• No results found

Samenvattingen van de acht interviews

In document Thuis in de kerk? (pagina 96-111)

Samenvatting en van het interview met Pieter en Hetty, 11 juni 2014, Interview 1 Dit interview vond plaats bij de respondenten thuis. Het gezin van vader (42 jaar) en moeder (39 jaar) en drie kinderen (13, bijna 11 en 7 jaar) woont in een

nieuwbouwwijk in een ruime vrijstaande woning. Pieter is zelfstandig ondernemer en Hetty heeft een administratieve functie in deeltijd, nadat ze eerst een aantal jaren ‘bij de kinderen thuis’ is geweest, zonder buitenshuis te werken.

Pieter is geboren en getogen Meerhuizenaar en Hetty woont bijna twintig jaar in Meerhuizen nu. Ze zijn beiden belijdend lid van de gemeente van Meerhuizen. Voor zowel Pieter als Hetty komt het gezin op de eerste plaats in hun leven. Dat zou je hun ‘Heilige grond’ kunnen noemen. Voor Pieter neemt zijn werk relatief heel veel tijd in beslag, hij ervaart het soms als bijna te veel, maar thuis is hij er wel echt los van. Voor beiden speelt muziek een belangrijke bijrol in hun leven. Ze spelen in een band en ze hebben elkaar ook via de muziek leren kennen.

Geloof is voor hen vooral een manier van leven. Die manier van leven heeft alles te maken met respect voor anderen, met eerlijkheid en met ‘normen en waarden’. Voor Hetty speelt ook bidden een rol. Beiden vinden het belangrijk iets van die manier van leven door te geven aan hun kinderen.

Gemeenschap wordt door hen gezien als heel belangrijk voor een kerkelijke gemeente. Zo belangrijk, dat wordt gezegd door Pieter:

‘De kern is de gemeenschap, meer nog dan het geloof, vind ik’ (p.16) En door Hetty wordt gezegd:

‘Als de gemeenschap goed is, dan groeit het geloof.’ (p.16)

Pieter en Hetty ervaren allebei iets van God in de natuur en Hetty noemt nog de stilte en de gewijde sfeer in een oude kerk, wanneer ze bijv. in het buitenland op vakantie zijn.

In de kerk zien Pieter en Hetty graag verandering: meer variatie, los van protocollen en plechtigheid. De kerkdienst zou meer een afspiegeling moeten zijn van wat in de gemeente leeft.

Ze denken bij die verandering niet aan een soort ‘evangelische ommezwaai’. Ze hebben ook niet de indruk dat dit veel mensen zal trekken.

Pieter wil op projectbasis wel meewerken aan en meedenken over verandering. Een duidelijke keuze voor die verandering is volgens hem op dit moment cruciaal.

Beiden ervaren momenteel weinig verbondenheid met de kerkelijke gemeente. Wel noemen ze de kindernevendienst, die zo nu en dan een positieve ervaring met de kerk oplevert voor de kinderen.

Een aantal praktische ideeën komt in het gesprek naar voren:

 Koffiedrinken voor de dienst, in plaats van erna: zo loop je misschien met meer gevoel van verbondenheid naar binnen

 De kerkdienst misschien later op de ochtend, zodat de zondag meer echt een rustdag kan zijn

 Afwisseling in de diensten, ook waar het muziek betreft: niet alleen traditioneel en praise, maar ook andere stijlen, bijv. een selectie van muzikanten uit het korps.

Samenvatting van het interview met Jan en Hermien, 19 juni 2014, Interview 2 Dit interview wordt gehouden bij de respondenten thuis. Hermien is 44 jaar en part- time commercieel medewerker bij een assurantiekantoor. De rest van de tijd besteedt ze vooral aan haar gezin. Jan is 48 jaar en werkt als manager voor een multinational op het gebied van software. Samen hebben ze drie kinderen gekregen, van wie de oudste zoon levenloos geboren is. Daarna kregen ze nog twee zoons die nu 6 en 3 jaar oud zijn. Ze wonen sinds 1999 in Meerhuizen. In 2000 zijn ze getrouwd. Ze zijn niet in Meerhuizen opgegroeid. Jan komt uit Groningen en Hermien uit het midden van het land. Het gezin woont in een ruime vrijstaande woning in een nieuwbouwwijk van Meerhuizen. Jan en Hermien zijn beide belijdend lid van de PKN in hun dorp. Hermien en Jan besteden hun tijd vooral aan werk, gezin, kerk en vrijwilligerswerk, maar ook gewoon aan mensen om hen heen.

