• No results found

Met jouw medische achtergrond kun je onder andere:

6. Meerderjarige wilsonbekwame patiënt

10.3 t/m 10.4 Tuchtrecht en civielrecht Tuchtrecht

Sinds 1997 is het in de wet-BIG geregelde tuchtrecht in werking getreden. Bij het ontbreken van het tuchtrecht zouden vele onvolkomenheden in de beroepsuitoefening niet meer worden getoetst en zou in ernstigere gevallen beroep moeten worden gedaan op het strafrecht. In het tuchtrechtbesluit BIG staat waar de tuchtcolleges gevestigd zijn, wat het ambtsgebied is, welke gegevens het klaagschrift moet bevatten en op welke wijze deskundigen, getuigen en betrokkenen worde verhoord.

Het doel van tuchtrecht is openbaar belang van goede beroepsuitoefening en kwaliteitsbewaking.

Alle beroepsuitoefenaars die geregistreerd zijn in een ingesteld register vallen onder het tuchtrecht. Aan de hand van een aantal criteria is het aantal beroepen dat onder het BIG-tuchtrecht valt uitgebreid. Tuchtrechtspraak ziet alleen op individuele personen, niet op instellingen/ maatschappen of teams. Wel kunnen de individuele personen verantwoordelijk worden gesteld voor de organisatie van zorg binnen hun maatschap.

Het verlenen van individuele gezondheidszorg of het optreden als beroepsuitoefenaar kan tuchtrechterlijk worden getoetst. Wanneer er een relatie in privésfeer ontstaat, moet de arts afstand doen van medisch handelen bij die patiënt, pas dan valt hij niet meer onder het tuchtrecht.

Tuchtnormen

De eerste tuchtnorm gaat over zorgverleners die niet zorgvuldig genoeg zijn geweest ten opzichte van de patiënt of diens naasten (tekort in informeren, schenden

geheimhoudingsplicht enz.).

De tweede tuchtnorm gaat over gedragingen die niet tot de eerste norm behoren maar in strijd zijn met het algemeen belang aangaande de goede uitoefening van de

individuele gezondheidszorg. De norm geldt alleen als een beroepsbeoefenaar zich slecht gedraagt terwijl hij ook daadwerkelijk op dat moment werkzaam is, bijvoorbeeld als arts. Ook moet deze beroepsbeoefenaar op dat moment bezig zijn met directe zorg, dus niet bijvoorbeeld als getuigendeskundige optreden.

ll De positie van directeur patiëntenzorg

De directeur is geregistreerd in het BIG-register en valt dus onder het tuchtrecht. Hij kan volgens de wet verantwoordelijk worden gesteld voor de organisatie van de zorg en eigen verantwoordelijkheid. Er moet wel sprake zijn van een effect op de individuele gezondheidszorg en van handelen in de hoedanigheid van geregistreerde. Bestuurders van gezondheidsinstellingen worden soms niet berecht volgens het tuchtrecht, omdat het niet gaat om individuele zorg en niet binnen de tuchtnormen valt. Wanneer er tekortkomingen zijn in het bestuur en organisatie kan op basis van de Kwaliteitswet zorginstellingen worden opgetreden.

Maatregelen

Als een klacht gegrond is moet er een maatregel opgelegd worden. Er zijn

verschillende maatregelen: waarschuwing, berisping, geldboete van maximaal €4500, schorsing van de inschrijving in het register voor maximaal een jaar, gedeeltelijke ontzegging van de bevoegdheid het beroep waar je voor ingeschreven staat uit te oefenen of doorhaling van de inschrijving in het register.

De eerste twee maatregelen kunnen alleen worden opgelegd als er geen ernstige fouten zijn gemaakt. Er wordt altijd maar één maatregel toegepast maar boete en schorsing kunnen als één maatregel gegeven worden. Met de gedeeltelijke ontzegging kan de beroepsbeoefenaar beperkt worden op gebieden waar dat het meest nodig is.

