• No results found

4. Procedures m.b.t vergunningen en erkenning

4.2. Termijnen

De wettelijke termijnen voor het afleveren van een brandweerverslag worden vaak evenmin in acht genomen. De (potentiële) beheerder of directeur van een woonzorgcentrum kan tegen het niet-respecteren van termijnen weinig doen.

Het college van burgemeester en schepenen moet binnen een vervaltermijn van 75 of 105 dagen over de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag beslissen (art. 4.7.18, § 1, 1° VCRO). Wordt binnen deze termijn geen beslissing genomen, wordt de aanvraag geacht afgewezen te zijn (art. 4.7.18, § 2 VCRO). Dit betekent eveneens dat niet-tijdig genomen beslissingen onwettig zijn, het college verliest

111 Art. 1 van de Bijlage 3: Middelhoge Gebouwen bij het KB 7 juli 1994 tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen, BS 26 april 1995.

112 BS 8 januari 2010.

113 Art. 1 en 1/1 B.Vl.Reg. 15 maart 1989 houdende de specifieke veiligheidsaspecten waaraan de serviceflatgebouwen, de woningcomplexen met dienstverlening en de woonzorgcentra moeten voldoen om te worden erkend, BS 23 maart 1989.

Zie eveneens art. 9 B.Vl.Reg. 24 juli 2009 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers, BS 17 december 2009 (ed. 1): een afwijking op de erkenningsvoorwaarden zoals het voldoen aan de brandveiligheidsreglementering kan worden toegestaan indien de veiligheid e.a. van de hulp- en dienstverlening voldoende zijn gegarandeerd.

114 B.Vl.Reg. van 5 juni 2009 tot oprichting van een technische commissie voor de brandveiligheid in de voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, BS 22 september 2009.

115 MB van de Vlaamse Minister Welzijn, Volksgezondheid en Gezin van 15 december 2009 tot benoeming van de leden van de technische commissie voor de brandveiligheid in de voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, BS 8 januari 2010, 648 (enkel in papieren versie BS): Danny Sagaert van Zorgnet Vlaanderen werd benoemd als vertegenwoordiger van de sector - art. 1, 5°, a).

116 Vraag om uitleg (i) van de heer Decaluwe tot mevrouw Inge Vervotte over de brandveiligheid van de rusthuizen in de Vlaamse Gemeenschap en (ii) van mevrouw Linda Vissers tot mevrouw Inge Vervotte brandveiligheidsvereisten in rusthuizen, Hand. Vl.Parl. 2006-07 – Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, 10 oktober 2006, nr. C3-WEL1, 5.

Volgens het activiteitenrapport 2009 van de FOD Binnenlandse Zaken is de nieuwe federale Commissie voor afwijking echter actiever: http://jaarverslag2009.ibz.be/default.aspx?PageId=874 (consultatie 18 januari 2011).

Een geïnterviewde meende dat het mogelijk is dat een wzc-beheerder zowel een vraag om afwijking bij de federale als bij de Vlaamse afwijkingscommissie zou moeten indienen.

20

bij afloop van de vervaltermijn haar beslissingsbevoegdheid.117 Uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissing moeten binnen een ordetermijn van tien dagen worden bezorgd (art. 4.7.19, § 1 VCRO).

Volgens de sector kunnen wzc-beheerders vaak lang op een brandweerinspectie, het brandweerverslag en het voor de erkenningsaanvraag nodige document van de burgemeester wachten.118 Dit konden we in het dossier van A1 zien. Indien er termijnen zijn voorgeschreven, worden zij vaak niet gerespecteerd.119 Consultatie, zeker in het geval van de erkenningsprocedure is uitdrukkelijk voorgeschreven. Door de wettelijk voorgeschreven consultatieplicht heeft het adviesorgaan, in casu de brandweer een rechtsplicht tot uitbrengen van advies.120

Het advies moet tijdig worden afgeleverd. Hetzij schrijft een norm de termijn voor hetzij ontbreekt dergelijke norm. In het tweede geval moet het advies omwille van het beginsel van behoorlijk bestuur binnen een redelijke termijn worden verstrekt.121

