• No results found

Validiteit

In document Bereiken van bedrijven (pagina 34-37)

6. Discussie

6.1 Validiteit

Bij validiteit willen we zeker weten of we meten wat we willen meten (Verhoeven, 2014). Er wordt nagegaan of er in het onderzoek geen systematische fouten zijn gemaakt. Zo wordt er gekeken naar de geldigheid en de zuiverheid van de onderzoeksresultaten (Verhoeven, 2014). In dit hoofdstuk komen interne validiteit, externe validiteit en begripsvaliditeit aan bod.

6.1.1 Interne validiteit

Bij intern valide resultaten spreken we over resultaten waarbij we de juiste conclusies kunnen trekken. Juiste conclusies zijn conclusies die kunnen standhouden en kritiek kunnen overleven (Verhoeven, 2014). In dit onderzoek zijn er dertien half-gestructureerde interviews afgenomen. Voordat de interviews zijn afgenomen is de interviewguide besproken met de opdrachtgever en de begeleider. Doordat zij experts zijn betreft het organiseren van evenementen en het doen onderzoek verhoogt dit de interne validiteit. Door de afname van half-gestructureerde interviews kwam het voor dat niet in alle interviews dezelfde onderwerpen evenveel aan bod kwamen, wat de interne validiteit van dit onderzoek verlaagt. Dit verlaagt de interne validiteit van dit onderzoek. Ook is er in enkele interviews minder doorgevraagd, waardoor er niet bij iedere respondent de gewenste inzichten achterhaald zijn. Dit verlaagt de interne validiteit. Aan de hand van deze aspecten kan geconcludeerd worden dat de interne validiteit van dit onderzoek niet hoog is.

6.1.2 Externe validiteit

Bij externe validiteit ga je na of resultaten van het onderzoek te generaliseren zijn voor de populatie van het onderzoek. De generaliseerbaarheid van het onderzoek wordt bepaald door de mate van representativiteit van de steekproef voor de populatie (Verhoeven, 2014). De populatie van dit

onderzoek zijn bedrijven binnen de drie sectoren in Overijssel met meer dan honderd personeelsleden. Deze gehele populatie is weergegeven in bijlage XI. De bedrijven die zijn geïnterviewd komen uit deze lijst dus voldoen allen aan de kenmerken van de populatie van dit onderzoek. Dit verhoogt de externe validiteit. Binnen de bedrijven in deze sectoren is er contact gezocht met de personen die

verantwoordelijk zijn voor de bedrijfsfeesten. Dit verhoogt de externe validiteit van het onderzoek, omdat deze personen de juiste informatie kunnen geven op de gestelde vragen. Door het tijdsbestek van het onderzoek zijn er vier of vijf interviews afgenomen binnen de sectoren. Dit geeft een lager inzicht in de populatie wat de externe validiteit verlaagt. Desondanks kan geconcludeerd worden dat de externa validiteit van dit onderzoek voldoende is.

6.1.3 Begripsvaliditeit

Bij begripsvaliditeit wordt gekeken naar de samenhang tussen de begrippen uit de theorie en de resultaten uit het onderzoek (Verhoeven, 2014). De belangrijkste bronnen die zijn geanalyseerd in het theoretisch kader zijn getoetst door middel van de AAOCC-criteria. De kans op verkeerde interpretatie van begrippen wordt verlaagd doordat de kernbegrippen uit het theoretisch kader zijn

waarmee vervolgens een communicatieplan ontwikkeld kan worden. Om een communicatieplan en persona’s op te stellen zijn eerst de begrippen ‘communicatiemiddelen’ en ‘checklist voor het kiezen van een evenementenbureau’ geanalyseerd. Hierdoor is er inzicht gekomen waar bedrijven op kunnen letten bij het kiezen van een evenementenbureau. De persona’s en het communicatieplan bestaan uit stappen die doorlopen moeten worden om dit te kunnen opstellen. Deze stappen zijn opgedeeld in verschillende begrippen in de operationalisering. Om achter de wensen en behoeften van de sectoren te komen voor het opstellen van persona’s en het communicatieplan zijn in de interviews vragen gesteld over deze onderwerpen. De begripsvaliditeit van dit onderzoek is hierdoor gewaarborgd.

