• No results found

■ PIJLER 2: DE UNIE VAN VLAAMSE VROEDVROUWEN EN DE WERKGROEPEN

1. unie van vlaamse vroedvrouwen

Het Departement Vroedvrouwen binnen het NVKVV kwam meer dan 15 jaar op voor de belangen van de vroedvrouwen in Vlaanderen, zowel voor de vroedvrouwen in de thuiszorg, in de ziekenhuizen als in andere zorgsettings.

Het Departement koos in 2006 voor een nieuwe naam om duidelijker herkenbaar te zijn voor die gehele doelgroep.

De Unie van Vlaamse Vroedvrouwen blijft zoals voorheen de ontwikkelingen in de verlos-en vroedkunde op de voet opvolgen. Aandacht gaat steeds uit naar zowel praktische, klinische, psycho-sociale als ethische aspecten evenals naar aanbevelingen voor het beleid op vlak van onderwijs en wetgeving. De Unie van Vlaamse Vroedvrouwen vertegenwoordigt de vroedvrouwen in verschillende raden en commissies.

De Unie van Vlaamse Vroedvrouwen vormt een eigen entiteit binnen de vzw-structuur van het NVKVV.

De statuten werden gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 6/6/2007.

We vermelden hier de belangrijkste activiteiten van de Unie:

‘vitaal’, een uitgave door en voor vroedvrouwen.

In februari 1997 meldden we de blijde geboorte van “VITAAL”, een nieuwe

“Uitgave van en voor vroedvrouwen”. Deze nieuwseditie, speciaal gericht naar vroedvrouwen, wordt naar alle geïnteresseerde leden van het NVKVV gestuurd.

Naast vroedkundige problematiek komen ook juridische en maatschappelijke problemen van vroedvrouwen aan bod. Alle nieuwtjes en belangrijke berichten voor vroedvrouwen, informatie over studiedagen en cursussen kunt u eveneens nalezen in ons blad, waarvan momenteel meer dan 500 belangstellenden een exemplaar ontvangen. In 2007 werd onze Vitaal in een nieuw kleedje gestoken en het is nog steeds niet gedemodeerd, vinden we.

de jaarlijkse uitgave ‘Touché’.

Jaarlijks wil de Unie van Vlaamse Vroedvrouwen zich toespitsen op een bepaald verloskundig probleem of een ander wetenschappelijk onderwerp, dat wordt beschreven en gebundeld in een uitzonderlijke uitgave onder de naam

“TOUCHE”.

Onderwerpen als: “Pijn, pijnbeleving en pijnloos bevallen”, “De zwangere vrouw met een specifiek ziektebeeld: wat doen we ermee?”, “Klinische verzorgingspaden in de verloskunde en de gynaecologie”, “De beleving van de zwangerschap en bevalling met een moeilijke voorgeschiedenis”,…passeerden de revue, alsook werden de klippen in de wettelijke beroepsuitoefening van de vroedvrouw uitvoerig behandeld door Mr. Jan Vande Moortel, juridisch adviseur van het NVKVV.

V e r s c h e r p t u w b l i k o p u w b e r o e p

unie van vlaamse vroedvrouwen

TOUCHÉ 2013

Professionaliteit en passie in de vroedkunde

4000-5085-POM1.indd 1 12-04-13 11:26

NV KV V ACTIVITEITENVERS LA G 201 3

30

Een andere uitgave van Touché gaf een stand van zaken i.v.m. de bachelor en master in verpleegkunde en vroedkunde. De master in de verpleegkunde en vroedkunde werd ingericht vanaf het academiejaar 2004-2005, aangeboden door verschillende universiteiten. Deze Touché bevatte ook de resultaten van een bevraging omtrent de verpleeg- en vroedkundige vaardigheden van pas afgestudeerde vroedvrouwen.

Touché 2005 bundelde een aantal teksten van de studiedag van de vroedvrouwen tijdens de week van de verpleegkundigen en de vroedvrouwen in Oostende, die doorging onder het motto “Vroedvrouwen: zoveel variaties als er thema’s zijn”. Met name met bijdragen over zwangerschapsafbreking, perinataal aanbod regio Leuven (Parel), family balancing, enzovoort.

In 2006 werd de Touché uitgewerkt met een actuele blik op het thema infertiliteit.

Met de veranderingen die aangebracht werden in het KB nr. 78 betreffende de wettige uitoefening van de gezondheidsberoepen, verruimt het bevoegdheidsterrein van de vroedvrouw aanzienlijk.

In de Touché van 2007 werden de verschillende nieuwe werkterreinen, gekoppeld aan deze bevoegdheidsuitbreiding, voor de vroedvrouw behandeld.

In de Touché ’s vanaf 2008 bundelen we jaarlijks de teksten die door de deelnemers van het najaarssymposium te Tienen en Leuven worden geschreven met betrekking tot hun eindwerken.

