• No results found

Verantwoording en toelichting lespakket Vragen en opdrachten

De vragen en opdrachten zijn ontworpen met behulp van de Taxonomie van Bloom. Deze structuur is ontwikkeld door Benjamin Bloom tussen 1948 en 1956 en kent zes verschillende niveaus (Bloom et al. 1971: 28):

6. Creëren – nieuwe kennis produceren

5. Evalueren – informatie vergelijken en vervolgens beargumenteren 4. Analyseren – informatie opdelen, verbanden leggen en onderzoeken 3. Toepassen – informatie in een andere context gebruiken

2. Begrijpen – ideeën of begrippen uitleggen

1. Onthouden – informatie terughalen en beschrijven

De onderste drie niveaus zijn van toepassing op de zogenoemde lagere orde vragen. Hierbij wordt getoetst of de leerlingen informatie kunnen herkennen, beschrijven, interpreteren, samenvatten, hernoemen, uitleggen, en gebruiken (SLO 2016). Er zijn ook hogere orde

vragen. Deze hebben betrekking op niveau 4 tot en met 6. De vaardigheden die bij deze

vragen worden geëxamineerd zijn vergelijken, opdelen, controleren, bekritiseren, opzoeken en ontwerpen (SLO 2016).

In de vragen en opdrachten bij het lespakket zijn de niveaus van de Taxonomie van Bloom verwerkt. De A-vragen zijn op niveau 1 en 2, in de B-vragen zijn niveau 3 en 4

opgenomen en in de C-vragen komen niveau 5 en 6 aan de orde. Nadat de leerlingen een bron hebben gelezen, of een gedeelte daarvan, komen vaak eerst de A-vragen. Hierin wordt

getoetst of de leerlingen de bron, context en begrippen hebben begrepen. Het antwoord kan direct worden opgezocht in de bron of het contextgedeelte. Vervolgens zijn er de B-vragen. De leerlingen moeten hierbij bijvoorbeeld de bron analyseren of vergelijken met andere stukken tekst. Er kan ook worden gevraagd of ze voorbeelden uit de bron kunnen geven of dat ze begrippen kunnen toepassen op de bron. Tenslotte komen de C-vragen. Dit zijn de

groepsopdrachten en creatieve (schrijf-)opdrachten. De C-vragen omvatten ook de opdrachten waarbij er dingen moeten worden opgezocht op het internet of in het woordenboek. Deze informatie moeten leerlingen vervolgens verwerken in bijvoorbeeld een creatieve

omvangrijker om uit te voeren. Bij deze opdrachten oefenen de leerlingen hun kritische denkvermogen, argumenteren en onderbouwen. Ze verbeteren ook hun (online) zoek- en presentatievaardigheden. In het lespakket staat bij iedere vraag of opdracht om welk niveau het gaat door middel van de notatie van een A, B of C.

Leerdoelen

De leerdoelen van dit lespakket sluiten aan op de zes niveaus van de Taxonomie van Bloom en de eindtermen van het vak Nederlands. Aangezien scholen vaak kort de tijd hebben om diep in te gaan op de stof, zijn de domeinen van het examenprogramma Nederlands opgenomen in de vragen en opdrachten. De vier domeinen mondelinge taalvaardigheid, schrijfvaardigheid, argumentatieve vaardigheden en literatuur komen daarom allemaal aan bod in dit lespakket (SLO 2012: 11, 18, 22, 25). Zo kunnen docenten wat langer stilstaan bij de stof omdat de domeinen zijn gecombineerd, bijvoorbeeld literatuur en argumentatieve vaardigheden. Wanneer dit lespakket in de lessen Nederlands is besproken en de leerlingen de opdrachten hebben uitgevoerd zijn de volgende doelstellingen behaald:

-­‐ Leerlingen hebben kennis verworven van de Tachtigjarige Oorlog en het beleg van Alkmaar 1573 specifiek.

-­‐ Leerlingen hebben kennis verworven van verschillende soorten historische literaire bronnen.

-­‐ Leerlingen hebben kennis gemaakt met informatieve bronnen zoals

www.literatuurgeschiedenis.nl, www.etymologiebank.nl, en het woordenboek.

-­‐ Leerlingen hebben geleerd dat er verschillende visies kunnen zijn op een conflict. In dit lespakket hebben ze dit ervaren doordat zowel de Nederlandse als de Spaanse visie aan bod komt.

-­‐ Leerlingen kunnen (historische) bronnen analyseren en vergelijken.

