• No results found

VAN MERLE206

In document SHELF DV (pagina 108-147)

dan ik, dan zou ik me aan 't eens gegeven woord houden en haar laten oaan."

»Hoe kan je van mij dan iets anders verwach.

ten ?" ~ad ze verwijtend geantwoord, en zwijgend had hl] met ontroerden blik haar hand aan zijn lippen gedrukt.

»Je ziet dUB, Kees, dat Henri 't geheel met me eens was, en ik Mary's offer niet mag noch wil aannemen ., eindigde ze be list.

»80eda, allemaal apenkooI! dat ';:" nu goed en wel, Adèle, doch gij kunt onmoO'elijk moederziel alleen blijven, dat is al te wreed," bulderde de heer \VaIther.

»Dat heb ik mama ook al gezegd," riep Mary gejaagd, »dan zou haar alle ineens ontnomen worden. Jef, zeg jij dan toch ook eens wat"

,

besloot ze meekend tot haar broeder.

»Ik ben het met papa en mama eens, zusje, mama mag je offer niet aannemen. Gesteld, dat je nu bij haar blijft, hoe laner zou het duren eer ar 'ellicht e n kaper op de ku t kwam en je lot vrou w verlangde?" Haar afwerend beweain a

. d Cl b

,nen e, vervolgde hij:

» til maar ik weet ze l' goed, dat je besluit om I' ligieu e te worden, va t taat en niets je daar ontrouw aan zal maken, maar jui tomdat ik van je roeping overtuigd ben, vind ik, dat onze ouders gelijk hebben, en God de mee te rechten op je heeft, waarvan niemand je ma terughouden."

Toen zochten Mary's oog n Paul:

»En jij, PauI ?" vroeg ze, mat, moe van het strijden tusschen neiging en plicht.

»Ad Ie, kinderen, een der laat te woorden van mijn vrouw waren: »To tie i een enO'el." 'tKind weet overal raad op en 't jui te middel te treffen.

an an cher harte voerr ik mijn b de bij de hare d'l. Mijn prin e je n ik zijn zoo hulpe·

100 a htergebleven, ind Lientje van on i he nO'egaan en nicht Betsy ern tig ziek werd.

lijn kleintje i zoo onwetend, onbeholpen in de hui houding en in den omganO' met on talrijk di nstper oneel, zij ziet er bleek en lecht uit door de inspanning die 't haar ko t. Ontfel'm je over on Ad'(, je doet er inderdaad een go d werk mede, en 't is e nuitstekend idée van mijn kleintje, dat Mary bij je blijft t t h t voorjaar d n gaat alle meer gel idelijk. Of choon ik 't niet met H nri en jou een ben, wat de plannen van Ial'y b treft, vind ik to hook, dat j lui in zijn O'e t moeten hand le'n en zijn raad eerbiediO'en."

De w orden van To tie n haar vader hadden op de Raat een treffende uitwerkinO'. )fary wa van d n grond opger z n, in haar oogen chit·

terde een straal van ho p en e n glan van vreuO'd kwam op haar gezi htje. Jo eph lachte Toeti dankbaar to tel'wijl Paul het hoofd ol' richtte en haar vol bewonderinO' aan ta rd . Het gelaat hunner moeder weer piegelde haar ge·

mengd emotie, verra ing, vreuad, dankbaarheid, smart, beru ting. Ze stond van haar stoel op en loot Toetie innig in de armen, terwij I ze den heer Walther haar hand toestak.

»Kees, Toetie, wat zijn jelui goed; zou ik hier heusch van nut zijn'? Geeft jelui onbaat·

zuchtige, trouwe vriend chap j niet die woorden op de lippen'? atuurlijk kan ik niet terstond beslis en, ik ben bang te baatzuchtig te zijn, eer t ern tig nadenken en bidden, maar hoe mijn be Ii inO' 0 k moae uitvallen, ik zal nooit dit uur verg ten . . . .l!

»Soeda, allemaal apenkooI! wat praat je van baatzuchtig? Onzin hoor, h t is eiaenlijk zelf·

zuchtig van on, je te vraO'en on tiJ hui elijk leven te de len," bulderde de h er Waltbel'.

»Kom, d Ie, decideer nu maar, alvoren Jo eph vanavond vertrekt; het zal voor de kinderen een heele gerust. telling zijn. lijf dan voorloopig, tot Mary naar V nraai vertrekt, dan kunnen we verder zien."

