• No results found

Tenuitvoerlegging van sancties in het gevangeniswezen

In document Criminaliteit en rechtshandhaving 2012 (pagina 154-160)

7.1 Intramurale sancties

7.1.1 Tenuitvoerlegging van sancties in het gevangeniswezen

De sector Gevangeniswezen van DJI is verantwoordelijk voor de ten-uitvoerlegging van onder andere gevangenisstraffen, hechtenissen en ISD-maatregelen.1 Deze sancties worden doorgaans opgelegd aan meer-derjarigen en worden over het algemeen uitgezeten in penitentiaire inrichtingen (PI’s). Ook de tenuitvoerlegging van de voorlopige hechte-nissen valt onder deze sector, hoewel dit strikt genomen geen sanctie is. Omdat het gevangeniswezen ook verantwoordelijk is voor de tenuitvoer-legging van de elektronische detentie2 en penitentiaire programma’s, komen deze onderdelen eveneens in deze paragraaf aan bod.

In het gevangeniswezen stromen drie categorieën personen in: voorlopig gehechten, zelfmelders en arrestanten. Voorlopig gehechten zijn verdach-ten van (ernstige) misdrijven die door de politie zijn gearresteerd en aan de officier van justitie (OvJ) zijn voorgeleid.3 De rechter-commissaris kan op vordering van de OvJ beslissen tot voorlopige hechtenis als het gaat om misdrijven met een strafdreiging van 4 jaar of meer of als er sprake is van vluchtgevaar, of gevaar voor de samenleving of de verdachte zelf.4 Zelf-melders zijn veroordeelden die een gevangenisstraf of hechtenis opgelegd 1 ISD staat voor inrichting voor stelselmatige daders (zie hoofdstuk 2).

2 De elektronische detentie is per medio 2010 stopgezet.

3 Personen die op het politiebureau zijn ingesloten (inverzekeringstelling) vallen niet onder de categorie voorlopig gehechten.

4 Voorlopig gehechten die instromen in het gevangeniswezen kunnen al vóór de zitting ontslagen worden uit voorlopige hechtenis. Ook kunnen zij veroordeeld worden tot een straf gelijk aan of korter dan het voorarrest, of uiteindelijk door de rechter niet schuldig worden verklaard. Bovendien is het mogelijk dat de rechter uiteindelijk een andere straf oplegt dan een gevangenisstraf. Dit deel van de voorlopig gehechten krijgt niet de status van veroordeelde bij DJI. Mede daarom zijn tenuitvoerleggingcijfers niet zonder meer aan straftoemetingcijfers te relateren.

hebben gekregen en in aanmerking komen voor de zelfmeldprocedure. Deze zelfmeldprocedure houdt in dat de veroordeelde wordt opgeroepen om zich te melden bij een PI om zijn straf te ondergaan. Arrestanten zijn personen tegen wie een (deels) te executeren vrijheidsstraf uitstaat en die niet in aanmerking komen voor de zelfmeldprocedure of personen die een vervangende hechtenis moeten ondergaan (Gevangeniswezen in getal, 2013).

De totale instroom5 in het gevangeniswezen daalde van 2005 tot en met 2010 van 44.600 naar 39.300. In 2011 steeg dit aantal licht, waarna er in 2012 weer een daling optrad tot 38.700. Het aantal voorlopig gehechten volgt een vergelijkbare trend: een dalende trend tussen 2005 en 2010 van 21.000 tot 17.700, een lichte toename in 2011, gevolgd door een daling in 2012 tot 17.000 voorlopig gehechten. Het totale aantal arrestanten dat instroomde tussen 2005 en 2012 schommelde rond de 20.000. Het totale aantal zelfmelders daalde van 3.700 in 2005 tot 1.100 zelfmelders in 2012 (zie figuur 7.1). De sterke daling in het aantal zelfmelders is deels het gevolg van een vermindering van het aantal opgelegde vrijheidsstraffen, maar ook van aanscherpingen van de regels met betrekking tot het zelf-meldbeleid zoals dit wordt uitgevoerd door het Centraal Justitieel Incas-sobureau (CJIB) in opdracht van het Openbaar Ministerie (OM). Hoewel het totale aantal zelfmelders sterk daalde, steeg het aantal zelfmelders in een PI met een beperkte beveiliging in 2010 en 2011. Deze stijging is deels het gevolg van de stopzetting van de elektronische detentie (ED) medio 2010. Het deel van de zelfmelders dat voorheen nog in aanmerking kwam voor ED heeft nu alleen nog maar de mogelijkheid zich te melden voor insluiting in een beperkt beveiligde inrichting (BBI). Een tweede reden voor de stijging is de tijdelijke vergroting van de capaciteit in de BBI’s in 2011 om achterstanden weg te werken. In 2012 is er sprake van een daling van het aantal zelfmelders in een BBI. Deze daling is het gevolg van de gedeel telijke afstoting van de BBI-capaciteit in de tweede helft van 2012, waardoor tijdelijk minder zelfmelders zijn opgeroepen (Gevangeniswezen in getal, 2013).