-­‐ Leerlingen kunnen een relatie leggen tussen de geschiedenis en literaire bronnen. -­‐ Leerlingen kunnen begrippen toepassen op historische bronnen.

-­‐ Leerlingen hebben hun argumentatieve spreek- en schrijfvaardigheden verbeterd. -­‐ Leerlingen hebben hun woordenschat verrijkt.

Waarom dit lespakket?

De maatschappij verandert continu. Leerlingen moeten zich staande houden tussen al deze veranderingen. Vaardigheden zoals kritisch nadenken, verbanden leggen en argumenteren helpen de leerlingen hierbij. Het is daarom verklaarbaar dat het onderwijs sinds de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw de nadruk legt op het opvoeden van leerlingen tot autonome, mondige en kritische burgers die vrij kunnen denken en handelen (Witte 2008: 20). Het vak Nederlands is hiervoor geschikt omdat bij dit vak leerlingen hun mondelinge

taalvaardigheid, schrijfvaardigheid, argumentatieve vaardigheden en literaire kennis

ontwikkelen (Witte 2008: 35, SLO 2012: 11, 18, 22, 25). Vandaar dat deze vier vaardigheden in dit lespakket aan bod komen in de vragen en opdrachten, die zijn gemaakt met behulp van de Taxonomie van Bloom. Deze theorie zorgt ervoor dat leerlingen de vaardigheden stap voor stap kunnen oefenen en ontwikkelen.

Voordat er met de drie eerder genoemde mondelinge, schrijf- en argumentatieve vaardigheden kan worden geoefend, moet een leerling de stof en bijbehorende begrippen eerst begrijpen. Nadat een leerling de historische bron heeft gelezen, wordt er vaak een

inhoudelijke vraag gesteld om te testen of de leerling de tekst heeft begrepen. Vervolgens moet een leerling de definitie van een begrip geven en deze toepassen op de tekst. Hiervoor moet de leerling de bron analyseren. Na een aantal van dit soort vragen, volgen opdrachten waarin een leerling zijn mening moet geven en onderbouwen. Vraag 24, in hoofdstuk 4, laat deze volgorde perfect zien. Eerst moet een leerling de definitie van het begrip ‘treurspel’ geven, vervolgens moet hij het begrip toepassen op het stuk tekst door aan te geven waarom het stuk tekst een treurspel is en ten slotte moet hij een klein betoog schrijven met welk personage uit het toneelstuk het publiek zich kan identificeren. Door deze manier van vragen stellen, komen niet alleen alle niveaus van de Taxonomie van Bloom aan de orde, maar oefent een leerling ook de schrijf-, spreek- en argumentatieve vaardigheden. Het is wenselijk dat leerlingen zowel A-, B-, als C-vragen maken. Zo komen alle niveaus en vaardigheden aan bod. Uiteraard kunnen leerlingen beginnen met de lagere orde vragen. Wanneer ze gevorderd zijn of er is meer tijd kunnen de hogere orde vragen worden gemaakt.

Leerlingen verwerven in dit lespakket ook (historische) literaire kennis. Ze leren niet alleen verschillende literaire genres kennen, zoals de geschiedschrijving, het lied en het toneelstuk (de tragedie), waarbij ze de onderlinge verschillen moeten analyseren. Maar ze leren ook over de invloed van deze literaire genres op ons verleden, zoals in propaganda, nieuwsverspreiding, informatievoorziening en amusement. Ten slotte is het belangrijk dat

leerlingen inzien dat verschillende literaire bronnen verschillende kanten van een conflict kunnen belichten.

Historische letterkunde is soms lastig voor de leerlingen omdat ze het historische referentiekader missen of omdat de historische belangstelling gering is (Witte 2008: 28). Deze twee problemen zijn als volgt opgelost in dit lespakket. Voordat het lespakket begint met het bespreken van de verschillende bronnen is er stuk “Tekst in context: De Nederlanden komen in Opstand”. Dit stuk bespreekt de aanleiding en belangrijke personen van de Tachtigjarige Opstand, zodat de leerlingen de historische context van de bronnen begrijpen. Daarnaast gaat elk hoofdstuk in op de schrijvers en het genre van de bronnen. Doordat deze teksten op een eenvoudige en beeldende manier deze informatie geven, zal de historische belangstelling sneller aanwakkeren bij leerlingen. Verder is de Opstand te groot en complex. Doordat dit lespakket focust op het beleg van Alkmaar wordt de Tachtigjarige Oorlog concreter en behapbaar. Ook houdt dit lespakket rekening met leerlingen die minder geïnteresseerd zijn in historische literatuur of die problemen hebben met afwijkend taalgebruik. Daarom zijn de oorspronkelijke bronnen vertaald of worden ze ondersteund met woordverklaringen, zodat de leerlingen een aangename tekst krijgen voorgeschoteld. Daarnaast spelen de creatieve

