• No results found

Verbeterde toegang tot verkiezingen voor politieke partijen en inheemse burgers

In document Eenheid in verscheidenheid? (pagina 53-57)

Hoofdstuk 3 - Externe factoren voor etnische mobilisatie

3.2.4. Verbeterde toegang tot verkiezingen voor politieke partijen en inheemse burgers

De vorming van nieuwe politieke partijen kan worden belemmerd door wetten die een hoge financiële of logistieke last opleggen aan het registreren van een politieke partij. Door de wetten ten aanzien van partijregistratie te versoepelen, kan een verbeterde toegang tot verkiezingen voor politieke partijen worden bewerkstelligd. Een verbeterde toegang tot de stembus zal bijdragen aan een meer open politieke omgeving, die de vorming en registratie van nieuwe politieke partijen zal stimuleren.196 In veel Latijns-Amerikaanse landen waren in de jaren tachtig en negentig de eisen voor het vormen en registreren van een nieuwe partij aanzienlijk. Met name in de drie Andeslanden Bolivia, Ecuador en

189 Paco Félix Patzi, Insurgencía y sumisión. Movimientos indígeno-campesinos (1983-1998), (La Paz 1999), p. 118.

190

Base de Datos Políticos de las Américas, „Bolivia. Elecciones presidenciales de 1997‟, <http://pdba.georgetown.edu/Elecdata/Bolivia/el971.html>, geraadpleegd op 19 maart 2010. 191 Van Cott, From Movements to Parties in Latin America, p. 50.

192 Minority Rights Group International, „State of the World‟s Minorities and Indigenous Peoples 2009‟. 193 Ibidem.

194

El País, „Bolivia, el „sí‟ a la Constitución y sus equívocos‟, 26 februari 2009,

<http://www.elpais.com/articulo/opinion/Bolivia/Constitucion/equivocos/elpepiopi/20090226elpepiopi_5/Tes>, geraadpleegd op 24 maart 2010.

195

Patzi, Insurgencía y sumisión, p. 118.

Peru waren de barrières voor partijregistratie hoog. Omdat in deze landen het partijsysteem sterk was gefragmenteerd waren er door de zittende politieke partijen barrières opgericht om het aantal nieuwe populistische partijen te limiteren en coalitievorming aan te moedigen.197 De institutionele barrières hadden tot doel verdere versplintering van het partijstelsel tegen te gaan en de besluitvaardigheid van de regering te kunnen blijven waarborgen.198

In Bolivia waren er, zoals hierboven aangegeven, bepaalde eisen ten opzichte van partijregistratie. Zo moest een politieke partij, voor het behouden van haar partijregistratie, bij verkiezingen minstens drie procent van de stemmen winnen. Daarnaast stond er een boete op slechte verkiezingsresultaten.199 In 1979 was bij wet bepaald dat partijen die minder dan 50.000 stemmen behaalden, moesten meebetalen aan de kosten van het printen van de stembriefjes. In een democratie zijn dergelijke eisen met betrekking tot partijregistratie gangbaar. Kiesdrempels van drie procent of hoger worden ingesteld om versnippering van een partijstelsel te voorkomen.200 Politieke partijen die geen zetels winnen en het vastgestelde percentage niet behalen, kunnen een boete opgelegd krijgen.201 De eisen met betrekking tot partijregistratie hadden echter nadelige gevolgen voor de kleine, opstartende inheemse partijen in Bolivia. Zij konden de drie procent, die bij een eerste deelname aan verkiezingen behaald moest worden, dikwijls niet waarmaken. De inheemse bevolking beschikte over beperkte financiële middelen, waardoor de inheemse partijen opgelegde boetes niet konden betalen. Dientengevolge verloren in de jaren tachtig en negentig vele net opgestarte inheemse partijen hun registratie als politieke partij en konden zij niet participeren in regionale en nationale verkiezingen.202

Om aan de eisen met betrekking tot partijregistratie te kunnen voldoen sloten inheemse politieke partijen een coalitie. In maart 1995 werd er in Santa Cruz een groot congres gehouden met als doel een overkoepelende inheemse politieke partij te vormen. Tijdens het congres waren de drie belangrijkste inheemse nationale federaties, de CSUTCB (Nationale Boerenvakbond), Confederación

Indígena del Oriente Boliviano (CIDOB; Inheemse Confederatie van Oost-Bolivia) en Confederación Sindical de Colonos Bolivianos (CSCB; Confederatie van Boliviaanse Kolonisten), aanwezig.203 De deelnemende partijen besloten gezamenlijk een inheemse politieke partij te vormen: de Asamblea de la

Soberanía de los Pueblos (ASP; Assemblee voor de Soevereiniteit van Volkeren), die met de geplande

gemeentelijke verkiezingen in december 1995 mee kon doen.204 Ondanks tegenstrijdige belangen tussen de drie federaties werden de resoluties door alle betrokken partijen aangenomen. De ASP werd de nieuwe representant voor de onderdrukte inheemse bevolking. De partij vormde een politiek

197

Ibidem, p. 27.