Een schorsing kan ook voorwaardelijk worden opgelegd. Dit wordt dan niet uitgevoerd als de ten laste gezegde zich voor een bepaalde termijn aan de voorwaarden houdt.

Wanneer een beroepsbeoefenaar al is doorgehaald en tuchtrechterlijk wordt vervolgd voor een zaak die zich voor de doorhaling heeft voorgedaan kan hem ook het recht om opnieuw in het register worden opgenomen worden ontnomen.

Een opschortende maatregel wordt pas ten uitvoer gebracht als de beroepstermijn is verstreken (het is dan onherroepelijk) of als het Centraal Tuchtcollege een beroep uitspraak heeft gedaan.

De zwaarste maatregelen kunnen onmiddellijk na het opleggen ervan in gaan. Dit geldt voorgedeeltelijke ontzegging, doorhaling in het register en de ontzegging van het recht op herinschrijving. Dit kan alleen als het belang van de individuele

gezondheidszorg in het geding is.

Aantekening in BIG-register

Alleen maatregelen die van invloed zijn op de beroepsuitoefening worden aangetekend in het register. Dit zijn schorsing, voorwaarden en ontzegging. Deze maatregelen worden ook doorgegeven aan de betrokken zorginstelling, gepubliceerd in de

Staatscourant en doorgegeven aan andere lidstaten van de Europese Gemeenschap.

Herziening van de uitspraak kan plaatsvinden bij wijziging in de beroepsethiek of als de betrokkene zijn gedrag zo verandert dat het niet meer waarschijnlijk is dat hij nog een keer de fout in zal gaan. Dit kan alleen gedaan worden als er geen gewoon

rechtsmiddel meer kan worden benut.

Niet twee maal voor dezelfde zaak

Er kan niet door twee verschillende klagers voor dezelfde klacht een tuchtzaak behandeld worden. Een ander kan alleen een klacht indienen als de eerste klager ontvankelijk is verklaard (wanneer hij niet bevoegd was om de klacht in te dienen en de klacht dus is afgewezen). Ook mag een ander een civiele of strafrechtelijke procedure starten.

De procedure

De procedure begint met het indienen van een schriftelijke klacht bij een regionaal tuchtcollege. Een regionaal tuchtcollege bestaat uit een voorzitter die jurist moet zijn, een andere jurist en 3 beroepsgenoten van de betrokkene. Ze worden bijgestaan door

mm een secretaris die geen lid is van het college.

Klachtgerechtigden worden onderverdeeld in vier categorieën. Dit zijn rechtstreeks belanghebbend, opdrachtgever, ingeschreven/werkzaam en inspectie.

Rechtstreeks belanghebbenden zijn de patiënt, nabestaanden van overleden patiënt of naaste betrekkingen van de patiënt (als patiënt minderjarig/ wilsonbekwaam is of instemt met de klacht). Ook patiëntenverenigingen of beroepsorganisaties kunnen als rechtstreeks belanghebbenden worden aangemerkt. Soms kan een collega ook als een directe belanghebbende beschouwd worden.

De opdrachtgever heeft een werkrelatie met de beklaagde.

Ingeschreven of werkzaam gaat over ziekenfondsen en ziekenhuizen waarbij de betrokkene werkzaam is of ingeschreven staat.

De inspectie voor volksgezondheid kan ook een klacht indienen.

Toezending van klaagschrift aan beklaagde

Als de klacht bij het college is binnengekomen wordt de beklaagde op de hoogte gesteld zodat hij zich op de procedure kan voorbereiden en een verweerschrift kan schrijven. De klager en beklaagde kunnen zich laten vertegenwoordigen door een gemachtigde en laten bijstaan door een raadsman. Een raadsman kan een advocaat zijn, die is in ieder geval toegestaan, of een ander persoon die eventueel door de voorzitter van het tuchtcollege geweigerd kan worden.

