• No results found

Truc van de marketingmachine

In document Serious literature or pool reading? (pagina 56-65)

Een tot nu toe veelgehoorde claim is dat de literaire thriller een marketingtruc is. Appel signaleerde deze ontwikkeling al in zijn artikel “Literaire thriller: Marketingtruc of genre?” en Mourits deelt dit standpunt in zijn artikel uit 2007. Het label ‘literaire thriller’ heeft volgens deze laatste meer te maken met presentatie en de wijze van verkoop van de boeken dan met de inhoud. Ook Marc Zwartjes, voormalig marketingmanager van Ambo|Anthos, sloot zich hierbij aan. Volgens hem was het label in eerste instantie een beslissing van de marketingafdeling. Deze opvatting geeft een eerste idee van hoe het label zich positioneert, maar hoe wordt hier verder over gedacht? Dit hoofdstuk beantwoordt de vraag: ‘Welke opvattingen hebben de literatuurcritici en de schrijvers omtrent het label ‘literaire thriller?’

Een eerste vermelding van de functie van het label ‘literaire thriller’ is gevonden in de

Provinciale Zeeuwse Courant van 2003. In dit geval wordt er door Peter Kuijt gesproken van

het “etiket literaire thriller.”148 Hij zegt dat het label tegenwoordig door uitgevers op zo ongeveer al hun boeken wordt geplakt “in de overtuiging dat hun misdaadromans daarmee aan waarde winnen.”149 Volgens hem heeft het label dus onder meer als doel de opwaardering van het genre.

Vervolgens gaat Kuijt verder over het geschenkboekje van de Maand van het Spannende Boek, De klokkenluider van Tomas Ross. De Maand van het Spannende Boek – nu De Spannende Boeken Weken – is een initiatief van de Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse boek en vormt de aftrap van de campagne Zomerlezen.150 Kuijt noemt het label

met betrekking tot De klokkenluider “het pretentieuze letterkundige stempel.”151 Volgens Kuijt heeft het geschenkboekje dat Ross schreef nauwelijks iets te maken met “de fijne letteren.” Wel

148 Peter Kuijt, “Ross; tackelt; RaRa,” Provinciale Zeeuwse Courant 246, nr. 133 (5 juni 2003), Nexis Uni. 149 Kuijt, “Ross; tackelt.”

150 Spannende Boekenweken, “De campagne,” geraadpleegd 20 juni 2020, https://www.spannendeboekenweken.nl/campagne/. 151 Kuijt, “Ross; tackelt.”

is het desondanks een getuigenis van het talent van de auteur; ongeacht dat het werk niets met literatuur te maken heeft, kan Ross wel goed schrijven.

In 2006 schrijft Kuijt nogmaals over het onderwerp. In De Twentsche Courant Tubantia noemt hij onder meer schrijver Chris Rippen die hij een jaar eerder samen met een aantal andere schrijvers van spannende boeken interviewde voor Het Parool. Kuijt zegt dat het protest van Rippen tegen het gebruik van het label nog niets aan kracht heeft ingeboet. Rippen zei dat het label “in handen [is] gevallen van de promotie”152 en dat het daarom ook vaak te vinden is op

boeken die deze aanduiding niet verdienen.

Kuijt spreekt wat betreft het voorzien van thrillers van het label ‘literaire thriller’ van een hype, die door de uitgevers in het leven is geroepen:

Zo’n tien jaar wordt dat etiket nu overal op geplakt en dat is dezer dagen voor aanjager uitgeverij Anthos [Ambo|Anthos] reden voor een feestje. Want de literaire thriller is booming, kijk naar de verkoopcijfers van Nicci French, Saskia Noort, Henning Mankell en Karin Slaughter.153

Verder zegt Kuijt dat het label is bedacht om de hogeropgeleide lezer, die daarvoor volgens hem niets met misdaadromans van doen wilde hebben, in de wacht te slepen. Gerry van der List zegt in 2005 in het eerdergenoemde artikel in Elsevier hetzelfde. Uitgevers bezigen het label ook volgens hem om de hogeropgeleide lezer aan te spreken. Hij voegt hier echter de vrouwelijke lezer aan toe. Van der List heeft het overigens over “het predikaat.”154 Hieruit kan worden

opgemaakt dat het label volgens hem tevens een manier is van uitgevers om de thriller te revalueren.

