• No results found

Tweede episode: ‘misleidend en regentesk’ (6 oktober – 6 december 2009)

5. Controverse in Barendrecht

5.2 Tweede episode: ‘misleidend en regentesk’ (6 oktober – 6 december 2009)

Het definitieve besluit over de opslag van CO2 in Barendrecht zou worden genomen op 18 november 2009. De meest interessante gebeurtenissen uit het oogpunt van dit onderzoek vinden echter in de aanloop en de nasleep van dit besluit plaats. In oktober wordt door een drietal burgers de stichting CO2isNee opgericht. In de weken voor het besluit is deze stichting zeer actief. Op 1 december komen ministers Cramer en van der Hoeven naar Barendrecht om hun besluit in het Kruispunt toe lichten. Dit bezoek zou voor zowel de gemeente als de burgers een cruciale strategische politieke mogelijkheid blijken te zijn. De beschrijving van de tweede episode zal ik dan ook beginnen met de oprichting van CO2isNee, om vervolgens via het besluit van de ministers toe te werken naar de confrontatie in het Kruispunt.

Organisatie van het burgerprotest – het ontstaan van CO2isNee

De eerste informele bijeenkomsten van de latere leden van CO2isNee vonden al vanaf september 2008 plaats. Incidenteel komen John Brosens, een thrillerauteur en bekende Barendrechter, Klaas Brantjes, en Huub van Gorp bijeen om over het protest tegen de CO2- opslag te overleggen. Als de beslissing van de ministers eind 2009 nadert, besluit de groep om in de openbaarheid te treden, om andere Barendrechters tegen CO2 te mobiliseren. Op 6 oktober maakt de groep zich bekend, en vraagt Barendrechters om hun ideeën en steunbetuigingen. Op 26 oktober tekenen Brosens, Brantjes en Dieta Uytderlinde, oud-judoka en bekend Barendrechtse, de oprichtingsacte voor de stichting CO2isNee. Het eerste persbericht opent met verwijzing naar het ongeluk. De framing van de treinbotsing wordt verbonden met de bekende probleemdefinitie van CO2 als veiligheidsrisico en experiment:

“De meeste Barendrechters wisten het direct: het ongeluk op de Betuweroute was de druppel in de bekende emmer. Net als bij de Betuweroute bestaat „gegarandeerd veilig‟ niet voor CO2 opslag in lege gasvelden.

(...)

De ongeruste Barendrechters [besloten] om waakzaam te blijven, door de „Werkgroep CO2=NEE‟ op te richten. De werkgroep bezint zich op publieksvriendelijke acties die nationaal de aandacht richten op het risico dat Barendrechters de proefkonijnen worden voor minister Cramer (CO2isNee

42

Huub van Gorp wordt niet openlijk lid van CO2isNee, maar blijft de stichting wel van technisch advies voorzien (interview Brosens, interview van Gorp). De stichting steunt op vrijwillige bijdragen: het CO2-probleem heeft zich tijdens de eerste episode al diep in het bewustzijn van Barendrecht genesteld, waardoor enkele tientallen medewerkers zich als snel aanmelden (interview Brosens). Als de stichting eind oktober officieel wordt opgericht hebben 250 Barendrechters hun steun aan de stichting uitgesproken. De hoeveelheid steunbetuigingen blijft in de eerste twee maanden snel toenemen (zie grafiek 2). De eerste aanhang komt vooral uit de nieuwbouwwijk Carnisselande, waar huiseigenaren zich bekocht voelen: de gemeente had bij oplevering van de wijk toegezegd dat er geen nieuwe mijnbouwvergunningen meer zouden worden verleend, als de gaswinning onder de wijk zou zijn afgerond. De bewoners waren bang dat hun nieuwe huizen door de CO2-opslag in waarde zullen dalen. Deze eerste groep uit Carnisselande bestaat voor een groot deel uit hoogopgeleiden. De organisatie achter CO2isNee heeft hierdoor al snel beschikking over ingenieurs, chemici, bestuurskundigen en juristen (interview Brosens). Financieel draait de stichting op de donaties van burgers en bijdragen in natura van lokale ondernemers. Zo wordt een promotiefilmpje betaald door een Barendrechtse restauranteigenaar, en een folderactie gefinancierd door een lokale pomphouder. CO2isNee vraagt de ondernemers ook direct te doneren, maar dat gebeurt nauwelijks. “Ze wilden dat [steun aan de stichting] in hun boekhouding niet zichtbaar maken. Maar er is een hoop vestzak-broekzak geld van eigenaar gewisseld” (interview Brosens).

