• No results found

Buitenlandse economische belangen

In document Eenheid in verscheidenheid? (pagina 70-80)

Hoofdstuk 3 - Externe factoren voor etnische mobilisatie

3.4.4. Buitenlandse economische belangen

Sinds de ontdekking van gasvelden in Tarija begin 2003 zijn er meer buitenlandse economische belangen met de politieke stabiliteit van Bolivia gemoeid. In het bijzonder de Verenigde Staten (VS) zullen de toevoer van een potentieel belangrijke gasvoorraad veilig willen stellen voor de toekomst.

285

Noticias - Platform Latijnsamerika in Nederland (PLAN), „Massale protesten in Bolivia dwingen president in Bolivia tot aftreden‟, 7 maart 2005,<http://www.noticias.nl/nica_nl_artikel.php?id=774>, geraadpleegd op 8 februari 2010.

286 Brent Z. Kaup, „Negotiating through nature. The resistant materiality and materiality of resistance in Bolivia‟s natural gas sector‟, American Sociological Association - Annual Meeting (Boston 2008).

287 MAS-IPSP, „Programa de Gobierno 2006-2010. Bolivia digna soberana y productiva para vivir bien‟, <http://www.cne.org.bo/proces_electoral/generales2005/comunicacion/egp2005_programa_mas.pdf>, geraadpleegd op 8 februari 2010.

288 Ibidem, p. 22-24. 289

Trouw, „Morales wint, maar zijn vijanden ook‟, 12 augustus 2008,

<http://www.trouw.nl/krantenarchief/2008/08/12/2099621/Morales_wint__maar_zijn_vijanden_ook.html>, geraadpleegd op 8 februari 2010.

290

La Razón, „Santos enfrenta nueve denuncias‟, 19 februari 2009,

De VS hebben van oudsher veel politieke en economische invloed in Latijns-Amerika.291 Amerikaanse bemoeienis met interne aangelegenheden is eerder regel dan uitzondering op het Latijns-Amerikaanse continent. De belangrijkste drijfveer voor bemoeienis met interne aangelegenheden is het bewerkstelligen van regionale stabiliteit. Regionale stabiliteit is noodzakelijk om de toevoer van (natuurlijke) hulpbronnen te kunnen garanderen. De ontwikkeling van etnische mobilisatie in Bolivia, die gepaard ging met politieke onrust, werd om die reden door de VS nauwlettend in de gaten gehouden. Ondanks Amerika‟s traditionele rol als voorvechter van mensenrechten en beschermheer van etnische minderheden werden de ontwikkelingen in eerste plaats als een gevaar voor de regionale stabiliteit gezien. Evo Morales en andere inheemse leiders hoefden daarom geen externe steun van de VS te verwachten.

Integendeel, de Amerikaanse ambassadeur in La Paz, Manuel Rocha, waarschuwde voor de verkiezingsstrijd van 2002 al dat de VS hun hulp en handelsbetrekkingen zouden afsnijden als Evo Morales de nationale verkiezingen zou winnen.292 Eén van de redenen hiervoor was de angst voor de nationalisatie van de gassector, die ook in 2002 al op het verkiezingsprogramma van de MAS prijkte. De mogelijke sancties waarmee de Amerikaanse ambassadeur dreigde, hadden echter niet het beoogde effect. Tijdens een campagne van Morales, twee dagen voor de verkiezingen, verbrandde een woedende menigte de Amerikaanse vlag. MAS Senaatskandidaat Filemón Escóbar verklaarde dat „elke stem die gegeven werd een schop in het achterste van de Amerikaanse ambassadeur zou zijn‟.293