Mevrou w de Raat ke k haar kinderen vra end aan, in hun v rh ugde blikken la zij het antwo rd.

»Ja, maar, Kee, lat n Maryen ik dan ten min te p n ion mogen beta! n" zeid z aarzelend.

De he I' \Valther werd bloedrood en en bar he uitdrukkina kwam op zijn gezi ht drifti wilde hij uitvallen toen Toeti kalmearend zijn hand vatte:

»D t zal ik dan wel m t mevrouw uitmaken, h , Paatje. net zooal 't haal' het aangenaam te is," verg elijkte ze.

Haar vert d rel aanziend , v rliet hij onder 't bulder n zijn l' topw ord n haa tia d kam r.

Van g ldkwe ties onder vrienden mo t hij ni ts hebben, hij, die veel me l' f rtuin had dan Ad Ie.

Soeda! al' ze zoo g k trot ch wa ,mo t Toetie dat maar met haar uitmaken, al hij l' maar nooit van hoorde. Al te gek, hun een dienst te

14

2 9

TOETJE WALTHER

J. VAN MERLE

208

bewijzen en dan nog geld betalen toe, en knorrig, mopper nd zijn hoed en jas van den kapstok grijpend, maakte hij zi h gereed om een eindje om te loop n, en zoodoend te bekoelen. De voordeur openend bon de hij op de stoep tegen Herman van elzen aan.

~Zoo, mijnheer, ik kom even vragen, hoe laat de tI' in van Joseph vertrekt en hoe u 't hebt~"

Beroerd, jongen, beroerd. Heb je tijd~ ou, kom dan mee, ik heb me ge"rgerd en behoefte een eindje om te loopen."

En zijn arm dOOl' dien van Herman tekend, trok hij hem mee. Onderweg luchtte hij zijn overvol hart bij zijn jongen vriend. Hij had zich verduveld ge·

ergerd over dien domm n trots van Ad Ie de Raat, die wou liefst voor dat hapj et 11,dat zij bij hem nuttigde, geld betalen, en nogal aan hem die 't heelemaal niet noodig had, terwijl zij vol trekt niet rijk wa. Bela h lijk! H"j had 't haar een flink wil) n zeggen, maar di Toetie, die enael dat teergevoelige kindje, bad bet belet. Zoo delicaat had zij weer die heele kwestie behandeld en voorge teld, en nu ging ze waarlijk er we I' vergoelijk nd p in, om dat pen iongeld aan te nemen. Dat kind Ie fd maar om and I' n ge-noegen te doen. Di plannen van Mary vond hij idio t hoe kwam zo'n mooie, jonge meid er aan om zich tu chen vier muren op te luiten?

Be pottelijk! Zoo onnatuurlijk mogelijk maar dat scheen in de Raats te zitt n, want Joseph had aan zijn mama in die dagen ook den wensch geopenbaard missionaris te worden, en in plaats er zich tegen te verzetten, had ze uitgeroepen

TOETIE WALTHER 211

Ho zou je vader zich daarover verheugd hebbenI"

H rman deed zijn be t, den opgewonden, drukken man te bedaren en hem aan 't verstand te brengen, dat de Katholieken h n die tot den religieusen -taat gero pen zijn, als bevoorrechten beschouwen, maar dat wa den h er Walther te machtig, en hevig kwam hij er t gen op.

~Dat komt, omdat u de leer der Katholieke Kerk niet kent. hebt zeker nog nooit gehoord van het Geheim del' Altaren, h t middelpunt, waar on heilig geloof zich als 't ware om beweegt."

Verbaa d bleef de heer Walther taan, en keek met groote oogen en open mond Herman aan:

»Amice, je spreekt in raadselen. een, van al die geheimen weet noch begrijp ik iet , hoe zou ik 't ook'? Ik hoorde l' nog nooit over, en toch, om je ronduit de waarheid te zeggen stel ik I' drommels ve 1 belang in, wijl mijn prin-je I' zich zoo v or intere eert. Zeg Herman onder on aezegd, n al je't niet àl te dwaa vindt, zou ik haar Ie en wel willen bijwonen, want d gedachte, dat mijn kleintje zoo vol en yervuld i met allerlei, waar ik niem ndal van 'nap, vind ik bero rd. faal', kerel, me ni t ver·

klapp n, hoor, ik wil h t niet wet n. Kan je 't er niet op houden, dat je' avonds die les en

eeft, dan kan ik ze volgen?