Grafiek 2 - Aantal geregistreerde sympathisanten. Bron: tweewekelijkse nieuwsbrief

CO2isNee, edities 1 tot en met 6

0 500 1000 1500 2000 2500 Aantal symphatisanten

43

Dieta Uytderlinde is een goede bekende van de burgemeester. Ze zorgt er voor dat het bestuur van de stichting daags na de oprichting bij de wethouder aan tafel zit. Zowel de bestuursleden van de stichting als wethouder Zuurbier zien in dat er een effectieve taakverdeling tussen de twee partijen mogelijk is. De stichting en de wethouder spreken af wekelijks te overleggen, en reizen gezamenlijk af naar vergaderingen van de provincie en het Rijk. Tijdens de gesprekken wordt de framing van de CO2-kwestie onderling afgestemd. In de woorden van wethouder Zuurbier: “Ik heb tegen Brosens gezegd; er zijn dingen die ik niet in het openbaar kan zeggen, maar jij wel! Zo hebben we wel degelijk afgestemd: wij kunnen langs deze lijn opereren, en jullie langs die! Ik heb gezegd: als je veel mensen kan mobiliseren, geeft dat media-aandacht (interview Zuurbier). Anderzijds kan de gemeente met behulp van haar bestuurlijke netwerk voor de stichting weer politieke mogelijkheden articuleren: “We kregen van het gemeentebestuur steeds te horen wanneer er in Den Haag weer iets aan de hand was” (interview Brosens). De samenwerking moet echter wel achter gesloten deuren plaatsvinden: “De basisafspraak was dat we elkaar moesten informeren, maar naar buiten toe niet van alles vertellen wat we met elkaar hadden besproken.” Om deze reden wordt er ook besloten om de stichting geen subsidie of organisatorische hulp te verlenen (interview Brosens).

Het politieke repertoire van CO2isNee beslaat zowel meer consensusgerichte als meer conflictgerichte actie. De stichting organiseert ludieke acties, petities en demonstraties, maar voert ook overleg met betrokken politici en bestuurders. Dit tweezijdige karakter is goed te illustreren met twee voorbeelden van acties uit de weken voor het besluit van de ministers. Enerzijds voert de stichting lobby richting de provincie Zuid-Holland. De commissie Milieu van Provinciale Staten zal zich enkele dagen voor het besluit van de ministers over CO2- opslag uitspreken. De gedeputeerde met de portefeuille Milieu, Erik van Heijningen, beslist daarna of de provincie een cruciale milieuvergunning aan Shell verleent. CO2isNee grijpt de besluitvorming aan als strategische politieke mogelijkheid. De stichting stuurt een „brandbrief‟ naar de Provinciale Staten en de Tweede Kamer en voert gesprekken met leden van de commissie. Op woensdag 4 november maken leden van CO2isNee gebruik van hun inspraakrecht bij de vergadering van de Provinciale commissie voor Groen, Water en Milieu.

Anderzijds organiseert de stichting op 11 november een cavia-race. De cavia fungeert als metafoor voor het gevaar van CO2, en vergoot zo het bereik van de framing van CO2 als gezondheidsrisico. In de woorden van Brantjes: “Als er CO2 in de grond gestopt wordt, kan het ook weer vrijkomen. En dan legt Cootje 2 het loodje” (het Zuiden 2009h). Om media-

44

aandacht te genereren en sympathisanten te werven nodigt de stichting de caviabezitters van Barendrecht (en hun ouders) uit om deel te nemen aan een hardloopwedstrijd voor cavia‟s. Een dierenwinkel en de lokale brandweer leveren gratis materiaal voor de actie (interview Brosens). De race haalt de lokale weekbladen en het Algemeen Dagblad (De Schakel 2009d, Het Zuiden 2009g, CO2isNee 2009b)16.

Nieuwe rapporten verschijnen, het besluit wordt genomen

Op 29 oktober worden de onderzoeken waar naar aanleiding van de MER-zienswijzen opdracht voor was gegeven gepubliceerd. CO2isNee en de gemeente grijpen de publicatie aan als (strategische) politieke mogelijkheid, en reageren beiden met een persbericht. De gemeente vindt in de rapportteksten ondersteuning voor het afkeuren van CO2-opslag. Het TNO-rapport toont volgens de gemeente aan dat de ondergrond in Barendrecht geotechnisch minder geschikt is voor CO2-opslag dan op andere locaties. Het voordeel van Barendrecht als locatie zou volgens TNO de relatief lage prijs zijn – een groot deel van de benodigde infrastructuur bestaat al, en de CO2-bron is vlakbij het injectieveld (TNO 2009: 23). Echter, qua impact op de leefomgeving krijgt Barendrecht de score poor, omdat het opslagveld zich onder een bebouwd gebied bevindt. (ibid.: 25). De gemeente stelt dat Barendrecht louter om bedrijfseconomische redenen als opslaglocatie is gekozen. Dit economische argument is een nieuwe aanvulling op het anti-CO2 frame:

