INRICHTINGEN EN HET VERBOD OP ONMENSELIJKE OF VERNEDERENDE BEHANDELING EN BESTRAFFING EN OVERIGE PENOLOGISCHE STANDAARDEN
4.5 V ERHOUDING TOT HET VERBOD OP ONMENSELIJKE OF VERNEDERENDE BEHANDELING OF BESTRAFFING
Uit de jurisprudentie van het EHRM valt op te maken dat het afzonderen van gedetineerden onder bepaalde omstandigheden kan leiden tot een schending van artikel 3 EVRM, het verbod op onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing. Daarbij dient er volgens het Hof een minimumlevel van ernst te zijn overschreden om een schending van artikel 3 EVRM aan te nemen. Het Hof acht het van groot belang dat er compenserende maatregelen getroffen worden tijdens het afzonderen van gedetineerden die de negatieve effecten van afzondering op te heffen. Zulke compenserende maatregelen kunnen zijn het contact houden met de buitenwereld of toegang hebben tot televisie, radio of leesmateriaal.
Wanneer de afzondering (slechts)_een verbod op contact met andere gedetineerden inhoudt en is opgelegd vanwege veiligheids-, disciplinaire of beschermingsredenen is er volgens het Hof geen sprake van onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing. Wanneer er door de omstandigheden waar de afgezonderde gedetineerde in verbleef meer leed is toegebracht dan onvermijdelijk kan er wel sprake zijn van een schending. De afgelopen jaren zijn er door het Hof geen gevallen van omstandigheden waarin afgezonderde gedetineerden verbleven in Nederland geconstateerd die een schending van het verbod op onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing opleverden.
Uit de toetsing aan de Europese en internationale standaarden is gebleken, dat niet alleen de Nederlandse praktijk, maar ook de Nederlandse wetgeving strijdt met de Europese en internationale standaarden. Op grond van de Nederlandse wet is het mogelijk om langer dan twee weken afgezonderd te zitten zonder leesmateriaal, sociale contacten en met slechte buiten faciliteiten. Hierdoor bestaat er een kans op een behandeling of bestraffing die als onmenselijk of vernederend moet worden aangemerkt.
Om te voorkomen dat de toekomstige praktijk strijd zal opleveren met Europese en
internationale standaarden en daarmee indirect ook met de uitspraken van het Europese Hof van de Rechten van de Mens heb ik voor de Nederlandse gevangenisdirecties een checklist opgesteld. Hierin zijn belangrijke aandachtspunten opgesomd die in het verleden strijd opleverden met Europese en internationale standaarden omtrent het afzonderen van gedetineerden.
Is de beslissing van plaatsing in afzondering genomen door de directeur of diens vervanger?
Is de noodzaak van de ordemaatregel en de duur daarvan afdoende aangetoond? Is de gedetineerde die langer dan 15 uur in afzondering verblijft gehoord en heeft
hij/zij een gedetailleerde schriftelijke mededeling ontvangen en de kans gekregen om zich te verdedigen tegen het feit waar hij/zij voor gestraft wordt?
Blijft de duur van de afzondering beperkt tot 14 dagen? Is er toegang tot leesmateriaal?
Is het mogelijk om vanuit de straf- of afzonderingscel naar buiten te kijken en is het raam groot genoeg om bij daglicht te kunnen lezen?
Heeft de strafcel een tafel, zitelementen voor overdag en een fatsoenlijk bed met beddengoed voor ’s nachts?
Heeft de afzonderingscel dezelfde inrichting als gewone cellen?
Zijn de buitenfaciliteiten groot genoeg om echt te kunnen sporten en voorzien van elementen om op te rusten en een afdakje tegen de weersomstandigheden?
Zijn, indien de afzondering langer dan 24 uur voortduurt, een arts en de Commissie van Toezicht op de hoogte gesteld en wordt de afgezonderde gedetineerde dagelijks bezocht door een arts?
SAMENVATTING
Dat het afzonderen van gedetineerden tot grote negatieve gevolgen voor de gezondheid van gedetineerden kan leiden is uit vele onderzoeken en rapporten gebleken. Ter bescherming van de gedetineerden zijn in internationaal verband de European Prison Rules, standaarden van het Committee to Prevent Torture en Nelson Mandela Rules opgesteld.
