• No results found

Transcripts interviews

In document The good you give and the good you get (pagina 74-191)

Transcript A

Telefonisch interview Janine Wegman Activity International 18-11-2014

J: Allereerst bedankt voor uw tijd. Vind u het goed als ik uw naam en organisatie benoem of wilt u liever anoniem blijven?

A: Nee hoor, geen probleem. Mag genoemd worden. J: Zou ik dan uw naam en leeftijd mogen weten? A: Janine Wegman en 44 jaar.

J: Wat is uw studie achtergrond precies?

A: Ik heb een HBO opleiding gedaan en dat heette destijds THW. Toegepaste Huishoud Wetenschappen en dat is daarna veranderd naar FD, Facilitaire Dienstverlening en ik heb een afstudeerstage gelopen bij Activity International in Groningen destijds nog en dat is nu ongeveer 20 jaar geleden. En daar ben ik toen gewoon begonnen als stagiaire?

J: En nooit meer weggegaan?

A: Haha jawel ik wel nog een keertje weggegaan. Ik heb na mijn studie gewerkt bij een marketing afdeling en na een paar maanden kreeg ik de kans het bedrijf over te nemen want de vorige eigenaar wilde het graag verkopen en toen hebben ze mij gebeld om te vragen of ik het wilde doen.

J: En wat is uw persoonlijke ervaring met vrijwilligerswerk in het buitenland?

A: Ik heb stage gelopen vroeger bij de Kibboets in Israël en dat was dan vrijwilligerswerk waar ik wel kosten en inwoning kreeg. En ik heb daar in een hotel gewerkt maar ook op de dorpen zelf bij allerlei projecten dus dat viel wel onder vrijwilligerswerk. Alhoewel dat nu door de jaren heen heel erg veranderd is. Er zijn tegenwoordig zoveel verschillende mogelijkheden om vrijwilligerswerk te doen. Uuh.. begin jaren 90 was het voornamelijk Kibboets werk en het vrijwilligerswerk wat we nu kennen in bijvoorbeeld Latijns-Amerika, Afrika en Azië, dat was toen nog niet zo in ontwikkeling.

J: Het was toen nog niet zo populair als dat het nu is?

A: Nee totaal niet. Het begon eigenlijk eerst met de Kibboets in Israël en dat is door de jaren heen gewoon heel erg uitgebreid. Maar dat vrijwilligerswerk heb ik toen ongeveer 5 maanden gedaan. J: En bent u weleens betrokken geweest bij vrijwilligerswerk met kinderen in het buitenland?

A: Nou ja zoals ik al zei, het vrijwilligerswerk bij de Kibboets daar had ik dan wel projecten met opvang van kinderen maar dat waren eigenlijk de kinderen van de medewerkers zelf daar. Maar we hebben daar wel activiteiten voor ze georganiseerd. Maar bijvoorbeeld op een school werken of in een weeshuis werken, dat heb ik niet gedaan. Ik heb wel heel veel projecten zelf verzorgd dus dat betekent als Activity International zijnde dat ik naar partner organisaties ben geweest en projecten heb bezocht dus ik al heel veel projecten ook wel gezien.

74

J: Oké, ik heb me ingelezen in jullie site en wat voor soort activiteiten jullie aanbieden en ik zag dat dat er heel veel waren en jullie zijn zo te zien in heel veel landen actief…

A: Ja klopt, ik heb het toevallig laatst weer geteld en we hebben 30 landen en we hebben meerdere soorten vrijwilligerswerk op het gebied van natuur, sociaal, Wild Life, medisch en onderhoud.

J: En hebben jullie per project speciaal iemand aangewezen die gespecialiseerd zijn op een gebied? Zijn er bijvoorbeeld Wild life experts of Social project experts of varieert dat heel erg?

A: in ons gebied bedoel je of in het buitenland? J: Nee in Nederland.