Het vooronderzoek

Na indiening van de klacht volgt het vooronderzoek. De klager en beklaagde moeten tijdens het vooronderzoek worden gehoord. Het vooronderzoek wordt afgerond door het nemen van een eindbeslissing of door te verwijzen naar de terechtzitting. Een eindbeslissingkan gegeven worden als (1) het klaagschrift niet aan de gestelde eisen voldoet (2) de klacht is ingediend door een niet-klachtgerechtigde of (3)als de klacht kennelijk ongegrond is of van onbeduidende aard.

Omvang van het onderzoek

Het onderzoek kan zich richten op meer dan alleen de in de klacht vermelde feiten en omstandigheden. Hierover zal niet geoordeeld worden, maar het kan wel worden meegewogen in het oordeel over de klacht.

Verjaring

10 jaar nadat (nalaten van) handelen is geschied is de zaak verjaard. Er kan dan geen klacht meer over worden ingediend.

Intrekken van de klacht

Als een klacht wordt ingetrokken stopt de procedure tenzij de beklaagde wil dat de procedure voortzet, of als voortzetting vereist is in het algemeen belang, of als het onderzoek dan al is afgerond.

Overlijden van de beklaagde

Als de beklaagde overlijdt wordt de procedure beëindigd. Als de klager overlijdt gebeurd dit niet.

Spoedbehandeling

De inspectie kan altijd verzoeken een zaak in spoedbehandeling te nemen.

Het onderzoek ter terechtzitting

De beklaagde en klager mogen bij de rechtszitting aanwezig te zijn, maar het is niet verplicht. De aanwezigheid van een beklaagde kan soms in zijn voordeel werken en ook zijn houding is van belang. Het college, de klager en de beklaagde kunnen deskundigen oproepen (met verschijninsplicht) of uitnodigen. Als het college iemand oproept (bijvoorbeeld op verzoek van de beklaagde) betaalt de overheid hiervoor. Als

nn de beklaagde zelf iemand oproept moet hij hier zelf voor betalen.

Terechtzitting

Tegenwoordig is de terechtzitting in de eerste plaats openbaar. Dit is om het vertrouwen in het tuchtrecht te bevorderen en omdat openbare behandeling van

tuchtrechtelijke zaken verplicht is. . Soms kan de rechtbank een uitzondering maken en dan vindt de rechtszaak achter gesloten deuren plaats. Dit gebeurt vaak omwille van privacy van de patiënt omdat er medische gegevens openbaar zullen worden, of als de inspectie een aanklacht heeft ingediend. Ook als de beklaagde zich op het

beroepsgeheim kan beroepen kan terechtstelling beter achter gesloten deuren plaatsvinden.

Geheimhouding

Van de klager wordt verwacht dat hij de geheimhoudingsplicht opheft. Ook mag een beklaagde met deskundigen en collega’s overleggen over het proces en hierbij de geheimhoudingsplicht doorbreken.

Uitspraak

De uitspraak wordt binnen twee maanden openbaar gemaakt als de terechtstelling openbaar heeft plaatsgevonden, als er een maatregel is opgelegd of als het college hier een openbaar belang aan ontleent. In alle andere gevallen vindt de uitspraak niet openbaar plaats, dit is eigenlijk in strijd met de wet die zegt dat alle uitspraken

openbaar moeten zijn.

Het beroep

Binnen zes weken na de eindbeslissing bij het regionale tuchtcollege kan een schriftelijk beroep worden ingesteld bij het Centraal Tucht College (CTG) dat in hoogste instantie over de zaak beslist. De beklaagde, regionale inspecteur en hoofdinspecteur kunnen altijd in hoger beroep gaan. De klager kan alleen in beroep gaan als zijn zaak (gedeeltelijk) is afgewezen of als hij ontvankelijk is verklaard.

