• No results found

5.1 Opname op de afdeling

Op het afgesproken tijdstip meldt u zich bij de secretaresse op de afdeling. Zij zal ervoor zorgen dat de verpleegkundige u komt halen.

De verpleegkundige brengt u naar uw kamer en informeert u over de verdere gang van zaken op de afdeling. Neem bij opname alle medicijnen mee die u thuis gebruikt. Nadat de verpleegkundige u heeft geholpen met het wegwijs maken op de kamer, voert de verpleegkundige een aantal controles bij u uit. Zo wordt uw

temperatuur en polsslag gemeten. Bij sommige patiënten wordt vooraf aan de operatie nog bloed afgenomen.

Checklist voor tijdens de opname

Neem bij opname de volgende spullen mee:

• Voldoende pyjama’s, liefst met knoop sluiting ( minimaal 4 stuks)

• Voldoende ondergoed, liefst maat groter dan u gewend bent ( minimaal 6 stuks)

• Kleding voor overdag, makkelijk zittende broek met blouse/trui

• Medicatie welke u op dit moment gebruikt (liefst met de verpakking)

• Toiletspullen

• Badjas, slippers /pantoffels

• Stevige schoenen en sokken

• Loophulpmiddel indien u deze thuis gebruikt.

Wanneer de operatie klaar is, zal de chirurg uw eerste contactpersoon bellen en uitleggen hoe de operatie is verlopen. Direct na de operatie heeft u een infuus deze zal op de afdeling zo snel mogelijk verwijderd worden. Verder worden sondes, drains en katheters worden zo min mogelijk gebruikt. Een maagslang (maagsonde) of wondslangetjes (drains) krijgt u alleen als de arts dit nodig vindt. In de meeste gevallen wordt u wakker uit de narcose zonder deze sonde of drains en ook zonder blaaskatheter. In de eerste uren na de operatie kan het echter lastig zijn om te plassen en in sommige gevallen is het dan nodig om toch een blaaskatheter te geven.

5.2 Voeding

Direct na de operatie mag u in principe weer alles eten en drinken. Het is belangrijk dat u minimaal 10 glazen vocht drinkt per dag. Dit kunt u zelf bijhouden op een formulier op uw nachtkastje dat u van ons krijgt.

Dit om uw vochthuishouding zo optimaal mogelijk te houden. Om te voorkomen dat u misselijk wordt krijgt u van ons medicatie.

5.3 Pijn en pijnscore en pijnstilling

Pijn: Het is van belang dat uw pijnklachten acceptabel zijn na de operatie. Pijn kan bijvoorbeeld uw slaap verstoren of onrust en angst veroorzaken. Om dit tegen te gaan is het belangrijk dat u precies genoeg pijnstilling krijgt. Van te veel pijnstillers kunt u namelijk bijwerkingen krijgen. Op basis van uw pijnscore kan de arts bepalen hoeveel pijnstilling u nodig heeft.

Pijnscore: De mate waarin u pijn ervaart wordt gemeten met behulp van de pijnladder. Deze heeft een score tussen 0 en 10. U geeft 0 aan als u helemaal geen pijn heeft en 10 als u de ergste pijn heeft die u zich voor kunt stellen.

Hoe kunt u uw score het beste bepalen?

• Als u geen pijn hebt, geeft u dat aan met een 0.

• Heeft u weinig pijn, dan kunt u een score tussen de 1 en 4 geven.

• Als u veel pijn hebt, geeft u een score tussen de 7 en 10.

U kunt nooit een verkeerde score geven. Pijn is een persoonlijke

ervaring. Als u vindt dat uw pijn een 5 is, dan geeft u een 5, ook al denkt u dat een ander daar misschien een 3 of 7 aan zou geven. Bij het geven

van een pijnscore kan het u helpen om uw pijn te vergelijken met pijn waar u eerder last van hebt gehad.

Pijnstilling: Dit kan op meerdere manieren. In sommige gevallen wordt er tijdens de operatie een pompje achtergelaten in de buikwand, via dit slangetje krijgt u continu pijnstilling. Daarnaast krijgt u 4x per dag 1000 mg paracetamol. Indien dit niet voldoende helpt dan kunt u vragen om extra medicatie voor de pijn. Er kan dan bijvoorbeeld gekozen worden voor morfine. Morfine veroorzaakt vaak maag-darmklachten zoals misselijkheid en braken, buikpijn en obstipatie door afname van de beweeglijkheid van de darm. Dit vertraagt het weer op gang komen van de darm na de operatie. Daarnaast kan het vermoeidheid en slaperigheid veroorzaken wat het actief herstel in de weg staat. Het is ook van belang te weten dat morfine-tabletten verslavend zijn. Om deze redenen geven we liever geen morfine-achtige medicatie.