A: Ja dat hebben we opgedeeld. We hebben een vrijwilligerswerk team en daarin zitten 3 mensen van sociaal vrijwilligerswerk dus voor Afrika, Latijns-Amerika en Azië. En dan hebben we 1 iemand die specifiek Wild Life projecten doet. Dus in totaal zijn er 4 mensen bezig met vrijwilligerswerk.

J: Oké, en weet u ook iets over de selectie van de vrijwilligers of heeft iedereen zijn selectie procedure? A: Nee nee we hebben overal standaard formulieren zeg maar en VOG’s bevestigingen. We vragen van elke vrijwilliger die een sociaal project gaat doen en in sommige gevallen ook een Wild Life project, een VOG voordat mensen vrijwilliger bij ons kunnen zijn. Plus daarnaast vragen de meeste partners of een CV of een application form die wij meesturen. Daarnaast hebben wij voor de mensen die een sociaal project doen een training van stichting MUSES. Waarschijnlijk heb je daar weleens van gehoord?

J: Ja klopt. Ik heb ze gezien op de conferentie.

A: Oke goed, nou die trainingen bieden wij dan inderdaad aan en dat is bij ons inbegrepen bij het programma.

J: Moeten er bij jullie door de ontvangende organisatie en door de vrijwilliger ook een code of conduct getekend worden?

A: Nou dat hangt af van de lokale partner organisatie. We hebben een aantal partner organisaties die een hele uitgebreide code of conduct hebben dus die de mensen ook moeten tekenen als ze aankomen maar we hebben ook Wildlife projecten waar dat bijvoorbeeld niet nodig is omdat de partner dat niet zelf heeft. We zijn dus nu wel bezig met of we nu zelf een algemene code of conduct kunnen opstellen dus voor alle programma’s en voor alle vrijwilligers. Want er is bijvoorbeeld een lokale partner van ons in Afrika die is daar heel goed in en de hebben een hele uitgebreide code of conduct met meerdere pagina’s en is heel uitgebreid en de andere partner heeft bijvoorbeeld 1 A4tje en daar staat bijvoorbeeld in: geen drugs op het project of het 4-ogen principe dus dat je nooit met het kind alleen mag blijven. Nou ja het kan dus heel uitgebreid zijn maar niet alle lokale partners in alle landen zijn al zover.

J: En zijn de lokale partners die betrokken zijn met kinderen of werken met kinderen wel zo ver? A: De meeste wel. Maar wat ik al zei, er zijn landen die nog niet een code of conduct hebben die de vrijwilligers moeten onderteken. Maar de meeste landen waar we mee samenwerken met de meeste lokale partner organisaties die hebben ook oriëntatie na aankomst. En dat kan zijn van 1 middag tot aan 5 dagen waarover er over de cultuur verteld wordt en de do’s en dont’s op het project en bijvoorbeeld kleding advies, wat mag je wel en niet aan hebben? Dat is vaak een oriëntatie maar het is ook vaak

75

informatie die wij van de partner organisatie voor vertrek krijgen of die ze uitgedeeld krijgen als ze bij de organisatie aankomen bij de oriëntatie.

J: Oke, en hebben jullie een minimum leeftijd die jullie hanteren voor vrijwilligerswerk in het buitenland? Of mag iedereen zich opgeven?

A: Nee de meeste organisaties vragen vanaf 18 jaar en er zijn een aantal projecten die vanaf 16 jaar zijn en dat hebben we ook op onze site staan maar meestal is het vanaf 18 jaar.

J: En worden de vrijwilligers alleen voorbereid via de training bij Muses? Of doen jullie als organisatie zelf ook faciliteren aan voorbereiding?

A: Nee wat wij hebben is dat wij dus informatie geven aan mensen, handboeken voor mensen waar wat in staat over het land, over de projecten waar ze naar toe gaan en wat ze kunnen verwachten. En stichting Muses traint echt zelf vrijwilligers. Dus in het onder andere ook werken met kinderen. Wat kun je bijvoorbeeld doen als je assistent leraar of lerares bent en dat is natuurlijk een gerichte workshop en dat is dan face-to-face een kleine groep vrijwilligers die allemaal voorbereid worden. En wat wij doen is dan zoveel mogelijk informatie verschaffen per mail voordat ze weggaan.

