• No results found

2.2 ■ ■ Een strategisch beleidsmodel 2.2.1 Het kegelmodel

In document Steden aan het werk (pagina 99-103)

Het Europees Centrum voor Werk en Samenleving (ECWS) ontwikkelde voor ‘Gent, stad in werking’ het zogenaamde kegelmodel. Dat is een instrument om een strategisch werkgele-genheidsbeleid te ontwikkelen en samen met zoveel mogelijk partners te implementeren.

De top van het Kegelmodel (niveau 4 en 3) bestaat uit:

het profiel van Gent (‘Gent is kennis en cultuur, toegankelijk voor iedereen’)

Dat laatste element wil nadrukkelijk het verband leggen met het toegankelijke en de-mocratische karakter van de stad. Het algemene profiel wordt vertaald in zes specifieke troeven of deelprofielen die in twee clusters samen te vatten zijn: Gent als kennisstad-moderne industriestad-distributiestad, en Gent als cultuurstad-winkelstad-toerisme-stad.

de waarden ‘ethiek, kwaliteit, duurzaamheid’.

Het werkgelegenheidsbeleid wordt in de praktijk vaak bepaald door de ontwikkelingen van het moment. De concrete cijfers van werkenden en werkzoekenden worden dan naar voren geschoven als de enige parameters. ‘Gent, stad in werking’ wil een stap ver-der gaan. Het is niet alleen de toevallige conjunctuur die bepaalt of het beleid succesvol is of niet. Het volstaat niet om de werkzoekenden aan een baan te helpen – ook de kwa-liteit van de baan telt. ‘Gent, stad in werking’ wil dus meer zijn dan de speelbal van de conjunctuur en daarom is gekozen voor een verankering in drie blijvende waarden:

ethiek, kwaliteit en duurzaamheid.

Theoretisch gezien zou er in het kegelmodel vervolgens telkens een niveau moeten worden afgedaald:

niveau 2: de toekomstige Gentse behoeften op het vlak van het werkgelegenheidsbeleid en de beleidsmatige antwoorden op die behoeften,

niveau 1: de huidige initiatieven en acties, en de beleids- en operationele maatregelen rond werkgelegenheid.

Figuur 6.1 Het kegelmodel

In de realiteit bestaat er een voortdurende wisselwerking tussen deze niveaus. Vanuit de praktijk (niveau 1) worden signalen gegeven naar het beleid (niveau 3 en 4) en omgekeerd.

Bron : Gent, stad in werking

Acties

Aanalytisch kader

Profiel

Waarden

Beleid

Profiel Waarden Beleid

Bron : Gent, stad in werking

Acties Aanalytisch kader

Naarmate die signalen beter op elkaar afgestemd raken, zal het toekomstige werkgelegen-heidsbeleid (niveau 2) effectiever worden.

Figuur 6.2 Analytisch kader

Een blijvende samenwerking en een open dialoog tussen alle betrokken partijen is bepalend voor het succes van ‘Gent, stad in werking’. Om de communicatie tussen alle betrokkenen gemakkelijker te maken, werd aan de kegel een niveau 0 toegevoegd: de wetenschappelijke basis of het analytische kader als fundament van de kegel. Dat niveau wordt ingevuld van-uit vier verschillende invalshoeken.

• Het algemene vestigingsklimaat moet materiële en infrastructurele randvoorwaarden creëren of optimaliseren om ondernemingen aan te trekken, te behouden of om hun uit-breiding te stimuleren. Het optimaliseren van de dienstverlening aan bedrijven (en bur-gers) is één van de aandachtspunten.

• De sectorgerichte stimulering richt zich op een specifieke sector of subsector. Verster-king en uitbreiding zijn daarbij sleutelwoorden. Het stimuleren van het ondernemer-schap is één van de mogelijke aanpakken.

• De doelgroepgerichte stimulering heeft enerzijds betrekking op het ontwikkelen van so-ciaal-economische initiatieven en anderzijds op het verbeteren van het daadwerkelijk bereiken en positief aanspreken van de kansengroepen.

Strategisch

werkgelegenheids-beleid Toeleidings- en

bemiddelings-effectiviteit

Algemeen vestigingsklimaat Sector gerichte

stimulering

Doelgroep gerichte stimulering

Bron : Gent, stad in werking

• De toeleidings- en bemiddelingseffectiviteit moet de kansen van bepaalde specifieke doelgroepen verhogen met beleidsmaatregelen en acties die erop gericht zijn om een aangepast opleidings-, begeleidings- of tewerkstellingsaanbod te scheppen.

2.2.2 Een vertaalslag naar de praktijk

Het Gent, stad in werking partnerschap heeft concrete beleidsprioriteiten geformuleerd, ver-trekkend vanuit het kegelmodel en de vier invalshoeken. Deze worden hier slechts summier aangehaald.

Sectorgerichte stimulering

Deze beleidslijnen richten zich tot sectoren en bedrijven die mee een invulling kunnen ge-ven aan het profiel van de stad Gent en aan de drie waarden.

Doelgroepgerichte stimulering

‘Een integrale aanpak’ betekent dat het werkgelegenheidsbeleid wordt aangepakt in samen-hang met vraagstukken op het vlak van kansarmoede, huisvesting of criminaliteit, kortom:

het gehele integratiebeleid. Een dergelijk beleid is noodzakelijk om groepen met een grote achterstand reële perspectieven te bieden. De aanpak moet erop gericht zijn om de aanvul-lende tewerkstelling voor deze groepen te verankeren in het normale economische circuit, wat de beste garanties biedt voor een duurzaam werkgelegenheidsbeleid.

Toeleidings- en bemiddelingseffectiviteit

Deze invalshoek heeft als belangrijkste beleidslijn het streven naar Gent als ‘lerende regio’:

een regio waarin de competenties van haar inwoners zich voortdurend aanpassen aan en anticiperen op nieuwe omstandigheden (nieuwe vragen vanuit de markt) – en waarbinnen structuren bestaan die inwoners aanmoedigen en ondersteunen om dat te doen. Dat bete-kent een uitdaging voor het bedrijfsleven en voor de organisaties die bezig zijn met compe-tentieontwikkeling.

Algemeen vestigingsklimaat

De beleidslijnen Algemeen vestigingsklimaat moeten een zo gunstig mogelijk pakket rand-voorwaarden ontwikkelen voor organisaties die zich in de Gentse regio vestigen of er al ge-vestigd zijn. De randvoorwaarden moeten helpen om die bedrijven en organisaties aan te

trekken en te behouden die een bijdrage kunnen leveren aan de realisatie van het gekozen profiel en meewerken aan een ethisch, kwalitatief en duurzaam werkgelegenheidsbeleid. Er wordt naar gestreefd om die waarden niet alleen op korte termijn te toetsen (bijvoorbeeld bij de vestiging van een nieuw bedrijf) maar ook op de lange termijn te bewaken (bijvoorbeeld door te werken met een concessie en sociale clausules).

In document Steden aan het werk (pagina 99-103)