Een vooronderzoek is in hoger beroep niet verplicht. De ongegronde klachten moeten niet buiten een zitting om afgehandeld kunnen worden. Het CTG kan de klacht in volle omgang toetsen en ook niet aangedragen klachten in behandeling nemen. Een

beslissing in nadeel van de beklaagde die ook in beroep is gegaan kan alleen gedaan worden bij eenparigheid van stemmen. Het college kan beslissing in geanonimiseerde vorm publiceren.

Maatregelen wegens ongeschiktheid

De inspectie doet een voordracht voor dergelijke regeling. Het tuchtcollege heeft hier niet mee te maken omdat het vaak om ongeschiktheid van beroepsuitoefening gaat door ziekte of verslaving.

Het tuchtrecht geëvalueerd

Sinds de invoering van het nieuwe tuchtrecht werd er kritiek uitgeoefend op

verschillende onderdelen ervan zoals: op openbaarheid van zittingen, samenstelling van tuchtcolleges en het verplichte vooronderzoek. De vernieuwingen op de ouder tuchtrecht hebben positief uitgewerkt. Er zijn ook aanbevelingen zoals: betere informatievoorziening voor burgers over het tuchtrecht, verduidelijking reikwijdte tweede tuchtnorm, aanpassing op regeling vooronderzoek en uitbreiding aantal leden beroepsgenoten in het college.

Civielrechtelijke aansprakelijkheid

De klager vraagt in een civiele zaak meestal om een schadevergoeding of om het alsnog nakomen van een verplichting. Een geschil leidt niet altijd tot een procedure, want vaak wordt geprobeerd een oplossing (vaak een schikking) voor beide partijen te

oo vinden om hoge kosten voor een procedure te voorkomen.

Er is ook een mogelijkheid om kleine schadeclaims (tot 5000 euro) voor te leggen aan Geschillencommissie Zorginstellingen. Dit geldt alleen voor instellingen die hierbij aangesloten zijn. Als alleen de patiënt hiervoor kiest (eenzijdige procedure) moet de instelling meewerken.

Er is een verschil tussen erkennen van fouten en erkennen van aansprakelijkheid. Als de hulpverlener te snel of teveel aansprakelijkheid erkend brengt hij zijn

aansprakelijkheidsverzekeraar in problemen. Om dit te voorkomen kun je het best goede en complete informatie over evidente fouten geven, maar niks zeggen over eventuele aansprakelijkheid of schadevergoeding.

Gronden voor aansprakelijkheid

Aansprakelijkheid kan worden gesteld bij een toerekenbare tekortkoming of wanprestatie. Dit houdt in dat de beklaagde zijn verplichtingen niet (goed) is nagekomen. Het gaat dan om een contractuele aansprakelijkheid.

Een andere grondslag is die van een onrechtmatige daad. Degene die een ander door een onrechtmatige daad schade berokkent, is verplicht de schade te vergoeden.

Contractuele aansprakelijkheid

De contractuele aansprakelijkheid wordt geregeld met de WGBO. Hierin worden een opdrachtgever en een hulpverlener genoemd. De opdrachtgever is de patiënt of zijn vertegenwoordiging. De hulpverlener is de beroepsbeoefenaar of de zorginstelling.

Wet van centrale aansprakelijkheid

Omdat aansprakelijkheidsconstructies in een instelling vaak lastig zijn, kan een patiënt in ieder geval een ziekenhuis aansprakelijk stellen voor een tekortkoming in een behandelingsovereenkomst. Als de behandelaar zelfstandig werkt kan het ziekenhuis niet worden gevorderd bij tekortkoming in primaire verplichtingen (bijvoorbeeld recht op informatie). Daarvoor moet een patiënt zich richten tot degene met wie hij de

behandelingsovereenkomst is aangegaan. Je mag niet met een patiënt afspreken dat je verminderd of niet aansprakelijk bent.