Aan de hand van de jurisprudentie van de Raad voor Strafrechttoepassing en
Jeugdbescherming en de verslagen van bezoeken van het CPT en de Inspectie Veiligheid en Justitie aan Nederlandse penitentiaire inrichtingen heb ik de Nederlandse praktijk getoetst aan voornoemde Europese en internationale standaarden en het verbod op onmenselijke
behandeling en bestraffing. Hieruit is gebleken dat het afzonderen van gedetineerden als gevolg van een ordemaatregel of disciplinaire straf niet aan alle Europese en internationale standaarden voldoet.
Zo is onder andere gebleken dat gedetineerden ook werden afgezonderd in situaties waarin het niet noodzakelijk was en dat de beslissing over de plaatsing in afzondering werd gedelegeerd aan lager personeel dan de directeur. Niet alle gedetineerden werden gehoord voordat zij in afzondering werden geplaatst en er deden zich gevallen voor waarin de afzondering langer dan de door het CPT en Nelson Mandela Rules gestelde maximale duur van 14 dagen
voortduurde. In de praktijk bleek de toegang tot leesmateriaal vaak beperkt tot enkel de Bijbel of de Koran en in sommige gevallen was er zelfs helemaal geen toegang tot leesmateriaal. Ook de materiële omstandigheden waarin de gedetineerden in Nederland in afzondering verbleven voldoen niet altijd aan de Europese en internationale standaarden. In sommige cellen bevond zich enkel een matras op de grond in plaats van een degelijk bed en waren de ramen geblindeerd, te klein of te hoog. Ook voldeden de buitenfaciliteiten in sommige penitentiaire inrichtingen niet. Ze waren te klein om echt in te kunnen sporten, hadden geen afdakje tegen weersomstandigheden of elementen om op te rusten. Bovendien bleek in de praktijk dat de afgezonderde gedetineerden niet dagelijks bezocht werden door een arts. Uit de jurisprudentie van het EHRM valt op te maken dat het afzonderen van gedetineerden onder bepaalde omstandigheden kan leiden tot een schending van artikel 3 EVRM, het verbod op onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing. Daarbij dient er volgens het Hof een minimumlevel van ernst te zijn overschreden om een schending van artikel 3 EVRM aan te nemen. Het Hof acht het van groot belang dat er compenserende maatregelen getroffen
worden tijdens het afzonderen van gedetineerden die de negatieve effecten van afzondering op te heffen. De afgelopen jaren heeft het Hof in Nederland geen gevallen geconstateerd waarin de omstandigheden waarin afgezonderde gedetineerden verbleven een schending van het verbod op onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing opleverden.
BRONNENLIJST
Literatuur Abels, 2012
Abels, D. Prisoners of the international community: the legal position of persons detained
under international criminal tribunals, 2012 Cochran & Mears, 2014
Cochran, J.C. & Mears, D.P. Social isolation and inmate behavior: A conceptual framework
for theorizing prison visitation and guiding and assessing research, Journal of Criminal
Justice, 2013
Gerlsma & Manenschijn & Rommes, 2016
Gerlsma, C., Manenschijn, J. & Rommes, N., Eenzame opsluiting in Nederland, De Psycholoog 52, 2016
Guenter, 2013
Guenther L. Solitary Confinement: Social Death and its Afterlives. Minneapolis: University of
Minnesota Press, 2013 Haney & Lynch, 1997
Haney, C. & Lynch, M. Regulating Prisons of the Future: A Psychological Analysis of
Supermax and Solitary Confinement, 1997 Jonge & Cremers, 2008