198 Tromp, De wetenschap der politiek, p. 296-304.

199 Van Cott, „From Exclusion to Inclusion: Bolivia‟s 2002 Elections‟, p. 755-756.

200 Parlement & Politiek, „Kiesdrempel‟, <http://www.parlement.com/9291000/modulesf/ggah5wlc>, geraadpleegd op 20 maart 2010.

201

Kiesraad, „Kiesdrempel‟, <http://www.kiesraad.nl/nl/Onderwerpen/Uitslagen/Kiesdrempel.html>, geraadpleegd op 20 maart 2010.

202 Van Cott, From Movements to Parties in Latin America, p. 63. 203

Patzi, Insurgencía y sumisión, p. 116-119.

instrument waarmee indianen op nationaal niveau hun eisen kenbaar konden maken.205 Ondanks het samenbundelen van krachten konden de ASP en opvolger Instrumento Político para la Soberanía de

los Pueblos (IPSP; Politiek Instrument voor de Soevereiniteit van Volkeren) niet onder eigen naam

registreren. Om te kunnen voldoen aan de eisen voor partijregistratie registreerden de partijen onder legaal geregistreerde, maar op sterven na dood, linkse partijen. Bij de gemeentelijke verkiezingen in 1995 en de landelijke verkiezingen in 1997 gebruikte ASP de partijregistratie van Izquierda Unida (IU; Verenigd Links) en in 1999 werd de registratie van de Partido Comunista de Bolivia (PCB; Boliviaanse Communistische Partij) geleend.206

Tot 2004 werd het sociale bewegingen en inheemse organisaties niet toegestaan deel te nemen aan verkiezingen. Het Nationale Verkiezingshof207 bepaalde dat alleen formeel geregistreerde politieke partijen mochten meedoen aan verkiezingen in Bolivia. In 2004 werden deze eis versoepeld. In februari van dat jaar keurde het Boliviaanse Congres de Ley de Agrupaciones Ciudadanas y los

Pueblos Indígenas goed, die sociale bewegingen, inheemse organisaties en onafhankelijke kandidaten

zonder partijregistratie toestonden te participeren in verkiezingen op zowel gemeentelijk als nationaal niveau.208 De formele registratie als politieke partij was nu niet meer noodzakelijk en bovendien werd de registratieprocedure aanzienlijk vereenvoudigd.209 In navolging van deze grondwetswijziging konden inheemse sociale bewegingen en burgergroepen voor het eerst meedoen in de gemeentelijke verkiezingen van 2004. De goedkeuring van de Ley de Agrupaciones Ciudadanas y los Pueblos

Indígenas heeft grote consequenties voor de regels van het politieke spel in Bolivia. Het is onzeker

hoe de coalitievorming in de toekomst zal verlopen. Wel kan met zekerheid worden gesteld dat er een verandering heeft plaatsgevonden naar een politieke omgeving waarin minder waarde wordt gehecht aan politieke partijen.210 Het maatschappelijk middenveld zal bij politieke besluitvorming en toekomstig overheidsbeleid daarentegen een meer prominente rol gaan spelen.

Kanttekening die bij de verbeterde toegang voor inheemse bewegingen en partijen moet worden geplaatst, is dat bovenstaande hervormingen in eerste instantie niet automatisch hebben geleid tot een verbeterde toegang tot verkiezingen voor de inheemse bevolking an sich. Bij de Nationale Revolutie van 1952 had de inheemse bevolking het stemrecht verkregen, maar bij de nationale verkiezingen in 1997 bleek dat in het bijzonder laaglandindianen in beperkte mate hun stem hadden uitgebracht. In het vorige hoofdstuk is aangegeven dat laaglandindianen meer geïsoleerd leven en in veel mindere mate betrokken zijn bij politieke besluitvorming dan hooglandindianen. Dit verschil kwam tot uiting tijdens de nationale verkiezingen in 1997. Veel laaglandindianen hadden hun stem

205 Ibidem, p. 70-71.

206 Van Cott, „From Exclusion to Inclusion: Bolivia‟s 2002 Elections‟, p. 763.

207 Het Corte Nacional Electoral (Nationale Verkiezingshof) is het controlerende gerechtshof voor verkiezingsuitslagen in Bolivia.

