• No results found

Vergunning voor kabels en leidingen

4.3 Verloop procedures

4.3.5 Vergunning voor kabels en leidingen

Gaande het onderzoek bestond het vermoeden dat de procedure voor een vergunning of instemmingsbesluit voor kabels en leidingen niet juist verliep. Geconstateerd werd dat sprake is van twee verschillende beschikkingen, die door de gemeente als één dezelfde ‘vergunning’ werd afgegeven. Het betreft hier een vergunning op basis van de APV en een instemmingsbesluit op basis van bijzondere wetgeving. In deze subparagraaf worden beide besproken.

De aanleg van ondergrondse werken in openbaar gebied moet worden gemeld bij de gemeente. Deze houdt de ligging van kabels en leidingen bij. Ondergrondse kabels en leidingen hebben een veiligheidszone. In deze zones geldt een beperking van de

bebouwingsmogelijkheden. De beheerders van ondergrondse kabels en leidingen, zoals energiebedrijven en de Gasunie, willen dat de kabels en leidingen uitsluitend worden gelegd in openbaar gebied. Huisaansluitingen zijn hierop de enige uitzondering.

Er wordt onderscheid gemaakt tussen werkzaamheden van ingrijpende en werkzaamheden van niet ingrijpende aard. Werkzaamheden van niet ingrijpende aard volstaan met een melding aan het college. Deze melding moet minimaal drie dagen voor aanvang van de werkzaamhedenheden door middel van een daarvoor door het college vastgesteld formulier en volgens het Handboek Kabels en Leidingen (HKL) worden gedaan.36 De procedure voor

werkzaamheden van ingrijpende aard wordt hieronder beschreven. Kabels en leidingen leggen in openbare grond.

• De aanvraag komt tenminste vier weken voor aanvang van de werkzaamheden bij de afdeling Ruimtelijk Beheer binnen, door middel van een door het college vastgesteld formulier en volgens het HKL.

• Voor deze aanvraag is de Telecommunicatieverordening gemeente Eersel 2008 van toepassing. Deze verordening is vastgesteld op basis van de Telecommunicatiewet (Tw).

• De afdeling Ruimtelijk Beheer kijkt of op de plaats van de aanvraag sprake is van bodemverontreiniging en of het tracé klopt met andere tracés, zodat de leidingen elkaar niet beschadigen.

• Wanneer het een aanvraag van Brabant Water betreft, wordt aan de brandweer advies gevraag i.v.m. de blusvoorziening.

De aanvraag komt bij de afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling terecht, team

Vergunningverlening. Binnen vier tot twaalf weken na ontvangst van de aanvraag, wordt de beschikking opgesteld. Tegen dit besluit is binnen zes weken bezwaar mogelijk.

Aan de hand van soort, lengte en hoeveelheid kabels en leidingen wordt het totale bedrag aan leges berekend. Zie hiervoor de legesverordening gemeente Eersel 2008.

Een vergunning voor kabels en leidingen wordt tot op heden niet in een huis-aan- huisblad gepubliceerd. Volgens de Telecommunicatieverordening dient dit wel te gebeuren.

Verloop procedure

De procedure zoals hierboven beschreven verloopt juist. Deze stappen weergeven een instemmingsbesluit op basis van de Tw. Deze stappen worden wel nagelopen, de

eindbeschikking is echter niet juist. De Telecommunicatieverordening en APV worden niet goed toegepast.

Voor een vergunning voor kabels en leidingen voor gas, water, elektriciteit én

telecommunicatie wordt dezelfde procedure gevolgd en dezelfde vergunning opgesteld. Daarbij wordt verwezen naar artikel 2.1.5.2 van de APV (aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg) en naar de Tw/verordening. Dit is onjuist.

Telecommunicatie (telegrafie, telefonie, radio, radar, satellieten, televisie en internet) staat los van gas, water of elektriciteit. De bovenstaande procedure betreft die van de

telecommunicatie. Voor kabels en leidingen is dus één van onderstaande procedures mogelijk:

- gas, water, elektriciteit: vergunning op basis van de APV; - telecommunicatie: instemmingsbesluit.

Het instemmingsbesluit voor de telecommunicatie

Om kabels en leidingen voor telecommunicatie te regelen is in 1998 de Tw opgesteld. Op basis hiervan heeft de gemeente Eersel in 2001 een telecommunicatieverordening opgesteld die inmiddels is vervangen door de huidige Telecommunicatieverordening gemeente Eersel 2008. Een instemmingsbesluit voor telecommunicatie moet dus op basis van de

Telecommunicatieverordening afgegeven worden en staat los van artikel 2.1.5.2 APV. Dit besluit wordt echter verkeerd toegepast. Momenteel wordt in beschikkingen de ene keer

gesproken van een vergunning en de andere keer van een instemmingsbesluit. De

Telecommunicatieverordening spreekt van een instemmingsbesluit. Dit betekent dat geen vergunning moet worden afgegeven, maar een instemmingsbesluit. Verder wordt de

beschikking o.a. afgegeven op basis van art. 2.1.5.2 APV, terwijl dit artikel los staat van deze beschikking.

Vergunning kabels en leidingen voor gas, water en elektriciteit

Omdat een vergunning kabels en leidingen voor gas, water of elektriciteit niet onder de Tw valt, kan niet verwezen worden naar de Telecommunicatieverordening, maar moet als wettelijke grondslag verwezen worden naar artikel 2.1.5.2 APV.

