• No results found

Verbanden tussen variabelen van de Facebook-posts

In deze paragraaf worden aan de hand van de opgestelde nulhypotheses en alternatieve hypotheses de belangrijkste SPSS-resultaten besproken. Er is bijna altijd gekozen voor een Kruskal Wallis toets, omdat er bijna altijd meer dan twee groepen zijn getoetst aan de afhankelijke variabele en omdat de verdeling van de afhankelijke variabele, de interactiescore, nooit normaal was. Zie voor de verdeling van de afhankelijke variabele de histogrammen in bijlage 3: SPSS-resultaten. Eén keer is een andere test gebruikt, wat duidelijk wordt aangegeven in deze paragraaf. De complete verzameling van SPSS-uitkomsten is te vinden in bijlage 3: SPSS-resultaten.

H0: Het onderwerp van een Facebook-post heeft geen invloed op de interactiescore. Ha: Het onderwerp van een Facebook-post heeft invloed op de interactiescore.

Zoals al eerder vermeld (paragraaf 3.5, P. 22) zijn de onderwerpscategorieën voor het statistische gedeelte van het onderzoek samengevoegd tot vijf categorieën:

- ‘verkiezingen en politiek + aardgaswinning en aardbevingen’ - ‘reddingsdiensten/defensie/veiligheid + weer en verkeer’ - ‘cultuur en entertainment + natuur en dieren’

- ‘Grunneger Week + Tjaakje’ - ‘overig’ (bleef apart)

Van deze samengevoegde onderwerpen is onderzocht of zij invloed hebben op de interactiescore. Voor een significant verband moet de sigma lager zijn dan 0,05. Er is een significant verband gevonden tussen onderwerp en interactiescore: H (4) = 0,033, p < 0,05.

39 Het onderwerp van een Facebook-post is van invloed op de interactiescore. Om dat significante verband verder uit te werken is onderzocht of er tussen bepaalde onderwerpscategorieën onderling versus de interactiescore ook significante verbanden zijn. De indeling van de groepen en de gemiddelde interactiescore per groep is als volgt:

0: cultuur en entertainment + natuur en dieren gemiddelde interactiescore: 302 1: reddingsdiensten/defensie/veiligheid + weer en verkeer gemiddelde interactiescore: 243 2: verkiezingen en politiek + aardgaswinning en aardbevingen gemiddelde interactiescore: 102 3: Grunneger Week + Tjaakje gemiddelde interactiescore: 183

4: overig gemiddelde interactiescore: 329

Groep 2 heeft een beduidend lagere gemiddelde interactiescore. Tussen de groepen zijn drie significante verbanden gevonden:

Codering groepen onderwerpen Sigma 0-2 0,007 1-2 0,008 2-4 0,013

Tabel 17: uitkomsten van een aantal onderwerpscategorieën versus interactiescore

Groep 2, bestaande uit de onderwerpen verkiezingen en politiek + aardgaswinning en aardbevingen, heeft een beduidend lagere interactiescore. Tabel 17 laat zien dat er significante verbanden zijn tussen groep 2 en 0, 2 en 1 en 2 en 4. Dat betekent dat de onderwerpen van groep 0, 1 en 4 significant hogere interactiescores hebben dan de onderwerpen van groep 2. De onderwerpen ‘cultuur en entertainment + natuur en dieren’, ‘reddingsdiensten/defensie/veiligheid + weer en verkeer’ en ‘overig’ (bestaande uit allerlei onderwerpen) zijn goed voor een hoge interactiescore en voor een significant hogere interactiescore dan de onderwerpen ‘verkiezingen en politiek + aardgaswinning en aardbevingen’.

H0: Het genre van een Facebook-post heeft geen invloed op de interactiescore. Ha: Het genre van een Facebook-post heeft invloed op de interactiescore.

Er is een significant verband gevonden tussen het genre van een Facebook-post en de interactiescore: H (6) = 0,003, p < 0,05.