5.4 Bewegen en ademhaling Bewegen:

Na de operatie wordt zo snel mogelijk gestart met bewegen, onder begeleiding van een verpleegkundige/fysiotherapeut. Bewegen is niet alleen belangrijk om trombose te voorkomen, maar ook om verlies van spierkracht tegen te gaan. Bovendien is uit onderzoek gebleken dat wanneer u rechtop zit, de ademhaling beter is. Luchtweginfecties komen daardoor minder voor en de zuurstofvoorziening naar de wond is beter, hetgeen gunstig is voor genezing. Daarnaast bevorderd bewegen de spijsvertering.

• Probeer de dagelijkse handelingen (wassen, aankleden) zo veel mogelijk zelf te doen.

• De dag van de operatie moet u proberen twee keer minimaal een half uur in de stoel te zitten.

• De dag na de operatie is het de bedoeling dat u tenminste met de eetmomenten in de stoel zit en wanneer het kan ook tussen de maaltijden door steeds langer in de stoel zit. Daarnaast is het de bedoeling dat u, verdeeld over de dag, 3 keer een hele ganglengte loopt (100 meter). Neem hiervoor uw gewone kleding en stevige schoenen mee naar het ziekenhuis. Wanneer u thuis

een loophulpmiddel gebruikt, breng deze dan mee en gebruik deze tijdens opname.

• Als u de daaropvolgende dagen nog in het ziekenhuis bent, bent u steeds meer uit bed en mag u ook een wandeling maken met uw bezoek of in het dagverblijf zitten.

• Wanneer u niet in staat bent om uit bed te komen, probeer dan zoveel mogelijk rechtop te zitten, dit komt een goede ademhaling ten goede.

Ademhaling:

Ook na de operatie is het erg belangrijk om op de juiste wijze adem te halen. Na een operatie van de buik kan het gevoelig zijn om goed door te ademen. Dit komt omdat je hierbij de spieren van de buik gebruikt. Toch is het ook nu erg belangrijk om goed te ademen. De verpleegkundige / fysiotherapeut kan u hierbij helpen.

Beweegschema

Dag 0 2 maal 30-45 minuten uit bed in de stoel zitten

Dag 1 Met eetmomenten uit bed, zitten in de stoel (3 x 30 min) 2 maal 1 uur uit bed, in de stoel zitten (bv 10:00 uur en 15:00 uur 3 keer 100 meter lopen over de gang

Start ademhalingsoefeningen

Dag 2 Met eetmomenten uit bed, zitten in de stoel (3 x 30 min) 3 maal 1 uur uit bed, in de stoel zitten (bv 10:00 uur en 15:00 uur en 19:00uur)

5 keer 100 meter lopen over de gang

1 maal 5 minuten fietsen op de hometrainer Controle ademhalingsoefeningen

Dag 3 Met eetmomenten uit bed, zitten in de stoel (3 x 30 min) 3 maal 2 uur uit bed, in de stoel zitten

Loopafstanden uitbreiden: toewerken naar 1000 meter per dag bij ontslag

Traplopen indien nodig 2 maal

10 minuten fietsen op de hometrainer

Dag 4 Met eetmomenten uit bed, zitten in de stoel zitten(3 x 30 min) Gehele dag uit bed, op rustuur na.

Loopafstanden uitbreiden: toewerken 1000 meter per dag bij ontslag

3 maal 10 minuten fietsen op de hometrainer

5.5 Laxeermiddelen

Na de operatie kan het voorkomen dat de darmen stil komen te liggen.

De ontlasting komt hierdoor moeilijk of niet op gang en er kan een verstopping optreden, dit heet een ileus. U merkt dit doordat er geen ontlasting komt, u geen windjes kan laten, u misselijk bent of zelfs moet braken. Ter bevordering van de werking van de darmen, krijgt u gedurende de opname 2 keer per dag een laxeermiddel (magnesium hydroxide). Dit zijn kauwtabletten en deze moet u dus ook kapot bijten en niet in zijn geheel doorslikken. Daarnaast wordt vaak ook nog movicolon (of een vergelijkbaar medicijn) gegeven. Dit is een zakje poeder dat opgelost wordt in water. Zelf kunt u nog kauwgom gebruiken ter bevordering van de werking van de darmen. Zoals eerder genoemd is veel bewegen en weinig morfine-achtige medicijnen gebruiken eveneens bevorderlijk voor het vlot weer op gang komen van de darmen.

5.6 Voorkomen van trombose

Tijdens de opname en in de periode daarna, gaat u Fragmin spuiten. Dit is een bloed verdunnend medicijn ter voorkoming van trombose. Over de toediening hiervan krijgt u verdere informatie tijdens uw opname.

U moet de injecties blijven gebruiken tot uw 1e poli afspraak bij de chirurg. Het is mogelijk dat voor u individueel andere afspraken worden gemaakt.

Ruimte voor aantekeningen persoonlijke situatie:

...

...

...

...

...

...

...

...

...

...

...

...