Kuijt sluit zijn pleidooi af met een suggestie: “Wellicht verdient het aanbeveling om voortaan op de covers van misdaadromans de term ‘thriller met pretenties’ te plaatsen. Want dat is toch wel het minste wat je als lezer mag verwachten: niet alleen spanning, een mooie stijl,

152 Kuijt, “Het gezicht.”

153 Peter Kuijt, “Een goede thriller heeft karakters die je interesseren. Het is onzin om een held…,” Dagblad Tubantia/Twentsche Courant, 27 mei 2006, Nexis Uni. 154 Van der List, “Thrillers: spanning in.”

maar ook een portie voedsel ter overpeinzing.”155 Kuijt en Van der List zijn dus van mening dat

het label enerzijds gebruikt wordt voor de opwaardering van de thriller en anderzijds om een andere lezersgroep aan te trekken. De boeken die het label krijgen toebedeeld verdienen dit label volgens hen klaarblijkelijk niet. Desondanks betekent dit niet per se dat de literaire thrillers niet goed geschreven zijn.

In 2007 schrijft Miriam van den Brand voor de Provinciale Zeeuwse Courant een artikel over wat een boek een bestseller maakt. Ook de literaire thriller komt ter sprake. Zo citeert Van den Brand Elsa den Boer, uitgever bij uitgeverij Ambo|Anthos: “Wat ook heeft geholpen is het gebruiken van de term ‘literaire thriller’. Dat was een gouden greep. Zo moet duidelijk zijn dat de boeken psychologisch zijn, geen wegwerpdetectives.”156 Den Boer zegt hiermee dat de literaire thriller meer diepgang bezit dan de ‘gewone’ thriller en dat het label dit voor de lezer zichtbaar moet maken. De literaire waarde van de literaire thriller is volgens haar dus wel hoger dan die van de ‘gewone’ thriller, maar of die ook gelijk is aan literatuur zegt ze niet. Verder noemt Van den Brand hoogleraar Gilles Dorleijn die zegt dat “de literaire hype” er altijd is geweest en dat het geen resultaat betreft van de gecommercialiseerde samenleving. Dorleijn stelt dus dat het toevoegen van het adjectief literair, dat onder andere gebeurt met betrekking tot de literaire thriller, altijd al heeft bestaan. Hij ontkracht hiermee eveneens de claim dat het label recent is uitgevonden door de marketingafdeling van de literaire thriller- uitgeverij – met als middelpunt Ambo|Anthos.

Ondanks dat Peter Kuijt van mening is dat het label ‘literaire thriller’ er één met pretenties is, schrijft hij in 2008 een neutraal ogend artikel voor de Provinciale Zeeuwse Courant waarin hij de positie van de thriller met behulp van de opvattingen van een aantal vakgenoten beschrijft. In

155 Kuijt, “Een goede thriller.”

het artikel laat hij meerdere personen uit het veld aan het woord. Kuijt zegt dat “de critici [...] het stempel ‘literaire thriller’ [verafschuwen].”157

Vervolgens haalt hij een citaat van Susan Smit aan, die naast schrijver ook literair recensent, columnist, interviewer en voormalig fotomodel is: “Deze specificatie is zozeer aan inflatie onderhevig, dat het geen enkele indruk meer op mij maakt.”158 Volgens Smit heeft het

label zijn werking dus verloren. Daarna citeert Kuijt thrillerrecensent, interviewer en tekstschrijver Els Roes: “Etiketjes zijn er om kopers te trekken.”159 Zij beschouwt de literaire

thriller dus als marketingtruc. Voorts laat Kuijt journalist en kenner van spannende boeken Jos van Cann aan het woord die van mening is dat er maar weinig boeken het label, oftewel de literaire kwalificatie, verdienen. Tot slot voert Kuijt recensent Hans Knegtmans aan: “Het stoot af omdat het boerenbedrog is om romans van Loes den Hollander en Marion Pauw literair te noemen. De term creëert een schijntegenstelling in kwaliteit, die de achterstandspositie van de thriller versterkt.”160 Dit citaat doet denken aan de opvatting van Connie Palmen aangaande dat de lezer bedrogen wordt met de literaire thriller. Ook Esther Verhoef steunde dit standpunt.