Figuur 7.1 Instroom in het gevangeniswezen naar categorie 0 5.000 10.000 15.000 20.000 25.000 30.000 35.000 40.000 45.000 50.000 Totaal Arrestanten

Voorlopig gehechten Zelfmelder ED* Zelfmelder BBI

2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012

* De elektronische detentie is per medio 2010 gestopt. Voor de corresponderende cijfers zie tabel 7.1 in bijlage 4. Bron: DJI

Wordt de groep arrestanten nader bekeken, dan valt op te merken dat het aantal arrestanten dat instroomde in een PI vanwege een niet-betaalde boete van 2005 tot 2007 steeg van 6.600 naar 8.900, vervolgens daalde tot 7.900 in 2010, waarna weer een stijging volgde tot 9.400 arrestanten in 2012. Het aantal arrestanten dat instroomde in een PI als gevolg van een taakstraf die (deels) was mislukt, steeg tot en met 2008; vanaf 2009 daalde dit aantal naar 4.000 arrestanten in 2012. Het aantal arrestanten dat instroomde vanwege een gevangenisstraf of hechtenis had juist een tegenovergestelde trend: eerst daalde dit aantal van 8.300 tot 5.500 arrestanten in 2009, daarna steeg dit aantal tot 6.300 arrestanten in 2012 (zie figuur 7.2).

Figuur 7.2 Instroom arrestanten naar aard 0 1.000 2.000 3.000 4.000 5.000 6.000 7.000 8.000 9.000 10.000 Gevangenisstraf* Vervangende hechtenis taakstraf

Vervangende hechtenis geldboete** Overig***

2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012

* Incl. hechtenis.

** Incl. niet-betaalde verkeersboetes (gijzelingen Wet Mulder), niet-betaalde schadevergoedings-maatregelen (Wet Terwee) en ontnemingsmaatregel (‘Pluk ze’).

*** Incl. tbs-passanten, jeugddetentie, bewaring uitlevering, bewaring in het kader van de WOTS, ISD- maatregelen, overig en onbekend.

Voor de corresponderende cijfers zie tabel 7.2 in bijlage 4. Bron: DJI

Op 30 september 2012 telde het gevangeniswezen 11.200 gedetineerden. In 2005 ging het nog om 15.200 personen. Twee derde van de gedeti-neerden was in 2012 tussen de 20 en 40 jaar oud en 5% was vrouw. Deze percentages zijn de afgelopen jaren nagenoeg stabiel gebleven (zie tabel 7.3 in bijlage 4).

Wanneer in meer detail wordt gekeken naar de populatie in het gevan-geniswezen, blijkt dat het aantal voorlopig gehechten licht in omvang is afgenomen, van 6.200 in 2005 tot 5.500 in 2012.6 Daarmee is dit nog wel de grootste categorie in het gevangeniswezen de laatste paar jaar. Ook het aantal personen met een gevangenisstraf daalde. Ging het in 2005 nog om 6.900 personen met een gevangenisstraf, in 2012 is dit aantal gedaald tot

6 Een derde deel van de gedetineerden in voorlopige hechtenis in 2012 is al wel door de rechtbank veroordeeld in eerste aanleg, maar het vonnis is nog niet onherroepelijk, omdat de beroepstermijn nog niet is verstreken of omdat er een hoger beroep loopt (Gevangeniswezen in getal, 2013).

4.000 personen. Het aantal gedetineerden met een vervangende hechte-nis als gevolg van een mislukte taakstraf vertoonde van 2005 tot 2012 een dalende trend: er waren 600 gedetineerden met een vervangende hechte-nis in 2005; in 2012 is dit aantal gedaald tot 300. Het aantal gedetineerden vanwege het niet betalen van een geldsom schommelde tussen 2005 en 2009 rond de 500; tussen 2009 en 2012 schommelde dit aantal rond de 600 gedetineerden (zie figuur 7.3).

Figuur 7.3 Populatie gevangeniswezen naar verblijfstitel*

Gevangenisstraf/hechtenis Voorlopige hechtenis Vervangende hechtenis

taakstraf Vervangende hechtenis geldboete**

Overig/onbekend*** ISD-maatregel 0 1.000 2.000 3.000 4.000 5.000 6.000 7.000 8.000 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 * Peilmoment 30 september.

** Incl. gijzelingen, niet-betaalde verkeersboetes (gijzeling Wet Mulder), niet-betaalde schade-vergoedingsmaatregelen (Wet Terwee) en ontnemingsmaatregel (‘Pluk ze’).