De boodschap was duidelijk. MAS aanhangers zouden juist wel op Evo Morales stemmen omwille van zijn anti-VS retoriek. Het merendeel van de Bolivianen, zowel inheems als niet-inheems, had op dat moment genoeg van de door de VS opgelegde neoliberale beleidsmaatregelen en de bemoeienis die zich richtte op uitroeiing van de cocateelt. De buitenlandse politiek van de VS en hun ambassadeur was koren op de molen van inheemse leiders als Evo Morales.294 Op het verkiezingsaffiche van de MAS werd met de leus „Boliviaan, jij besluit wie regeert: Rocha of de stem van het volk‟ rechtstreeks naar de Amerikaanse inmenging verwezen.295

Met zijn nationalistische houding en felle verdediging van de soevereiniteit van de Boliviaanse staat wist Morales met succes op de anti-VS sentimenten die onder de Boliviaanse bevolking leefden in te spelen. Hierdoor wist Morales buiten zijn eigen etnische achterban ook stemmen van blanke en hoogopgeleide Bolivianen te winnen.296 Op 24 januari 2002 werd Morales zonder gegronde reden door het Nationale Verkiezingshof gesommeerd uit het Boliviaanse Congres te treden. Veel Bolivianen

291

Al vanaf 1823 was de Amerikaanse buitenlandse politiek gericht op het voorkomen van Europese bemoeienis op het westelijk halfrond. In dat jaar hield de Amerikaanse President James Monroe een toespraak voor het Amerikaanse Congres, waarin hij verklaarde dat Europese bemoeienis op het continent taboe was. De uit deze rede geboren Monroedoctrine is nog altijd leidend in de betrekkingen met het Zuid-Amerikaanse continent. 292 La Prensa, „Una declaración atentatoria‟, 28 juni 2002 (La Paz).

293

Ibidem.

294 Boynton, ´Our Brand is Crisis´ (2005).

295 Sergio Cáceres, „La guerra entre Manuel Rocha y el MAS‟, <http://www.voltairenet.org/article120450.html>, geraadpleegd op 23 maart 2010.

zagen Morales‟ uitzetting als symbool van de onderworpenheid aan de eisen van de VS en hun Amerikaanse ambassadeur in La Paz. De onvrede hierover uitten zij door Morales openlijk te steunen en tijdens de verkiezingen massaal op hem te stemmen.297 Desgelijks zag een groot deel van de Boliviaanse bevolking het opmerkelijke besluit van het Nationale Verkiezingshof in 2002 als gevolg van Amerikaanse bemoeienis met interne aangelegenheden. Het hof liet vlak voor de verkiezingen haar strenge eisen omtrent partijregistratie varen en gaf de MIP van Felipe Quispe, die tienduizend handtekeningen voor partijregistratie tekort kwam, alsnog toestemming zich te laten registreren als politieke partij.298 Het onbegrip en de woede onder MAS aanhangers was groot, aangezien hun partijregistratie op basis van minder ernstige schendingen herhaaldelijk was geweigerd door het hof. Volgens MAS woordvoerder Marcelo Quezada was het hof, onder invloed van de VS, bang voor een mogelijke inheemse alliantie tussen MAS en MIP. De partijregistratie werd volgens Quezada door het Nationale Verkiezingshof toegekend om de inheemse stem te verdelen en de gevreesde MAS-MIP alliantie te voorkomen.299

Door de ontdekking van gas is het scenario van afscheiding van de overwegend blanke en niet-inheemse provincies in de Media Luna waarschijnlijker geworden. Het is niet ondenkbaar dat de VS een autonome Media Luna, die welwillend tegenover multinationale ondernemingen staat, boven de Boliviaanse regering zal prefereren en de provincies in de Media Luna zal steunen in hun roep om meer autonomie. Tekenen van Amerikaanse bemoeienis met Boliviaanse interne aangelegenheden zijn er al geweest, gezien de hierboven genoemde dreigingen van de Amerikaanse ambassadeur in 2002. De invloed van de sterke lobby die multinationale ondernemingen in het Amerikaanse Congres hebben kan hierbij niet over het hoofd worden gezien.