~En nu, soeda. Biecht liever eens op, of je dat bez ek bij de du Brieux bracht?',

Herman antwoordde lachend:

»Zeker, dat had gi ter heel officiëel plaats.

E rgister dineerde Estelle bij ons, en won ze me dien eigen avond al en philippin af. Ik was J. VA' MERLE

210

du genoodzaakt haar den volO' nden dag 't ver chuldigde (Te chenk te bI' ngen."

.Zeker die photo, h'. Wat zeiden d ou [elui er wel van'?

.Die waren poe lief, vroegen me zelfs morgen te din ren."

.Hm, hm mama du Bri ux i een afgeduveld limme kat," lachte de h er , alther.

.Zeg zeiden zij ni t van die veelbete ken ude plaat en ko tbare lij t '?"

•. fijnheer riep iets van IC' st trop fort," doch mevrouw prees mijn goeden smaak en ik ver-klaarde met .ce bon pasteur" te dwepen."

.Haha, die is ko telijk! H t goede men ch wet, wed ik, waaratj ni t en, wie dat voor-. t lt. Kerel, wee gewaar chuwd 't is een dek el

luw wijf, en al choonmoed l' kan je nog plei-zier van haar bel v n. laar, kom, dat kan E telle niet helpen, zij i e n be te meid at ondervonden wij de laat te weken' nu, kleur maar niet, je bent op d n leeftijd, dat Eros rege rt."

•KleUJ' n," vroeg II rman hat rend. Ho mo t ik dat do n'? Dat kun tje "er ta ik nua ni t. Dan maa ik wie l' t bij ~Iary de Raat in de leerO'aan. Z ldzaam zag ik een misje dat zoo li ht bloost."

.Dat merkte ik noO' nooit op, maar 't i een pracht tuk van een mei je, eeuwig jammer, dat ze er zulke overdreven neiginO'en op nahoudt.

Zi je, dat nu leelijke meisje , of vaatjes zuur-bier, die O'een man meer kunnen krijgen naar 't kloo t l' gaan, vind ik b st, heel wat beter, dan

dat ze de men chheid met haar eigen wijsheid en emancipatie vervelen en vervolgen, maar van zulke knappe deerntje i 't zonde en jammer:'

Herman antwoordde zeer ernstig:

I h, u hebt ook ab oluut geen begrip, wat 't kloo terleven i en beteekent. Wij, Katholieken, verh ugen on jui t, al zulke parel t beste deel kiezen. De lief~te en be te zijn I' eigenlijk nog niet goed genoeg voor."

.~ou, maar, 'k moet zeggen, jij houdt er prachtige theorio"n op na! Wat zou je er dan van zeggen, al E telle zulke idee"n in haar hoofd haalde, of mijn kl in prinse je!"

»t:·teIl i er ni t voor ge chikt zij zou er niet op haal' plaat zijn, noch el' zich gelukkig g y len. d eh kleine, teer Toetie met haal' mo i, fijn zi Itje, zou een ideaal nonn ke zijn."

.K l' 1, ben je nu heel maal bedonderd," riep de heel' Walther ontz t II rman ruw bij den arm grijp nd, terwijl zijn tem schrik, ang t, v rba·

zin~, ontzettinO' uitdrukte.

Eer Herman kon antwoorden tonden ze, bij 't om laan van den hoek Park traat-Plein 13, teO'enover mevrouw Duivenaar, die jui t bij de , aIther bot had gevanaen:

.Ja toch mijnheer Walther, z66 blij u te zien, ho O"aat het Toetie '? Eindelijk ben ik z6 ver herst ld, dat ik weel' een naai' u toe kon komen, maar de kne ht zei, dat u belet hadt omdat de familie uit Indië over was. Ja, kas ian, die arm dokter is onder\veg gestorven. Vreeselijk vo r zijn vrouwen kinderen,"

.Ja, mevrouwtje, 't is ellendig. Maar ik be l

TOETJE WALTHER 213 J. VA~ MERLE

212

TOETIE WALTHER 215

Toetie volgen haar gewoonte hem haastig tege-moet kwam, sloot hij haar z66 stevig in zijn armen, dat ze hem ontsteld aanzag.