Jonge, G. de, & Cremers, H. Bajesboek, Papieren Tijger, 2008
Mandela, 1994
N. Mandela, Long Walk to Freedom: The Autobiography of Nelson Mandela, London: Little Brown & Company, 1994
Muller & Vegter, 2009
Muller, E.R. & Vegter, P.C., Detentie Gevangen in Nederland, Alphen aan de Rijn: Kluwer, 2009
Shalev, 2008
Shalev, S. A Sourcebook on Solitary Confinement, Mannheim Centre for Criminology,
Smith, 2006
Smith P. S. The effects of solitary confinement on prison inmates: a brief history and review
of the literature, 2006 Van Zyl Smit & Snacken
Zyl Smit, D. van. & Snacken, S., Principles of European Prison Law and Policy, Oxford University Press, 2009
Rapporten
CPT/Inf (2012) 8, The Netherlands, ‘Report to the Government of the Netherlands on the visit
to the Netherlands carried out by the European Committee for the Prevention of Torture and Inhuman or Degrading Treatment or Punishment
CPT/Inf (2017) 1, The Netherlands, ‘Report to the Government of the Netherlands on the visit
to the Netherlands carried out by the European Committee for the Prevention of Torture and Inhuman or Degrading Treatment or Punishment
CPT, Solitary confinement of prisoners, Extract from the 21st General Report of the CPT, Council of Europe, 2011
CPT 2nd General Report, CPT/Inf(92)
CCPR General Comment No. 21: Article 10 (Humane Treatment of Persons Deprived of
Their Liberty) Adopted at the Forty-fourth Session of the Human Rights Committee, 10 april
1992
CCPR General Comment No. 20: Article 7 (Humane Treatment of Persons Deprived of Their
Liberty) Adopted at the Forty-fourth Session of the Human Rights Committee, 10 maart 1992
Essex paper 3, Initial guidance on the interpretation and implementation of the UN Nelson
Mandela Rules, februari 2017
General Assembly report of the Third Committee (A/70/490), UN Standard Minimum Rules
for the Treatment of Prisoners, 17 December 2015
Jurisprudentie
BC 10 juli 2000, 00/559/GA BC 23 januari 2015, 14/3425/GA BC 27 januari 2015, 14/3404/GA
BC 19 februari 2015, 14/4099/GA BC 9 maart 2015, 14/3668/GA BC 19 maart 2015, 14/4597/GA BC 11 mei 2015, 15/0186/GA BC 26 mei 2015, 14/4185/GA BC 25 september 2015, 15/1398/GA BC 12 oktober 2015, 15/1920/GA BC 17 november 2015, 15/2297/GA BC 25 februari 2016, 15/4187/GA BC 26 februari 2016, 16/592/SGA BC 9 maart 2016, 16/0775/SGA BC 12 mei 2016, 16/0237/GA BC 12 mei 2016, 16/0031/GA BC 30 mei 2016, 16/0359/GA BC 10 juni 2016, 16/0822/GA BC 29 juli 2016, 16/2569/SGA BC 29 juli 2016, 15/4341/GA BC 11 augustus 2016, 16/0222/GA BC 18 augustus 2016, 15/4304/GA BC 7 september 2016, 16/3053/SGA BC 21 oktober 2016, 16/2172/GA BC 21 oktober 2016, 16/2172/GA BC 25 oktober 2016, 16/858/GA BC 22 november 2016, 16/2726/GA BC 12 december 2016, 16/3077/GA BC 10 juni 2015, 15/0374/GA
EHRM 18 januari 1978, appl. no. 25 (Ireland v. UK).
EHRM 8 juli 1978 , appl. no. 7572/76 (Ensslin, Baader and Raspe v FRG). EHRM 28 september 2000, appl. no. 25498/94 (Messina t. Italië) (nr. 2). EHRM 19 april 2001, appl. no. 28524/95 ( Peers v Greece).
EHRM 11 maart 2004, appl. no. 40653/98 (Iorgov t. Bulgarije). EHRM 12 mei 2005, , appl. no. 46221/99 (Öcalan t. Turkije). EHRM 21 juli 2005, , appl. no. 69332/01 (Rohde t. Denemarken).
EHRM 29 september 2005, appl. no. 24919/03 (Mathew tegen Nederland) EHRM 4 juli 2006, appl. no. 59450/00 (Ramirez Sanchez t. Frankrijk). EHRM 9 oktober 2012 appl. no. 24626/09 (X tegen Turkije)