“Nader locatieonderzoek heeft twaalf mogelijkheden voor CO2-opslag opgeleverd. Van deze twaalf plekken is Barendrecht de enige onder dichtbevolkt gebied. [...] Verder blijkt klip en klaar dat de overige velden alleen afvallen vanwege financiële argumenten. [...] Het absorptievermogen van een gemeente kent zijn grenzen, en de spons van Barendrecht is vol.” (gemeente Barendrecht 2009f).

De stichting neemt deze economische argumentatie over. Echter, in tegenstelling tot de gemeente richt CO2isNee haar framing minder op de inhoud van de rapporten, en meer op de gevolgde besluitvormingsprocedure. De ministers redeneren vanuit tunnelvisie, en houden zich niet aan hun woord. Deze procedurele oordelen zijn een tweede toevoeging aan het anti- CO2 frame, maar worden (vooralsnog) alleen door CO2isNee gebruikt:

16

Het lijkt wellicht vreemd om een caviarace met kinderen een „conflictpolitieke‟ actie te noemen.

Conflictpolitiek hoeft echter niet per se vijandig van karakter te zijn: het is in de literatuur gedefinieerd als het eenzijdig maken van claims die betrekking hebben op de belangen van andere actoren door middel van politieke acties. De caviarace past goed in deze definitie. Wellicht is het een aanwijzig voor de beperkingen van het begrip „conflictpolitiek‟.

45

“Het besluit toont alle kenmerken van een reeds lang vaststaand plan. Beide ministers citeren uit de onderzoeken alleen datgene wat ze kunnen gebruiken. Het lijkt er sterk op dat er vanuit een

tunnelvisie is geredeneerd: het moest Barendrecht worden. Punt uit. (...)

De regering weegt het economisch belang (Shell!) van een milieuonvriendelijke dure

schijnoplossing van de CO2-problematiek zwaarder dan de veiligheidsbeleving van de inwoners, terwijl eerder werd gesteld „alleen door te gaan als er onder de bevolking voldoende draagvlak was‟. Nu dat er niet is negeren beide ministers hun eerdere toezeggingen. Woordbreuk!”

(CO2isNee 2009c).

Een week later nemen Provinciale Staten (PS) unaniem een motie aan die de ministers “met klem oproept […] de locatie Barendrecht als mogelijke locatie voor CO2-opslag af te wijzen” (provincie Zuid-Holland 2009a). Provinciale Staten zien, net als de gemeenteraad, in de recent gepubliceerde onderzoeken aanleiding voor het tegenhouden van CO2-opslag. Het standpunt van PS is echter niet doorslaggevend voor het verlenen van de milieuvergunning door de provincie. Gedeputeerde van Heijningen laat dan ook weten dat hij van plan is alsnog een handtekening te zetten, mocht de minister daarom vragen (Telegraaf 2009).

Op 18 november 2009 maken ministers Cramer en van der Hoeven via een brief aan de Tweede Kamer hun intentie bekend om CO2-opslag onder Barendrecht door te laten gaan. De ministers zien, net als de gemeente Barendrecht, in de nieuwe onderzoeken een bevestiging van hun standpunt (VROM & EZ 2009a). In de Volkskrant laat Cramer weten dat, nu de MER is afgerond, de veiligheid van het project kan worden gegarandeerd (de Volkskrant 2009b). Wethouder Zuurbier reageert met een zeldzaam openlijk verwijt richting de ministers: “Het kabinet is blind voor de zorgen van de inwoners van Barendrecht” (NOS 2009a).