J: Dus jullie zijn eigenlijk een soort tussen persoon? Of wil je dat niet zo noemen?

A: Tussenpersoon tussen de deelnemer en het project bedoel je? Ja, inderdaad maar er zit nog een tussenpersoon bij en wijn zeg maar diegene die de deelnemer screent door middel van een verklaring omtrent (VOG) bijvoorbeeld en de lokale project organisatie dus wij noemen het de lokale partner organisatie die screent bijvoorbeeld de gastgezinnen, de projecten en doet de opvang oriëntatie van de vrijwilliger. Dus tussen het project en de vrijwilliger zitten altijd 2 organisaties in.

J: En is het ook nodig dat als je bijvoorbeeld met kinderen gaat werken dat je als vrijwilliger in het bezit bent van een certificaat of opleiding zoals SPH of Social Work?

A: Dat hangt van het programma af. Er zijn een aantal programma’s waar het wel zo is. Maar er zijn ook projecten waar het niet vereist is en dan ben je vaak assistente of je helpt mee met het uitdelen van eten of je helpt als assistent teacher. Mensen die een opleiding hebben bijvoorbeeld SPH, dan mag je ook voor kortere tijd naar Cambodia. Ik noem even een voorbeeld. Maar je hebt dus echt een opleiding nodig om een kortere tijd met kinderen te werken bijvoorbeeld. En daar is onze partner in Cambodia gewoon heel strikt in. Maar het verschilt dus ook een beetje per partner organisatie.

J: Oké, en wat zijn over het algemeen de activiteiten die vrijwilligers doen?

A: Het is veel lesgeven en bijvoorbeeld ook huiswerkbegeleiding en dat je dus assistent teacher bent. We hebben bijvoorbeeld in Vietnam ook een project waar veel fysiotherapeuten gevraagd worden. Dus dan wordt er inderdaad wel een opleiding gevraagd en werkervaring vereist. Maar daar zitten dus ook mensen met een lichamelijke handicap.

J: Dat is inderdaad heel specifiek.

A: Ja inderdaad. Heel specifiek. Het is daarom ook moeilijk om te generaliseren. Dus daarom vragen niet alle partner organisaties een opleiding omdat ze niet allemaal zulke specifieke projecten hebben. In

76

Cambodia bijvoorbeeld wel en dat is voornamelijk op het gebied van lesgeven en in Vietnam waar ik ben geweest, daar ben je dan voornamelijk bezig met mensen met een handicap.

J: En wat betreft de taal? Is dat vaak nog een barrière voor vrijwilligers of zijn de meeste wel goed voorbereid? Of zijn de project partners vaak nog veel aan het vertalen?

A: Ja, nou we proberen in ieder geval altijd wel iemand te hebben op de projecten die Engels spreekt. In Suriname kun je gelukkig wel goed met je Nederlands terecht. Je hebt bijvoorbeeld in Vietnam studenten die Engels spreken die dan met je meegaan naar het project. Meestal stel je je dan de eerste dag voor op het project en dan gaat er een student mee of iemand van de partner organisatie die sowieso dan Engels spreekt. En het niveau van Engels is heel verschillend. Is sommige landen is het echt niet goed en in sommige landen is het best oké.

J: En in welke landen is het niveau van het Engels dan voornamelijk wat laag?

A: uuuhm ja voornamelijk doen we Engelse projecten in Azië en Afrika. Daar word Engels gesproken. Maar bijvoorbeeld in het noorden van Ghana daar kun je je voorstellen dat heel veel mensen daar de lokale taal spreken en niet het Engels. Dus dan is het wat moeilijker. We hebben ook projecten in Latijns- Amerika en daar spreken de meeste mensen Spaans. We vragen dan ook aan onze vrijwilligers die daar een project gaan doen, om eerst een cursus Spaans te volgen zodat je op niveau kunt communiceren. Maar we hebben ook Wildlife projecten waar de taal bijvoorbeeld minder belangrijk is.

