• No results found

Verantwoording vanuit de literatuur bij de aanbevelingen

In document Thuis in de kerk? (pagina 59-62)

Alle hier genoemde literatuur is besproken in hoofdstuk 2 van dit onderzoek. Volgens Hendriks is de kern van het probleem van de kerken het verlies van

identiteit, een crisis in het systeem van de gemeente en niet een verzameling losse problemen.

Dat is ook de indruk die ik heb gekregen bij het doen van dit onderzoek.

Verder signaleert Hendriks dat er door het verlies van oude verbanden een nieuw verlangen is naar ‘herbergzaamheid’, maar dan in een minder zware vorm dan vroeger.

Ook dat kwam duidelijk in dit onderzoek naar voren. Door iedereen, geen enkele respondent uitgezonderd, wordt het ‘bij elkaar thuis kunnen zijn’ en ‘het omzien en luisteren naar elkaar’ als heel belangrijk benoemd, maar geregeld ook als

problematisch. Dat heeft te maken met vormen, die als belemmerend worden ervaren, met grote onderlinge verschillen en ook met de soms geringe (eigen) betrokkenheid.

Ganzevoort en Visser stellen dat het van belang is dat kerkelijke vormen niet onveranderd blijven, maar dat ze dienstbaar worden gemaakt aan de huidige individuele geloofsbeleving. Godsdienstige vormen moeten ‘bij de tijd’ worden gebracht (reïnstitutionalisering).

Voor verschillende respondenten uit dit onderzoek is dit aan de orde, al geldt de hang naar verandering in dat opzicht niet voor iedereen.

Spangenberg en Lampert gebruiken het begrip ‘bewaarden’, waarmee ze bedoelen dat de jongste generatie op zoek is naar mensen die hen doceren over de ‘waarde’ van de dingen. Het aanreiken van identiteit door opvoeders is volgens hen van groot belang. Daartoe moeten opvoeders zelf doorhebben hoezeer doorleefdheid en zelf iets uitstralen van belang is.

Ik denk dat dit naadloos aansluit bij wat een aantal respondenten heeft genoemd: een behoefte aan meer duidelijkheid en radicaliteit.

Overigens zal het niet bij deze gemeente passen om al te radicaal te worden,

daarvoor is in ieder geval de onderzochte groep te divers. Bij de respondenten bleek dat voor minstens de helft van hen het geloof een heel persoonlijk iets is en alles te maken heeft met ‘de eigen unieke innerlijke ervaring (en)’, zoals ook Joep de Hart dat beschrijft.

Bontekoning heeft het over de kracht van generaties: iedere generatie heeft eigen vaardigheden, de nieuwe generaties kunnen helpen verouderde onderdelen van een cultuur te revitaliseren. De oudere generatie kan verbindend werken en helpen de balans te bewaren tussen inhoud en proces.

Dit gegeven zou kunnen worden ingezet bij het werken in en aan de gemeente. Voor de ‘Verloren generatie’ ligt die kracht in het praktisch en relativerend kunnen zijn, voor de ‘Pragmatische generatie’ in ervaring en beleving en voor de

‘Grenzeloze generatie’ in echtheid, authenticiteit en in het soepele gebruik van media.

Overigens gaat het hier om generalisaties. Ik heb de indruk dat ook hier zaken zijn die dwars door generaties heenlopen (zoals de nadruk op beleving en echtheid).

In het onderzoek van Van Hierden en Bikker wordt een ander onderzoek aangehaald, nl. Young Urban Protestants daarin zijn vijf punten geformuleerd

(aangaande dertigers) die veel overeenkomsten vertonen met wat in mijn onderzoek naar voren komt. Dertigers:

 willen dat het ergens over gaat (over de Bijbel, levensvragen, over Jezus, over hun leven)

 willen ruimte (om anders te denken, andere keuze te maken, andere liturgie)  een gemeente zoeken waar ze op hun plek kunnen zijn, gekend, gezien

worden, serieus genomen worden

 een goede sfeer (geen gezeur, spanning, kerkpolitiek, maar gastvrijheid, aanvaarding)

 willen een kerk waar wat gedaan wordt; een kerk die het verschil maakt, ook in de omgeving waar ze staat.

Wat voor de dertigers uit dit onderzoek geldt, dat geldt naar mijn inschatting voor de meerderheid van de respondenten van mijn onderzoek.

Marten van der Meulen laat in zijn rapport over twintigers en dertigers in een aantal plattelandsgemeentes in de PKN zien dat het de uitdaging is om verbindingen te creëren tussen de traditionele kerken en innovatieve kerkplekken. Begrippen die sterk naar voren komen in dit onderzoek:

persoonlijke benadering, projectmatig, relevant, saamhorigheid, participatie. Al deze begrippen en woorden ben ik tegengekomen in mijn onderzoek, waarbij ‘saamhorigheid, relevant en persoonlijke benadering’ respectievelijk het meest naar voren kwamen.

In het blad Kontekstueel laten zowel Wim Dekker als Arjan Markus een tegengeluid horen. Dekker stelt dat dertigers behoefte hebben aan grenzen aan het

individualisme en dat ze moeilijk kunnen leven met ‘plaatsen der moeite’.

Markus zegt dat de kritiek van het evangelie mag klinken in het leven van dertigers en dat je soms moet ingaan tegen jezelf en tegen de cultuur, als christen.

Ik denk dat deze woorden van toepassing kunnen zijn: er zou veel gewonnen zijn wanneer de onderzochte groep kon worden geïnspireerd het uit te houden met de gemeente en te proberen de gemeenschap te herstellen, in het besef dat daarvoor sommige eigen behoeften (tijdelijk) moeten wijken.

Nynke Dijkstra-Algra houdt zich veel bezig met het geloofsgesprek in een plurale setting en zij laat zich daarbij inspireren door Renovare, een beweging die zoekt naar groei en vernieuwing voor kerken en christenen. Renovare is eigenlijk een houding van waaruit de verschillende stromingen in de christelijke traditie elkaar kunnen aanvullen en vruchtbaar met elkaar in gesprek kunnen zijn. Wat sterk naar voren komt in de besproken artikel van haar hand is het appel dat er uitgaat richting de gevestigde kerk vanuit de verschillende bewegingen die er in de loop van de tijd zijn geweest. Zij pleit ervoor als kerk samenwerking te zoeken met deze bewegingen. Het gaat in dit artikel over verschillende soorten bewegingen. In de Protestantse gemeente van Meerhuizen is er een sterk evangelische beweging, maar het zou goed kunnen dat bij verdiepende gesprekken ook andere bewegingen meer stem en contouren krijgen.

Speciaal voor de aanbevelingen is nog gebruik gemaakt van Jouw Spiritualiteit,

geloven zoals je bent, van Gary Thomas Hij geeft in zijn boek over spiritualiteit

handreikingen om zicht te krijgen op het fenomeen van de verschillende ‘spirituele talen’ die mensen spreken. Voor de één is de natuur bij uitstek een plek om God te ervaren en voor de ander is dat de traditie. Wanneer mensen leren dit bij elkaar en bij zichzelf te onderscheiden kan dit het onderlinge begrip bevorderen en zal er minder de behoefte zijn de ander iets op te dringen in dat opzicht. Het boekje van Thomas en de daarbij behorende cursus (op DVD) zijn (evenals het materiaal van Renovare) heel geschikt voor gebruik in de gemeente.

6.4 Aanbevelingen

In document Thuis in de kerk? (pagina 59-62)