Dat geeft hun leven ook diepere betekenis, de liefde voor mensen om hen heen, er voor mensen willen zijn vanuit hun geloof.

Jan zegt het zo: “Dat je zelf mag genieten, dat je er mag zijn voor een ander, dat je in de gemeente wat mag doen.”

En Hermien zegt: “Ja, het is niet alleen maar een pretpark of zo. Die momenten moeten er zijn, maar dat geeft je ook weer energie om iets voor anderen te kunnen doen.”

Een gebeurtenis die hen anders in het leven deed staan was de geboorte van hun levenloze kindje. Ondanks veel verdriet kunnen ze hierdoor er nu beter zijn voor een ander. Hun antenne voor verdriet van anderen is gevoeliger geworden.

Wanneer je het hebt over ‘heilige grond’ dan zijn twee zaken voor hen erg belangrijk.  Hun gezin. Dat is de basis. Gezondheid van het gezin ook. Dat is veel

belangrijker dan materiële welvaart.

 Geloof en kerk. Daarbij speelt sterk de overtuiging dat de bijbel als Gods woord wordt gezien en dat de kerk niet alleen de kerk is ‘van jou en mij’. De basis is dat Jezus Christus Zoon van God is, die voor de zonde van de mensen is gestorven aan het kruis. Het is voor Jan en Hermien erg moeilijk wanneer dit in de kerk niet meer gedeeld kan worden.

Woorden die passen bij hun geloof en levensbeschouwing zijn: Vertrouwen, Jezus, Liefde, God, de Bijbel, waarden en normen. Achterhaald en twijfel en rituelen, die woorden passen niet bij hun

levensbeschouwing. Hermien staat hierin wel iets anders dan Jan. Twijfel heeft bij haar meer een plaats en ze heeft minder moeite met rituelen dan Jan.

Hoewel Jan ook zegt dat het een ‘tastend zoeken naar’ blijft.

God is voor hen beiden hun hemelse Vader. Ze geloven in een persoonlijke God. Het geloof is een integraal gedeelte van hun leven.

Ze geven daar op meerdere manieren vorm aan, nl. door kerkgang, vrijwilligerswerk in de kerk, m.n waar het kinderwerk betreft. Ook wordt er thuis gelezen uit de bijbel, gebeden en gezongen met de kinderen.

Het ‘doorgeven aan de kinderen’ vinden ze heel belangrijk. Jezus roept daartoe ook op, zo zeggen ze, om geloof van generatie op generatie door te geven. Daar hebben ze ook anderen bij nodig. Liefst school en kerkelijke gemeente. Hoewel Jan niet zo heel erg gecharmeerd is van de kinderdoop vindt hij het wel sterk dat in de gemeente

om zo’n doop heen staat en erbij wordt betrokken, bij de zorg en opvoeding van het kind.

Kinderen, zo vindt Jan, hebben hele positieve voorbeelden nodig.

Als plaatsen en gelegenheden waar ze geloof, hoop en liefde en zingeving ervaren noemen ze een concert van Sela, met veel christenen samen: dan komt God dichtbij, maar het kan ook in kleine kring, of gewoon in een gesprek op het werk of met vrienden en in grote of kleine gebeurtenissen in het gezin. Ook in een kerkdienst in Meerhuizen of elders ervaren ze iets van God. Bijv. bij de christengemeente in Buitenpost. Het persoonlijk gerichte daar spreekt hen aan.

