• No results found

Bijlage 1: Topic- en vragenlijst interviews

Om te komen tot een semigestructureerd onderzoek is een vragenlijst samengesteld voor bestuurders en voor schoolleiders, waarbij de vragen gesteld kunnen worden voor zover ze relevant zijn in het gesprek en nog niet aan bod zijn gekomen. Hiermee kunnen resultaten van het onderzoek beter vergeleken worden en dit komt de betrouwbaarheid en validiteit ten goede. De gesprekken duren circa één uur.

Bestuurders

1. Introductie

Het doel van het onderzoek is de sturingsrelatie tussen bestuurder en schoolleider te onderzoeken en te toetsen aan de theorie. De onderzoeksresultaten zullen voor de publieksversie volledig geanonimiseerd worden en voor de universiteit in die mate geanonimiseerd dat wel duidelijk is welke schoolorganisaties onderzocht zijn, maar waarbij uitkomsten niet direct gelinkt worden aan deze organisaties.

Indien de respondent akkoord is, zal het gesprek worden opgenomen voor louter analyse van de informatie. De opnamen zullen ook enkel gebruikt en beluisterd worden door de onderzoeker zelf. Na het gesprek wordt een gespreksverslag gemaakt die ter goedkeuring of aanpassing naar de respondent wordt gestuurd.

2. Inhoud/vragen

- Controlevragen over de rolverdeling binnen de organisatie

o Wie pakt welke rol op het gebied van uitvoering geven aan uitdagen van leerlingen, verminderen zittenblijven, verkleinen van groep thuiszitters, curriculumontwikkeling, doorstroom van leerlingen naar vervolgonderwijs en versterking burgerschapsonderwijs?

- Hoe is het sectorakkoord in de organisatie ter sprake gebracht? Staat het vast op welke punten uit het akkoord er iets moet gebeuren? Is dit geformaliseerd? Is dit in overleg gebeurd met de schoolleiders (individueel of collectief)?

- Staat het sectorakkoord hoog op de agenda? In welke mate wordt de noodzaak of urgentie ervaren? Wie neemt het initiatief op de beleidsbepaling? Hoe realistisch acht u de doelstellingen van het sectorakkoord of van uw eigen organisatie?

- Hoe concreet zijn de ambities en doelen uitdagen van leerlingen, verminderen zittenblijven, verkleinen van groep thuiszitters, curriculumontwikkeling, doorstroom van leerlingen naar vervolgonderwijs en versterking burgerschapsonderwijs geformuleerd (Thinkable)?

- Wie is hierbij in de lead? Hoe wordt dit beleid gebracht? Is het voldoende specifiek of is er kans op ruis? Landt dit bij docenten? Hoe ervaren zij dit beleid?

- Wie zijn er bezig met dit beleidsthema? Hoe krijgt dit opvolging binnen de organisatie en op de scholen zelf?

- Wordt er bewust gestuurd op het thema? Welke middelen worden ter beschikking gesteld? (Practicable)

- Op welke manier wordt het proces gemonitord? Waar wordt op gelet en door wie? (Calculable)

- Wordt er aan de hand van deze indicatoren of analyse een vertaling gemaakt naar (aanpassing van) eigen handelen) (Calculable)

- Hoe kijkt de bestuurder zelf naar deze thema’s?

- Welke factoren en actoren spelen een rol bij de keus voor deze thema’s

- Controlerend: Hoeveel ruimte geeft u de scholen/schoolleiders op het gebied van deze ambities? Welke rol pakt u hier als bestuurder in?

- Werkt u op al uw scholen op dezelfde manier of zijn er verschillen in de manier waarop u om gaat met uw scholen en schoolleiders?

- Hoe denkt de bestuurder over de invloed die bijvoorbeeld een schoolleiderswissel heeft op het bereiken van de doelen.

3. Afsluiting en dankwoord. Ruimte voor reactie van respondent

Schoolleiders 1. Introductie

Het doel van het onderzoek is de sturingsrelatie tussen bestuurder en schoolleider te onderzoeken en te toetsen aan de theorie. De onderzoeksresultaten zullen voor de publieksversie volledig geanonimiseerd worden en voor de universiteit in die mate geanonimiseerd dat wel duidelijk is welke schoolorganisaties onderzocht zijn, maar waarbij uitkomsten niet direct gelinkt worden aan deze organisaties.

Indien de respondent akkoord is, zal het gesprek worden opgenomen voor louter analyse van de informatie. De opnamen zullen ook enkel gebruikt en beluisterd worden door de onderzoeker zelf. Na het gesprek wordt een gespreksverslag gemaakt die ter goedkeuring of aanpassing naar de respondent wordt gestuurd.

2. Inhoud/vragen

- Controlevragen over de rolverdeling binnen de organisatie

o Wie pakt welke rol op het gebied van uitvoering geven aan uitdagen van leerlingen, verminderen zittenblijven, verkleinen van groep thuiszitters, curriculumontwikkeling, doorstroom van leerlingen naar vervolgonderwijs en versterking burgerschapsonderwijs?

- Hoe is het sectorakkoord in de organisatie ter sprake gebracht? Staat het vast op welke punten uit het akkoord er iets moet gebeuren? Is dit geformaliseerd? Is dit in overleg gebeurd met de schoolleiders (individueel of collectief)?

- Is het sectorakkoord geagendeerd binnen de organisatie?

- In hoeverre bent u uw werk op het gebied van beleidsbepaling op uitdaging en brede vorming voor alle leerlingen sinds het sectorakkoord anders gaan doen?

- Staat het sectorakkoord hoog op de agenda? In welke mate wordt de noodzaak of urgentie ervaren? Wie neemt het initiatief op de beleidsbepaling? Hoe realistisch acht u de doelstellingen van het sectorakkoord of van uw eigen organisatie?

- Hoe concreet zijn de ambities en doelen uitdagen van leerlingen, verminderen zittenblijven, verkleinen van groep thuiszitters, curriculumontwikkeling, doorstroom van leerlingen naar vervolgonderwijs en versterking burgerschapsonderwijs geformuleerd (Thinkable)?

- Wie is hierbij in de lead? Hoe wordt dit beleid gebracht? Is het voldoende specifiek of is er kans op ruis? Landt dit bij docenten? Hoe ervaren zij dit beleid?

- Wie zijn er bezig met dit beleidsthema? Hoe krijgt dit opvolging binnen de organisatie en op de scholen zelf?

- Wordt er bewust gestuurd op het thema? Welke middelen worden ter beschikking gesteld? (Practicable)

- Op welke manier wordt het proces gemonitord? Waar wordt op gelet en door wie? (Calculable)

- Wordt er aan de hand van deze indicatoren of analyse een vertaling gemaakt naar (aanpassing van) eigen handelen) (Calculable)

- Valt het doel onder bestaand beleid of is er meer aangepast aan het werkproces om het doel te behalen.

- Zijn er volledig nieuwe werkprocessen ontstaan om de doelen te behalen? Wat houden deze in?

- Wordt het beleid zowel binnen bestaand beleid uitgevoerd als binnen geheel nieuwe routines?