3.4.5. Conclusie

In deze paragraaf is de veranderde economische internationale status van Bolivia onderzocht. De vondst van grote gasvoorraden in de Media Luna in 2003 leidde tot een versnelde nationalisering van de gassector en grote binnenlandse politieke onrust. Daarnaast heeft de ontdekking van natuurlijk gas buitenlandse bemoeienissen teweeggebracht. De dreigingen van de Amerikaanse ambassadeur in La Paz, die erop gericht waren de inheemse mobilisatie tegen te gaan, leidden tot irritatie bij de inheemse bevolking. Inheemse leiders, zoals Evo Morales, wisten handig op de onvrede over de buitenlandse Amerikaanse inmenging in te springen, waardoor de door de ambassadeur verkondigde dreigingen uiteindelijk het tegenovergestelde resultaat hebben bereikt.

De verandering van de economische internationale status van Bolivia heeft consequenties gehad voor de ontwikkeling van etnische mobilisatie. Enerzijds gaf de ontdekking van gasvoorraden kracht en relevantie aan het standpunt van MAS de gassector te willen nationaliseren. Veel arme

297 Ibidem. 298

Van Cott, „From Exclusion to Inclusion: Bolivia‟s 2002 Elections‟, p. 764. 299 Ibidem.

inheemse Bolivianen wilden delen in de winsten die de nieuwe gasvoorraden zouden opleveren en brachten hun stem op MAS uit. Mede hierdoor wist MAS de nationale verkiezingen van 2005 te winnen. Anderzijds hebben de VS zich met interne Boliviaanse aangelegenheden bemoeid om de politieke stabiliteit van het land te kunnen handhaven. Ook in de toekomst zullen Amerika en mogelijke andere internationale actoren zich inmengen met binnenlandse aangelegenheden om hun economische belangen, die afhankelijk zijn van vrije toegang tot gasvoorraden, veilig te stellen. Deze buitenlandse bemoeienissen kunnen negatieve gevolgen voor de populariteit van de MAS tot gevolg hebben.

3.5: Conclusie

In dit hoofdstuk is de invloed van externe factoren op de ontwikkeling van etnische mobilisatie in Bolivia onderzocht. De deelvraag, die daarbij leidend was, luidde:

In hoeverre hebben een meer open politieke omgeving, de toename in externe steun voor de inheemse bevolking en een veranderende internationale economische status geleid tot de ontwikkeling van etnische mobilisatie in Bolivia?

Voor beantwoording van deze deelvraag is ten eerste onderzoek gedaan naar de veranderingen in het politieke klimaat van Bolivia. Daartoe werden verschillende institutionele hervormingen, die halverwege de jaren negentig onder President Sánchez de Lozada werden doorgevoerd, bestudeerd. De gemeentelijke decentralisatie, die leidde tot de allereerste gemeenteraadsverkiezingen in 1995, vormde het startschot voor het succes van inheemse politieke partijen. De nieuw gecreëerde gemeentelijke districten gaven inheemse leiders de kans op gemeentelijk niveau onafhankelijke politieke partijen op te richten. De verkiezingsoverwinningen die zij tijdens de gemeenteraadsverkiezingen behaalden, inspireerden hen te participeren in de nationale verkiezingen van 1997. De doorbraak van inheemse politieke partijen op het nationale toneel was daarmee een feit. De erkenning van inheems zelfbestuur in 2008 en de aanname van de nieuwe grondwet in 2009 hebben het proces van institutionele hervorming voltooid.

De eisen die het Nationale Verkiezingshof ten aanzien van partijregistratie hanteerde om versnippering van het partijstelsel te voorkomen, belemmerde de toegang tot verkiezingen voor opstartende inheemse politieke partijen. Daarnaast stonden door administratieve onvolkomenheden duizenden inheemse kiezers niet geregistreerd in de Boliviaanse burgeradministratie. Dit belemmerde hen de gang naar de stembus. Door versoepeling van de eisen voor partijregistratie in 2004 en door de grootschalige overheidscampagne in 2000-2001, die gericht was op de verbetering van de kiezersregistratie onder de inheemse bevolking, werden zowel belemmeringen voor inheemse partijen

als kiezers grotendeels opgeheven. Door zeven van de 130 zetels in het Boliviaanse Lagerhuis exclusief voor de inheemse bevolking te reserveren, werd in april 2009 de toegang tot de nationale politieke arena voor deze bevolkingsgroep gegarandeerd.

