• No results found

4 Synthese, waardering en advies

4.1 Synthese

Tijdens het proefsleuvenonderzoek van BAAC bv op 27 en 28 oktober 2014 zijn verschillende delen van muren aangetroffen van het Liefdehuis van de Zusters van Liefde, een congregatie uit Tilburg. In 1841 is de afdeling in Asten gesticht en sindsdien is er veel nieuwbouw gerealiseerd en zijn verbouwingen uitgevoerd binnen de bestaande bebouwing in het plangebied. Er is binnen de aangetroffen vindplaats enkel een onderscheid te maken tussen de muurresten van het klooster uit 1884 in het westen, de kapel uit 1879 in het noorden en de uitbreiding uit 1883 die later als ‘oudemannenhuis’ getypeerd is in het oosten van het onderzoeksgebied.

De muurresten die zijn aangetroffen in werkputten 4 en 5 komen overeen met het oudemannenhuis. In werkput 5 is ook een goot aangetroffen die op de plaats ligt van de kapel uit 1879 en waarschijnlijk voor afwatering diende. De gebruikte plavuizen in de goot zijn dezelfde als de plavuizen uit de 19e eeuw in de kelder van werkput 2.

In werkput 2 is een kelder gevonden die tot de uitbreiding van het oorspronkelijke woonhuis en de kapel in 1852 behoort kan hebben of tot de nieuwbouw uit 1884, waarbij dit deel van het gebouw in gebruik was als klooster en later als bejaardenhuis (1941).

De verwachting voor het plangebied was om tijdens het proefsleuvenonderzoek archeologische resten uit de periode 1000 tot 1500 na Chr. aan te treffen die verband houden met de historische kern en de voormalige laatmiddeleeuwse kerk op het Koningsplein. Tijdens het onderzoek zijn echter geen oudere sporen aangetroffen dan de bakstenen poer van IJsselstenen die dateert van de 16e tot de 19e eeuw. De reden van afwezigheid in het plangebied van oudere sporen heeft te maken met de zware verstoringen van de bodem door bouwwerkzaamheden in de periode van de 19e tot 21e eeuw. De top van de natuurlijke bodem, de C-horizont, is op veel plaatsen afgetopt, waardoor eventuele archeologische sporen verdwenen zijn. Een andere mogelijkheid is uiteraard dat er nooit oudere sporen in het plangebied aanwezig zijn geweest.

Inventariserend veldonderzoek 32

4.2 Waardering

Er is bij het proefsleuvenonderzoek in Asten in plangebied Bartholomeus één vindplaats aangetroffen die bestaat uit de muurresten van de gebouwen van het klooster en Liefdehuis van de zusters van Liefde. In de onderstaande tabel wordt de vindplaats gewaardeerd volgens de criteria zoals die zijn geformuleerd in de KNA 3.3.

Asten Bartholomeus. Archeologische waarderingstabel volgens KNA Vindplaats 1: resten van het verpleeghuis/klooster Liefdehuis

Waarden Criteria Scores

De vindplaats is gewaardeerd met een totaal aantal van 5 punten. De beleving is hier niet van toepassing, omdat de vindplaats al opgegraven is en er geen resten boven maaiveld bewaard zijn gebleven.

De fysieke kwaliteit van de sporen is laag tot middelhoog. De gaafheid scoort laag, omdat alleen de onderste baksteenlagen van de muren zijn bewaard.

Daarnaast ontbreken delen van de muur door de sloop. De conservering van de bestaande muurresten is middelhoog, omdat de bakstenen en de mortellagen goed zichtbaar en intact zijn.

De inhoudelijke kwaliteit is laag, omdat er geen nieuwe inzichten zijn verkregen in de geschiedenis van het Liefdehuis van Asten. Aan de hand van historische plattegronden kunnen de muren tot een gebouw herleid worden en de aangetroffen muurresten geven geen aanleiding tot een andere reconstructie.

De nieuwe informatiewaarde is daardoor erg laag. Daarnaast zijn dit soort gebouwen (bakstenen kloosterbouw) op meer plaatsen in Brabant bekend en hebben de recent gesloopte delen geen unieke bouwwijze gekend en daarom zijn ze niet zeldzaam. De ensemblewaarde van de vindplaats is laag, omdat er enkel muurresten zijn aangetroffen en er is weinig vondstmateriaal aangetroffen dat gekoppeld kan worden aan de muurresten. Als laatste wordt hier benadrukt dat de C-horizont, de top van de natuurlijke bodem, was afgetopt waardoor er geen archeologische sporen bewaard zijn gebleven.

Aan de hand van bovenstaande waardering wordt de vindplaats als niet behoudenswaardig gewaardeerd.

Afb. 4.1. Waardering van de vindplaats volgens de criteria van de KNA.

33 Asten, Bartholomeus

4.3 Advies

Op basis van de resultaten uit het inventariserend veldonderzoek en de daaruit voortkomende waardering van de vindplaats acht BAAC bv het niet noodzakelijk om op het onderzoeksterrein archeologisch vervolgonderzoek te laten

plaatsvinden. Alle aangetroffen sporen zijn gedocumenteerd en de informatie om de onderzoeksvragen uit het Programma van Eisen te beantwoorden is verzameld. Bij een vervolgonderzoek is de kans op nieuwe aanvullende informatie gering, vanwege de vele diepe verstoringen op het terrein.

Bovenstaand advies vormt een zogenaamd selectieadvies. Dit betekent niet dat reeds gestart kan worden met bodemverstorende activiteiten of de daarop voorbereidende activiteiten. Het selectieadvies dient namelijk eerst beoordeeld te worden door de bevoegde overheid wat uiteindelijk leidt tot een selectiebesluit.

Hoewel getracht is een zo gefundeerd mogelijk advies te geven op grond van de gebruikte onderzoeksmethoden, kan de aanwezigheid van archeologische sporen of resten nooit volledig worden uitgesloten in de gebieden waarvoor geen vervolgonderzoek wordt aanbevolen. BAAC bv wil er daarom op wijzen dat men bij bodemverstorende activiteiten alert dient te zijn op de aanwezigheid van archeologische waarden (zoals vondstmateriaal en grondsporen). Bij het aantreffen van deze waarden dient men hiervan melding te maken bij de Minister (in de praktijk de RCE) conform artikel 53 van de Monumentenwet 1988.

Inventariserend veldonderzoek 34

Literatuur