208

Domingo, „Democracy and New Social Forces in Bolivia‟, p. 1732-1733. 209 Corte Nacional Electoral (CNE), „La representación politica en Bolivia‟,

<http://www.cne.org.bo/centro_doc/cuadernos_tra.aspx?IdDocumento=cdct04>, geraadpleegd op 18 februari 2010.

niet uitgebracht. Enerzijds omdat zij niet geïnteresseerd waren in nationale politiek, anderzijds omdat zij simpelweg niet over de juiste documenten beschikten om te mogen stemmen.211 Meer dan 80 procent van de laaglandindianen had geen identiteitskaart; een verplicht document om te kunnen stemmen. Daarnaast had 40 procent van de laaglandindianen evenmin een geboortecertificaat tot zijn of haar beschikking. Slecht in de helft van de inheemse laaglandgemeenschappen waren de benodigde documenten aanwezig voor de gang naar de stembus.212

Naast laaglandindianen konden ook veel hooglandindianen op het platteland geen stem uitbrengen, omdat ze niet stonden geregistreerd in de Boliviaanse burgeradministratie. Uit onderzoek blijkt dat in 1992 slechts 52,8 % van de mannen en 37,8% van de vrouwen boven de vijftien jaar in de rurale gebieden van Bolivia stonden geregistreerd.213 De discrepantie tussen mannen en vrouwen kan worden verklaard aan de hand van het feit dat vrouwen geen identiteitskaart nodig hebben, omdat zij geen militaire dienstplicht dienen te vervullen. De lage registratiepercentages van zowel inheemse mannen als vrouwen in het algemeen kunnen aan de fanatieke civilisatiepogingen van de Boliviaanse overheid worden toegeschreven. Decennialang was de almanak een vast onderdeel bij het inschrijven van inheemse kinderen in de burgeradministratie. De almanak, waarin de naamdagen van heiligen staan, bepaalde de naam van het pasgeboren kind. Als vorm van protest hierover lieten veel inheemse ouders hun kinderen niet in de burgeradministratie of parochie registreren. Hele generaties werden hierdoor niet ingeschreven en leefden illegaal op eigen grondgebied.214 Tijdens de verkiezingen van 1997 waren er niet voldoende administratieve kantoren om indianen alsnog te registreren en ze van de benodigde identiteitsdocumenten te voorzien.

Wettelijke bepalingen en administratieve onvolkomenheden verhinderden lange tijd de toegang tot verkiezingen voor inheemse politieke partijen en duizenden inheemse kiezers. Consequentie was dat enerzijds inheemse politieke partijen tijdens verkiezingen moeite hadden succesvol te concurreren met zittende politieke partijen en anderzijds de overkoepelende inheemse partij ASP in de laaglanden en de landelijke hooglandgebieden beduidend minder stemmen onder de inheemse bevolking wist te behalen dan in de rest van het land. In 2004 werden de eisen voor partijregistratie versoepeld. Om de kiezersregistratie onder de inheemse bevolking in de laaglanden en de landelijke gebieden in de hooglanden te verbeteren, startte de Boliviaanse overheid begin 2000 een campagne. De Servicio Nacional de Registro Civil (Dienst Nationale Burgeradministratie) richt zich op volwassenen maar ook op toekomstige generaties. Ouders kunnen hun kinderen tot twaalf jaar gratis laten registreren in de burgeradministratie.215 De campagne heeft inmiddels zijn vruchten afgeworpen. Tussen februari 2001 en april 2002 registreerde het Nationale Verkiezingshof een

211 Patzi, Insurgencía y sumisión, p. 124. 212 Ibidem.

213

Esteban Ticona, Gonzalo Rojas en Xavier Albó, Votos y Wiphalas. Campesinos y Pueblos Originarios en Democracia (La Paz 1995) p. 183-184.

214 Poma, Evo Morales, p. 25-26. 215

CNE, „Servicio Nacional de Registro Civil‟, <http://www.cne.org.bo/RegistroCivil/>, geraadpleegd op 20 maart 2010.

toename van meer dan één miljoen kiesgerechtigden. Inheemse partijen profiteerden tijdens de nationale verkiezingen in 2002 van de grootschalige overheidscampagne en wisten veel nieuwe stemmen in zowel het hoog- als laagland van Bolivia te winnen.216

In document Eenheid in verscheidenheid? (pagina 53-57)