Dat najaarssymposium kreeg de titel”Passie en professionaliteit”en heeft als doel om de beste eindwerken voor te stellen en naar aanleiding daarvan een interactieve discussie op gang te brengen.

Sinds 2009 nodigen we ook een aantal eminente sprekers uit om het geheel nog boeiender te maken.

Meer informatie vindt u steeds op de website: www.nvkvv.be of www.vroedvrouwen.be

Ann Van Holsbeeck, Voorzitster UVV

NV KV V ACTIVITEITENVERS LA G 201 3

31

het tijdschrift ‘Nursing’ en de vroedvrouwen.

Vroedvrouwen van de Unie van Vlaamse Vroedvrouwen werken mee aan enkele meer vroedkundig gerichte artikels in het tijdschrift Nursing. In de Redactionele Adviesraad Vlaanderen zetelt Siska Van Damme, bestuurslid van de Unie van Vlaamse Vroedvrouwen.

de vlaamse vroedkundige Cyclus

In 2001 werd voor de eerste maal een ‘Vlaamse Vroedkundige Cyclus’ georganiseerd. De bedoeling van dit gebeuren is om met alle hoofdvroedvrouwen aan onderlinge ervaringsuitwisseling te doen omtrent de hot items binnen ons vakgebied. Elk jaar word een thema gekozen op vraag van de Vlaamse hoofdvroedvrouwen.

In 2013 organiseerde de Unie van Vlaamse Vroedvrouwen naar jaarlijkse gewoonte opnieuw een editie van een ‘Vlaamse Vroedkundige Cyclus’. Dhr Fransen gaf ons een leidraad in het leidinggeven van alledag.

Deze sessies gingen door in Sint-Martens-Latem voor de regio Oost-Vlaanderen / West-Vlaanderen en in Diepenbeek voor de regio Antwerpen / Limburg / Vlaams-Brabant.

Een grote meerwaarde van deze bijeenkomsten is volgens de hoofdvroedvrouwen de ervaringsuitwisseling tussen de verschillende hoofdvroedvrouwen over diverse onderwerpen.

studiedagen

Zoals gewoonlijk werden in 2013 twee studiedagen georganiseerd voor onze vroedvrouwen. Op de week van de verpleegkundigen en vroedvrouwen in de maand maart kozen we voor een topic-dag.

Tijdens het najaarssymposium te Leuven hebben we zoals gepland dezelfde formule als het jaar daarvoor toegepast.

Ook dit jaar hebben we getracht om een selectie te geven van de betere eindwerken van het afgelopen jaar.

De verschillende scholen die vroedvrouwenopleidingen verzorgen, werden aangeschreven en gaven zelf hun kandidaten door. Ook dit jaar werden eveneens de opleidingscentra voor lactatiekundigen aangeschreven om hun beste eindwerken voor te stellen alsook de Universiteiten. Opmerkelijk was dat in 2013 opnieuw een vroedvrouw haar doctoraat met succes behaalde.

Zij gaf hiervan een presentatie op het najaarssymposium.

Opleiding vroedkunde.

Het bestaan, maar vooral het belang van een beroepsvereniging zoals de Unie Van Vlaamse Vroedvrouwen, is vaak niet door iedereen gekend. Ook voor de vroedvrouwen is de beroepsvereniging een manier om op te komen voor je belangen in raden en commissies op alle niveaus. Je kan er terecht voor informatie en advies volgens de laatste nieuwe richtlijnen of extra vormingen en studiedagen. Vanuit het bestuur worden gemeenschappelijke problemen bediscussieerd en oplossingen uitgewerkt. Kortom je rol en positie als vroedvrouw in de gezondheidszorg en maatschappij bevorderen zodat je sterk staat op de werkvloer bij de begeleiding van zwangeren, parturiënten en jonge ouders in welke setting dan ook.

NV KV V ACTIVITEITENVERS LA G 201 3

32

Het is dan ook een meerwaarde dat de opleidingen Vroedkunde jaarlijks een moment voorzien om de Unie van Vlaamse Vroedvrouwen te gaan voorstellen bij de afstuderende vroedvrouwen. Zo is het een traditie dat vanuit het bestuur de scholen in Hasselt, Leuven, Antwerpen,… bezocht worden.

verslag werkzaamheden Federale raad vroedvrouwen 2013:

In 2013 werden er een nieuwe FRVR samengesteld. Er werden een aantal werkgroepen opgericht,onder meer om het functieprofiel van de vroedvrouw te actualiseren, een werkgroep normen en een werkgroep die de kwaliteitscriteria moet vastleggen om in eerste lijn te gaan werken.