Confrontatie in het Kruispunt

De ministers laten weten hun besluit persoonlijk aan de inwoners van Barendrecht te willen uitleggen. Een bijzondere raadsvergadering in het Kruispunt wordt ingelast. Het college van B&W mobiliseert net als in februari indirect, door burgers via een brief te informeren over de avond. De gezamenlijke raadsfracties sturen een tweede brief, waarin wél zeer direct wordt gemobiliseerd: “Alle politieke partijen van Barendrecht roepen u op als bewoner van onze gemeente: LAAT U ZIEN EN HOREN! Wij doen een dringend beroep op u om massaal naar Het Kruispunt te komen” (fractievoorzitters van Barendrecht 2009). CO2isNee zet tevens een mobilisatieoffensief in, waardoor het aantal geregistreerde sympathisanten tussen 15 november en 1 december verdubbelt (zie grafiek 2). In een email aan alle sympathisanten van de stichting roept Brosens op om vrienden, bekenden en familie naar de bijeenkomst mee te

46

nemen. Ook zet hij aan tot het uitvoeren van kleine conflictgerichte acties: “met tape dichtgeplakte monden, witte mondkapjes, A-viertjes met een passende tekst” De stichting verspreidt verder stickers, buttons en posters (zie afbeelding 1; CO2isNee 2009c). Ook CO2isNee wil tijdens de spreekbeurt van de ministers „CO2-alarmsirenes‟ laten loeien: de stichting heeft een brandweerwagen van een autoverzamelaar uit Barendrecht geleend, en voor de deur van het Kruispunt geparkeerd (interview Brosens).

Het Kruispunt wordt zwaar beveiligd – tassen worden gecontroleerd bij de ingang, en de politie staat klaar om in te grijpen op het sein van de burgemeester (De Volkskrant 2009c, interview Zuurbier). Drie burgers mogen inspreken, waarna de zaal gelegenheid krijgt om de ministers vragen te stellen. Twee van deze burgers spreken namens CO2isNee: Kees Pieters en Klaas Brantjes. De derde inspreker is Huub van Gorp, die enkele dagen eerder door de burgemeester is gebeld om „namens de rest van de burgers‟ in te spreken (interview van Gorp). Verder is ook gedeputeerde Erik van Heijningen namens de provincie aanwezig. De grote zaal in het Kruispunt zit vol: ongeveer 500 burgers wonen de bijeenkomst met de ministers bij. Ook wordt de avond wederom via een scherm live gevolgd in het gemeentehuis, waar nog eens 500 burgers bijeen zijn, en wordt de bijeenkomst integraal uitgezonden door de lokale tv-zender Locom TV.

De bijeenkomst begint met een formeel welkomstwoord van de burgemeester. Vervolgens komen de ministers en de gedeputeerde kort aan het woord. Deze introducties zijn tekenend voor de houding van de bewindslieden tijdens de rest van de bijeenkomst. Cramer spreekt met een voorzichtige toon, en benadrukt meerdere malen dat ze snapt dat de burgers boos zijn: “Ik begrijp heel goed dat u hier als bewoner niet tevreden mee bent. Toch moeten wij, als Rijk, deze beslissing nemen..” (Locom 2009)17. Echter, als ze vervolgens stelt dat “wat we gaan doen in Barendrecht echt veilig is”, klinkt hoongelach uit de zaal. Ook als ze benadrukt dat onafhankelijke onderzoekers in de afgelopen maanden deze veiligheid hebben bevestigd, wordt ze door roepende burgers onderbroken. De minister belooft dat er meer openheid komt: “wat mij betreft is alles open. Er zijn geen geheimen, u mag alles vragen.” Van der Hoeven benadrukt ook dat de “veiligheid niet in het geding is”, maar is qua lichaamstaal en retoriek aanzienlijk minder meelevend, en meer strijdbaar. Van Heijningen spreekt voorzichtig, en

17 De onderstaande beschrijving van de bijeenkomst op 1 december is gebaseerd op een volledige

videoregistratie van de bijeenkomst door Locom, een lokale televisiezender. Alle citaten van uitspraken tijdens deze bijeenkomst zijn dan ook afkomstig uit dit videoverslag.

47

probeert met een beroep op zijn lokale roots het publiek op zijn hand te krijgen: “ik ben zelf vanaf mijn zesde in de rook van Spijkenisse opgegroeid. Ik heb van jongs af aan een notie van veiligheid meegekregen”. Wethouder Zuurbier sluit de introductie af. Zijn toon is beleefd en zakelijk: hij prijst de ministers voor hun komst naar Barendrecht, en vraagt de burgers zich te gedragen. Zijn bijdragen in de loop van de avond worden steevast beloond met applaus uit de zaal.