6.2 Betrouwbaarheid

Binnen de betrouwbaarheid van het onderzoek geef je aan in hoeverre het onderzoek vrij is van toevallige fouten. De betrouwbaarheid van een onderzoek is voldoende wanneer het onderzoek herhaalbaar is (Verhoeven, 2014). Bij het afnemen van interviews is het lastig om de betrouwbaarheid te meten, omdat interviews moeilijk herhaalbaar is. Tijdens interviews geven de respondenten antwoord hoe zij op dat moment over het betreffende onderwerp denken. Wanneer dit interview herhaald zal worden, bestaat de kans dat de respondent anders reageert dan dat hij in het eerste interview deed (Verhoeven, 2014). Om de betrouwbaarheid van het interview te verhogen, is voordat de interviews afgenomen zijn, de interviewguide nagekeken door de opdrachtgever en de docent. Tijdens de interviews is er gebruik gemaakt van opnameapparatuur. De interviews zijn vervolgens

getranscribeerd en weergegeven in bijlage XII, wat de betrouwbaarheid van het onderzoek verhoogt. De interviews zijn grotendeels afgenomen via de telefoon. Hierdoor was er tijdens de interviews geen inzicht in non-verbaal gedrag en emoties van de respondent. Dit heeft een negatieve invloed op de betrouwbaarheid van het onderzoek. De eerste twee onderzoeksvragen zijn beantwoord door middel van bureauonderzoek. Wanneer dit herhaald wordt zullen dezelfde resultaten naar voren komen. In dit onderzoek is geen gebruik gemaakt van triangulatie. Er is sprake van triangulatie wanneer er

verschillende dataverzamelingsmethoden zijn toegepast om één probleemstelling te beantwoorden (Verhoeven, 2014). Dit verlaagt de betrouwbaarheid van het onderzoek. De betrouwbaarheid van het onderzoek kan verhoogd worden door, naast dit kwalitatieve onderzoek, kwantitatief onderzoek naar dit onderwerp binnen deze sectoren uit te voeren. Gekeken naar deze aspecten is de betrouwbaarheid van dit onderzoek voldoende.

7. Advies

In dit hoofdstuk komt het advies aan bod. Om een passend advies te schrijven voor VEO zal de managementvraag beantwoord worden. De managementvraag, die is weergegeven in paragraaf 1.3, laat zien dat de opdrachtgever meer bedrijfsfeesten wil werven zodat de omzet zal verhogen. Om de omzetverhoging te realiseren wil de opdrachtgever meer bedrijven aantrekken binnen de drie sectoren die in dit onderzoek centraal staan. In de conclusies in hoofdstuk 5 is te zien dat de sectoren van elkaar verschillen waardoor het in dit onderzoek niet mogelijk is om een communicatieplan op te stellen voor alle drie de sectoren. In dit advies is voor iedere sector een persona opgesteld. Vervolgens zijn deze persona’s afgewogen aan de hand van criteria die zijn opgesteld samen met de

opdrachtgever. Uit deze afweging is de meest interessante sector naar voren gekomen, waarvoor vervolgens een communicatieplan is opgesteld.

7.1 Managementvraag en doelstelling

VEO wenst een advies in de vorm van een persona per sector en een communicatieplan waarmee zij beter kunnen inspelen op de sectoren, zodat zij meer opdrachten binnen zullen krijgen. De

doelstelling van het onderzoek, zoals benoemd in paragraaf 1.4, luidt: “VEO advies geven hoe zij het beste kunnen inspelen op de wensen en behoeften van bedrijven binnen de drie sectoren op het gebied van juiste communicatieboodschap en het juiste communicatiemiddel door middel van het opstellen van persona’s en een communicatieplan.”. De managementvraag die in dit advies zal worden beantwoord luidt: “Hoe kan Viking Entertainment Oost haar omzet vergroten door meer opdrachten binnen te krijgen door bedrijven aan te trekken binnen de drie sectoren in Overijssel met meer dan honderd personeelsleden?”.

