak is over veertien dagen. De president hield de mogelijkheid open van een tussenvonnis (psychiatrisch onderzoek in het Pieter Baan Centrum).

9 oktober 2002

Lucy de B. moet naar onderzoekskliniek

In document De Volkskrant 18 september 2001 (pagina 85-88)