»Mijn kleintje, mijn eenig t chat' wa al wat hij vermocht to stamelen.

Verwonderd keek ze hem aan. In zijn blik las ze z66 veel folterend zielelijden en doodsang t, d at zij haar arm om zijn hals slo cr en zich innig tegen hem aam-lijde, fIui terend:

:t \ at i 't, Paatje'? Hindert u iet '?" yroeg ze hevig ver hrikt, n hij voeld , hoe ze be fde.

.Neen, kindje, 't i niet, ik ben zenuwachtig n moe, maal' zeg j zult me to h geen ver-driet doen, nooit teg n mijn wenschen ingaan '?"

:t D, Paatje, nooit; maar waarom vraagt u dat? II b ik iet O'edaan, dat u leed veroorzaakt'?"

.Keen, kl intje, nooit, je zijt mijn zonnetje, mijn all ; Paatje i nervou en haalt zich allerlei muizenne ten n omb re, dwaze credachten in 't hoofd. 0 da, d nk I' maar niet meer om pop, en vertel een , of d fT mo deren hier in huis bedaard zijn n ik veilig kan binnenkomen, en d nk l' aan, o\' l' di cr ldkwe ti wil ik nooit m l' een wo rd hoor n."

:t 0 d, Paatj , 1aat dat all maar aan mij \"er.

Kom gern t binnen. nu all be list i zijn onze ga tnO' kalm erd,' en haar arm in d n zijne leggend, voerde ze hem mee naar de zaal. 't 'Va maar goed dat hij niet whst, wat er dien middag in de ziel van zijn prinse je was omgegaan, en hoe voor het eerst, na een ern tig gesprek met haar vrienden, bij Toetie 't verlancren wa ont taan Mary' voorbeeld te volgen. De geda ht Jesu5 J. VAN MERLE

blij u te zien. Toetie en ik waren graag weel~

eens bij u aangekomen, maar onze gasten leO'den de laatste dagen be lag op ons. U moet maal' eens gauw een dagje komen, wij praten zoo graag met u over Lientje, 't Spijt me, dat u vandaag belet kreeg maar vanavond keert de oudste zoon van mevrouw de Raat naar 't emi.

narie terug, en hebben ze onder elkaar nog zo veel te be preken. Van moraen af aan ont\"an-gen we weer, als van ouds, en zijt u op elk UU1' hartelijk welkom," n na haar de hand te hebben gedrukt, ging hij met Herman verder.

:tWat nu'? Ga je niet mee naar binnen

r'

vroeg hij verbaasd, toen deze bij 't hek afscheid nam.

»Neen, nu niet, na taf 1 kom ik Jef met mijn kar halen en breng hem naar 't station' tot strak dus."

Peinzend opende de heer Walther het hek; hoo zou hij de dame aantreffen? Gekalmeerd? Hij hoopte het, dat vrouwen· credo vond hij onuit-staanbaar, maar Toetie zou wel zorgen, dat hij er geen la t van had, ze wi t, ho hij r het land aan had. Zijn Toetie .. , .. Wat had die Herman hem ver chrikt. Zijn Toetie naar en kloo ter!

Onzin! Al te gek, maar to h .. , Zij cheen di plannen van Mary te beO'rijpen, z If fyoed t keuren, als dat een invloed op haar oefende'?

Hevige angst teeg in hem op, dat kon dat mocht niet, dat zou te vreeselijk zijn. Zijn kleintje, zijn prinsesje, opgesloten, "oor goed van hem gescheiden. Zijn adem stokte, en toen hij den sleutel in 't slot stak om de deur te openen, en 214

hristu geheel toe te behooren, Hem te toonen, dat zij Hem boven all liefhad, vervulde haar met zoo'n machtig v rlanO'en, dat die O'edachte haar niet meel' 10 liet.

Toetie' , woorden werden bewaarheid. Aan tafel waren de Raat weer gewoon en kalm. Zij deed ook zoo haar be t, d or een opgewekten toon het zoo gezellig en aangenaam mogelijk te maken. Iet haar zeldzamen ta t en fijn gevoel meed zij Ik onderwerp, dat haar vador kon agit el'en, of haar a t n w k maken en of·

choon haar hartje vol wa m t allerlei nieuwe indrukken en verlanO' n , onderdrukte zij die dapp 1', en wa zij d zi I van het gezel hap.