Iedere opvatting die in Kuijts artikel wordt gedeeld is negatief over het label. De kenners die Kuijt aanvoert, noemen verschillende standpunten waarom het label misplaatst is. Het label neergezet als een marketingtruc en als bedrog. Afgezien van het feit dat Kuijt nergens zelf het woord neemt, lijkt het er wel op dat hij zijn eigen standpunten rondom het onderwerp ventileert. Eerder werd namelijk al duidelijk dat hij het gebruik van het label afkeurt.

Voormalig docent Nederlands, recensent en uitgever Jan Jaap Karsten schreef in een recensie over Wat te doen als iemand sterft van Nicci French:

Op de voorkant van het boek staat, net als op alle andere tien boeken, trots het etiket literaire thriller. Nu weet iedereen wel dat dit vooral is ingegeven door de immer op

157 Peter Kuit, “Discriminatie van thriller,” Provinciale Zeeuwse Courant 250, nr. 125 (29 mei 2008): 18, Delpher. 158 Kuit, “Discriminatie.”

159 Kuit, “Discriminatie.” 160 Kuit, “Discriminatie.”

volle toeren draaiende marketingmotor van de boekenindustrie, maar toch. Als een schrijver het voorop zijn boek laat zetten, dan heeft hij een zekere pretentie.161

Nogmaals wordt het label dus als promotionele truc neergezet. Ook Erik Timmermans (destijds werkzaam bij het Nederlands Uitgeversverbond) bezit dit standpunt:

Het is een beetje een marketingtruc. Een auteur schreef vroeger óf literatuur óf een thriller. Iets daar tussenin was er niet. Tegenwoordig kan een uitgever er het label literaire thriller aanhangen, waardoor het prominenter in de winkel komt te liggen. Hiermee is de scheidslijn tussen literatuur en spanning vervaagd.162

Naast dat Timmermans het label als marketingtruc beschouwt, zegt hij ook dat het label het verschil tussen de thriller en literatuur heeft doen verbleken. Hiermee lijkt hij echter niet te zeggen dat de thriller gelijk gesteld kan worden aan literatuur, slechts dat het onderscheid wat betreft de fysieke presentatie van de boeken niet langer duidelijk is.

Criticus Arjen Fortuin bezit eveneens de opvatting dat het label ‘literaire thriller’ een truc van de marketingmachine is. Hij zegt in 2010 in NRC Handelsblad dat literaire thrillers beter verkocht worden met dit voorvoegsel: “‘Literair’ is ook een marketingterm, hoezeer critici zich daar ook tegen zullen blijven verzetten.”163

In een artikel van Vrij Nederland uit 2010 reageren vier winnaars van de Gouden Strop op de commotie die onder meer de uitspraak van Connie veroorzaakte en de polemiek tussen Appel en Mourits. Anne Versloot en Kim Bos interviewden Charles den Tex, Roel Janssen, Marion Pauw en Elvin Post. Op een gegeven moment komt het label ter sprake. Elvin Post zegt dan dat het label maar een marketingterm is, uitgekozen door de uitgever.164 Wederom een actor die het

label als marketingtruc beschouwd. Inmiddels is duidelijk geworden dat zowel een aantal

161 Jan Jaap Karsten, “Wat te doen als iemand sterft,” Nederlands Dagblad, 21 november 2008, Nexis Uni. 162 Maartje Huijben, “De thriller neemt wraak,” Provinciale Zeeuwse Courant 251, nr. 123 (27 mei 2009), Delpher.

163 Arjen Fortuin, “Het onbekende tegemoet door het sleutelgat; Het jaar waarin de roman kwakkelde, Mulisch stierf en de non-fictie literaire erkenning kreeg,” NRC

Handelsblad, 30 december 2010, Nexis Uni.

literatuurcritici als sommige schrijvers dit standpunt bezitten. Van de zijde van de schrijvers van het spannende boek komt deze opvatting meer als een verassing dan van de kant van de literatuurkritiek. Dit doet vermoeden dat schrijvers zich geregeld afzijdig houden van de beslissing wat betreft het label op de omslag van hun boek(en); zouden zij hierin wel een stem hebben gehad dan betekent dit dat zij instemmen met het gebruik van een label waar zij zelf niet geheel achterstaan.