De eigen kerkelijke gemeente speelt zeker een rol, maar wel een ambivalente. Bij het overlijden van hun oudste kind hebben Jan en Hermien veel steun ervaren vanuit de gemeente. Hun beste vrienden komen uit deze gemeente, maar ze merken nu dat veel mensen twijfelen, vooral ook mensen met wat oudere kinderen (tieners) die vinden dat er niet genoeg aansluiting is voor hun kinderen: wat er bijv. in baptisten – en evangelische gemeentes wordt gebracht spreekt dan meer aan. Wel is het zo dat die mensen elkaar soms aansporen en elkaar er weer bij betrekken in de eigen PKN in Meerhuizen Er is weer meer positieve spirit dan wel is geweest. De kinderkerk, waar Jan ook bij betrokken is, daar gaat veel positieve energie vanuit, zo vindt hij. Woorden die door Hermien worden genoemd met betrekking tot de kerkelijke

gemeente zijn: steun bij persoonlijke nood, geloofsgemeenschap, viering, eredienst, activiteiten, antwoord en inspiratie.

Hoe zou het moeten zijn ?

 Een gemeente die bruist, enthousiast is en voor het geloof gaat, waar je de Geest voelt

 Meer naar buiten toe en tonen dat een geloofsgemeenschap relevantie heeft Jan), maar dan moet je wel zelf ‘je zaken op orde hebben’(Hermien)

 Minder strijd en negatieve energie, meer voeding en verbondenheid  Meer doelgroepen gericht

 De kerkelijke gemeente moet haar eigen identiteit weer terugvinden, elkaar vinden rondom het kruis

 Minder regels en protocollen, ook rond liturgie

Beide respondenten, maar vooral Jan hebben moeite met ‘hoog-liturgisch’, met al te gestileerd en Hermien gebruikt de term: ‘muziek uit het jaar 0’.

Ze zien dat er veel behoefte is aan spiritualiteit en zingeving, maar dat de kerk daar niet voldoende invulling aan kan geven. Die vaardigheid zien ze meer bij de vrijere gemeentes.

Ze lopen erg aan tegen lauwheid in de kerkelijke gemeente, bijv. Hermien bij haar werk als contactpersoon: je wordt geregeld niet eens binnen gelaten. Ze willen wel een rol spelen bij het brengen van verandering, maar dan graag praktisch en concreet en niet in allerlei discussies en vergaderingen. Hermien geeft aan dat ze behoefte heeft aan een goede gesprekskring, waar meer inhoudelijk en dieper op zaken rond bijbel en geloof wordt ingegaan.

Wel hopen ze dat de veranderingen zoals die nu in gang worden gezet, mede met behulp van een interim-predikant en te zeer op het organisatorische alleen worden ingezet, maar ook echt gericht zijn op het ‘gemeente zijn vanuit de Bijbel.’

Samenvatting van het interview met Rutger, 2 juli 2014, Interview 3

Dit interview vond plaats bij de respondent thuis. Rutger is 36 jaar oud en twee jaar getrouwd met Evelien met wie hij zeven jaar een relatie heeft. Ze wonen in een twee onder één kap woning in een nieuwbouwwijk van Meerhuizen.

Rutger werkt sinds 15 jaar bij een verzekeringsmaatschappij..

Hij is geboren en getogen in Meerhuizen en belijdend lid van de PKN Meerhuizen. Rutger besteedt de meeste tijd aan werken en slapen, zoals hij met een knipoog zegt, maar het is duidelijk dat er ook nog wel wat andere dingen op zijn bord liggen. Als basis onder zijn leven noemt hij de liefde voor zijn vrouw en het bij elkaar thuis kunnen komen.

Rutger heeft daarnaast een actieve rol in de kerkelijke gemeente. Veder gaat hij (vaak) samen met zijn vrouw eens per twee weken naar een zgn ‘sharepointgroep’. Deze groep is ontstaan nadat een aantal mensen uit de omgeving samen had

deelgenomen aan een project van World Servants in Brazilië. Om daarna niet in een geestelijk gat te vallen. Eens in de twee weken bespreken deze mensen met elkaar een onderwerp uit een opbouwend boek, om de beurt bij één van de deelnemers thuis. Het is een vriendengroep geworden die op zoek gaat naar diepgang.