schrijfopdrachten in op de actualiteit. In plaats van een werkstuk te schrijven over een belangrijk persoon uit de Tachtigjarige Oorlog kunnen de leerlingen een Facebookpagina creëren. Ook kunnen leerlingen op hun eigen favoriete lied een contrafact schrijven of beargumenteren het belang van muziek in de hedendaagse maatschappij.

Theo Witte beschrijft vijf belangrijke elementen die aanwezig moeten zijn bij

ontwikkelingsgericht literatuuronderwijs (2008: 88, 501). Ten eerste moeten er verschillende niveaus of fasen zijn waardoor een leerling zich kan ontwikkelen. Dit element is in het lespakket verwerkt door het onderscheid van de A-, B- en C-vragen. Iedere vraag of opdracht toetst één van de zes niveaus van de Taxonomie van Bloom waarbij er verschillende

vaardigheden worden getoetst. Ten tweede moet er een stevig fundament aanwezig zijn zodat leerlingen kunnen zichzelf verder kunnen ontwikkelen (Witte 2008: 88). De basis in dit lespakket is de historische context die wordt geschetst in het gedeelte ‘tekst in context’. Indien de leerlingen deze kennis hebben verworven, beschikken ze over een goede

ondergrond om hun kennis over (historische) literatuur uit te breiden. Dit doen ze dan in de hoofdstukken waarbij schrijvers en genres worden geïntroduceerd en toegelicht. Ten derde “dient de literaire ontwikkeling te worden gestimuleerd door actieve exploratie en te worden gemeten door sociale interactie met leeftijdsgenoten […]” (Witte 2008: 501). De

of woordenboeken informatie moeten opzoeken. Daarnaast interacteren leerlingen met klasgenoten omdat ze in dit lespakket bij de groepsopdrachten moeten samenwerken. Ze schrijven of presenteren gezamenlijk, maar discussiëren ook met elkaar tijdens een kort debat bij bijvoorbeeld groepsopdracht 1 in hoofdstuk 1. Tijdens de presentaties van de groepen moet de rest van de klas commentaar leveren door aan te geven wat ze goed vonden en wat eventueel beter had gekund. Dit bevordert de actieve deelname van de gehele klas. Ten vierde moet de leerling geconfronteerd worden met activiteiten die leiden tot cognitieve conflicten (Witte 2008: 88). In de B- en C-vragen wordt het kritische denkvermogen van de leerling uitgedaagd, waarmee ook aan dit element wordt voldaan. Doordat deze vragen wat meer denkvermogen kosten “zal de ‘oplossing’ de leerling een zekere voldoening geven” (Witte 2008: 88). Ten vijfde moet er een goede balans zijn bij het maken van vragen en opdrachten tussen de inspanning en het resultaat. Indien het te gemakkelijk is, verveelt een leerling zich snel, indien de vraag te moeilijk is, raakt een leerling snel gefrustreerd. In dit lespakket wordt deze balans versterkt doordat de A-, B- en C-vragen de lesstof op verschillende niveaus en vanuit verschillende vaardigheden bevragen.

Uit bovenstaande tekst blijkt dat dit lespakket ten eerste voldoet aan de vier eindtermen van het vak Nederlands en ten tweede voldoet aan de vijf principes voor de ontwikkeling van praktijkgericht literatuuronderwijs. Daarnaast sluit het onderwerp aan op de lokale geschiedenis van leerlingen die wonen in en rondom Alkmaar. Maar het is ook voor elders wonende leerlingen interessant om een redelijk abstracte gebeurtenis, zoals de

Tachtigjarige Oorlog, geconcretiseerd te zien in een lokale casus. De leerlingen in Alkmaar, maar bijvoorbeeld ook in Leiden, zullen begrijpen waarom hun steden het ontzet vieren. Verder kan het lespakket fungeren als voorbereiding op een excursie naar het Stedelijk Museum Alkmaar, het Regionaal Archief Alkmaar of het evenement Kaeskoppenstad. Dit lespakket zorgt voor voorkennis waardoor de leerlingen in het museum, archief of evenement beter begrijpen waar ze naar kijken of wat ze lezen. De leerlingen kennen bijvoorbeeld al belangrijke personages zoals Willem van Oranje, Nanning van Foreest of Trijn Rembrands. Dit lespakket is daarom zeer nuttig om verschillende redenen: het is geschikt om historische letterkunde op een leuke en leerzame manier te bespreken tijdens de lessen Nederlands, het geeft leerlingen de kans om hun schrijf- en spreekvaardigheden te verbeteren en het is een voorbereiding op een excursie.