Het genre van een Facebook-post is van invloed op de interactiescore. Ook hier is dit significante verband verder onderzocht door elk genre onderling versus de interactiescore te onderzoeken. De indeling van de groepen en de gemiddelde interactiescore per groep is als volgt:

0: nieuwsbericht gemiddelde interactiescore: 281

1: stelling gemiddelde interactiescore: 164

2: oproep gemiddelde interactiescore: 169

3: column gemiddelde interactiescore: 160

4: overig gemiddelde interactiescore: 143

5: weekendrubriek gemiddelde interactiescore: 245 6: woensdagrubriek gemiddelde interactiescore: 41

De genres ‘nieuwsbericht’ en ‘weekendrubriek’ hebben een hoge gemiddelde interactiescore. In tabel 18 is te lezen dat er acht significante verbanden zijn gevonden tussen de groepen:

40 Codering groepen genre Sigma 0-1 0,045 0-4 0,005 0-6 0,012 2-6 0,034 3-4 0,045 3-6 0,014 4-5 0,011 5-6 0,023

Tabel 18: uitkomsten van een aantal genres versus interactiescore

Bij de significante verbanden in tabel 18 gaat het veelal om groepen met hoge gemiddelde interactiescores tegenover groepen met lage gemiddelde interactiescores. Er is niet heel duidelijk op te maken welke groep beter scoort dan de ander. Wat wel zeker is, is dat de woensdagrubriek het slechtst scoort. Die rubriek scoort significant lager dan een nieuwsbericht, een oproep, een column en de weekendrubriek.

H0: De mediasoort van een Facebook-post heeft geen invloed op de interactiescore. Ha: Bepaalde mediasoorten van Facebook-posts zorgen voor een hogere interactiescore.

Tussen de mediasoort van een Facebook-post en de interactiescore is geen significant verband gevonden: H (3) = 0,119, p > 0,05.

Hier zijn de groepen ook onderling getoetst aan de interactiescore. Ook daarbij zijn geen significante verbanden gevonden. Zie bijlage 3: SPSS-resultaten voor de volledige resultaten.

H0: de lengte van een Facebook-post heeft geen invloed op de interactiescore Ha: de lengte van een Facebook-post heeft invloed op de interactiescore

De lengte van een Facebook-posts is onderzocht aan de hand van het aantal zinnen en het aantal woorden in een post. Tussen het aantal woorden in een post en de interactiescore is geen significant verband gevonden: H (5) = 0,091, p > 0,05.

Hierbij zijn de groepen ook ten opzichte van elkaar getoetst aan de afhankelijke variabele. Elke combinatie is daarbij meegenomen. De indeling van de groepen en de gemiddelde interactiescore per groep is als volgt:

0: 1-10 woorden gemiddelde interactiescore: 254 1: 11-15 woorden gemiddelde interactiescore: 235 2: 16-20 woorden gemiddelde interactiescore: 266 3: 21-30 woorden gemiddelde interactiescore: 156 4: 31-40 woorden gemiddelde interactiescore: 252 5: > 40 woorden gemiddelde interactiescore: 35

Groep 5 heeft duidelijk een lagere gemiddelde interactiescore. Bij het onderling onderzoeken van de verschillende groepen qua aantal woorden ten opzichte van de interactiescore zijn een aantal significante verbanden gevonden. Deze zijn te lezen in tabel 15:

41 Codering groepen aantal woorden Sigma 0-5 0,023 1-5 0,005 2-5 0,007 3-5 0,005 4-5 0,039

Tabel 15: uitkomsten van een aantal groepen qua aantal woorden versus interactiescore

Uit tabel 15 valt op te maken dat er een splitsing kan worden gemaakt tussen Facebook-posts tot veertig woorden en Facebook-posts met meer dan veertig woorden. Er zijn significante verbanden gevonden tussen groep 1, 2, 3 en 4 versus groep 5. Als we dan kijken naar de gemiddelde interactiescore per groep (zie pagina 40) dan kan worden opgemaakt dat posts tot veertig woorden een significant hogere interactiescore hebben dan posts met meer dan veertig woorden.

Tussen het aantal zinnen in een Facebook-post versus de interactiescore is geen significant verband gevonden: H (2) = 0,859, > 0,05.

Vervolgens is onderzocht of er tussen de verschillende groepen onderling ook significante verbanden waren. Daarbij zijn de groepen ‘minder dan twee zinnen’, ‘twee zinnen’ en ‘meer dan twee zinnen’ onderling getoetst aan de interactiescore. Er zijn daarbij geen significante verbanden gevonden. H0: De taalhandelingen in een Facebook-post hebben geen invloed op de interactiescore.

Ha: Bepaalde taalhandelingen in een Facebook-post zorgen voor een hogere interactiescore.

Er is geen significant verband gevonden tussen de taalhandelingen in een post en de interactiescore: H (9) = 0,913, p > 0,05.