J: Ja dat snap ik. In ieder geval minder belangrijk dan projecten waar kinderen bij betrokken zijn. A: Ja inderdaad. Op de Wildlife projecten heb je vaak 1 project eigenaar die meegaat en die meestal gewoon Engels spreekt samen met de groep met wie je gaat. Maar dat is dus niet zo belangrijk. J: En wat gebeurd er met de vrijwilligers als ze terug komen van een project?

A: Je kunt bij Muses een terugkom training doen. En je kunt je altijd aanmelden om toekomstige vrijwilligers te trainen in de toekomst. En wat wij doen als Activity International is dat iedere vrijwilliger die terug komt een mailtje krijgt met een korte vragenlijst over hoe het verblijf bevallen is, wat ze gedaan hebben, of ze nog opmerkingen hebben, of de informatie up to date is en dat soort dingen. J: En wat doen jullie met de informatie van die enquêtes?

A: Nou die gebruiken we natuurlijk om de site up te daten maar ook om te kijken van, goh wat hebben ze gedaan. Zitten er patronen is dat oudere vrijwilligers bijvoorbeeld meer dan jongere vrijwilligers. We kijken eigenlijk gewoon naar wat mensen gedaan hebben en of het verblijf bevallen is en hoe zij onze lokale partner organisaties met een cijfer beoordeeld hebben en of ze zich veilig hebben gevoeld in een land. Dat soort dingen.

J: En zijn de uitkomsten van die enquêtes ook openbaar of gebruiken jullie ze alleen voor intern gebruik? A: Nee alleen voor intern gebruik. We zitten wel vaak te denken, moeten we de evaluaties nu online zetten? Maar dat is vaak veel handmatig werk. Dan moet je dus… uhh… Bij sommige mensen vragen we weleens of we hun reactie kunnen delen met toekomstige vrijwilligers of op social media kunnen

plaatsen. En als mensen dan nee zeggen dan doen wij dat om privacy redenen natuurlijk ook niet. J: Oké, en wat betreft de begeleiding van de vrijwilligers op het project zelf? Hoe gaat dat in z’n werk?

77

A: Dat hangt ook weer heel erg van het project af. Er zijn projecten waarbij je met een groep de hele dag op pad bent en daar heb je de hele dag door begeleiding maar er zijn ook projecten zoals bijvoorbeeld in het noorden van Ghana waar je meestal met 1 andere vrijwilliger bent. En daar heb je dan een regionale coördinator die je altijd kunt bellen als er iets is maar je zit wel alleen op het project. Maar dat zijn meestal mensen op projecten die eigen initiatief nemen en die zelfstandig zijn en die serieus

vrijwilligerswerk willen doen. Mensen die in een groep vrijwilligerswerk willen doen hebben vaak meer begeleiding en zijn ook vaak wat jonger. Er zit ook wel veel verschil in qua project en lokale partner organisatie. Dus ook weer waar het ligt en hoe de lokale partner de begeleiding doet en regelt. Wat we dus ook vragen na aankomst, is of de lokale partner 24 uur per dag bereikbaar is. Dus als er wat is dat mensen daar daadwerkelijk ook naartoe kunnen. Sommige partners doen tussentijdse evaluaties en dat kan zijn door langs te gaan of een telefoontje. En wat wij doen is tussentijds nog een mailtje sturen met de vraag of ze zijn aangekomen en hoe het verblijf is. Maar in principe is de lokale partner tijdens het verblijf daar het eerste aanspreekpunt. Puur omdat we natuurlijk ook met tijdsverschil zitten in de meeste landen en plus de lokale partners zien het beter als er iets aan de hand is en als er bijvoorbeeld iemand ziek is dan gaat een lokale partner mee naar het ziekenhuis. En vanaf afstand kun je natuurlijk weinig doen. En als iemand het niet bevalt op een project dan kun je wel kijken of ze niet bij een ander project aan de slag kunnen. Of dat je zegt ik ga 2 projecten combineren omdat je bijvoorbeeld meer uren aan de slag wilt gaan. Maar dat gaat altijd in overleg met de vrijwilliger en lokale partner organisatie J: Oké en bestaan er bij jullie ook bepaalde richtlijnen voor bijvoorbeeld Social Media? Met betrekking tot het posten van foto’s, facebook, twitter etc?