Door bovenstaande institutionele hervormingen is het politieke klimaat de afgelopen decennia veranderd van een geïnstitutionaliseerde autocratie onder dictator Hugo Banzer tot een geïnstitutionaliseerde democratie. De neergang van linkse politieke partijen heeft daarbij positief bijgedragen aan een meer open politiek klimaat voor inheemse politieke partijen. De partijregistraties en expertise die linkse politieke partijen in de jaren negentig uitleenden, vergrootten de levensvatbaarheid van inheemse politieke partijen op nationaal niveau.

Naast bovengenoemde institutionele hervormingen en de politieke neergang van links kon de inheemse bevolking vanaf 1992 rekenen op een toename in materiële en niet-materiële steun van externe actoren. IOs en NGOs gaven de inheemse bevolking de nodige stimulans hun wettelijke status te definiëren en boden publiciteit, erkenning en financiële steun voor de inheemse zaak. De rol van de media en de impact die moderne communicatiemiddelen hebben gehad is onmisbaar geweest voor de mobilisatie van de inheemse bevolking. Naast de externe steun aan Bolivia is in dit hoofdstuk onderzocht welk effect Bolivia op buurlanden heeft gehad. Met zekerheid kan worden gesteld dat door het succes van de MAS inheemse leiders in buurlanden en zelfs in Noord-Amerika geïnspireerd werden eigen politieke partijen op te richten.

Ten slotte is de invloed van een veranderende economische internationale status onderzocht. De ontdekking van grote gasvoorraden in het zuidoosten van Bolivia in 2003 hebben enerzijds geleid tot politieke instabiliteit en anderzijds tot gevolg gehad dat er meer buitenlandse belangen met de politieke stabiliteit van Bolivia zijn gemoeid. Het lijkt er echter op dat negatieve Amerikaanse bemoeienissen juist tot tegenovergestelde effecten hebben geleid en dat de buitenlandse politiek van de VS koren op de molen van inheemse leiders is geweest.

Geconcludeerd kan worden dat de meer open politieke omgeving heeft geleid tot een succesvolle mobilisatie van inheemse politieke partijen. Ook de toename in externe steun vanaf 1992 en nieuwe communicatiemiddelen hebben ten positieve bijgedragen aan de ontwikkeling van etnische mobilisatie. Minder evident is de invloed van de internationale economische status, die door de ontdekking van natuurlijke gasvoorraden in 2003 is veranderd. Enerzijds heeft deze ontdekking geleid tot buitenlandse bemoeienissen, in het bijzonder van de VS. Anderzijds hebben de gevonden gasvoorraden en de buitenlandse bemoeienissen van de VS geleid tot sterke campagnepunten voor de inheemse politieke partij MAS. Door de nationalisering van de gassector tot speerpunt van de verkiezingscampagne te benoemen, wist MAS de nationale verkiezingen van 2005 met ruime meerderheid te winnen.

Conclusie

De Nationale Revolutie in 1952 verschafte de inheemse meerderheid van Bolivia het kiesrecht. Na de val van dictator Hugo Banzer in 1978 leek niets de opstartende inheemse politieke partijen in de weg te kunnen staan, inheemse burgers konden immers op eigen inheemse politieke partijen stemmen. Toch werd pas op 22 januari 2006 geschiedenis geschreven met de officiële instelling van Evo Morales Aymá, die op die datum als eerste inheemse president in het Boliviaanse Congres werd geïnaugureerd. Met zijn installatie kwam de gemarginaliseerde inheemse meerderheid aan de macht. De historische overwinning van Morales was niet zomaar tot stand gekomen. In de decennia voorafgaande aan zijn politieke succes hadden inheemse bewegingen en politieke partijen een lange strijd gevoerd om in de nationale politiek te kunnen participeren.