In 2011 ligt Maarten Moll het ‘het label ‘literaire thriller’ is een marketingtruc’-standpunt verder toe. Hij schrijft:

De term literaire thriller wordt gebruikt voor spannende boeken die niet literair zijn. Door het adjectief literaire voor het woord thriller te plakken hoopt de uitgeverij meer boeken te verkopen. Het begrip literair dat is een opsteker voor de literatuur, het is dus een usp (unique selling point, nooit gedacht dat ik deze term zou gebruiken).165

Moll vindt dus eveneens dat het label een truc is van de uitgever om de verkopen te stimuleren. Hij noemt het daarom een usp – unique selling point: met deze term wordt in de marketing aangegeven wat er uniek is aan een product, oftewel dat wat ervoor zorgt dat het verkoopt. Moll sluit zijn artikel af met: “Goed idee van uitgeverij Bruna om literaire te schrappen. Nu de andere uitgeverijen nog. Waarmee ik hierbij de literaire thriller doodverklaar.”166 Volgens Moll zou het

label dus in zijn geheel moeten worden afgeschaft; een literaire thriller bestaat volgens hem niet. Ook in meer recente artikelen die het label bespreken houdt de opvatting dat het toevoegsel literair als marketingtruc functioneert stand. Theo Hakkert, journalist en columnist, schrijft in 2016:

165 Maarten Moll, “Thriller,” Het Parool, 26 januari 2011, 21, Nexis Uni. 166 Moll, “Thriller,” 21.

Literaire thriller’ is de marketingterm die uitgevers op een breed spectrum aan spannende boeken stempelen. Een gewone ‘thriller’ verschijnt amper nog. De claim is dat spannende boeken tegenwoordig, en dan heb ik het over de laatste decennia, worden geschreven met literaire middelen.167

Hakkert is echter van mening dat het feit dat het label op de omslag staat niet per se betekent dat het boek ook literatuur is. Hij zegt dat schrijvers tegenwoordig vooral succes hebben wanneer zij hun werk goed aan de man weten te brengen op televisie. Hakkert doelt overigens niet alleen op het label ‘literaire thriller’, maar op het gebruik van labels door uitgeverijen in het algemeen. Zo noemt hij tevens het label ‘roman’. Een schrijver zou zich volgens Hakkert niet bezig moeten houden met – hij citeert hier schrijver Alex Boogers – “de lens van de camera, het licht in de studio [en] de grootte van het theater.”168 Hakkert vindt dus dat een schrijver zich afzijdig zou moeten houden van de keuze aangaande het label dat op de omslag van zijn boeken wordt geplaatst en de promotie van zijn boeken meer in het algemeen.

Niet iedereen weet echter even goed wat hij van het label moet vinden. In een interview met schrijver Simone Kortsmit komt het ter sprake nadat zij zegt dat het niet gemakkelijk is om op te vallen tussen “alle Saskia Noorts en Simone van der Vlugts.”169 Kortsmit zegt vervolgens

dat ze niet zo goed weet wat ze met de kwalificatie [literaire] aan moet; zij vermoedt dat het hier gaat om een verkooptruc van haar uitgever. Ondanks dat ze niet zo goed weet wat de functie van het label is, denkt ook zij dus dat het iets te doen heeft met de promotie van de boeken. Uit Kortsmits uitspraak blijkt overigens dat ook zij niet betrokken wat bij de beslissing van het label op de omslag van haar boeken.

In 2016 publiceert het Letterenfonds hun verwachtingen rondom de spannende boeken in Nederland en Vlaanderen. Zij signaleren dat het label ‘literaire thriller’ niet meer nodig lijkt te zijn:

167 Theo Hakkert, “Niet elke literaire thriller is literatuur,” De Twentsche Courant Tubantia, 20 juli 2016, 19, Nexis Uni. 168 Hakkert, “Niet elke literaire thriller.”

De toevoeging ‘literaire’ aan thriller lijkt niet langer nodig om spannende boeken beter op de markt te zetten, ook al had het zijn waarde. Schrijvers van misdaadverhalen die oog hadden voor stijl en inhoud konden hierdoor op de aandacht rekenen van de serieuze lezer. Voorheen haalde deze de neus op voor de thrillers van eigen bodem – ook al werden de boeken van Simenon en Sjöwall & Wahlöö verslonden. De Nederlandse en Vlaamse lezer heeft de blik verbreed en leest tegenwoordig net zo gemakkelijk Esther Verhoef als Arnon Grunberg.170

Volgens het Letterenfonds heeft de lezer inmiddels dus geleerd om langs het label op te kijken en is het plaatsen ervan op een boekomslag in principe niet meer nodig. Een eventueel onderscheid tussen een literaire thriller als die van Esther Verhoef en romans van schrijvers als Arnon Grunberg doet er voor de hedendaagse lezer volgens hen niet meer toe.