Na deze toetsing over het geheel is onderzocht of er onderling tussen de verschillende groepen taalhandelingen verschillen waren qua interactiescore. Ook daarbij waren de sigma’s niet beneden de 0,05. Zie voor de tabellen van die uitkomsten bijlage 3: SPSS-resultaten.

Hieronder staan de gemiddelde interactiescores per groep taalhandelingen (zie voor een uitleg over hoe de interactiescore van elke post tot stand is gekomen paragraaf 3.5, P. 22):

0 = Met alleen assertief gemiddelde interactiescore: 240 1 = Met alleen directief gemiddelde interactiescore: 231 2 = Met alleen citaat gemiddelde interactiescore: 170 3 = Met alleen expressief gemiddelde interactiescore: 367 4 = Met assertief en directief gemiddelde interactiescore: 202 5 = Met assertief en citaat gemiddelde interactiescore: 256 6 = Met assertief en expressief gemiddelde interactiescore: 35 7 = Met directief en expressief gemiddelde interactiescore: 129 8 = Met assertief, directief en citaat gemiddelde interactiescore: 188 9 = Met assertief, directief en expressief gemiddelde interactiescore: 90

Facebook-posts met alleen assertieven, alleen expressieven of een combinatie van assertieven en citaten hebben de hoogste gemiddelde interactiescore. Dat zou betekenen dat dat type en/of die combinaties van taalhandelingen de beste keus zijn om veel interactie met Facebook-fans te creëren. Ook Facebook-posts met alleen directieven scoren redelijk hoog. Combinaties met directieven scoren

42 niet heel hoog. Er zijn echter zoals al vermeld geen significante verbanden gevonden, dus de verschillen in interactiescore tussen de verschillende groepen taalhandelingen zijn niet betekenisvol. De verwachting was dat Facebook-posts die directieven bevatten een hogere interactiescore hebben dan Facebook-posts zonder directieven. Hiervoor zijn twee groepen (posts zonder directieven en posts met tenminste één directief) getest aan de afhankelijke variabele. De verdeling was wederom niet-normaal. Vanwege de twee groepen en de niet-normale verdeling is er hierbij gebruik gemaakt van een Mann Whitney U test. Daaruit bleek dat Facebook-posts met directieven geen significant hogere interactiescore hebben dan Facebook-posts zonder directieven: U = 0,442, z = 0,769, p > 0,05. Bij de Kruskal Wallis test die is uitgevoerd voor nul, één en twee of meer directieven versus de interactiescore zijn de gehanteerde groepen met bijbehorende gemiddelde interactiescores als volgt: 0 = zonder directieven gemiddelde interactiescore: 256

1 = met één directief gemiddelde interactiescore: 223 2 = met twee of meer directieven gemiddelde interactiescore: 76

Groep twee heeft een beduidend lagere gemiddelde interactiescore. Er is geen significant verband gevonden tussen nul, één en twee of meer directieven in een post versus de interactiescore: H (2) = 0,069, p > 0,05.

Er is hier tot slot wederom onderzocht of er significante verschillen zijn tussen de groepen onderling versus de interactiescore: tussen nul directieven en één directief, tussen nul directieven en twee directieven en tussen één directief en twee directieven. Er is geen significant verband gevonden tussen groep 0 versus groep 1: H (1) = 0,847, p > 0,05.

Tussen groep 0 en 2 en tussen groep 1 en 2 zijn wel significante verbanden gevonden: Groep 0 versus groep 2: H (1) = 0,027, p < 0,05

Groep 1 versus groep 2: H (1) = 0,023, p < 0,05

Posts zonder directieven hebben een significant hogere gemiddelde interactiescore dan posts met twee of meer directieven. Ook posts met één directief hebben een significant hogere gemiddelde interactiescore dan posts met twee of meer directieven.

43

5 Conclusie en discussie

In dit hoofdstuk wordt een conclusie gegeven over de resultaten van dit onderzoek. Zo wordt geprobeerd om een antwoord te geven op de onderzoeksvraag behorende bij dit onderzoek:

Hoe stelt een regionale nieuwsorganisatie haar Facebook-posts op en in hoeverre is dat van invloed op de interactie met de Facebook-fans?

Voordat de hoofdvraag beantwoordt wordt, worden eerst de deelvragen en de hypotheses bij langs gegaan. Er worden deelconclusies gegeven, wat uiteindelijk zal resulteren in een antwoord op de onderzoeksvraag.

5.1 Conclusie