Literatuur

Aa, van der A.J. (1874). Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 16. Haarlem: J.J. van Berderode.

Beurden, van L. (1994). Over mode en mensen: tien eeuwen kostuumgeschiedenis. Nijmegen: SUN.

Bloom, B., Engelhart, M., Hill, W., Furst, E. & Krathwohl, D. (1971). Taxonomie van een

aantal in het onderwijs en de vorming gestelde doelen. Een systematische

classificatie van expliciet gewenste leerresultaten. Rotterdam: Universitaire Press

Rotterdam & Antwerpen: Standaard Wetenschappelijke Uitgeverij.

Bor, P.C., (1679). Oorsprongk, begin en vervolgh der Nederlandsche oorlogen, beroerten,

en borgerlyke oneenigheden. Amsterdam: Joannes van Someren, Abraham

Wolfgang, Hendrick Boom en Dirk Boom.

Brill, E.J. (1890). Handelingen en mededeelingen van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde, te Leiden, over het jaar 1889-1890, in het gebouw van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen. Universiteit van Leiden, p. 354-367.

Buitendijk, W. J. C. (1977). Nederlandse strijdzangen, 1525-1648. Culemborg: Tjeenk Willink/Noorduijn, p. 5-20.

Erenstein, R.L. (1996). Een theatergeschiedenis der Nederlanden: tien eeuwen drama en

theater in Nederland en Vlaanderen. Amsterdam: Amsterdam University Press.

Fagel, R. (2009). ‘A. Trillo, Geschichte des Aufstandes und der Kriege in den Niederlanden. Historia de la rebelión y guerras de Flandes, Miguel Angel

Echevarria Bacigalupe (ed.)’. BMGN - Low Countries Historical Review, 124(2). Fagel, R. (2011). Kapitein Julián. De Spaanse held van de Nederlandse Opstand.

Foreest, van H. A. & Enklaar, D. (1950). Het oude geslacht Van Foreest,1250-1570. Assen: Van Gorcum & Comp.

Foreest, van N. (1573). ‘Een nieuw Liedeken vant beleg der stede van Alcmaer’ in: Een cort

verhael van de strenghe belegheringhe ende aftreck der Spangiaerden van de stadt Alcmaer gheleghen in Holland. Delft: Aelbert Hendricksz.

Gelder, de J.J. (19e eeuw). Van Alkmaar de Victorie, Alkmaars volkslied. Beschikbaar via site gemeente Alkmaar. Geraadpleegd op 03.03.2016. URL:

https://www.alkmaar.nl/4/Stedenlied_Alkmaar.html.

Gemert, van L. & Drees, M. M. (eds.) (2004). Warenar: geld en liefde in de Gouden Eeuw. Amsterdam: Amsterdam University Press.

Gemert, van L., Muller, S., Vos de, M. & Bonth de, R. (2014). Vondels Joseph, een bijbelse

tragedie. Amsterdam: Amsterdam University Press.

Geuzenproject. De geuzenliederen. Geraadpleegd op 04.03.2016. URL:

http://www.geuzenproject.org/oldsite/geuzenliederen.html.

Grijp, L. P. (1991). Het Nederlandse lied in de Gouden Eeuw: het mechanisme van de

contrafactuur. Amsterdam: P. J. Meertens Instituut, p. 22-25.

Grootes, E. K. (1997). ‘Liedjes over de Tachtigjarige Oorlog in andere bundels dan het Geuzenliedboek’, in: Zeventiende Eeuw 1, p. 173-181.

Helmers, H., (2007). ‘Hooft hertaald’, in: Spiegel der Letteren, 49(3), p. 335-342. Hooft, P.C., (1972). Hellinga, W., & Tuynman, P. (eds.) Nederlandsche Historien.

