• No results found

3 Onderzoeksmethode

4.6 Verbeterpunten voor de implementatie van EIO

Gevraagd naar verbeterpunten voor de implementatie van EIO antwoorden docenten dat er vooral behoefte is aan beter lesmateriaal (Tabel 4.12). Dit geldt zowel voor een groot aantal onderbouw- (36%) als bovenbouwdocenten (38%). Onduidelijk is in hoeverre dit specifiek (mede) betrekking heeft op EIO-onderwerpen, dan wel dat het in meer algemene zin gaat om de mate waarin (Engelstalige) onderwijsmethoden bruikbaar zijn in het Nederlandse onderwijs. Ongeveer een kwart van de docenten in de onderbouw is van mening dat er ook meer lesmethoden en onderwijsmaterialen beschikbaar moeten komen.

De behoefte aan meer lesmateriaal is slechts bij een klein deel van de docenten in de bovenbouw aanwezig (15%).

Daarnaast wordt aangegeven dat de samenwerking tussen de docenten Engels en de docenten van de andere (Engelstalige) vakken verbeterd kan worden op veel scholen.

Hoewel deze behoefte aan meer samenwerking met docenten Engels bij veel docenten in de bovenbouw aanwezig is, geldt deze in nog sterkere mate voor docenten in de onderbouw. Een eveneens sterk gevoelde behoefte onder onderbouwdocenten is aanvul-ende scholing op het gebied van EIO. Daarbij gaat het zowel om inhoudelijke kennis van aspecten van EIO, als om pedagogisch-didactische scholing over de vorm waarin EIO het best kan worden aangeboden. Met name de behoefte aan pedagogisch-didactische nascholing is minder sterk aanwezig bij docenten in de bovenbouw.

Tabel 4.12 Verbeterpunten op het gebied van EIO volgens tto-docenten*

Onderbouw Bovenbouw

n (%) n (%)

Betere voorlichting over Europese ontwikkelingen 11 (20 %) 6 (18 %) Betere voorlichting over het

internationaliseringsbeleid van de Europese Unie en het Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap

13 (23 %) 5 (15 %)

Meer materialen en lesmethoden 14 (25 %) 5 (15 %) Betere materialen en lesmethoden 20 (36 %) 13 (38 %) Aanvullende training op het gebied van

onderwijsmethoden die in het kader van EIO gebruikt kunnen worden

24 (43 %) 9 (27 %)

Aanvullende training op het gebied van kennis

over inhoudelijke aspecten van EIO 21 (38 %) 11 (33 %) Meer samenwerking tussen docenten van Engels

en andere vakgebieden 26 (46 %) 13 (38 %)

Meer onderwijstijd voor EIO op school 12 (22 %) 9 (27 %) Meer mogelijkheden voor speciale projecten 11 (20 %) 6 (18 %)

Anders 5 (9 %) 6 (18 %)

* meerdere antwoorden mogelijk

Verhoudingsgewijs kennen docenten iets minder prioriteit toe aan een betere voorlichting over Europese ontwikkelingen of over het internationaliseringsbeleid van het ministerie en de EU. Ook het vergroten van de onderwijstijd voor EIO wordt door ongeveer een kwart

van de docenten als verbetering voorgesteld (22% in de onderbouw; 27% in de bovenbouw), maar geniet duidelijk minder prioriteit dan het verbeteren van onderwijs-materialen en het deelnemen aan aanvullende trainingen over EIO.

4.7 Resumé

EIO is op de meeste scholen in een beleidsplan verankerd. In een dergelijk beleidsplan is daarnaast doorgaans een overzicht van vakken met EIO-aanbod per leerjaar en een overzicht van de inhoud van die vakken opgenomen. Als belangrijkste doelstellingen van EIO worden aangemerkt: het verkrijgen van kennis over de geschiedenis en cultuur van andere landen, het bevorderen van respect voor andere culturen en het bevorderen van de zelfredzaamheid van leerlingen. Daarnaast geeft een groot aantal docenten in de bovenbouw aan dat het tegengaan van vooroordelen en intolerantie, en het bijdragen aan Europees burgerschap belangrijk worden gevonden, terwijl dit door docenten in de onderbouw minder vaak als belangrijke doelstelling wordt benoemd.

Op bijna een derde van de scholen is een apart vak over EIO in het curriculum opgenomen. Op de meeste scholen is EIO echter vooral een cross- en extra-curriculaire aangelegenheid. Ten aanzien van de cross-curriculaire invulling die tto-scholen aan EIO geven geldt dat EIO vooral aan bod komt in zaakvakken zoals aardrijkskunde, geschiedenis en - in de bovenbouw - maatschappijleer. Met betrekking tot de extra-curriculaire activiteiten nemen scholen voor EIO vooral deel aan partnerschappen en uitwisselingen. Uitwisselingen variëren qua invulling soms sterk per school, en binnen scholen per leerjaar. In de meeste scholen nemen de leerlingen vanaf de derde klas jaarlijks deel aan een uitwisseling; op enkele scholen zijn uitwisselingen beperkt tot de vierde en/of vijfde klas.

De Standaard van het Europees Platform voor tto bepaalt dat er authentiek Engelstalig lesmateriaal moet worden gebruikt. Hoewel veel docenten aangeven voor hun vak een authentiek Engelstalige methode te gebruiken, hebben veel docenten ervoor gekozen in plaats daarvan (of ter aanvulling daarop) zelf een lesmethode of lesmateriaal te ontwikkelen. Aangezien het zelf ontwikkelen van lesmateriaal zeer tijdrovend is (en vaak in de eerste plaats voortkomt uit onvrede met bestaande methoden), lijkt het aannemelijk dat dit zelf ontwikkelde materiaal in de komende jaren (gedeeltelijk) plaats zal maken voor Engelstalige lesmethoden die specifiek voor het Nederlandse onderwijs zijn ontwikkeld.

Docenten geven ook aan dat het verbeteren van het huidige lesmateriaal voor EIO prioriteit geniet. Het gaat daarbij dan vooral om methoden voor de vakken geschiedenis, aardrijkskunde, economie, natuurkunde en science.

EIO wordt vooral schriftelijke getoetst, met behulp van open dan wel gesloten vragen.

Toetsen met open vragen worden daarbij verhoudingsgewijs vaker gebruikt, zeker in de bovenbouw. Dat vormt een indicatie ervoor dat in de bovenbouw het accent relatief minder sterk ligt op (reproductie van) feitenkennis, maar sterker op inzicht en redeneren.

Daarnaast wordt relatief vaak in zowel de onder- als bovenbouw gebruik gemaakt van schriftelijke huiswerkopdrachten.

Docenten in het tweetalig onderwijs volgen vaak aanvullende scholing, maar deze is in hoofdzaak gericht op hun Engelse taalbeheersing. Cursussen op het gebied van EIO worden beduidend minder gevolgd. Het aanbod aan EIO-nascholingscursussen is ook beperkter; opleidingen worden vooral door het Europees platform aangeboden. Docenten geven echter aan dat zij na- en bijscholing wel als een van de prioriteiten zien als het gaat om het verbeteren van het EIO-onderwijs. Daarbij bestaat behoefte aan zowel inhoudelijke als pedagogisch-didactische scholing op het gebied van EIO.

5. EIO-kennis, -activiteiten, -vaardigheden en -attitudes in het