Na tafel kwam n de van Velzen!'! theedrinken, en kort daarop brachten Herman en Paul, Jo ph naar den trein. II t wa en droevicr afscheid, maar z hielden zi h kraniO', to vreugd van den heer Walther, die f itelijk d z nu wa htig te van allen wa. Telken mo t hij aan die woorden van H rman d nk n n ang til7 I eg hij zijn kleintj crade. T n hij echt l' zaa, hoe ze r sI cht op uit wa , zijn wen chen t voorkomen, om h m, en all n met wi zij in aalll'aking kwam genoegen te doen werd hij langzamerhand kalm I' en geru ter. ~ en, Toetie zou hem dat ontzettende leed nooit aandoen .

Arme kleine To tie! iemand dan God wi t, hoe dapper zij haar zwaren trijd streed, zonder er met iemand over te preken; zelf niet met pastoor de Munnik, die, ind hij in de ·tad wa , haar en E telle eenige malen per week den Cate·

chi mus verklaarde, Ook niet aan l\1ary, die, op

TOETJE WALTHER 217

't verzo k van mevrouw van Velzen de Ie en van Herman had overgenomen, omdat zijn moeder het daO' lijk ch amenzijn van E telle en haar zo n niet in de hand wilde werken. iet, dat zij iet teg n E t Ue had maar inds d ze den wen ch had uit, evenals Toetie Katholiek te worden, vree de zij, dat haar gevoel ns voor Herman hier invloed op oefenden, en dat mocht toch niet. Aan niemand liet Toetie iet merken van dat mach·

tiO' "e1'lanO' n, dat in haar hartje wa opgebloeid, om, evenals Mary, uit luit nd Je u lui tu t e te behooren. Het vervolO'd haar, li t haar O'een ru t meer. Alle n, al zij in de kerk in Zijn Tea nwoordigheid wa, stortte z haal' ov rvol hartj bij Hem uit, en haar krachtig vertrouw n op Zijn ma htige hulp en teun t rkte haar w nde1'baar, Opg wekt, za ht, lieftallig al altijd, v n'ulde zij haar v Ie pH hten n niemand

Y rmoedd h veel trijd n leed die te I' zi I or wor telde. 'ant.... d wo rden dien middaO' do I' haar vad r 0' pI' k n, had ze beO're-p n. Zij zaa den ano tigen blik, waarmed hij haar gade loeg, n, 0 od. ho zou ze hem ooit kunnen yel'laten'? Haar hart werd be tOl'md door

aller! i tea n tl'ijdiO'e e achten en gevo len ge linO'erd tu eh n dat ma htig verlangen en haar kinderplicht, om zóó heviO', dat ze op 't punt tond, zich bij Mary uit te preken. Di

zou haar begdjpen; had zij dat alles niet ond

1'-gaan, evena) zij? Maar neen, Mal' r had strijd en leed genoeg, di mocht ze niet la 'tig vallen, no h bezwaren, en heldhaftirl' zich beheersch nd, zocht z haar toevlucht meer dan ooit bij J. VAN IERLE

216

XI.

Drie maanden waren vo rbijgegaan, inds de Raats hun intrek bij de Walther namen. Het wa d laat te helft van De ember, en het blijde Kerstfee t tond voor d dur.

In den kring der familie 'Valther waren die maanden ru tig en stil verlo pen. Toetie's vader was den an rr t en schrik, die zijn prin e je hem had bezorO'd, bijna verO'eten. Toch drongen ze zich af en toe nog al een benauwende nachtmerl'Ï in h m op. Dan dwaald zijn blik ru t 100 naar zijn kleintj I maar zi nde, ho blijm f'dicr n opgew kt ze haar gang gin cr d vr Uo 1 en h' 0 tuitma·

kend harer omO' vin, teld hij zi h weer O'e-ru 1. ~leYr uw de Raat v rvnld met lu t d taak di vroeg [' ni ht B t YZ 0 flink had waar-g n men. Het liet zich aanzi n, of d ze die nooit

kend harer omO' vin, teld hij zi h weer O'e-ru 1. ~leYr uw de Raat v rvnld met lu t d taak di vroeg [' ni ht B t YZ 0 flink had waar-g n men. Het liet zich aanzi n, of d ze die nooit

In document SHELF DV (pagina 108-147)