Op 15 december tekende Min.Onkelinx eindelijk het KB dat vroedvrouwen zal toelaten om (bepaalde) medicatie voor te schrijven.

rIzIv- Overeenkomstencommissie vroedvrouwen

De UVV is vertegenwoordigd in de overeenkomstencommissie van het RIZIV om samen met de andere beroepsorganisaties de belangen van de vroedvrouwen in het RIZIV te behartigen. In deze commissie zetelen vertegenwoordigers van de vroedvrouwenorganisaties, de verzekeringsinstellingen en het RIZIV.

De vroedvrouwen in deze commissie hebben de laatste jaren niet stil gezeten. Zo werd er in 2009-2010 een uitgebreid rapport opgemaakt om de onderfinanciering van de vroedvrouwen duidelijk aan te tonen en om gefundeerde voorstellen te formuleren voor de verhoging van de budgetten.

Door de de financiële krapte van de laatste jaren, hebben de vroedvrouwen behalve de indexering al enkele jaren geen maatregelen met budgettaire impact meer toegekend gekregen, ondanks de hoge nood in de sector. De onderfincanciering van de vroedvrouwen leidt er toe dat steeds meer vroedvrouwenpraktijken in de thuiszorg er mee ophouden of dat vroedvrouwen zich deconventioneren.

Elk jaar wordt er een behoeftenrapport opgemaakt met diverse voorstellen en wordt het budget ook onder de loupe genomen in een auditverslag. In 2013 zijn we voor de derde keer op rij onder ons budget gebleven.

Reden te meer dus om te blijven ijveren voor een betere verloning van de vroedvrouwen.

Naast een betere verloning is een van onze dringende vragen een telematicapremie analoog aan andere beroepsgroepen zoals de verpleegkundigen, huisartsen, kinesitherapeuten...

In het kader van de informatisering van de vroedvrouwen zijn er stappen ondernomen om de vroedvrouwen te laten toetreden tot MyCareNet. Dit is een elektronisch systeem dat de vroedvrouw of de instelling onder andere toelaat om de verzekerbaarheid van de patiënt na te gaan en om de facturatie via derdebetalersregeling elektronisch te laten verlopen. Dit is ondertussen toegezegd en de vroedvrouwen zullen half 2014 reeds de verzekerbaarheid van de cliënt kunnen opvragen.

Op 1 januari 2014 worden de vroedvrouwentarieven geïndexeerd met 1,39%.

De bepalingen in de overeenkomst wat betreft het verloskundig dossier zijn aangepast aan de huidige praktijkvoering en binnenkort komt er een aanpassing van de omschrijving en vereisten voor de borstvoedingsnummers.

rIzIv: het comité van de dienst voor geneeskundige evaluatie en controle

De dienst voor geneeskundige evaluatie en controle wordt geleid door een Comité dat is samengesteld uit vertegenwoordigers (artsen) van de Verzekeringsinstellingen, vertegenwoordigers van de Orde van Geneesheren en van de Orde der Apothekers. Tevens ook uit vertegenwoordigers van de representatieve organisaties van de verschillende betrokken zorgverleners (artsen, tandheelkundigen, apothekers, verplegingsinrichtingen, verpleegkundigen, paramedici enz.).

NV KV V ACTIVITEITENVERS LA G 201 3

33

Met de medewerking van het personeel van de dienst staat het Comité onder meer in voor de controle van de geneeskundige verzorging, uitkeringen en moederschapbescherming.

Hiertoe gaat de dienst na of de geneeskundige verstrekkingen aangerekend door de individuele zorgverleners en de inrichtingen enerzijds, en de toekenning van de uitkeringen aan de verzekerden anderzijds gebeuren volgens de wettelijke bepalingen en voorwaarden.

Zo niet worden er informatieve, preventieve of repressieve stappen gezet volgens welbepaalde procedures.

Deze inbreuken worden onderverdeeld in 8 categorieën. Naar verpleegkundigen en vroedvrouwen toe citeer ik hier de volgende:

1. niet-uitgevoerde verstrekkingen.

2. verstrekkingen niet-conform met de wet op de A-, B- en C-forfaits; de fysische afhankelijkheid van de betrokkene volgens de Katz-schaal. Eveneens die verstrekkingen met specifieke vereisten qua tijdsbesteding.

3. zuivere administratieve inbreuken zoals bv onbestaande of onvolledige verpleegdossiers.

4. aanzetten tot overconsumptie, zelfs zich hiertoe laten aanzetten door rechthebbenden.

Evaluatie en controle kan zowel individueel als in vergelijking van groepen zorgverleners gebeuren.

Zelfs onderwerp worden van een nationale enquête (Cenec). Voor thuisverpleegkundigen werden “het verpleegdossier in de praktijk” en “het aanrekenen van het forfait-B” reeds onder de loep genomen.

Deze resultaten worden dan basisgegevens voor betere informatie naar de zorgverlener toe.

