• No results found

De toekomstmogelijkheden van de Limburgse politiezones en te treffen maatregelen

9. Algemeen besluit

9.1. De toekomstmogelijkheden van de Limburgse politiezones en te treffen maatregelen

Dit onderzoek startte met het feit dat een aantal politiezones in Limburg niet meer in staat zijn tegemoet te komen aan de veeleisende en voortdurende beweging van de maatschappij. Een analyse van de Limburgse politiezones legde al de eerste verschillen bloot. Een aantal zones zijn zeer klein in tegenstelling tot een paar heel grote zones. Daarenboven heersen er ook grote verschillen in het budget per inwoner en het personeel per inwoner. Deze verschillen zouden weggewerkt moeten worden, met ten eerste een gelijkaardige grootte wat betreft de zones en ten tweede het budget en personeel per inwoner.

Bepaalde kenmerken van de gemeenten in Limburg toonden een aantal andere verschillen en gelijkenissen tussen deze. Een fusie met gelijkaardige zones zouden prioriteit hebben. Een aantal kenmerken laten zien dat Noord-Limburg, midden-Limburg en Zuid-Limburg vaak gelijkaardig zijn. De maatschappij is echter voortdurend in beweging en deze kenmerken wijzigen dus ook doorheen de tijd. Wel springen er soms gemeenten uit bij bepaalde kenmerken. Wanneer burgemeesters zouden beslissen om over te stappen naar fusies dienen ze hiermee rekening te houden. Ook zijn er een aantal gemeenten met een specifieke problematiek zoals het voetbal in Genk en Sint-Truiden, ook dit dient in het oog gehouden te worden. Toch mag men zich hier niet op blind staren. Nu zijn er immers ook zones gevormd die variëren wat betreft samenstelling binnen de gemeenten.

Een mogelijke afremming van een fusie is het verschil in financiering. Bepaalde zones dienen veel meer gemeentelijke dotaties bij te leggen dan anderen. Dit heeft grotendeels te maken met de gedateerde KUL-norm. Een herziening hiervan dringt zich op omdat deze niet meer van toepassing is op de huidige realiteit. Daarnaast schrikt het politiezones af om fusies aan te gaan. Het kostenplaatje van een fusie is moeilijk in kaart te brengen aangezien de schaalvoordelen niet in een prijs zijn uit te drukken. Het bewustzijn dat schaalvergroting beter zou zijn dient hier te overheersen samen met een financiële stimulans van de federale overheid, bovendien beschikken de meeste zones over een overschot op de begroting wat bepaalde investeringen toelaat. Het personeel per inwoner vraagt ook om nader toezicht. Een nieuwe analyse van de nodige capaciteit van het operationeel en het CALog- personeel per zone is nodig. Indicatoren zouden in kaart kunnen brengen wat de nodige capaciteit is per zone, rekening houdend met de problematiek van de zones en het landelijke karakter van Limburg.

De hulpverleningszones ondergingen al een hervorming met schaalvergroting als centraal kenmerk. Beide zijn lokale besturen die handelen rond veiligheid. Rekening houden met de grenzen van deze hulpverleningszones is dus ook een must. In de toekomst zou een doorgedreven samenwerking moeten kunnen, daarom vallen de politiezones best binnen de grenzen van de hulpverleningszones.

Defusie van een of van beide moet dus in overweging worden genomen. Het behouden van Noord- Limburg als politiezone en het opsplitsen van de andere twee hulpverleningszones in vier politiezones zou een mogelijkheid kunnen zijn. In een verdere toekomst zouden de ziekenhuizen hier ook bij betrokken kunnen worden. De inplanting van de ziekenhuizen kan dus meespelen in het bepalen van de grenzen van de politiezones waarbij in iedere zone een ziekenhuis ligt.

De doorgedreven samenwerkingen in Limburg bieden een groot voordeel. Er zijn immers een aantal factoren die het succes bepalen van samenwerking waarover Limburg beschikt. Een optimaal scenario zou dan ook zijn om een aantal regio’s binnen Limburg te creëren die verschillende maatschappelijke uitdagingen samen aangaan. De grenzen van de (vergrote) lokale politiezones zouden de grenzen van deze regio’s kunnen vastleggen. Bovendien geven best practices uit verleden een scenario mee om rekening mee te houden bij de overstap naar fusies. Het toepassen van deze best practices is aanbevolen om een mooie fusie tot stand te brengen.

De politieke opinie toont dat schaalvergroting van de politiezones een hoog agendapunt is. Vrijwillige fusies die gestimuleerd worden door de federale overheid verkrijgen de voorkeur. Schaalvergroting dient dus bottom-up te gebeuren met top-down richtlijnen en stimulansen. De afstand van de burger dient wel bewaard te worden. Een doorgedreven wijkwerking en een grote rol van burgemeesters houden hiermee verband. De toekomst lijkt te liggen in een vijftal zones met een 150 000 inwoners, deze zones zouden eerder ‘een bolletje’ op de kaart moeten vertonen in plaats van een uitgestrekt gebied.