Hooft, P.C., (2007). Van Gestel, F., Grootes, E. & De Jongste, E. (Eds,) Nederlandse

historiën: een keuze uit het grote verhaal van de Nederlandse Opstand. Amsterdam:

Uitgeverij Bert Bakker.

IsGeschiedenis. Alva, Hertog van. Geraadpleegd op 25.04.2016. URL:

http://www.isgeschiedenis.nl/personen/alva-hertog-van/.

Jensen, D.L. (1964). Diplomacy and dogmatism. Bernardino de Mendoza and the French

Catholic League. Cambrigde: Harvard University Press.

Kuiper, E. T. & Leendertz Jr., P. (eds.) (1924). Het Geuzenliedboek. Zutphen: Thieme. Laan, ter K. (1952). Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid. Den Haag: G.B. van

Goor Zonen's Uitgeversmaatschappij.

Leuvensteijn, van A., (2008). ‘Boekbeoordelingen’, in: Tijdschrift voor Nederlandse taal- & letterkunde: 124(2), p. 173-187.

Literatuurgeschiedenis. Nederlandtsche Gedenck-clanc – een speciaal geuzenliedboek A.

Valerius, 1626. Geraadpleegd op 03.03.2016. URL:

http://www.literatuurgeschiedenis.nl/lg/goudeneeuw/tekst/lgge106.html.

Literatuurgeschiedenis. Romantiek in Nederland. Geraadpleegd op 10.04.2016. URL:

http://www.literatuurgeschiedenis.nl/lg/19de/literatuurgeschiedenis/lg19003.html.

Meij, de J.C.A., (1972). De Watergeuzen en de Nederlanden 1568-1572. Amsterdam/Londen: N.V. Noord-Hollandse uitgeversmaatschappij.

Mendoza, de B. (1592). Comentarios de lo sucedido en las guerras de los Payses Baxos. Madrid: Pedro Madrigal.

Nierop, van H. F., (1999). Het verraad van het Noorderkwartier. Oorlog, terreur en recht in

Rivier, S. (1789). De belegering en ‘t ontzet der stad Alkmaar: treurspel in 5 bedrijven. Alkmaar: Hendrik Hartemink.

Rodríguez Pérez, Y. (2003). De Tachtigjarige Oorlog in Spaanse ogen. Nijmegen: Uitgeverij Vantilt.

Schipper, I. (2012). De vrouwen waren soo moedigh als de mannen. Een onderzoek naar de

historische persoon en beeldvorming rond Trijn Rembrands, en de vrouwen van Alkmaar tijdens het beleg (1573). Leiden: Universiteit Leiden [bachelorscriptie].

Stichting Leerplanontwikkeling (SLO). Checklist ‘taxonomie van Bloom’. Geraadpleegd op 07.06.2016. URL:http://talentstimuleren.nl/onderwijs/havovwo/hulpmiddel/108-

checklist-taxonomie-van-bloom.

Stichting Leerplanontwikkeling (SLO). Taxonomie van Bloom. Geraadpleegd op 05.05.2016. URL: http://talentstimuleren.nl/thema/stimulerend-signaleren/rijke-

leeractiviteiten/bloom.

Stichting Leerplanontwikkeling (SLO) Nederland (2012). Handreiking schoolexamen

Nederlands havo/vwo. Herziening naar aanleiding van het referentiekader taal.

Enschede: Nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling.

Stipriaan, van R. (2002). Ooggetuigen van de Gouden Eeuw in meer dan honderd

reportages. Amsterdam: Uitgeverij Prometheus.

Trillo, A. (1592). Historia de la rebelión y guerras de Flandes. Madrid: Casa de Guillermo Drouy.

Universiteit van Amsterdam. Geuzenliedboek. Geraadpleegd op 06.03.2016. URL:

http://cf.hum.uva.nl/dsp/ljc/geuzenliedboek.

Veldhorst, N. (2009). Zingend door het leven: het Nederlandse liedboek in de Gouden

Witsen Geysbeek, P.G. (1824). Biographisch anthologisch en critisch woordenboek der

Nederduitsche dichters. Deel 5 OGI-VER. Amsterdam: C.L. Schleijer.

Witte, T. (2008). Het oog van de meester. Een onderzoek naar de literaire ontwikkeling van

HAVO- en VWO-leerlingen in de tweede fase van het voortgezet onderwijs. Delft:

Uitgeverij Eburon.

WNT:Woordenboek der Nederlandsche taal. Instituut voor Nederlandse lexicologie.

Verantwoording afbeeldingen