Op de vraag naar een gebeurtenis die bepalend is voor hoe hij nu in het leven staat, noemt Rutger zijn christelijke opvoeding en zijn deelname aan een World Servants projecten. Deze projecten waren een eye-opener wat betreft geloof en het kunnen samenleven in geloof. Hij realiseert zich dat er cultuurverschillen zijn, maar toch wil hij graag van wat hij daar heeft meegemaakt iets meenemen in zijn leven hier. Het omzien naar je naaste binnen en buiten de kerkelijke gemeenschap vindt hij een heel belangrijk onderdeel van z’n geloof. Hij tekent daarbij aan dat ver weg (World Servants) soms bijna gemakkelijker is dan dichtbij (buurman)

Wat hij verder voor zichzelf en voor anderen binnen de gemeente belangrijk vindt is een goed sociaal netwerk. Dit geldt zekere ook voor jongeren, voor wie het ‘je thuis voelen in een groep’ bijna voorwaarde is om iets op hen over te kunnen brengen. Rutger ervaart geloof, hoop en liefde op verschillende plaatsen: in de kerkelijke gemeente, in de sharepointgroep, bij World Servants, tijdens de jaarlijkse Opwekkingsconferentie in Biddinghuizen (kippenvel), bij Festival 316 (christelijk muziekfestival in het Noorden), maar ook in de schepping, de natuur.

De kerkelijke gemeente speelt zeker een rol in zijn leven. Hij heeft er een band mee en hij is actief in kinder-en tienerwerk en in de pastorale raad. Wat hij ook heel belangrijk vindt dat zijn de gesprekken over geloof tussen jong en oud, die in de gemeente de afgelopen tijd zijn georganiseerd. Dat was een geweldig goede

ervaring. Ook is hij te spreken over het ‘invliegen’ van een interim predikant, die zich intensief zal gaan bezighouden met het samenleven en geloven in de gemeente. Hij is blij met initiatieven tot verandering die hiermee zijn genomen en hij vindt dat je samen de schouders er gewoon onder moet zetten, ook als het met minder mensen gebeurt dan je zou willen. Hij zou er zelf ook willen meedenken over veranderingen.

Rutger vindt dat er qua geloofsleven in de gemeente aan de basis wel veel

overeenkomsten zijn, maar dat er qua beleving en vorm meer diversiteit mag komen. Hij is bang dat het moeilijk zal worden al die diversiteit in één dienst te stoppen, je kunt wel iets meer variëren, maar dat zal niet alles oplossen.

Hij noemt een aantal punten die volgens hem belangrijk zijn:  Luisteren naar wat er in de gemeente leeft

 De boodschap die wordt gebracht mag wel wat duidelijker en radicaler, zodat je er ook in praktisch opzicht iets van meeneemt, dat er iets door verandert in je leven. De boodschap is belangrijker dan de vormen.

 Een sprankje evangelisch erbij is welkom Hij heeft qua vormgeving ook een aantal ideeën:

 Koffiedrinken kan misschien wel elke zondag samen en dan graag voor de dienst, bijv. om een uur of half 11

 Daarna een reguliere morgendienst, misschien een beetje aangepast  Daarna samen eten

 Vanaf 1 uur half 2 meer doelgroepengericht dingen gaan doen en dat later ook terugkoppelen

 De laatste twee dingen zou je bijv. eens in de maand kunnen doen, niet iedere zondag

Rutger geeft aan dat ‘losser overkomen’ en ‘losser van allerlei oude gebruiken’(een dominee in een jurk…dat is toch niet meer van deze tijd) hem en ander nog jongere gemeenteleden zal aanspreken.

Hij zegt:

‘Ja, er wordt altijd gezegd van: eredienst, maar volgens mij is elke dienst een eredienst, want het is tot eer van God. En of je er nou heel erg op staat van: de liturgie moet toch wel volgens het boekje, of je ramt er op los op je gitaar en je schreeuwt het uit: dan eer je God ook. We moeten losser met onze liturgie kunnen omgaan. Het moet allemaal niet heilig zijn.’

Samenvatting van het interview met Evelien, 2 juli 2014 Interview 4

Evelien is een vrouw van 27 jaar oud. Ze is twee jaar getrouwd met Rutger en ze woont met hem in een twee-onder één kap woning in een nieuwe nieuwbouwwijk van Meerhuizen. Ze werkt part-time in een optiek en ze bezig met de opleiding tot

opticien. Evelien is min of meer geboren en getogen Meerhuizenaar. Ze heeft een aantal jaren in Groningen op kamers gewoond.