Vaak spreekt de overheid zich niet uit over de aard van een termijn. Is een termijn voorgeschreven zonder te bepalen welk soort termijn, gaat het omwille van de rechtszekerheid in eerste aanleg om een termijn van verval122 maar in beroep over een termijn van orde. De vervaltermijn en bij gebrek aan wettelijke voorgeschreven termijn een redelijke termijn hebben tot gevolg dat het bestuur haar bevoegdheid verliest om een beslissing te nemen. De overheid heeft er dus belang bij om tijdig een advies te ontvangen. Ze mag met een laattijdig advies rekening houden tenzij deze de beslissing te veel vertraagt.123

Indien de brandweer in het kader van haar taak van het opstellen van brandweerverslagen voor stedenbouwkundige vergunning en erkenning als wzc een administratieve overheid is en een EBR kan afleveren, kan de bestuurde beroep instellen. Vier maanden na aanmaning van de brandweer door een belanghebbende wordt de overheid geacht een stilzwijgend afwijzende beslissing te hebben genomen en de bestuurde kan ertegen beroep aantekenen (art. 14, § 3 RvS-wet). In het geval van de brandweer gaat dit soort beroep evenmin omdat het brandweerverslag een voorbereidende handeling is en geen EBR. Naast stilzwijgende EBRs zijn er stilzwijgende adviezen. Probleem is echter dat op grond van een juridische fictie het adviesorgaan wordt geacht een stilzwijgend gunstig of ongunstig advies te hebben uitgebracht. De zaak werd niet werkelijk onderzocht en er is evenmin een motivering voor het advies. Dit kan onzorgvuldige voorbereiding en schending van de formele

117 G. VAN HOORICK, Handboek ruimtelijk bestuursrecht, 2011, 239-240, nr. 340.

Voor de inwerkingtreding van de VCRO golden dezelfde termijnen: art. 113 DRO.

118 Hetzelfde beklaag doen mensen buiten de sector: Verslag namens de Commissie Versnelling Maatschappelijk Belangrijke Investeringsprojecten uitgebracht door mevrouw Michèle Hostekint en de heer Jan Penris, Gedachtewisselingen over de versnelling van maatschappelijk belangrijke investeringsprojecten, ingediend op 26 februari 2010, Parl.St. Vl.Parl. 2009-10, nr. 55/2, 126.

119 zie doelen voor het retributiereglement Brandweer Antwerpen.

120 S. DENYS, “Advisering in het bestuursrecht”, 2008, 88, nr. 118.

121 S. DENYS, “Advisering in het bestuursrecht”, 2008, 93, nr. 127.

122 I. OPDEBEEK, “De redelijketermijneis” in I.OPDEBEEK en M. VAN DAMME (eds.), Beginselen van behoorlijk bestuur in Administratieve rechtsbibliotheek. Algemene reeks, vol. 1, Brugge, die Keure, 2006, (397-426) 400, nr. 543.

123 S. DENYS, “Stilzwijgende adviezen in de milieuvergunningsprocedure” (noot onder RvS 23 april 2009, nr. 192.598, bvba NIFRA-Van Camp, TBP 2010, (424) 425, nr. 7.

21

motiveringsplicht met zich mee brengen.124 In het ergste geval zou niet-uitbrengen van het brandweeradvies dus tot onwettigheid van de vergunning of erkenning leiden. Maar het is te betwijfelen of ooit een erkenning wordt toegestaan zonder brandweerverslag en daardoor degelijk ingevuld B1-attest. In het geval van stedenbouwkundige vergunning zou het kunnen voorkomen maar de motivering en zorgvuldige voorbereiding komt dan vermoedelijk in het gedrang (zie ook cf.

redelijke termijn).

Een woonzorgcentrum moet een voorafgaande vergunning hebben om als wzc te worden erkend.