Dit artikel (2.1.5.2 APV) is echter begin 2007 komen te vervallen. De reden hiervoor is dat de gemeente vooruit wil lopen op landelijke acties, zoals het project ‘Vereenvoudigen

Vergunning’. Destijds is concreet actie ondernomen en in het kader van het project ‘Vermindering/vereenvoudiging van regelgeving’ een aantal bepalingen uit de APV Eersel aangepast. Dit artikel is toen geschrapt, waarbij de vergunningplicht vanzelfsprekend ook is vervallen. Hier is bewust voor gekozen.

Per jaar worden echter nog steeds ongeveer 30 vergunningen op basis van dit artikel afgegeven.

Het team die deze vergunningen verleent was hier niet van op de hoogte. Toen ik

bovenstaande tijdens het onderzoek in november 2008 constateerde, werd verondersteld dat deze vergunning ook op basis van het huidige artikel 2.1.5.1 (voorwerpen of stoffen op, aan of boven de weg) afgegeven kan worden. De standaard opstelling van de vergunning is hierop aangepast. Dit is onjuist omdat deze vergunning niet onder dit artikel kan worden geplaatst. Artikel 2.1.5.1 van de APV staat inhoudelijk los van de vergunning voor kabels en leidingen en kan hier dus niet aan worden gekoppeld.

Hieruit concludeer ik dat voor het afgeven van een vergunning kabels en leidingen voor gas, water en elektriciteit geen wettelijke grondslag meer bestaat en deze vergunning dus niet meer kan worden verleend.

Legesverordening

De huidige ‘Verordening op de heffing en de invordering van leges 2008’ is na het afschaffen van de vergunning kabels en leidingen voor gas, water en elektriciteit, op basis van artikel 2.1.5.2, nog niet aangepast. In artikel 16.5.2 van deze verordening staat het volgende:

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van een vergunning omtrent tijdstip, plaats en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in de APV, artikel 2.1.5.2….’

Aangezien dit artikel (2.1.5.2) niet meer bestaat heeft het vorderen van leges, evenals de vergunning, geen wettelijke grondslag.

De gemeente heeft besloten om artikel 2.1.2.5 weer in de APV op te nemen en het leggen van kabels en leidingen voor gas, water en elektriciteit weer vergunningsplichtig te maken. Een voordeel hiervan is dat de gemeente de huidige en nieuwe tracés onder de grond kan blijven controleren, zodat een overzicht van deze kabels en leidingen blijft bestaan, controle en handhaving plaatsvindt, en gevaarlijke situaties voorkomen kunnen worden. Ook wordt voor deze vergunningen een groot bedrag aan leges door de gemeente geïnd.

Wanneer artikel 2.1.5.2 APV geschrapt zou blijven en de vergunningplicht vervallen, zal dit artikel uit de legesverordening moeten worden gehaald en mag deze vergunning niet meer worden afgegeven. Het voordeel hiervan is dat aan de vermindering/vereenvoudiging van regelgeving wordt meegewerkt en vooruit gelopen wordt op de landelijke acties betreffende deregulering. De VNG heeft dit artikel nog wel in de model-APV staan en geeft niet aan dat dit artikel optioneel is. Naar mijn mening is het verstandiger dit artikel weer op te nemen in de APV, zodat de tracés gecontroleerd kunnen worden en de leges geïnd.

Het concept van de ‘Verordening op de heffing en de invordering van leges 2009’, en de ‘APV gemeente Eersel 2009’ waren op het moment van deze ontdekking al in procedure.

Omdat de gemeente het belangrijk vond, dat dit goed geregeld moest worden, zijn deze verordeningen op het laatste moment, vóór verzending naar de raad alsnog aangepast. Ook deze verordening is aangepast op het geschrapte artikel (2.1.5.2 APV) en de vervallen vergunning. Op 16 december 2008 zijn deze verordeningen door de raad vastgesteld. Overige wijzigingen

Volgens de Telecommunicatieverordening moeten instemmingsbesluiten op basis van deze verordening in een huis-aan-huisblad gepubliceerd worden. Dit is tot op heden niet gedaan. Ik adviseer dit in de toekomst wel te doen.

Verder wordt in het instemmingsbesluit gesproken over ‘de RAW Bepalingen ‘Standaard 2005’. In mei 2008 zijn er wijzigingen en uitbreidingen bijgekomen, die sinds de verschijning van de Standaard RAW Bepalingen 2005 in de RAW-systematiek zijn doorgevoerd. De standaard blijft Standaard RAW Bepalingen 2005 heten. Men zal hierbij wel in de gaten moeten houden of de wijzigingen in de standaard zijn toegepast/aangevuld.

In enkele standaardbrieven wordt verwezen naar artikel 4, lid 1 van de

Telecommunicatieverordening voor de voorschriften die bij het instemmingsbesluit horen. In dit artikel staan niet de voorschriften en/of beperkingen beschreven die hieraan verbonden zouden moeten zitten. Dit moet worden aangepast.

Tijdens mijn onderzoek werd in deze standaardbrieven nog verwezen naar de Telecommunicatieverordening gemeente Eersel 2001, wat 2008 moet zijn.