Inspanningsverbintenissen en resultaatsverbintenissen Verplichtingen die in de zorgverlening worden aangegaan zijn

inspanningsverbintenissen. De hulpverlener moet zich voldoende inspannen om een bepaald resultaat te halen zonder dat hij verplicht is dit resultaat te halen.

Bij een resultaatverbintenis wordt het resultaat wel gegarandeerd. In de zorg gaat het meestal om een inspanningsverbintenis maar bepaalde dingen vallen onder de resultaatsverbintenis zoals: juiste positie tijdens een operatie, het niet achterlaten van materiaal bij een OK en het behandelen van het juiste lichaamsdeel.

Aansprakelijkheid kan niet worden beperkt of uitgesloten.

Voorwaarden voor aansprakelijkheid 1. Er is een medische fout gemaakt

Bij contractuele aansprakelijkheid gaat het om een tekortkoming in de uitvoering van die overeenkomst. Bij een niet-contractuele aansprakelijkheid gaat het om een onrechtmatige daad. Om een beeld te krijgen van de algemene standaard voor professionele beroepsuitoefening zal worden gekeken naar gedragsregels voor die beroepsuitoefenaars, protocollen, toegepaste richtlijnen en codes. Afwijking hiervan moet door de hulpverlener goed worden beargumenteerd.

Als er naast de civielrechtelijke procedure ook een tuchtzaak is betreffende de klacht dan moet het oordeel van de civielrechter voldoende begrijpelijk zijn vergeleken met de beoordeling van de tuchtrechter.

Bij medische fouten zitten ook fouten van anderen die bij de invoering van de overeenkomst zijn ingeschakeld (zoals een doktersassistent). Ook kan

pp aansprakelijkheid bestaan voor gebruik van gebrekkige middelen (als de producent niet

aansprakelijk kan worden gesteld bij verkeerd gebruik van de apparatuur).

2. Er is schade geleden

Er wordt onderscheid gemaakt tussen materiële schade/vermogensschade en

immateriële schade/smartengeld. Bij smartengeld is het veel moeilijker om de hoogte ervan te bepalen. Smartengeld kan toegekend worden bij lichamelijk letsel of bij aantasting van de persoon (op meer geestelijk niveau). Affectieschade (overlijden van iemand) komt nog niet in aanmerking voor schadevergoeding. Zogenaamde

shockschade (het zien van een ongeval) komt zeer zelden in aanmerking voor een schadevergoeding.

3. Er is een causaal verband tussen de gemaakte fout en de geleden schade.

Normaal gesproken komt schade die in ver verband staat met de fout komt in aanmerking voor schadevergoeding. Maar bij medische fouten wordt er breder gekeken. Zo moet onverwachte schade, die ten gevolge van de medische fout

optreedt, worden vergoed. Ook bij overtreding van een veiligheidsnorm vindt een ruime toerekening plaats. Bijvoorbeeld als een patiënt schade opliep doordat er geen

bedhekken geplaatst waren in zijn bed bij het uitslapen in de verkoeverkamer (dit is namelijk wel een vereiste).

Bewijs

Degene die stelt moet met bewijs komen. De patiënt moet dus bij een medische fout bewijzen dat de arts in het beginsel een medische fout heeft gemaakt. Soms kan van de regel van bewijsrecht afgeweken worden en moet de bewijslast anders verdeeld worden.

De hulpverlener heeft een verzwaarde stelplicht. Dit houdt in dat de hulpverlener voldoende feitelijke gegevens moet verstrekken over waarom hij het niet eens is met de patiënt. Het verweer moet goed gemotiveerd zijn om de aanklager van

aanknooppunten voor bewijslastlevering te voorzien.

De hulpverlener moet het dossier goed bijhouden. Als hij dit niet doet heeft dat consequenties voor de bewijslastverdeling. Vaak betekent het niet houden aan de dossierplicht dat de hulpverlener moet voldoen aan de bewijslast.