Het doel van dit onderzoek was inzicht te krijgen in de worsteling van inheemse partijen en na te gaan welke factoren invloed hebben gehad op de ontwikkeling van etnische mobilisatie in Bolivia. De probleemstelling, die daarbij centraal stond, luidde:

In hoeverre kan vanuit een constructivistisch perspectief, specifiek het mobilisatiemodel van Gurr en Harff, de mobilisatie van de inheemse Boliviaanse bevolking in de periode van 1978 tot 2009 worden verklaard en welke factoren zijn doorslaggevend geweest in dit proces?

Om bovenstaande probleemstelling te kunnen beantwoorden, is onderzocht welke factoren hebben bijgedragen aan de oprichting, de ontwikkeling en het succes van de MAS en andere inheemse politieke partijen in Bolivia. Daartoe is allereerst onderzoek gedaan naar de vraag waarom en op welke wijze etnische groepen mobiliseren. Beantwoording van deze vraag is afhankelijk van de visie die ten aanzien van etniciteit wordt aangehangen. Gezien de vaak meervoudige en veranderlijke dimensie van etniciteit in Latijns-Amerika is er in dit onderzoek voor gekozen een constructivistische visie te hanteren. Constructivisten staan tussen de primordialistische en instrumentalistische visie in en benadrukken dat groepsidentiteiten maakbaar zijn en over tijd veranderen. Daarnaast is er in dit onderzoek vanuit gegaan dat etnische mobilisatie het gevolg is van door inheemse burgers ervaren sociaaleconomische achterstellingen (grievances), in tegenstelling tot hebzucht (greed) van inheemse elites.

Vanuit deze visie zijn vervolgens de factoren voor etnische mobilisatie in Bolivia onderzocht. Aangezien de oprichting van een politieke partij afhankelijk is van historische, politieke, economische en andere factoren was hierbij een brede benaderingswijze noodzakelijk. Het mobilisatiemodel van Gurr en Harff bood het benodigde brede raamwerk en was zeer geschikt voor uitvoering van deze

casestudy naar Bolivia. Aan de hand van het model is in het tweede hoofdstuk de invloed van interne

het versterken van de identiteit en cohesie van de inheemse Boliviaanse bevolking en in hoeverre deze versterkte groepsidentiteit en -cohesie hebben geleid tot de ontwikkeling van etnische mobilisatie.

Uit het onderzoek is gebleken dat sinds de Spaanse invasie in 1492 discriminatoire maatregelen op zowel economisch als politiek gebied hebben geleid tot een achtergestelde positie van de inheemse Boliviaanse bevolking. Dit uit zich in beperkte politieke participatie en grote armoede in vergelijking met niet-inheemse bevolkingsgroepen. Zo ziet meer dan de helft van de inheemse inwoners basisbehoeften als onderkomen, drinkwater, sanitaire voorzieningen, brandstof, scholing en gezondheidszorg niet of in beperkte mate bevredigd. De slechte toegang tot basisvoorzieningen is tevens een gevolg van de geografische concentratie van de inheemse bevolking op het platteland, waar basisvoorzieningen in beperkte mate aanwezig zijn en de kwaliteit over het algemeen slechter is dan in de steden. De beperkte toegang tot (basis)onderwijs in rurale gebieden heeft tot gevolg dat de inheemse bevolking weinig mogelijkheden krijgt hun sociaaleconomische positie te verbeteren.