Ze is dooplid van de PKN Meerhuizen.

Eveliens week is vooral gevuld met werk, studie en werk voor kerk:kindernevendienst en het bestuur van de jeugdsoos. Geloof en kerk spelen zeker een rol in haar leven. Ook in het leven van elke dag. Samen met haar man het goed hebben is een

belangrijke basis om zo ook naar anderen toe iets uit te kunnen dragen. ‘Klaarstaan voor de ander’ ‘elkaar respecteren’ ‘niet teveel vooroordelen’ die dingen geven haar richting. De basis daaronder is dat mensen kinderen van God zijn.

Eveliens man en haar familie en vrienden geven haar leven betekenis en dan vooral de liefde die ze daarin geeft en ontvangt. Dat geldt ook voor wat ze te bieden heeft aan een wijdere kring, bijv. in het spreken over haar geloof met anderen

Wat voor haar heilig is, dat zijn haar man, haar familie en het uitstralen en doorgeven van de liefde van God.

Woorden die passen bij haar geloof en levensbeschouwing zijn verder: vriendschap, samenleving, basis, liefde, maar ook dat God je Vader is, Jezus, de Drie Eenheid, kracht en bidden.

Een gebeurtenis die een grote rol in haar leven heeft gespeeld is het overlijden van haar moeder, daar is ze uiteindelijk volwassener en nuchterder door geworden. Daarbij is ze o.a. geholpen door iemand van World Servants, maar ook door haar man.

Betrokkenheid op God is er zeker in haar leven, door haar man Rutger is ze daar ook weer dichter bij komen te staan. Samen met hem geeft ze daar vorm aan in het kinder- en jeugdwerk in de kerk. Ze vindt het mooi om dat samen met anderen te doen, met Rutger, maar ook met een heel team. Je hebt elkaar daarin nodig.

Inspiratie en betekenis, geloof, hoop en liefde ervaart ze bij man, familie en vrienden, maar ook in hoe ze zich in haar leven geleid voelt door God. World Servants

projecten hebben een belangrijke rol gespeeld en verder is ze in dat opzicht enthousiast over Opwekking en Festival 316. (Christelijk muziekfestival in het Noorden) Op die plaatsen zie je dat geloof niet saai is en ouderwets, zo vindt ze. Over hoe het zou moeten zijn in de kerk heeft ze best ideeën, terwijl ze ook over veel zaken gewoon tevreden is. Ze voelt zich thuis in de gemeente. Wat voor haar

belangrijk is bij de kerkelijke gemeente:

 Mooi dat er wat ‘reuring’ mag zijn, bijv. door een bijdrage van de kinderen  Meer duidelijkheid in preken en spreken over bijbel en geloof, praktisch ook:

dat zou mooi zijn

 Eigentijdse voorbeelden daarbij en eigentijdse middelen, filmpje of zo, mooi dat er een beamer is nu

 Ontspannenheid en gezelligheid in de kerk  Koffiedrinken voor de dienst

Evelien vindt het jammer dat het nieuwe Liedboek niet eigentijdser is en dat zoveel liederen lastig zijn om mee te zingen / onbekend. Ze vindt zingen juist zoveel toevoegen aan zo’n dienst en aan de beleving.

Ze wil zelf zeker een rol spelen bij veranderingen in de gemeente, maar dan vooral graag een creatieve.

Samenvatting van het interview met Daniël, op 7 juli 2014, Interview 5

Dit interview is gehouden bij de respondent thuis. Daniël is 28 jaar. Hij is van beroep chemisch analist. Vier jaar getrouwd met Femke van 26 jaar en samen hebben ze twee kinderen, één van twee jaar en een baby van drie maanden. Femke werkt als invalkracht op een basisschool. Ze wonen in een wat oudere nieuwbouwwijk in Meerhuizen, in een vrij kleine rijtjes woning.

Daniël is dooplid van de PKN te Meerhuizen.

Daniël besteedt gemiddeld genomen vooral zijn tijd aan zijn werk en zijn gezin. Zeker

In document Thuis in de kerk? (pagina 96-111)