Bewijslast bij causaal verband

Als er een causaal verband is wordt de bewijslast omgekeerd. Dit geldt bijvoorbeeld bij overtreden van een veiligheidsnorm of bij het nemen van onnodig risico.

Als in een situatie niet helemaal duidelijk is of de schade het gevolg is van een gemaakte fout wordt gebruik gemaakt van de gemiste kans theorie. Hierbij wordt de kans (een percentage) berekend dat er geen schade zou zijn als de fout niet gemaakt was. Dat percentage van de schade moet dan worden vergoed.

Geheimhouding

De aangeklaagde mag informatie met betrekking tot de zaak aan de rechter

verstrekken omdat achterhouden van informatie ten nadele van hem zou kunnen zijn.

Daarnaast zou je kunnen zeggen dat de patiënt door de arts aan te klagen impliciet toestemming geeft tot breken van beroepsgeheim. Als een arts om aan vullende informatie wordt gevraagd voor een aansprakelijkheidsprocedure waarvan hij zelf niet partij is, moet hij eerst toestemming aan de patiënt vragen voordat informatie verstrekt mag worden.

qq Student-managers (vanaf 10 uur per week)

Als student-manager ben je in één van de JoHo support centers samen met één of twee collega's verantwoordelijk voor het gehele traject rondom het uitgeven van samenvattingen. Een zeer veelzijdige functie waarbij je in 1,5 jaar met alle aspecten van de bedrijfsvoering te maken krijgt.

Profiel:

• Enthousiaste student, binnen de relevante studies

• Zelfstandig en in teamverband kunnen werken

• Geen moeite hebben met zo nu en dan leiding geven en aansturen

• Organisatorische vaardigheden

• Commercieel inzicht

Student-auteurs

Voor het maken van de boekuittreksels en samenvattingen, maken wij gebruik van ervaren auteurs, voornamelijk Masterstudenten en/of (pas-)afgestudeerden. De hulp van studenten die het vak volgen is echter hard nodig om ons aanbod perfect te laten aansluiten op de wensen van de student!

Dus:

1. Heb jij aanleg om netjes en overzichtelijk te schrijven en wil je deze vaardigheden verder ontwikkelen?

Vind je deadlines geen probleem en vind je het prettig om in je eigen tempo daar naartoe te werken?

Word dan student-auteur! Als student-auteur help je JoHo met het verbeteren van de samenvattingen, door bijvoorbeeld bestaande samenvattingen te controleren op inhoud en spelling, het schrijven van aanvullende teksten en het maken van collegeaantekeningen.

2. Naast de verdiensten voor de gemaakte opdracht verbeter je ook je schrijfvaardigheden en krijg je gratis hulpgidsen om effectiever te studeren en beter je tentamens voor te bereiden.

Studie-coördinatoren (4 tot 8 uur per maand)

• Sta jij graag veel in contact met je medestudenten en ben jij van alles op de hoogte rondom je studie?

Zoek je een bijbaan voor maar enkele uren in de maand, die perfect aansluit bij je werkzaamheden voor je studie? Word dan studie-coördinator! Als studie-coördinator help je JoHo met het verzamelen van alle relevante info voor jouw studie en zorg je ervoor dat je medestudenten weten wanneer de samenvattingen beschikbaar zijn. Tevens help je JoHo met het vinden van nieuwe auteurs en je medestudenten met een passende bijbaan.

• Naast de vaste verdiensten per maand, maak je gratis gebruik van een groot deel van de samenvattingen voor jouw studie

Interesse in een van bovenstaande functies? Stuur je motivatiebrief en CV naar: personeelszaken@joho.nl t.a.v de procescoördinator P&O (je hoeft de mail niet persoonlijk aan iemand te richten) Heb je nog vragen dan kan je iedere dinsdag tussen 12.00 en 17.00 uur via 088-3214567 contact opnemen met de Procescoördinator P&O.

rr