Onderzoek naar de etnische opbouw en regionale verdeling van hoog- en laaglandindianen heeft laten zien dat de inheemse bevolking van Bolivia geen uniforme etnische groep vormt. Ondanks de sterke versplintering blijkt de inheemse bevolking wel een gezamenlijke overkoepelende identiteit te delen, die zich uit in een kleurrijke klederdracht, de verering van het heilige cocablad en andere culturele en religieuze gebruiken. De factor die de gemeenschappelijke identiteit en groepscohesie echter het meest benadrukt is de gedeelde geschiedenis van onderdrukking, discriminatie en gedwongen assimilatie door de heersende niet-inheemse elite. De grieven die onder de inheemse bevolking leven ten aanzien van hun achtergestelde maatschappelijke positie zijn doorslaggevend geweest voor de mobilisatie van deze bevolkingsgroep. De gemeenschappelijke deler van discriminatie heeft tot een versterkte groepsidentiteit en groepscohesie geleid, die het benodigde interne draagvlak voor mobilisatie hebben geboden. Zoals de Aymara activist en historicus Carlos Mamani Condori het treffend verwoordde: “Looking back, we will move forward.”300

Begin 2000 raakte de ontwikkeling van etnische mobilisatie in Bolivia in stroomversnelling. Deze versnelde ontwikkeling was het gevolg van drie verschillende factoren, die bijdroegen aan de gemeenschappelijke identiteit en samenhang tussen de verschillende inheemse volkeren. Ten eerste is de invloed van IOs en NGOs omvangrijk geweest. Vanaf begin jaren negentig gaven zij de inheemse bevolking de nodige stimulans hun wettelijke status te definiëren en boden zij publiciteit, erkenning en financiële steun voor de inheemse zaak. Ten tweede is het de leidende rol van President Evo Morales geweest. Morales sloot op basis van een gemeenschappelijke groepsidentiteit allianties tussen verschillende inheemse groeperingen. Door etnische retorica te vermijden en een gematigde opstelling in te nemen, wist hij een breed publiek aan te spreken en eenheid in de Boliviaanse verscheidenheid te brengen. Ten derde waren het de overkoepelende media en nieuwe communicatiemiddelen, die de gemeenschappelijke inheemse identiteit benadrukten en de samenhang tussen verschillende etnische

300

Robert Albro, „The Culture of Democracy and Bolivia‟s Indigenous Movements‟, The George Washington University, <http://www.cceia.org/media/fellowPaper_albro2.pdf>, geraadpleegd op 14 februari 2010.

groeperingen hebben versterkt. Door de komst van mobiele telefonie en het Internet konden inheemse leiders direct met hun achterban communiceren. Deze nieuwe communicatiemiddelen hebben ten positieve bijgedragen aan de versnelde ontwikkeling van etnische mobilisatie in Bolivia. De wat meer traditionele communicatiemiddelen, zoals televisie en in het bijzonder radio, hebben echter ook een belangrijke rol gespeeld.

De komst van nieuwe communicatiemiddelen en de invloed van IOs en NGOs sluiten aan bij het onderzoek dat in het derde hoofdstuk is uitgevoerd naar de invloed van externe factoren op de mobilisatie van de inheemse bevolking. De deelvraag in dit hoofdstuk luidde: in hoeverre hebben een meer open politieke omgeving, de toename in externe steun voor de inheemse bevolking en een veranderende internationale economische status geleid tot de ontwikkeling van etnische mobilisatie in Bolivia? Uit onderzoek blijkt dat de institutionele hervormingen, die halverwege de jaren negentig onder President Gonzalo Sánchez de Lozada werden doorgevoerd, een meer open politieke omgeving hebben gecreëerd. De Ley de Participación Popular en de Ley de Descentralización Administrativa leidden tot gemeentelijke decentralisatie en hebben de meeste invloed gehad op de succesvolle participatie van inheemse politieke partijen in de nationale politiek. De allereerste gemeenteraadsverkiezingen in 1995, die volgden op de twee wetten, vormden het startschot voor hun succes. De versoepeling van de eisen voor partijregistratie in 2004 en de grootschalige

In document Eenheid in verscheidenheid? (pagina 70-80)