• No results found

7 Uitvoering, monitoring en handhaving

In document Natura 2000 beheerplan 38. Rijntakken (pagina 115-118)

onderzoek en specifieke herstelmaatregelen zullen, wanneer deze niet elders kunnen worden ondergebracht, in het kader van de GNN/NNN worden uitgevoerd. De afronding van de ecologische hoofdstructuur is gepland in 2024. Dat wil zeggen dat de uitvoering de eerste en de tweede beheerperiode zal beslaan. In Overijssel is de afronding van het NNN gepland in 2018.

Voor de overige programma’s zijn LNV en I&W de trekker. Natuur is in deze programma’s nevengeschikt en Natura 2000 is daar een verbijzondering van. De beide Ministeries dragen zelf zorg voor de realisatie van Natura 2000 doelen in hun programma’s. De provincies zullen vanuit hun verantwoordelijkheid voor het natuurbeleid/Natura 2000 beleid inbreng leveren bij de planvorming voor deze projecten.

De winning van klei en zand is een belangrijke motor voor herinrichting van uiterwaarden. De provincies zijn bevoegd gezag in het kader van de ontgrondingenwet. Dit kader biedt goede mogelijkheden om samen met het ontgrondende bedrijfsleven Natura 2000 doelen te realiseren. De mogelijkheden daartoe zullen ten volle worden benut.

7.1.1 Natuurbeheer

Het natuurbeheer is in veel gevallen bepalend voor de instandhouding en ontwikkeling van habitattypen en leefgebieden. In dit beheerplan is voor habitattype en leefgebieden waarvoor het juiste natuurbeheer van belang is, aangegeven welk beheer gewenst is voor de instandhouding en ontwikkeling van het type/leefgebied (zie hiervoor het Achtergronddocument natuur en de Gebiedsanalyse PAS). In onderstaande paragrafen is weergegeven hoe de verschillende typen beheerders op hun gronden omgaan met beheer. Gronden in eigendom of erfpacht van natuurorganisaties (Inclusief

Staatsbosbeheer) en particulieren die in aanmerking komen voor SNL subsidie Het beoogd beheer is gebaseerd op de beheercondities behorende bij de beheertypen die zijn weergegeven op de beheertypenkaart van de betreffende provincies, rekening houdend met de in het voor het betreffende gebied vastgestelde wezenlijke kenmerken en waarden. Dit is gekoppeld aan de provinciale ruimtelijke verordeningen en nader uitgewerkt in de jaarlijks te actualiseren provinciale Natuurbeheerplannen. De financiering van

natuurbeheer, toegankelijkheid van natuur en monitoring (SNL) is hier direct aan gekoppeld. Voor recent gerealiseerde of nog te realiseren inrichtingsprojecten, is in veel gevallen ontwikkelingsbeheer aan de orde.

De provincies maken met betreffende beheerders afspraken over een periodieke rapportage en evaluatie van de resultaten van het (ontwikkelings)beheer. Deze resultaten zullen gebruikt worden bij de herziening van het beheerplan voor de volgende beheerplanperiode.

Voor de ontwikkeling en kwaliteitsverbetering van habitattypen en leefgebieden kan het nodig zijn dat op basis van het beheerplan Natura 2000 Rijntakken of vanuit het PAS, aanvullende maatregelen nodig zijn ten opzichte van het standaard beheer zoals geregeld via de beheerpakketten uit het provinciale natuurbeheerplan. Provincie en beheerder maken hierover aanvullende afspraken.

Gronden medeoverheden

In het Natura 2000 gebied Rijntakken is een fors en toenemend areaal in eigendom van verschillende overheden, met name de Rijksoverheid (met Rijkswaterstaat als vastgoedhoudende dienst van I&M). Voor deze Rijkswaterstaateigendommen is in onderstaande tabel de inhoudelijke basis voor het te voeren beheer en de financiële verantwoordelijkheid aangegeven.

Beheer inhoud gestuurd door Financiering

Oeverstroken (en overige perceeltjes)

Voortzetten huidig beheer RWS

Veiligheid RWS

Extra maatregelen die voortkomen uit beheerplan N2000 en NNN*

provincie

RvdR gebieden** Veiligheid RWS

Publiek rechtelijk besluit (WNb- vergunning, Waterwet vergunning, bestemmingsplan)

RWS

Extra maatregelen die voortkomen uit beheerplan N2000 en NNN*

provincie

NURG gebieden (niet tevens RvdR)**

Beheer conform in kader van NURG opgesteld beheerplan

RWS

Veiligheid RWS

Extra wensen voor beheer volgens inrichtings-/ beheerplan

Provincie

Extra maatregelen die voortkomen uit beheerplan N2000 en NNN*

Provincie

*NNN= Natuur Netwerk Nederland (voorheen Ecologische Hoofdstructuur) ** In bijlage 9 is een lijst met NURG en RvdR-projecten opgenomen.