Heel wat nuttige informatie is vlot terug te vinden op “www.riziv.be” (rubriek contact).

Info-boxen zijn ook beschikbaar in papieren versie, een basisdocument voor beginners. Deze voor verpleegkundigen verscheen in 2010.

Totaal nieuw is de infobox RIZIV / wegwijzer voor de zorgverleners, paramedici waaronder de vroedvrouwen.

Deze nieuwkomer was klaar eind 2013, te raadplegen op de website. Elke zorgverlener uit die 11 betrokken groepen die in de 2 voorbije jaren een RIZIV-nummer aanvroeg moet hiervan een exemplaar ontvangen hebben.

EmA

Sedert 2008 zijn we officiëel lid van de European Midwives Association (EMA).

Sedert 2010 zijn we via BMA lid van EMA.

In 2013 vond de Annual General Meeting plaats in Zagreb. Ann Van Holsbeeck nam hieraan deel.

BmA

In 2009 vond de aansluiting plaats met de de Belgian Midwives Association (BMA), waarin alle beroepsverenigingen voor vroedvrouwen uit België zich verenigd hebben.

Belgische reanimatieraad (BrC)

De Belgische reanimatieraad heeft als opdracht de overlevingskansen bij een hartstilstand te verbeteren.

Hiervoor heeft de raad een aantal doelen vooropgesteld:

– De aanbevelingen actueel maken met het zicht op een éénvormige toepassing van de CPR, de Automatische Externe Defibrillatoren (AED), de advanced life support (ALS), de immediate life support (ILS) en CPR bij kinderen en pasgeboren baby’s (EPLS);

– het promoten van een éénvormige manier van onderwijzen van de reanimatie en dit naar een brede doelgroep toe

– het promoten van éénvormige registratiemethodes van hartstilstand – het promoten en steunen van wetenschappelijk onderzoek in dit domein

– het promoten en steunen van wetenschappelijke vergaderingen die behoren tot dit domein

NV KV V ACTIVITEITENVERS LA G 201 3

34

In het kader van preventie en de behandeling van circulatiestilstand wil de Belgische reanimatieraad door middel van opleidingen voor het brede publiek meer kwaliteitsvolle reanimaties waarborgen. Op initiatief van de Belgische Reanimatieraad werd in avant-première een bewustmakingsvideo getoond op 15 oktober in het Koning Boudewijnstadion voor de aftrap van de wedstrijd België-Wales. Dit filmpje kan nog steeds geraadpleegd worden via http://restartaheart.be/nl/restartaheart/

Op 16 oktober 2013 leerden in Brussel de Europese parlementsleden hoe een slachtoffer kan worden gereanimeerd en hoe een Automatische Externe Defibrillator moet worden gebruikt. Ook het grote publiek kreeg in het station van Brussel-Zuid de kans te leren hoe iemand gereanimeerd moet worden. Met de steun van NMBS Holding werd een grootschalige voorlichtingscampagne uitgevoerd.

Leden raden en Commissies

Federale Raad Ann Van Holsbeeck

Kathleen Vanholen

Werkgroep normering Federale Raad Siska Van Damme

Anne-Sophie Saelen

Werkgroep echo Federale Raad Siska Van Damme

Erkenningscommissie Federale Raad Katrin De Boelpaep Gerd Christoffersen Werkgroep Vlaamse kwaliteitsindicatoren moeder en kind Inge Luts

RIZIV-overeenkomstencommissie Krista Goetvinck

Lies Versavel Kathleen Vanholen

Kind & Gezin Annemie Ottevaere

Krista Goetvinck Kathleen Vanholen

Federaal Borstvoedingscomité Inge Luts

Belgian Midwives Association Ann Van Holsbeeck

Annick Cools Katrin De Boelpaep

European Midwives Association Ann Van Holsbeeck

Samenwerkingsplatform eerstelijnsgezondheidszorg Kathleen Vanholen Vereniging voor Ouders van Couveusekinderen Eefje Van Nuland

Annick Cools Siska Van Damme

SPE-Wetenschappelijke Commissie Ann Van Holsbeeck

Hoge Gezondheidsraad -werkgroep GBS Ann Van Holsbeeck

RvB Vlaamse Verpleegunie Inge Luts

Belgische Reanimatieraad Anne-Sophie Saelen

Comité van de dienst voor evaluatie en controle Kathleen Vanholen Projectopvolgingswerkgroep Bakermat Anne-Sophie Saelen

Kathleen Vanholen

Provinciale geneeskundige commissies Nieuwe kandidaten aangeduid

NV KV V ACTIVITEITENVERS LA G 201 3

35

Werkgroep Metabole Aandoeningen Ann Van Holsbeeck

College Moeder-Kind Ann Van Holsbeeck