Om voor elke sector een persona op te kunnen stellen zijn de eerste zeven van de tien stappen voor het opstellen van persona’s van Nielsen (2012) doorlopen. Deze stappen staan beschreven in paragraaf 2.2.5 in het theoretisch kader en zijn weergegeven in bijlage VI.

7.2 De persona’s

In deze paragraaf zijn door middel van de stappen van Nielsen (2012) de drie persona’s beschreven.

In de eerste twee stappen wordt er gekeken naar de doelgroep en wordt deze geïdentificeerd en benoemd. De doelgroep staat vanaf het begin van dit onderzoek al vast. Dit zijn namelijk de sectoren gemeentes, onderwijsinstellingen en gezondheidszorg. Door middel van het beantwoorden van de eerste onderzoeksvraag in paragraaf 4.1.1 is de populatie van de sectoren in kaart gebracht. De populatie is weergegeven in bijlage XI.

In stap drie wordt er door middel van kwalitatief onderzoek gekeken of de wensen van de doelgroepen verschillen of dat de doelgroepen overeenkomen. Uit de conclusie in hoofdstuk 5 is gebleken dat er verschillen zitten tussen de wensen en behoeften de drie sectoren. Dit is te zien in de

onderzoeksresultaten van het kwalitatieve onderzoek in paragraaf 4.2.

bedrijven. Binnen de sector gezondheidszorg zijn namelijk ziekenhuizen en verzorgingstehuizen geïnterviewd en binnen de sector onderwijsinstellingen zijn hbo, mbo en middelbare scholen

geïnterviewd. In stap vier wordt gekeken of er verschillen zijn in de wensen van de bedrijven binnen de sectoren. Gekeken naar de conclusie van de sector gemeentes in hoofdstuk vijf komen de wensen binnen deze sector overeen waardoor er één persona voor deze sector is opgesteld. In de conclusie binnen de sector onderwijsinstellingen is te zien dat de onderwijsinstellingen over het algemeen dezelfde wensen hebben in de boodschap die naar hen gezonden wordt. De middelbare school wenst een ander communicatiemiddel waarmee deze boodschap naar hen wordt gezonden. Omdat er maar één interview is afgenomen bij een middelbare school kan hier geen aparte persona voor worden opgesteld. Doordat de overige wensen gelijk zijn met de andere onderwijsinstellingen, zijn de wensen van deze middelbare school wel meegenomen in de persona’s. In de onderzoeksresultaten binnen de sector gezondheidszorg is te zien dat binnen deze sector de wensen overeenkomen waardoor deze bedrijven als één persona gezien kunnen worden. Doordat de wensen van de sectoren over het algemeen overeenkomen is het niet van toepassing geweest om binnen de sectoren verschillende persona’s op te stellen. Om deze redenen is uiteindelijk voor elke sector een persona opgesteld, omdat er weinig tot geen verschil zit tussen de wensen van de bedrijven binnen de sectoren.

In stap vijf is door middel van het analyseren van de onderzoeksresultaten per sector een profiel opgesteld voor een persona. Hier heeft elke sector een naam, leeftijd en foto gekregen. Vervolgens is ook achtergrondinformatie over de persona gegeven en zijn hierbij de eigenschappen beschreven.

In stap zes zijn de persona’s ontwikkeld. De wensen en behoeften op het gebied van de

communicatieboodschap en het communicatiemiddel van de sectoren zijn weergegeven in de conclusie van dit onderzoek. Deze gegevens zijn gebruikt bij het opstellen van een persona voor elke sector en zijn opgenomen in iedere persona waarin staat wat zij wensen in een situatie wanneer een

evenementenbureau hen benadert. Met deze informatie zijn de persona’s opgesteld en weergegeven in bijlage XIV.

Na het opstellen van de persona’s zijn de persona’s gecontroleerd. Deze controle is uitgevoerd middels het vergelijken van de persona’s met de onderzoeksresultaten en de conclusie van dit onderzoek.

In document Bereiken van bedrijven (pagina 34-37)