In de tabel heeft de aanduiding ‘extra’, betrekking op hetgeen dat aanvullend nodig is ten opzichte van de boven genoemde categoriën.

Op alle gronden in eigendom van RWS voert RWS zogenaamd ‘veiligheidsbeheer’. Dat houdt in dat RWS er voor zorgt dat de situatie zoals vastgelegd op de vegetatielegger of de vergunde situatie in het kader van de Waterwet, wordt gehandhaafd.

In gebieden die al bij RWS in eigendom zijn (veelal ‘oeverstroken’) zal RWS in de eerste beheerplanperiode uitgaan van bestendig beheer. Dat wil zeggen dat het reeds gevoerde ecologische beheer wordt voortgezet. Mocht er gedurende de looptijd van het beheerplan blijken dat het noodzakelijk is dat het beheer aangepast moet worden, dan zullen RWS en de betrokken provincie hierover nadere afspraken maken. Indien voor het aangepaste beheer extra kosten gemaakt moeten worden zullen RWS en de betreffende provincie hierover afspraken maken. Hierbij is leidend dat de financiële middelen voor natuurbeheer zijn gedecentraliseerd naar de provincie.

In RvdR pojectgebieden heeft RWS een fors en groter wordend areaal grond in eigendom. De basis van het door RWS te voeren beheer in deze gebieden wordt gevormd door wat is vastgelegd in een publiekrechtelijke besluiten met betrekking op het betreffende gebied (bv. bestemmingsplannen, Wet Natuurbeschermings-vergunningen, Projectenplannen Waterwet). Voor alle RvdR projecten is een inrichtings- en een beheerplan opgesteld. Wanneer dit plan onderdeel uitmaakt van een publiekrechtelijk besluit (vaak de Wet Natuurbeschermings-vergunning) dan zal het beheer conform de inhoudelijke lijnen uit dit plan uitgevoerd worden. In andere gevallen is het de intentie van RWS om het beheer volgens het inrichtings- en beheerplan uit te voeren. In dit laatste geval zullen RWS en betreffende provincie afspraken maken over de financiering van eventuele meerkosten van dit beheer ten opzichte van het door RWS te voeren veiligheidsbeheer. Ook kan uit onderhavig beheerplan Natura 2000 naar voren komen dat extra beheer gewenst is.

In de natuurgebieden in NURG projecten (die niet tevens RvdR project zijn) voert RWS veiligheidsbeheer passend binnen de natuurfunctie, uit. Dit wil zeggen dat het veiligheidsbeheer niet vanuit een landbouwkundig oogpunt maar vanuit de natuurdoelstelling wordt ingericht. In veel gevallen zal dit beheer voldoende zijn om de natuurdoelstellingen te realiseren. Wanneer vanuit de natuurdoelstellingen (van Natura 2000 of NNN) extra beheer nodig is maken RWS en betrokken provincie hierover afpraken. Hierbij is weer leidend dat de financiële middelen voor natuurbeheer zijn gedecentraliseerd naar de provincie.

Over nog te realiseren natuurontwikkelings- en uitbreidingsdoelen op grond in eigendom bij RWS zal de betrokken provincie met RWS afspraken maken over inrichting en beheer en de financiering hiervan. Hierbij moet bijvoorbeeld worden gedacht aan de realisatie van boskernen of de ontwikkeling van stroomdalgrasland.

RWS richt haar beheer in KRW gebieden op de realisatie van de KRW doelen. Over eventueel aanvullende natuurdoelen zullen betrokken provincie en RWS afspraken maken.

Op het gebied van monitoring en rapportage draagt IenM bij door het leveren van data uit bestaande meetnetten van RWS op verzoek van de betreffende provincie. RWS en provincie maken in het eerste jaar na vaststelling van dit beheerplan afspraken over op de meetnetten van RWS aanvullende monitoring en rapportage ten behoeve van Natura 2000, PAS en NNN. Mochten er aanvullende gegevens nodig zijn dan zal RWS in ieder geval zijn gronden waar mogelijk openstellen voor monitoring. Toegangverlening voor onderzoek en monitoring in het kader van het beheerplan zal mee worden genomen bij het opstellen van nieuwe (pacht) overeenkomsten.

In document Natura 2000 beheerplan 38. Rijntakken (pagina 115-118)