De eerste inspreker, Huub van Gorp, benadrukt dat de bestaande onzekerheid door de nieuwe rapporten van TNO, RIVM en DCMR niet wordt weggenomen. Hij betoogt met kalme stem dat de emoties van burgers vanwege deze onzekerheid begrijpelijk zijn. Hij bekritiseert vervolgens de dubbelrol die Erik van Heijningen speelt als voorzitter van de DCMR en verantwoordelijk gedeputeerde voor de provincie Zuid-Holland. “Je kunt geen objectief oordeel vellen over een rapport dat door jezelf is opgesteld [groot applaus]” Dit proceduregerichte verwijt zet de toon voor de rest van de avond – van Heijningen wordt, meer nog dan de ministers, het doel van morele oordelen. Kies Pieters spreekt namens CO2isNee met een scherpere toon, en valt van Heijningen en de ministers meer direct aan – ze hebben zich misleidend en regentesk gedragen. Hij stelt, in lijn met de eerdere procedurele framing van CO2isNee, dat het besluit vóór CO2 al vanaf het begin vast ligt, en de voorstanders “helemaal niet van plan waren naar burgers te luisteren”. Als hij verkondigt dat “er geen liter, maar dan ook geen liter CO2 de grond in gaat”, barst de zaal uit in luid applaus.

Na de inspreekbeurt van Pieters wordt de sfeer steeds grimmiger. De antwoorden van de ministers op de insprekers worden onderbroken door burgers die doen alsof ze stikken door CO2. Een man met een rood shirt schreeuwt tijdens een spreekbeurt van van der Hoeven boos: “wij willen het niet!”. Een andere burger vraagt waar de CO2-lijken zullen worden opgeborgen. Vlak voor het eind van de avond roept een man naar van der Hoeven: “als het hier fout gaat, kom ik je opzoeken”. Naast de emotionele reacties zijn er ook inhoudelijke opmerkingen uit de zaal, die wederom vooral op de gevolgde procedure ingaan. Verschillende burgers merken op dat de besluitvorming ondemocratisch verlopen is – ze menen dat de besluiten achter de schermen al vast lagen voordat burgers er van afwisten.

Minister Cramer reageert zeer geëmotioneerd op deze beschuldigingen: “ik wil de aantijging dat het besluit al vanaf het begin vast stond verre van me werpen”. De avond wordt afgesloten door wethouder Zuurbier, die de ministers nogmaals bedankt voor hun komst. Hij komt zelfs

48

kort voor de ministers op: “de ministers buitengewoon gedubd hebben voor ze een besluit hebben genomen. Ik heb al die maanden u op de hoogte gehouden van dit proces”. Dit levert de twee bewindsvrouwen een bescheiden applaus op. Deze opmerkelijke zet is kenmerkend voor de taakverdeling in framing: de wethouder beschermt zijn positie door zich te beperken tot inhoudelijke kritiek, en laat oordelen over de procedure, waar hij het al dan niet mee eens is, aan de burgers over. In zijn slotwoord herhaalt de wethouder nauwkeurig de bekende argumenten: de cumulatie van risico‟s in Barendrecht, het experimentele karakter van de technologie, en de economische motieven voor de keuze voor Barendrecht als locatie. Ook maakt hij duidelijk dat de gemeenten zich via andere wegen alsnog in zal zetten om het project tegen te houden: “de Tweede Kamer heeft nog veel vragen. […] Waarschijnlijk zullen we wel eindigen bij de Raad van State. Ook voor overheden bestaat een rechtsgang, dat is een democratisch recht. We zullen ons ook een beetje meer gaan richten op de Shell [applaus]” (Locom 2009).

De media-aandacht voor CO2-opslag in Barendrecht bereikt kort na de bijeenkomst op 1 december haar absolute hoogtepunt. De meeste nationale en lokale nieuwsbladen doen uitgebreid verslag, en de controverse haalt voor het eerst het NOS-journaal. Het valt op dat met name in de nationale berichtgeving de conflictueuze kant van de bijeenkomst de boventoon voert. NRC kopt met “ministers trotseren boze en bange burgers”. „We willen het niet!‟ haalt het Achtuurjournaal. De man die minister van der Hoeven zou komen opzoeken wordt geciteerd in de kop van het Volkskrant-verslag. Van de drie insprekende burgers haalt alleen de uitroep dat er “geen liter CO2 de grond in gaat‟‟ van Kees Pieters de landelijke media. De inhoudelijke argumenten van Zuurbier worden niet of nauwelijks genoemd, en ook de meer technische vragen van van Gorp ontbreken in de landelijke berichtgeving. (De Volkskrant 2009c, NRC 2009a, Algemeen Dagblad 2009, Trouw 2009, het Zuiden 2009i, NOS 2009).

49

Foto 2 en 5: Links: sticker/poster van CO2isNee, november 2009. Bron: Archief CO2isNee. Rechts:

Caviarace op 11 november 2009. Bron: Youtube.com, „Caviarace CO2‟.

Foto 3: Woedende burger tijdens de bijeenkomst in het Kruispunt op 1 december 2009. "We willen het