De buurlanden van België tonen aan dat er grote verschillen zijn wat betreft de organisatie van de politie. Dit maakte een vergelijking moeilijk. De buurlanden beschikten meestal over meerder niveaus wat het ingewikkelder maakt. Wat hier wel heel duidelijk uit geleerd kan worden is dat er vaak een grotere structuur zich boven de lokale politie bevindt, met een kleinere structuur om de basispolitiezorg te voorzien en de nabijheid met de burger te behouden. Een schaalvergroting van de lokale politiezones zou dus gepaard kunnen gaan met de oprichting van een aparte wijkpolitie per gemeente. De politieposten per gemeenten kunnen voorzien in een wijkpolitie die rechtstreeks in contact staat met de burgemeester van de desbetreffende gemeente en de desbetreffende lokale politiezone. Wel is dit dan net omgekeerd dan in de meeste buurlanden. De grote lokale politiezones voorzien de basispolitiezorg en de wijkwerking zorgt voor de nabijheid bij de burger.

Om een veilige toekomst tegemoet te gaan dringen fusies zich op. Een vijftal zones met een 150 000 inwoners lijkt een mooi scenario. Dit zou vrijwillig tot stand moeten komen met de overtuiging dat schaalvergroting beter is, samenwerkingsverbanden botsen op limieten en dat kleine zones niet meer de nodige dienstverlening kunnen bieden.

Concreet kan dit alles leiden tot ten eerste een samensmelting van politiezone Lommel, HANO en Kempenland. Deze liggen geografisch gezien gunstig en hebben gelijkaardige kenmerken wat betreft de gemeenten. Ook beschikken ze over een ziekenhuis in Pelt en liggen ze binnen de grenzen van de hulpverleningszone Noord-Limburg. Deze zone zou dan over 125 766 inwoners beschikken en 252 personeelsleden. Ten tweede zouden Beringen-Ham-Tessenderlo en Heusden-Zolder een nieuwe zone kunnen vormen, met gelijkaardige kenmerken, het ter beschikking hebben van een ziekenhuis in Heusden-Zolder en enkel Ham die in een andere hulpverleningszone zit en mogelijks hiervan kan afstappen maakt dit tot een mooie nieuwe zone. Echter het feit dat Heusden-Zolder aanhaalde niet te willen fusioneren, maakt dit tot een minder realistisch scenario. Het feit dat CARMA al een geschiedenis van verschillende fusies meemaakte, is het meest logische scenario dat deze zone behouden blijft. Het uitgestrekte karakter van de zone en de splitsing van de zone in verschillende hulpverleningszone maakt deze zone in theorie echter minder logisch is. Ze beschikt wel over een ziekenhuis in Genk. Een evaluatie van de werking van de zone in de praktijk is aanbevolen. De zone LRH is wat betreft geografie en grootte een voorbeeld, ook beschikt ze over een ziekenhuis in Hasselt en ligt ze binnen de grenzen van de hulpverleningszone Zuid-West. Daarnaast zouden de politiezones LaMa en Maasland een goede nieuwe zone kunnen vormen. Ze zouden dan over 110 176 inwoners beschikken met 246 personeelsleden. Er heersen verschillen in kenmerken van de gemeenten, echter Lanaken en Maasmechelen en Dilsen-Stokkem en Maaseik lijken dit nu al te kunnen overbruggen. Ook Bilzen-Hoeselt-Riemst en Voeren zouden in plaats van een doorgedreven samenwerking beter een fusie aangaan, met bij voorkeur een aansluiting van Tongeren-Herstappe hierbij. Ze zouden dan beschikken over een ziekenhuis in Tongeren, wel zou Tongeren-Herstappe dan beter aansluiten bij de hulpverleningszone Oost-Limburg in plaats van Zuid-West. Dit zou een zone van 93 945 inwoners maken met 206 personeelsleden. Tenslotte lijkt een samensmelting van Sint-Truiden en Kanton Borgloon aannemelijk. Ze liggen in dezelfde hulpverleningszone en beschikken over een ziekenhuis in Sint-Truiden. Ze zouden dan over een zone van 101 476 inwoners beschikken met 225 personeelsleden. Deze samensmeltingen zouden al meer in de buurt komen van een geprefereerd scenario van een vijftal zones met een 150 000 inwoners per zone. Het betreffen dan meer gelijkaardige zones. Hierbij aansluitend dienen burgemeesters en korpschefs naar een aantal kenmerken zoals demografische kenmerken of criminaliteitscijfers te kijken, mogelijks zijn er toch een aantal kenmerken die voor hun onoverkomelijk blijken voor het aangaan van een fusie. Zoals eerder gesteld zijn deze kenmerken voortdurend in evolutie. Ook is de overtuiging dat doorgedreven samenwerking beter is nodig, waar schaalvoordelen niet in een prijs uit te drukken zijn en dient in het achterhoofd gehouden te worden dat de financiering van de zones allicht een herziening zullen ondergaan.