A: Nee hebben we niet. Maar ik weet ook niet precies wat je bedoeld hiermee?

J: Ik verwijs dan eigenlijk naar de discussie die laatst opwaaide over de vrijwilligers die werken met kinderen, die vaak foto’s maken van die kinderen en dan te pas en te onpas posten op Facebook of Twitter en of dit wel of niet kan en mag of misschien wel privacy schending zou zijn. In de richtlijnen van BCN wordt hier ook aandacht aan besteed in de vorm van voorbereiding van de vrijwilliger. Zodat ze goed weten wat er wel en niet gepost, geblogd of openbaar gemaakt mag worden.

A: Wij hebben hier zelf geen richtlijnen voor. Wat we wel doen is dat we de informatie van BCN

doorgeven aan de vrijwilligers. Maar wij hebben geen… hoe zeg je dat… we controleren niet of ze het nu wel of niet doen. Dat hebben we dus niet. Maar de deelnemers krijgen de informatie dus wel maar we kunnen niet zien wat ze allemaal wel of niet posten op een Facebook of Twitter.

J: Nee inderdaad, het is misschien ook wel te omvangrijk en groot om te monitoren.

A: Ja inderdaad. Heel moeilijk om te regeren en te kijken waar ze wel en niet foto’s hebben gemaakt. J: En hoe zit het met de klachten afhandeling van de vrijwilligers? Als de vrijwilliger het bijvoorbeeld niet naar z’n zin heeft of iets dergelijks?

A: Dan gaan ze naar de lokale partner organisatie want die werken meestal met meerdere projecten en dan kunnen hun daar kijken naar herplaatsing ergens anders. Maar dan moeten ze dus gelijk aan de bel trekken bij onze lokale partner organisatie. Er was laatst bijvoorbeeld een meisje die het wel naar d’r zin had op een project maar zich niet helemaal thuis voelde in het gastgezin. En die hebben we toen herplaatst in een ander gastgezin en die kon wel gewoon op het project zelf blijven werken. We hebben ook mensen die bijvoorbeeld op het project zelf niet helemaal hun draai kunnen vinden en net helemaal

78

weten wat ze moeten doen of dat ze het gevoel hebben dat ze te weinig kunnen doen of de project eigenaar daar heeft het gevoel dat de vrijwilliger niet helemaal bij ons past. En dan kan onze lokale partner dus kijken naar andere projecten in de buurt.

J: Oké en hebben jullie daar dan ook bepaalde protocollen voor als zoiets voorkomt of de lokale partner organisatie?

A: Nee we hebben geen protocol. Het is wel zo dat als iemand een klacht heeft over een bepaald project dat we dan contact opnemen met de lokale partner en dat zien we dan via onze evaluatie formulieren en dan kijken we van goh.. wat is er aan de hand? Maar dat meeste partner organisaties werken we al jaren lang mee samen. En het kan dan best zijn dat er bijvoorbeeld een nieuwe coördinator op het project zit die dingen anders doet of anders ziet en dat willen we dan graag weten. En de informatie die wij dan ontvangen koppelen we dan terug naar onze lokale partner.

J: oké, dus als ik het goed begrijp hebben jullie van Activity International voor en na vertrek van de vrijwilliger contact?

A: Nee wat ik net ook zei, we doen wel een mailtje kort na vertrek met de vraag hoe het met de vrijwilliger is en soms krijgen we helemaal niets terug en soms krijgen we terug dat het fantastisch is

In document The good you give and the good you get (pagina 74-191)