Deze moet de initiatiefnemer die het wzc uitbaat of wil uitbaten bij het Agentschap Zorg en Gezondheid aanvragen.125 Het agentschap moet zich binnen de dertig kalenderdagen na ontvangst van de aanvraag over de ontvankelijkheid van de aanvraag uitspreken.126 Het onderzoek over de ontvankelijke aanvraag gebeurt binnen negentig kalenderdagen127 maar er wordt geen termijn voor het afleveren of weigeren van de vergunning vermeld. Overgangsbepalingen i.v.m. onder andere bestaande wzc of reeds ingediende aanvragen zijn te vinden vanaf art. 11 van genoemd besluit. Deze voorafgaande vergunning heeft echter in principe niets met het brandweerverslag te maken maar kan achteraft wel worden ingetrokken indien de initiatiefnemer (wzc-uitbater) binnen de vijf jaar na de voorafgaande vergunning geen aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning heeft gekregen of ingediend.128 Bij de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning spelen uiteraard de brandveiligheidsnormen.

Voor de aanvraag voor erkenning als woonzorgcentrum moet de initiatiefnemer o.a. het bewijs opsturen dat de voorziening aan de toepasselijke brandveiligheidsreglementering voldoet.129 Het Vlaams Agentschap moeten binnen de 30 dagen melden indien de aanvraag ontvankelijk is, verstrijkt deze termijn dan wordt de aanvraag geacht ontvankelijk te zijn.130

Art. 4.7.16. VCRO § 1. De Vlaamse Regering wijst de instanties aan die over een vergunningsaanvraag advies verlenen. Deze adviezen hebben de gevolgen als omschreven in artikel 4.3.3 en artikel 4.3.4.

In voorkomend geval sorteren zij ook de gevolgen als bepaald in artikel 4.4.6, eerste lid, van deze codex of in artikel 11, § 4, vierde lid, van het decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van monumenten, stads- en dorpsgezichten. De adviezen worden uitgebracht binnen een vervaltermijn

124 S. DENYS, “Stilzwijgende adviezen in de milieuvergunningsprocedure” (noot, TBP 2010), 425, nr. 9.

125 vgl. art. 1 en 2 B.Vl.Reg. 5 juni 2009 tot vaststelling van de regels voor het verlenen van de voorafgaande vergunning voor sommige woonzorgvoorzieningen , BS 4 september 2009, ed. 2.

126 Art. 4, tweede lid B.Vl.Reg. 5 juni 2009 tot vaststelling van de regels voor het verlenen van de voorafgaande vergunning voor sommige woonzorgvoorzieningen , BS 4 september 2009, ed. 2.

127 Art. 5, § 1, eerste lid B.Vl.Reg. 5 juni 2009 tot vaststelling van de regels voor het verlenen van de voorafgaande vergunning voor sommige woonzorgvoorzieningen , BS 4 september 2009, ed. 2.

128 Art. 7, § 1, 2° B.Vl.Reg. 5 juni 2009 tot vaststelling van de regels voor het verlenen van de voorafgaande vergunning voor sommige woonzorgvoorzieningen , BS 4 september 2009, ed. 2.

Overeenkomstig art. 7, § 3 kan deze vervaltermijn tot maximum acht jaar worden verlengd.

129 Art. 4, § 1, 6° B.Vl.Reg. 5 juni 2009 betreffende de procedures voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers, BS 14 augustus 2009 (ed. 2).

130 Art. 5 B.Vl.Reg. 5 juni 2009 betreffende de procedures voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers, BS 14 augustus 2009 (ed. 2).

22

van dertig dagen, ingaand de dag na deze van de ontvangst van de adviesvraag. Indien deze termijn wordt overschreden, kan aan de adviesvereiste voorbij worden gegaan. Maar het brandweerverslag is geen dergelijk verplicht advies.

Volgens de brandweer Antwerpen behandelen ze elke aanvraag voor controle en verslag zo snel mogelijk. Volgens de architect werken de brandweerkorpsen snell(er) waar men voor hun dienst moet betalen. Zo moet men in Antwerpen sinds 2005 voor de opdrachten inzake brandpreventie betalen. Onder de doelstelling van het retributiereglement waren het respecteren van de wettelijke termijnen, een betere dienstverlening en het mogelijk maken van voorbesprekingen in de brandpreventiedossiers.131