Ook onder de literatuurcritici lijkt deze gedachte te leven. Zo zegt redacteur bij de

Volkskrant Rolf Bos in zijn recensie van Dagboek uit de rivier van Frederik Baas: “Op de

achterflap wordt meteen al weggegeven dat deze ‘literaire thriller’ – wanneer houden we nou eens op met die versleten omschrijving? – geschreven is door schrijver Jan van Mersbergen.”171

Het label ‘literaire thriller’ heeft volgens hem dus eveneens afgedaan.

Bovengenoemde Jan van Mersbergen zegt in een artikel uit 2018 over de boeken van Suzanne Vermeer: “Het fijne aan de thrillers van Vermeer is dat ze zich niet verschuilen […] achter de modieuze term ‘literaire thrillers’.”172 Uit het citaat kan worden opgemaakt dat Van Mersbergen het label – dat overigens, blijkt uit bovenstaande, wél op de omslag van het boek dat hij schreef onder het pseudoniem Frederik Baas staat – liever niet heeft.

Rob van Scheers, journalist en schrijver, schreef in 2019: “Het epitheton ‘literair(e)’ wordt nogal eens op een thriller geplakt.”173 Bijna nooit is echter duidelijk waarom, aldus Van Scheers. Hij vindt dat de thriller een losstaand genre is met zijn eigen wetten en regels. Het label

170 Dick Boer, “Crime literatuur in de lage landen - Dit is wat wij vrezen,” Letterenfonds, 28 juni 2016, http://www.letterenfonds.nl/nl/essay/34/crime-literatuur-in-de-lage- landen-dit-is-wat-wij-vrezen.

171 Rolf Bos, “Thriller, ingetogen verteld,” de Volkskrant, 1 april 2017, 33, Nexis Uni.

172 Jan van Mersbergen, “Suzanne Vermeer verklaard,” Provinciale Zeeuwse Courant 260 (8 december 2018): 31, Nexis Uni. 173 Rob van Scheers, “Smullen van de spanning,” de Volkskrant, 18 mei 2019, 11, Nexis Uni.

vergelijkt hij vervolgens met een vermomming. Ook zegt Van Scheers dat er een zekere minachting uit spreekt. Dit zou volgens hem zoiets betekenen als “de rest is pulp.”174 Dit

standpunt is te vergelijken met de opvattingen van Kuijt en Van der List die beiden vinden dat het label ‘literaire thriller’ een pretentieus label is.

Sommige literatoren zien de literaire thriller als marketingtruc, schreef Appel in de Volkskrant. Deze bewering blijkt te kloppen. De overheersende opvatting wat betreft de functie van het label ‘literaire thriller’ is inderdaad dat dit een slimmigheid van de marketingafdeling betreft. Zelfs bij de schrijver die zelf nog niet zo goed weet wat van het label te vinden, leeft deze gedachte. Uitgevers trachten de literaire thriller met het label te herwaarderen en een nieuwe lezersgroep, die van de hogeropgeleide lezer en – volgens Van der List – de vrouwelijke lezer, aan te trekken. Ondanks dat de meesten hier negatief tegenover staan, geldt dit niet voor iedereen; De Boer van uitgeverij Ambo|Anthos beschouwd het label als een “gouden greep.” Dat zij bij deze uitgeverij werkt, speelt hierbij vermoedelijk een rol; Ambo|Anthos heeft namelijk vele succesvolle literaire thrillers voortgebracht. Het Letterenfonds en Bos staan niet per se negatief tegenover het label, toch is het volgens hen niet langer nodig. Moll ziet het label tot slot ook liever verdwijnen, in zijn geval wél vanuit een bepaalde afkeer, en verklaart de literaire thriller daarom dood.

Bovenstaande analyse van de opvattingen die onder de literatuurcritici en de schrijvers leven wat betreft het label ‘literaire thriller’ onthult dat er verschillende belangen aan het gebruik ervan verbonden zitten. Enerzijds wenst men het genre op te waarderen, anderzijds een andere lezer aan te trekken. Deze wijze van gebruik van het label is niet onopgemerkt gebleven; een groot aantal literatuurcritici en schrijvers brengen daarom te berde dat het label een

In document Serious literature or pool reading? (pagina 56-65)