*** Incl. tbs-passanten, plaatsing in een psychiatrische inrichting, bewaring uitlevering, bewaring in het kader van de WOTS, overig en onbekend.

Voor de corresponderende cijfers zie tabel 7.3 in bijlage 4. Bron: DJI

Tussen 2007 en 2012 schommelde het aantal gedetineerden met een geweldsmisdrijf (zonder seksuele component) rond de 2.800. In 2006 was dit aantal met 3.200 iets hoger en in 2008 met 2.600 iets lager. Het aantal gedetineerden dat vastzit vanwege een vermogensmisdrijf zonder geweld daalde tussen 2006 en 2012 van 2.600 tot 2.000 gedetineerden, terwijl het aantal gedetineerden dat vastzit vanwege een vermogensmisdrijf mét geweld tussen 2006 en 2008 eerst daalde en vervolgens vanaf 2009 steeg

van 1.700 naar 2.000 gedetineerden in 2012. Ten opzichte van 2011 is er in 2012 wel sprake van een kleine daling. Het aantal gedetineerden dat vastzit voor een vernieling en openbare orde misdrijf daalde gedurende de hele periode tussen 2005 en 2011 van 700 naar 400 gedetineerden. In 2012 is er ten opzichte van 2011 sprake van een lichte stijging. Het aantal gede-tineerden met een seksueel misdrijf is de laatste paar jaar rond de 400 blij-ven steken. In 2006 en 2007 ging het nog om 600 gedetineerden. Ook het aantal gedetineerden vanwege een drugsmisdrijf daalde van 2.600 in 2005 tot 1.700 in 2012. Het aantal gedetineerden met een verkeersmisdrijf7 schommelde tussen 2006 en 2012 rond de 300 (zie figuur 7.4).

Figuur 7.4 Populatie gevangeniswezen naar soort misdrijf*

500 1.000 1.500 2.000 2.500 3.000 3.500 Geweldsmisdrijven (excl. seksuele misdrijven)

Vermogensmisdrijven zonder geweld Vermogensmisdrijven

met geweld

Vernielingen en misdrijven tegen openbare orde en gezag Seksuele misdrijven Drugsmisdrijven

Verkeersmisdrijven** 0

2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012

* Peilmoment 30 september. Het jaar 2005 ontbreekt omdat in dit jaar veel delictcodes onbekend waren.

** Deze categorie omvat naast de verkeersmisdrijven ook overtredingen inzake de Wet Mulder. Voor de corresponderende cijfers zie tabel 7.3 in bijlage 4.

Bron: DJI

Het aantal gedetineerden dat in een PI zit met een strafduur8 korter dan een jaar daalde van 2005 tot 2012 van 3.800 tot 2.000 gedetineerden. Ook het aantal gedetineerden met een strafduur van 1 tot 2 jaar daalde in deze periode. Zo ging het in 2005 nog om 1.000 gedetineerden; in 2012 is dit gedaald tot 600. Ten opzichte van 2011 is er in 2012 wel sprake van een lichte stijging. Het aantal gedetineerden met een strafduur tussen 2 en 4 jaar daalde eveneens van 2005 tot 2012, namelijk van 1.600 naar 1.100 gedetineerden. Het aantal gedetineerden met een strafduur van 4 tot 12 jaar daalde tussen 2005 en 2012 van 1.600 tot 900. Ten opzichte van 2011 is het aantal gedetineerden in 2012 wel iets gestegen. Het aantal gedeti-neerden met een strafduur langer dan 12 jaar schommelde tussen 2005 en 2012 rond de 300 (zie tabel 7.3 in bijlage 4).

Het aantal gedetineerden dat uitstroomde uit een PI steeg eerst van 2005 tot 2006 van 46.000 tot 46.300, daarna zette een daling in tot 39.600 gede-tineerden in 2012. Het merendeel van de personen die uitstromen uit een PI heeft een relatief korte detentie achter de rug. Zo stroomden in 2012 28.200 personen met een detentieduur korter dan 3 maanden uit een PI (zie tabel 7.4 in bijlage 4).

Het totale aantal gedetineerden dat zich heeft onttrokken aan detentie is van 2005 tot 2012 teruggelopen van 1.000 naar 450. Het gaat hierbij voornamelijk om het niet terugkeren van verlof. Doorgaans worden gede-tineerden weer aangehouden nadat zij zich hebben onttrokken aan hun detentie. Het aantal aanhoudingen vertoonde een dalende trend tussen 2005 en 2012 van 900 tot 500 aanhoudingen. Behalve dat het voorkomt dat veroordeelden zich aan detentie onttrekken, komt het ook voor dat een veroordeelde zich van het leven berooft. Tussen 2005 en 2012 schommelde het aantal suïcides tussen de 10 en 20 (zie tabel 7.5 in bijlage 4).

In document Criminaliteit en rechtshandhaving 2012 (pagina 154-160)